‘Rot dan op!’ Schreeuwt Sanne woedend door de telefoon. ‘Ik heb je niet meer nodig!’ Woest hangt ze de hoorn op de haak en rend woedend naar boven toe. De muziek gaat zo hard aan dat de buren aan de overkant kunnen mee genieten. Het kan haar allemaal geen bal meer schelen! Ze weet zich 5 minuten sterk te houden, maar barst toch in tranen uit. ‘Die jongens altijd!’ schreeuwt ze boos. Sinds 3 maanden heeft ze verkering met Thijs. Dit is hun eerst ruzie. ‘Ik haat hem!! Nee, ik haat hem niet maar wil hem haten.’ Mompelt ze in zichzelf.
Sanne begrijpt niet waar Thijs het lef vandaan haalt om te zeggen dat ze is vreemd gegaan. Dat zou ze nooit doen. Ze is stapel verliefd op Thijs.
De muziek dringt niet echt tot haar door maar dat maakt er weinig uit. In haar broekzak voelt Sanne iets trillen. Haar telefoon. Ze heeft een smsje. ‘Sorry Sanne, het spijt me! Ik geloof dat je niet bent vreemd gegaan. Echt waar. Ik wil je spreken. Kom om 7 uur naar me huis. HVJ Thijs.’
Sanne trekt zich er weinig van aan en zet haar favoriete nummer op en zingt, zo hard als ze kan, mee.
Om half 6 roept word Sanne geroepen voor het avond eten. Ze heeft totaal geen honger. Ze besluit om toch maar naar beneden te gaan. Gelukkig vragen haar ouders niks. Ze eet twee boterhammen en gaat daarna weer naar boven toe. Ze heeft beslot om naar Thijs toe te gaan om 7 uur.
Omdat het pas 6 uur is gaat Sanne nog even achter msn. Ze praat met wat mensen. Als ze net wil afmelden komt Thijs op msn.
Thijs (L) Sanne: Heey prinsesje
Sanne houd veel van Thijs: Heey
Thijs (L) Sanne: Ben je nog boos?=$
Sanne houd veel van Thijs: Nee… Ik denk het niet..
Thijs (L) Sanne: oh oke =D
Thijs (L) Sanne: Kom je nog om 7 uur.
Sanne houd veel van Thijs: Ja ik denk het wel.
Thijs (L) Sanne: Ok gezellig!
Sanne houd veel van Thijs: Thijs ik ga ik zie je zo.
Thijs (L) Sanne: oke, hou veel van je sanne!
Sanne houd veel van Thijs: ik ook van jou thijs.
Sanne meld zich af van msn. Ze heeft niet gelogen. Ze houdt nog steeds veel van Thijs.
Om kwart voor 7 stapt ze de deur uit. ’10 uur thuis’ hoort ze haar ouders op de achtergrond zeggen. ‘Oke! Doei’
Sanne gooit de deur achter zich dicht en springt op de fiets. Binnen een kwartier is ze bij Thijs aan gekomen.
Zijn moeder doet open. ‘Hoi Sanne! Gezellig dat je er weer bent. Thijs is boven. Je weet ze kamer wel te vinden he?’
Sanne knikt ja en loopt naar boven toe. Als ze bij zijn deur is voelt ze zich toch wel zenuwachtig. Ze hebben nog nooit ruzie gehad. Hoe gaat dit goed komen, vraagt ze zichzelf af. Ze klopt op de deur. ‘Binnen!’ roept Thijs. Sanne doet ongemakkelijk de deur open en blijft in de opening staan. Thijs wordt rood. ‘Hey’ zegt Sanne verlegen. Ze schaamt zich dood. Het lijkt wel alsof dit hun eerst afspraakje is. Zonder dat ze er wat aan kan doen schiet ze in de lag. Thijs kijkt haar verbaasd aan.
