Moderators: Essie73, NadjaNadja, Muiz, Telpeva, ynskek, Ladybird, Polly
Citaat:Met bijna bevroren vingers duw ik de poort van het kerkhof open. De oude, ijzeren poort piept en kraakt.
Ik wrijf mijn handen over elkaar. Ze zijn ijskoud. Dom van me, ik had ook handschoenen moeten aandoen!
Voorzichtig kijk ik het kerkhof rond. Vreemd genoeg is het vrijwel verlaten. Hier en daar pikken een paar vogels de bessen van de struiken, of vliegt een eekhoorntje een boom in.
De sneeuw knispert onder mijn schoenen. Ze zijn pas nieuw, dus ik loop voorzichtig, zodat ze niet vies worden.
Struinend loop ik over de paden, totdat ik bij haar graf ben. Opeens lijkt alles in de wereld zo ontzettend onbelangrijk!
'At this moment, only you matter' zing ik, zoals het in het liedje staat.
Ik ben gewend tegen haar te praten. Ik praat over vanalles. Over nieuwe vriendjes, vervelende exen, nieuwe vriendinnen, en op wraak berustte feeksen. Huilend, dat wel. Want normaal zou ze lachen, zou ze me gerust stellen, ze zou me steunen. Als een vriendin, want dat was ze.
Ik denk terug aan die avond. Ik had haar moeten tegenhouden. Ik had haar moeten zeggen het niet te doen. Als een vriendin, want dat was ik.
We waren in een discotheek, aangeschoten as hell. Het was donker, en er was zo'n flikkerlicht. Waardoor het lijkt alsof je een robot bent, waar je duizelig van wordt.
Opeens was het heel even langer donker. Foutje van de DJ. Toen het weer licht werd, was ze weg.
Ik zocht haar, riep haar, ik vroeg naar haar. Maar ze was er niet. Niemand had haar gezien, zij hoorde me niet, ik zag haar niet.
En opeens, was ze daar weer. Ik zag haar aan de bar zitten, ze nam iets in. Ik dacht dat het een pilletje tegen de misselijkheid was ofzo. Maar ik had het moeten weten. Zoals die vuile loser naar haar keek. Hij zat gewoon te wachten totdat ze draaierig zou worden. Totdat ze over je nek zou gaan, en totdat ze zou vallen. Hem vastgrijpen. Hem smeken om hulp.
Maar het duurde langer dan normaal. Ik stond er naar je te kijken. Zeker 2 minuten ofzo. Totdat hij haar meer gaf. Meer dan de eerste keer. Ik mengde me door de massa heen met wat elleboog-werk, maar het was te laat. Ze had ze al achterover geslagen.
Woedend was ik! Ik trok haar van de barkruk af, naar buiten.
En toen begon het. Ze werd draaierig, ze ging over je nek, je viel. Ze greep mijn broekspijp vast en ze smeekte me om hulp.
'Men, houd het dan nooit eens op?' Zuchtte de portier.
'*******, DOE ER DAN WAT AAN, ROEP IEMAND! STA DAAR NIET ZO!' viel ik uit. Hij deed alsof ze oud vuil was, alsof ze niks betekende!
Ik was laaiend. Ik schopte hem, ik sloeg hem, ik schold hem uit.
Hij belde het ziekenhuis. Het leek wel een eeuwigheid te duren. Ze lag daar, hulpeloos. Als die kleine meid van vroeger, die van de trampoline afviel.
Ongeveer 5 minuten later waren ze er dan eindelijk. Ze werd op een brancar gelegd en afgevoerd.
Ik wist dat het niet goed was. Ik wist 't gewoon.
3 uur nadat ze haar hadden meegenomen zag ik haar eindelijk weer. Ze was ziek, heel erg ziek.
De dokter vertelde me dat ze ze maag hadden leeggepompt, maar dat het niet veel nut meer zou hebben. Er was teveel spul opgenomen in haar bloed. Ze zou dadelijk wakker worden, maar niet lang meer wakker blijven. Ze zou in shock raken, en dan in coma. Uiteindelijk zou ze overlijden.
Ik barstte in tranen uit. Ik heb gehuild.
Plotseling werd ze wakker. Ze vroeg wat er was gebeurd.
We hebben nog eindeloos gepraat. Ongeveer 2 uur lang heb ik aan haar bed gezeten. Stiekem hoopte ik dat de dokter ongelijk had. Ze bleef toch immers zo lang wakker?
We lachten, we huilden, en ik vertelde haar dat ik zoveel van haar hield en ik haar nooit zou vergeten.
Maar opeens vielen haar ogen dicht. Haar lichaam lag alsof het zich verzette tegen iets.
'Ze vecht tegen de shock' constateerde de dokter. Maar hij zei er ook bij dat het niet veel nut had, uiteindelijk zou ze overlijden.
'Je bent m'n beste vriendin Lie, verlaat me niet..' fluisterde ik.
Heel even leken haar lippen te bewegen. Ik wist zeker dat ze iets zei.
'Nooit' leek het wel.
Voor de zoveelste keer op deze avond barstte ik in huilen uit.
Ongeveer 3 kwartier nadat ze in shock raakte, was je weg. Helemaal weg. Naar daarboven.
'Ik zal Redbull drinken Lie, zoveel, totdat ik vleugels heb, en dan kom ik naar je toe' was de zin die mijn speech afsloot op haar begrafenis.
Het staat ook op het lint dat uit de bloemenversiering steekt.
