Citaat:
Haar moeder was al aan haar ontbijt begonnen en keek op toen haar dochter binnenkwam. Met een simpel hoofdknikje begroetten ze elkaar en Elise plofte neer aan de ontbijttafel . Nog in gedachten verzonken begon ze aan haar ontbijt en schoof alles automatisch naar binnen. Nog steeds was het stil in de keuken. Na een tijdje keek Elise op de klok. Het was al laat, ze moest opschieten nu. Blij dat ze weg kon van deze bedrukkende stilte, stond ze op en zette haar bord in de vaatwasser.
‘Ik ga, mam. Fijne dag verder.’ Kort glimlachend liep ze de keuken uit, graaide haar tas en jas bij elkaar en liep de deur uit. Het was koud hier in Nederland, vergeleken met Italië. Nog steeds in gedachten verzonken haalde ze haar fiets uit de schuur, liep het tuinpaadje af en stapte op. Het was al druk op straat. Mensen die weer naar hun werk of school gingen, allemaal met een zomers kleurtje op hun wangen. Elise was één van hen. Slechts één van de vele mensen die het allerdaagse ritme weer op moet pakken. Zoals elk jaar, maar Elise voelde zich anders. Waarschijnlijk was ze ook verandert. Ze had veel nagedacht en meegemaakt in de vakantie.
Getoeter van een auto klonk. Elise keek op, maar zag slechts de achterkant van de auto die getoeterd had. Ze prentte het nummerbord in haar hoofd; GH-14-ZJ. Zonder er verder nog aan te denken vervolgde zij haar weg naar school. Voor Sanne haar huis, dat vlak bij school was, stopte ze en klingelde wat met haar fietsbel. De deur ging open en het vrolijk en bruine gezicht van Sanne werd zichtbaar. Elise grijnsde, gooide haar fietse tegen de heg en liep haar vriendin tegemoet. Vrolijk omhelsde ze elkaar en draaiden wat rondjes over de stenen. Druk babbelend fietsten ze even later samen naar school.
Op school was het een drukte van jewelste. Iedereen was uitgelaten van de vakantie en wilden zo snel mogelijk alles verteld hebben. Elise liep echter alleen naar haar les toe, aangezien Sanne niet bij haar in de klas zat.
Ze liep het benauwde klaslokaal in en liet zich achterin op een stoel neerzakken. De plek naast haar was leeg. Ze zou wel zien wie er naast haar ging zitten. Op de een of andere manier mochten de meisjes op school Elise niet zo. Misschien kwam het door haar uiterlijk, waar menig meisje jaloers op zou zijn. Misschien kwam het, omdat Elise nogal gesloten was en niet met haar gevoelens te koop liep. In ieder geval, toen de tweede bel was gegaan, was de plek naast haar nog steeds leeg. De rest van het lokaal had zich gevuld met de bruine hoofden van de klasgenootjes, die Elise stuk voor stuk bekend voorkwamen.
Hmm. Geen nieuwe gezichten zo te zien. Meneer van de Weld toch echt had gezegd dat we een nieuw persoon in de klas zouden krijgen? Ja, die ene jongen. Hoe heette hij ookal weer.. Hmm.. Nouja, misschien is het toch niet door gegaan. Er is verder weinig verandert. Nog steeds niemand die vrijwillig een plaats naast mij opzoekt. Ach, ik zou het toch niet eens leuk vinden. Ze hebben wel gelijk.
Elise keek verbaasd op toen de stoel naast de hare ineens naar achter werd geschoven. De hand die dit deed, was afkomstig van een onbekende jongen. Dé onbekende jongen. Zijn ogen waren verscholen achter een apart model bril en zijn haar zat wild. Ze glimlacht kort ter begroeting en hield zijn blik een aantal seconden vast. Toen keek ze naar haar leraar en was benieuwd wat hij zou zeggen. Deze was echter druk in een gesprek verwikkeld met een leerling op de voorste bank en besteedde verder geen aandacht aan de jongen. Elise keek nog een opzij en gluurde hem aan. Even keek hij terug en liet toen verlegen zijn blik weer afdwalen. Verbaasd fronsde ze haar wenkbrauwen, schudde licht met haar hoofd en begon wat in haar tas te rommelen.
Een blaadje, een pen, meer had ze niet nodig. Ze legde haar arm beschermend om het blaadje heen, kauwde wat op de achterkant van haar pen en begon haar gedachten op te schrijven.
I hope and pray,
Your eyes catch mine.
And that some day,
We will meet again.
I hope and pray,
That you still love.
And that some day,
You will show me.
I hope and pray,
They understand.
And that some day,
I’m allowed to love.
Het is een lang stuk geworden en, ik vind het eigenlijk niet zo goed..
Maarja