’Het lijkt wel alsof we elkaar voor het eerst zien!’ zegt Sanne lacherig. Thijs ziet er nu ook wel de humor van in en moet ook lachen. Sanne ploft op Thijs ze schoot neer en geeft hem een kus.
S´avonds ging Sanne met een goed gevoel naar huis. Samen met Thijs hebben ze een romantische film gekeken.
Thuis nam ze wat te drinken en ging toen naar boven. ´Maak je het niet te laat Sanne?’ vraagt haar vader. ‘Nee pa. Echt niet!’
Als ze boven is gaat ze eerst op msn. Thijs is er niet. Als ze haar mail opent kijkt ze verbaasd naar een mailtje van ene David Oostere, met als onderwerp; Hej jou ken ik!
Sanne opent het mailtje. Haar ogen schieten over de regels. ‘Wat is dit!’ denkt ze hardop.
Lieve Sanne.
2 Jaar geleden heb ik jou ontmoet. Via via ben ik erachter gekomen waar je woont en wat je msn is. Ik wil je graag weer zien. Heb je de laatste keren al in het park gezien met een of andere jongen. Is toch niet je vriendje hé? Want ik hou van jou en je bent van mij. Dikke zoen David.
Sanne denkt diep na maar ze herinnerd zich geen David.
Ze denkt er niet verder meer bij na en gaat gezellig met haar vriendin msnen. Na ongeveer een kwartier voegt iemand haar toe. Ze accepteert hem en vraagt wie hij is.
Sanne Houd Van Thijs!: En jij bent?
Lekkerboy David: David, van dat mailtje. Je kent me toch nog wel.
Sanne Houd Van Thijs!: Nee ik weet totaal niet wie je bent =S
Lekkerboy David: Ik ben die jongen van vakantie.
Ineens herinnerd Sanne het zich weer. David, dat is die jongen die maar niet van haar af kon blijven. Aan het begin vond ze hem nog aardig. Maar aan de eind van de vakantie, haten ze hem. Hij heeft haar tot twee keer toe geprobeerd te verkrachten.
Sanne Houd Van Thijs!: Laat me met rust goorlel
Lekkerboy David: Nee, ik heb je eindelijk weer gevonden. Ik laat je nooit meer gaan!
Sanne Houd Van Thijs!: Rot op!
Lekkerboy David: Nee sgatje, je bent van mij. Ik laat je nooit meer met rust. Nooit! Mooi huisje woon je trouwens in. Leuke hond heb je ook! Mooie Bouvier.
Sanne Houd Van Thijs!: Rot op Freak! Laat me met rust! Ik mot je niet!
Lekkerboy David: Dat zeg je nu wel maar je houd wel van me. Ik weet het zeker!
Sanne Houd Van Thijs!: Nee ik verafschuw je! Rot op!
Lekkerboy David: Nooit Sanne. Nooit
Sanne blokkeert hem. Ze ziet dat hij ze naam heeft veranderd. ‘Wacht maar Meissiej! Je komt nooit meer van me af. Nooit!’
Sanne wordt er bang van. Ze weet niet wat ze hier mee moet.
Ze sluit d’r computer af en gaat naar bed toe. Het is inmiddels al weer 1 uur, maar alsnog kan ze niet slapen. David blijft maar door haar heen spoken.
Als ze eindelijk in slaap valt gaat d’r mobiel af. Slaperig neemt ze op. Aan de andere kant hoort ze een bekende stem. ‘Ik laat je nooit meer met rust! Nooit meer.’
’Rot op!’ gilt Sanne door de telefoon. Ze drukt hem gauw weg en zet d’r mobiel uit.
Ze probeert opnieuw in slaap te komen maar nu lukt het haar helemaal niet meer. Ze besluit om wat te gaan lezen en hoopt dat ze zo toch nog in slaap zou vallen.
Om half 3 valt ze eindelijk in slaap. Ze droomt over David.