Zachtjes rollen de tranen uit mijn ogen. Dat mijn vingers nagenoeg bevroren zijn interesseerd me niet, dat mijn schoenen vies worden ook niet. Ik probeer de sneeuw weg te trappen maar het lukt niet.
'Ik mis je, ik wil je terug' fluister ik, starend naar het grote boeket dat haar oma heeft neergelegd.
Maar verlaten heb je me niet. Nooit. Want je bent voor altijd in mijn hart. Je leeft verder in mij.
Je bent bij me.
Citaat:
I blame myself for being such a fool.
Het was herfst. Bruin gekleurde bladeren vielen met bosjes naar beneden en maakten mijn stappen hoorbaar. Als je goed om je heen zou kijken, zag je mensen met gebogen hoofden en hoog opgetrokken kragen zich snel voortbewegen. Maar ik keek niet om me heen. Ik keek naar de grond en volgde de punten van mijn schoenen op hun weg. Versleten, vaal en onder de modder. Het deed me niets. Eigenlijk deed niets me meer wat. De koude wind die langs mijn oren suiste en ze rood deed kleuren, de regen die druppel voor druppel uit de lucht kwam zetten; het viel me allemaal niet op.
Mijn gedachten waren ergens anders. Boven, om precies te zijn. Boven in de hemel, waar de wolken de grond vormen en de engeltjes in het wit gekleed door het leven gaan. Sinds een week mochten ze zich gelukkig prijzen. Zij was er ook, om hun bestaan nog meer op te vrolijken. Zij had mij verlaten, was gegaan zonder wat te zeggen. Geen briefje, geen afscheid. Alleen die pillen. Het was de schuld van die vreselijke pillen.
Ik was achtergebleven, geen troostende woorden meer. Het was voorbij, over. Althans, zo voelde het. Zonder haar was mijn leven niets meer waard.
Ik weet nog goed dat jij me probeerde om te vrolijken. Je bloemetjes, kaartjes, pogingen tot gesprekken. Ze deden me niet zoveel. Met mijn gedachten was ik nog bij haar. Om eerlijk te zijn, zag ik je niet eens staan. Terwijl jij mij probeerde te helpen, al voor ze me verliet. Jij zag in dat ze me pijn deed. Jij had al voorspeld dat ik niet meer was voor haar dan een speelbal. Maar ik met mijn stomme kop besteedde geen aandacht aan je. Ik dacht dat je maar wat zei, dat je jaloers was. Achteraf is makkelijk praten, maar ik wil je alsnog je gelijk geven. Alleen is het te laat, veel te laat.
Je kan me niet meer horen. Ik kan je niet meer spreken. Het enige dat mij nog rest is hopen dat je me het kan vergeven. Ik bedoelde het niet zo. Eigenlijk wilde ik het niet, maar toen was het al te laat.
Het was twee weken na haar dood. Ik had alles perfect uitgedacht. Nu zou het gebeuren, het was genoeg geweest. Al die tijd spookte het idee door mijn hoofd. Het moest en zou gebeuren. Voor het eerst ging ik weer om me heen kijken, dat kon nu weer. Ik zag de mensen om me heen door het leven wandelen. Ik glimlachte weer, keek naar de bladeren die naar beneden vielen. In plaats van hun lelijke bruin kleur, hadden ze alle kleuren van de regenboog. De regen leek goud en stemde me nog vrolijker. Ik voelde dat het goed was zo. Dus ik deed het.
En toen zag ik jou. Je ogen, vol liefde, wanhopig. Je stem, nog liefdevoller en in paniek. Je gilde, je sloeg me in het gezicht. Ik zocht kracht om te reageren. In een wanhopige poging mijn armen uit te strekken sloeg ik je. Je keek geshokeerd, probeerde me overeind te heisen. Mijn gewicht wilde niet meewerken en ik plofte terug op de grond. Ik deed een laatste poging wat te zeggen, tot alles zwart werd. Althans, voor even. Daarna werd het zwarte vervangen door een witte gloed. En nu ben ik hier.
Hier, daar waar zij is. Maar zij kan me niks meer schelen, hoe ironisch het ook klinkt. Jij bent degene die ik mis. Alleen nu heb ik het voorgoed verpest. Jij en ik, gescheiden door het wolkendek en alles wat daartussen zit.
Ik zou met je willen praten en je willen bedanken. Ik heb me vergist, jij was degene die van me hield en me wilde beschermen. En jij was binnen handbereik, maar ik wilde terug. Vastigheid, alles moest blijven zoals het was.
Voorlopig is er niets meer. Alleen jij en mijn graf, dat je elke dag trouw komt bezoeken. Telkens opnieuw bewegen je verkleumde vingers het knarsende, ijzeren sierhek. Je vertelt je verhalen, ik hoor ze aan. Zo graag zou ik wat terugzeggen. Tegen je praten, je knuffelen, bedanken. Al was het maar voor even. Maar het is te laat. Ooit, ooit zal ik je terugzien. Als jouw tijd gekomen is. Ik hoop dat er iemand voor je is, zoals jij voor mij was.
Ik zal mezelf nooit vergeven.
Wil eigenlijk iets heel anders doen dan het meeste hier, als ik het zo snel even doorlees.
Eve_lien schreef:Om eerlijk te zijn had ik er géén gelezen.

. Was gister ook al wat later
. Maar het was al laat toen ik het geschreven had
. Hier zitten echt goede verhalen tussen!!


pharagirlke schreef:heb ze gelezen nadat ik die van mij derop had gezet
.
jij nog.