
verheude me al toen ik dit topic omhoog kwam,
morgenochgtend ff kijken dus.
Moderators: Essie73, NadjaNadja, Muiz, Telpeva, ynskek, Ladybird, Polly
Citaat:Ik schrok wakker met ontzettende hoofdpijn, en ik hield mijn ogen stijf dicht. Ja hoor, ik had het weer gepresteerd, weer teveel gedronken. Langzaam deed ik mn ogen open, even ben ik gedesoriënteerd, maar toen herinnerde ik me de vorige avond met flarden. Ik schoot recht overeind en keek op mn horloge, oliebol, het was al 10 uur. Ik keek om me heen, maar van Morgan geen spoor. Misschien in de badkamer? Maar de deur stond open en alles leek verlaten.
De deken tegen me aan klemmende stapte ik uit bed, de kamer was totaal verlaten, niets wees erop dat hier ooit iemand was. Mijn eigen kleren lagen verspreid over de vloer.
Een vlaag van misselijkheid overviel me en ik redde het maar net tot aan de wc. Vermoeid laat ik me uiteindelijk op de grond zakken. De tegels koud tegen mijn naakte huid. Ik bleef er een tijdje zitten, gedachten schieten door mijn hoofd. Uiteindelijk stond ik op en begon mijn kleren te verzamelen en aan te trekken. Ik liep nog eens terug naar de badkamer en keek in de spiegel, bleek, uitgelopen mascara en verward blond haar. Ik probeerde de mascara weg te vegen met wat wc papier en haalde mijn vingers door mijn haren.
Terug in de kamer bleef ik besluiteloos staan, wat is er gebeurd? Opeens voelde ik me vies, gebruikt. Waarom was hij vertrokken zonder wat te zeggen? Ik liet me op het bed zakken, tranen brandend in mijn ogen. Ik was niets meer dan een avondje plezier, niets meer dan een prutsmuts! Ik greep mijn jas en rende de deur uit, de gang door, de trap af en de deur uit. Maar daar stopte ik niet, ik was woedend, zo ontzettend kwaad op mezelf. Hoe kon ik zo stom zijn? Ik bleef rennen, langs St. Isaacs, tussen de mensenmassa op de stoepen door. Toen begaf een van de hakken onder mijn schoenen het, en ik viel met een smak op het beton.
Niemand leek zich ook maar aan mij te storen, niemand stopte. Moeizaam krabbelde ik weer op, steentjes branden in mijn handen en bloed sijpelt langzaam uit de kleine wondjes in mijn handpalmen. Ik kneep mijn handen dicht en zette mijn reis stug voort, langzamer dit keer, omdat de verdwenen hak lopen toch enigszins bemoeilijkte.
Eindelijk stond ik dan weer voor het hostel. Een zwerver zat naast het trapje naar de voordeur en keek me verbaasd aan. Ik deed alsof ik het niet zag en liep naar binnen, langs de receptioniste, die me toch geen blik waardig keurde. Bij de kamerdeur aarzelde ik even, maar toch klopte ik zachtjes op de deur. Bijna meteen werd de deur opengetrokken en keek ik in het bezorgde gezicht van Sara. Haar ogen werden groot toen ze me zag, “Wat is er in godsnaam gebeurd?”vroeg ze, en trok me zowat naar binnen.
Dan voel ik me pas echt beroerd, bibberend zakte ik neer op mijn bed. “Het is in orde, ik heb een grote fout gemaakt, mijn eigen schuld.” Mijn twee goede vriendinnen hoorden mijn verhaal aan en vertellen over hun eigen fouten en stommiteiten. Na een tijdje kon ik weer een beetje lachen, hoewel het nare gevoel niet helemaal wil verdwijnen.
Ik nam nog een douche, en pakte alles weer in mijn nu veel te kleine tas, die middag verlieten we St. Petersburg weer. Terug naar het koude Finland, terug naar de Universiteit, terug naar het normale leven
Citaat:Hoofdstuk 3: The sunshine state?
Ik slenter terug naar mijn trailer in de bossen achter het kantoor, de late avondzon nog steeds warm op mijn gezicht. Sandy de labrador, loopt een eindje voor me uit, af en toe een ongeduldige blik op mij werpend, ze weet dat haar eten op haar wacht. Het is eindelijk weekend, niet dat dat veel uitmaakt hier. Er wordt hier toch zo’n 7 dagen in de week gewerkt, maar ik kan meestal wel een beetje uitslapen, en op zaterdag avond kan ik de auto van mijn baas lenen om naar de dichtstbijzijnde stad te gaan. Maar het is pas vrijdag, dus vanavond zal ik me met Sandy moeten amuseren met een film op de bank.