Sanne schrikt om 6 uur wakker. Ze zweet helemaal. Ze heeft over David gedroomd.
De droom was eerder een nachtmerrie. Ze draaide zich nog een paar keer om, maar in slaap vallen lukte niet meer.
Om half 7 besloot ze haar bed uit te gaan. Haar moeder zat op de bank met de krant en een kop thee. Sanne schenkt voor zichzelf ook wat in. Met een diepe zucht ploft ze naast haar moeder op de bank neer. Ze zet de TV aan maar er is weinig leuks. Als ze haar thee op heeft gaat ze naar boven toe. Ze neemt een lekker warme douche zodat ze goed wakker wordt. Als ze onder de douche vandaan komt voelt ze de koude wind die uit het dakraampje komt, over haar blote arme geleiden. Ze rilde en kleed zich gauw aan. Na het aankleden borstelt ze haar haren en maakt zich op.
Ze heeft totaal geen zin in school maar zal toch moeten. Om half 8 vertrekt ze, zonder iets te hebben gegeten. Ze heeft totaal geen honger. Alleen al bij de gedachten van eten wordt ze misselijk.
Om kwart voor 8 staat ze stil bij de brug. Ze wacht op Mona. Mona is altijd te laat. Om 10 voor 8 komt ze aan fietsen. Ze heeft een rood hoofd en ziet er moe uit. ´Sorry verslapen´ zegt ze verontschuldigend. ´Haha maakt niet uit, kom we gaan fietsen´. Sanne moet altijd wel om haar vriendin lachen. Het is al sinds groep 3 haar beste vriendin. Samen bespreken ze heel veel.
´Heb je eigenlijk nog wat van David gehoord?’ Sanne verstijfd.
’Hoe weet jij van David?’ vraagt ze verbaas.
’Oh, ik kwam hem zondag tegen in het café. Hij vroeg of ik misschien jou e-mail adres had. Ik heb het hem gegeven.’ Zegt ze nuchter. Sanne staat in een keer stil. ‘Je hebt WAT gedaan?!?’ schreeuwt ze naar Mona. ‘Hoe kan je! Je weet hoe verliefd die 2 jaar geleden op me was! Hij is een griezel!’ Sanne is rood van woede. ‘Sorry hoor, ik wist toch ook niet dat je zo’n hekel aan hem had?’ roept Mona verbaasd. ‘IK HEB HET JE ZO VAAK VERTELD!’ schreeuwt Sanne nu nog harder. ‘Mens, stel je niet zo aan het is maar een jongen. Sorry dat ik het heb gegeven.’ Zegt Mona verontwaardigd.
Sanne is woedend. Hoe kan ze! Woedend fiets Sanne alleen verder. Ze laat Mona alleen staan. Het kan haar helemaal niks meer schelen. Op school is ze niet te genieten. Tegen niemand. Mona negeert ze. Ze gaat overal aan de andere kant van de klas zitten. Als Sanne in de pauze naar buiten toe wil gaan komt Thijs naar haar toe lopen. Ze heeft niet echt veel zin in hem maar blijft toch maar staan. ‘Hoi schat, wat is er aan de hand?’ vraagt hij bezorgd. ‘Oh niks hoor, gewoon moe.’ Liegt ze.
Thijs geeft d’r nog een kus en loopt daarna naar ze vrienden toe om te gaan roken. Sanne is nu 3 maanden gestopt met roken maar verlangd nu zo naar een sigaret dat ze besluit er eentje bij Thijs te vragen. Van Thijs krijgt ze niet omdat hij niet wilt dat ze weer begint met roken. Sanne loopt boos weg. Gelukkig kent ze nog meer mensen op school en die maken er geen probleem van dat ze een sigaret wil. De eerste hijs valt zwaar. Ze moet flink hoesten maar daarna gaat het weer net zoals vroeger.
Als de bel gaat, gaat ze weer naar binnen toe. Nog 1 uurtje les en dan is ze uit.