Ik ben hier nu zo’n 2 maanden, je raakt aan de eenzaamheid gewend. De hond is vaak mijn enige gezelschap ’s avonds, maar het geeft niet. Ik geniet iedere dag dat ik hier ben, wie heeft er nu zo’n stage plek als ik? Naast de eco-toerisme projecten waar ik aan werk, werk ik met allerlei verschillende schildpadden en andere wilde dieren hier. Mijn baas en zijn vrouw, die zo’n halve mijl van me vandaan wonen, zijn ontzettend aardig en helpen me met alles. En natuurlijk is er Sandy, ze is er voornamelijk om de schildpadden op te sporen, maar ik geniet van haar gezelschap ’s avonds, als ik de coyotes buiten hoor huilen.
Eindelijk thuis, eerst Sandy te eten geven, en daarna plof ik op de bank. Echt honger heb ik niet, laat geluncht. Ik plof op de bank met een glas Cola en zet de tv aan. Ik kan maar een kanaal ontvangen, wat schijnbaar als enige functie reclames uitzenden heeft. Het duurt niet lang voordat ik in slaap val.
Ik schrik wakker van mijn telefoon, slaperig grijp ik naar de telefoon achter me, maar dan realiseer ik me dat het mijn gsm is. Dat kan maar een iemand zijn: Chris! Zenuwachtig grabbel ik naar mijn gsm, die ergens naast me moet liggen. Snel neem ik op, als ik het ding eindelijk gevonden heb. “Hello?” Even is het stil, dan hoor ik zijn bekende stem aan de andere kant “Hey babe, what’s up?” Voorzichtig tuur ik even op de klok, tot mijn verbazing is het pas 9 uur. “Hi Chris, how are you?” Chris antwoord “I’m fine, listen I was wondering what you are doing tomorrow?” Ik voel een glimlach op mijn gezicht kruipen, precies waar ik op gehoopt had. “Nothing as of yet. Why? Have something in mind?”
De zaterdag kruipt voorbij, hoe vaak ik ook op de klok kijk, de tijd wil maar niet opschieten. Uiteindelijk kruipen de wijzers dan toch naar 6 uur, tijd om me te douchen en om te kleden. Wat een tijd om je klaar te maken, maar als ik om 9 uur op de afgesproken plaats wil zijn, moet ik om 7 uur vertrekken. En ik moet ook nog eten, ik red het maar net om op de geplande tijd de deur uit te zijn.
De oude pick-up die ik geleend heb staat al voor de deur, die heb ik al eerder meegenomen naar mijn trailer. Met een hoop gekreun en gesteun slaat de bejaarde, zware motor aan, dat is al een zorg minder. Hoewel het ding er niet uitziet, doet hij zijn werk nog best, de met kuilen bezaaide onverharde weg die naar de hoofdweg leidt levert geen probleem op voor de oude pick-up.
Alles schijnt hier maar één zender te hebben, en het is al niet anders met de autoradio, ik kan niet anders dan luisteren dan naar de oude country muziek die uit de schijnbaar misbruikte speakers schalt. Alles gaat prima totdat ik de stad bereik, iedereen blijkt onderweg te zijn ergens naar toe, file rijden van het ene stoplicht naar het andere. Bezorgd kijk ik op mijn horloge, ik ga het net niet of net wel halen.
Ik mag de auto niet helemaal mee de stad innemen, problemen met de verzekering, dus parkeer ik in een buitenwijk bij een kennis van mijn baas. Van daaruit neem ik een taxi ‘downtown’, waar Chis op de afgesproken plaats op me staat te wachten, ik ben net op tijd. Chris ziet er goed uit, als altijd, ik begrijp nog steeds niet dat ik hem aan de haak heb geslagen.
Goddess schreef:Dus ik moet het meer uitschrijven denk je?
Naja ik zal het nog eens nalopen en herschrijven, kijken of het beter is. maar even geduld, want ik ben nog officieel aan het werk
Citaat:Ik slenter terug naar mijn trailer in de bossen achter het kantoor, de late avondzon nog steeds warm op mijn gezicht. Sandy, de labrador, loopt een eindje voor me uit en werpt af en toe een ongeduldige blik over har schouder, want ze weet dat haar eten op haar wacht. Het is eindelijk weekend, niet dat dat feit veel uitmaakt hier. Er wordt hier toch zo’n 7 dagen in de week gewerkt, maar weekend betekent wel dat ik soms een beetje kan uitslapen en op zaterdag avond kan ik de auto van mijn baas lenen om naar de dichtstbijzijnde stad te gaan. Maar het is pas vrijdag, dus zal ik me vanavond met Sandy moeten amuseren met een film op de bank.
Ik ben hier nu zo’n 2 maanden en ik raak langzaam aan de eenzaamheid gewend. De hond is vaak mijn enige gezelschap ’s avonds, maar het werk en de omgeving maken veel goed. Naast de eco-toerisme projecten waar ik aan werk, werk ik met allerlei verschillende schildpadden en andere wilde dieren hier. Mijn baas en zijn vrouw, die zo’n halve mijl van me vandaan wonen, zijn ontzettend aardig en helpen me met alles. En natuurlijk is er Sandy, ze is er voornamelijk om de schildpadden op te sporen, maar ik geniet van haar gezelschap ’s avonds, als ik de coyotes buiten hoor huilen.
Als ik eindelijk thuis ben, geef ik Sandy eerst haar eten en dan plof ik neer op de bank. Ik heb erg laat geluncht vandaag, dus echt honger heb ik niet. Ik zet de tv aan, maar ik kan maar één kanaal ontvangen, wat schijnbaar als enige functie reclames uitzenden heeft. Het duurt dan ook niet erg lang voordat ik in slaap val.
Ik schrik wakker van mijn telefoon, slaperig grijp ik naar de telefoon achter me, maar dan realiseer ik me dat het mijn gsm is. Dat kan maar een iemand zijn: Chris! Zenuwachtig grabbel ik naar mijn gsm, die ergens naast me moet liggen. Als ik het ding eindelijk gevonden heb neem ik snel op: “Hello?” Even is het stil en dan hoor ik zijn bekende stem aan de andere kant “Hey babe, what’s up?” Voorzichtig tuur ik even op de klok, tot mijn verbazing is het pas 9 uur. “Hi Chris, how are you?”
“I’m fine, listen I was wondering what you are doing tomorrow?” vraagt hij.
Ik voel een glimlach op mijn gezicht kruipen, precies waar ik op gehoopt had. “Nothing as of yet. Why? Have something in mind?”
De zaterdag kruipt voorbij, hoe vaak ik ook op de klok kijk, de tijd wil maar niet opschieten. Uiteindelijk kruipen de wijzers dan toch naar 6 uur, de tijd om me te douchen en om te kleden. Als ik om 9 uur op de afgesproken plaats wil zijn moet ik me nog een beetje haasten ook. Eigenlijk moet ik ook nog wat eten, en zo red ik het maar net om op de geplande tijd de deur uit te zijn.
De oude pick-up die ik geleend heb staat al voor de deur, die heb ik al eerder op de dag meegenomen naar mijn trailer. Met een hoop gekreun en gesteun slaat de bejaarde, zware motor aan, mooi, dat is al een zorg minder. Hoewel het ding eruit ziet alsof het op z’n laatste benen loopt, doet hij zijn werk nog best. De met kuilen bezaaide onverharde weg die naar de hoofdweg leidt levert dan ook geen probleem op voor de oude pick-up.
Alles schijnt hier maar één zender te hebben, en het is al niet anders met de autoradio, ik kan niet anders dan luisteren dan naar de oude country muziek die uit de zwaar misbruikte speakers schalt. Alles gaat prima totdat ik de stad bereik, iedereen is onderweg ergens naartoe, dus is het file rijden van het ene stoplicht naar het andere. Bezorgd kijk ik op mijn horloge, ik ga het net niet of net wel halen.
Ik mag de auto niet helemaal mee de stad innemen, problemen met de verzekering, dus parkeer ik in een buitenwijk bij een kennis van mijn baas, Maxime. Van daaruit neem ik een taxi ‘downtown’, waar Chis op de afgesproken plaats op me staat te wachten. Wonder boven wonder ben ik net op tijd. Chris ziet er goed uit, als altijd, ik begrijp nog steeds niet hoe ik hem aan de haak heb geslagen.