Ze heeft wiskunde. Sanne vindt dat een leuk vak en let goed op. Om 10 over 1 gaat de bel. Ze is uit.
Als ze naar buiten toe loopt ziet ze tot haar grote schrik een heel erg bekend persoon staan.
David.
Hoofdstuk 4:
Sanne laat zich niet kennen en loopt dapper of David af.
’Wat moet je van me?! Laat me met rust!’ zegt ze zodra ze voor hem staat. David moet lachen. ‘Wie zegt dat ik voor jou kom? Hahah, ik kom voor dat leuke vriendinnetje van je.. Hoe heet ze ook alweer?’ Sanne verstijfd van zijn opmerking. ‘Mona’ verluistert ze. ‘Ja, inderdaad zo heet ze! Leuk meisje. Ze kan alleen niet zo goed d’r mond dicht houden. Weet al veel over jou en Thijs.’ Zegt hij gemeen.
‘Dat is hem toch?’ en hij wijst naar een jongen, Thijs. ‘Nee’ liegt ze.
’Lieg niet tegen me San, je weet wat er dan kan gebeuren. Ik weet dat hij Thijs is. Waarom zou je anders met hem zoenen.’ Zegt hij dreigend. ‘Geniet er nog maar van, want het kan een van de laatste keren zijn.’ Terwijl hij het zegt strijkt hij met zijn wijsvinger langs zijn keel.
Sanne kan zich niet meer inhouden en springt boven op hem.
’Jij vuile gore eikel! Laat me vriendje met rust!’ voordat ze het door heeft geeft ze hem een mep in zijn gezicht. Achter zich hoort ze iemand gillen, Mona. Sanne staat op en rent weg. Na 10 minuten is ze buiten adem en stopt met rennen. Ze kijkt om zich heen maar heeft geen flauw idee waar ze is. Voorzichtig loopt ze verder. Van alles wat ze hoort schrikt ze. Alles kan David zijn.
Na een half uur lopen herkent ze waar ze is. Ze wil nog niet naar huis en loopt richting Thijs ze huis. Als ze bij Thijs zijn huis is bedenkt ze dat haar fiets nog op school staat. Ze bedenkt morgen wel wat.
Als ze bij Thijs aan belt hoort ze Boemer al blaffen. Boemer is een beagle en ze gek als een deur. De moeder van Thijs doet open.
’Heey Sanne! Thijs is boven. Je weet waar het is!’ zegt ze vrolijk. Sanne knikt beleefd en loopt door naar Thijs zijn kamer.
Ze klopt op de deur, die beplakt is met rare teksten en maffe poster’s. ‘Binnen’ wordt er achter de deur geroepen. Sanne loopt naar binnen toe en ploft naast hem op het bed neer. ‘He wat een verassing’ zegt Thijs verbaasd. ‘Ja, ik was in de buurt.’ Sanne hoopt dat hij niet door vraagt, gelukkig doet hij dat ook niet. Sanne probeert de film te volgen die Thijs aan het kijken is maar het lukt haar niet. Ze heeft geen zin in film kijken en besluit Thijs te pesten. Ze draait zich met een ruk om en zit nu boven op hem. Thijs weet van verbazing niet wat hij moet doen en laat het allemaal maar toe. Sanne zoent hem in zijn nek. Thijs wil zich net ontspannen, maar daar denkt Sanne heel anders over. Ze begint hem te kietelen en samen belande ze op de grond. Ze stoeien nog wat en dan gaat Sanne naar huis toe.
Op weg naar huis heeft ze het gevoel dat ze wordt achtervolgd. Maar elke keer als ze achter om kijkt ziet ze niks.
Sanne vertrouwt het niet en loopt een steegje in. Tot haar grote verbazing ziet ze Mona voorbij lopen.
Ze rent naar haar toe. ‘Waarom achter volg je me?!’ vraagt ze boos.
Het blijft stil aan Mona’s kant ‘Nou?!’ vraagt Sanne. ‘Ik..Ik wilde weten waarom je David hebt geslagen..’ stottert Mona. ‘Waarom?! Omdat hij me bedreigt, me stalkt en omdat hij Thijs wil vermoorden!’ roept ze woedend.
’Ik geloof je niet! Zo is hij niet! JE BENT GEWOON JALOERS! NOU SANNE, JE HEBT PECH! HIJ IS VAN MIJ.’ Schreeuwt Mona terug.
’Rot toch op! Rot kind! Ga naar David toe. Zeg er wel gelijk even bij dat hij moet kappen!’ Sanne rent boos weg.
Ze wil geen ruzie met Mona maar toch gebeurt het. Hoe kan ze zo dom zijn om met David verkering te nemen vraagt ze zichzelf af.
Sanne besluit om naar huis toe te gaan.
Als ze over straat loopt hoort ze sirene’s. Normaal interesseert haar dat niks. Maar nu is ze toch wel bang. Misschien is er wel wat met Thijs gebeurd. Ze besluit hem op zijn mobiel te bellen.
’Met Thijs’ wordt er op genomen.
’Heey, met Sanne. Ik wou even zeggen dat ik thuis ben’ liegt ze.
’Oke ik spreek je morgen, goed?’
’O oke doeg’ en Sanne verbreekt de verbinding.
Wat deed hij nou ineens raar. Sanne snapt er niks van.
Als ze thuis komt is alles donker binnen. Sanne besluit om nog maar even TV te kijken. Op NL 3 is het nieuws bezig. Het gaat over een neer gestoken meisje. ‘ Het meisje is 15 jaar.’ Wordt er door een politie agent gezegd. ‘We hebben haar gevonden in de straat Paarelmoer.’ Sanne verstijfd. In die straat kreeg ze ruzie met Mona.
Gauw maakt ze haar ouders wakker. Samen wachten ze op verder nieuws van de politie. Na een half uur is er weer nieuws. Dit maal op RTL 5. ‘Vanavond is er een meisje van 15 jaar gevonden die neergestoken is. Het gaat hier om 4 steekwonden. 2 in haar buik en 2 in haar arm. Het meisje is met spoet naar het ziekenhuis gegaan. We hebben nog geen identiteit van het meisje. Daarom hier een foto van haar.’ Zecht de verslag geefster.
Sanne en haar ouders schrikken zich rot als ze de foto zien. Het is Mona.
Sanne zit versteend op de bank terwijl haar ouders de politie inlichten.
Mona. Waarom Mona. Ze heeft nergens meer besef bij. ‘Sanne, we hebben de politie gebeld. Ze zijn ons heel erg dankbaar.’ Hoort Sanne vaag op de achtergrond. ‘Sanne, misschien moet jij gaan slapen’ zeggen haar ouders bezorgd. Sanne hoort niks. Waarom Mona.
Sanne is verdoofd. Ze kan niks meer. Alleen maar voor zich uit staren. De beelde van het gewonde meisje op die foto, Mona.
Sanne staat op en loopt versuft naar haar jas. Ze moet Thijs bellen. Ze pakt haar telefoon maar snapt ineens niks meer van dat rare ding.
Ze vraagt haar moeder om hulp. Haar moeder zoekt het nummer van Thijs op en geeft de telefoon daarna aan Sanne. Als ze Thijs zijn stem hoort schrikt ze wakker. Ze verteld het verhaal snikkend aan Thijs. Aan de andere kant van de lijn blijft het stil. Tot ze ineens gesnik hoort aan de andere kant van de lijn. Sanne weet niet goed hoe ze moet reageren. ‘Zal ik anders naar je toe komen?’ vraagt Thijs. Sanne vindt het goed en binnen 5 minuten staat Thijs voor de deur. Sanne kan hem niet meer los laten en samen huilen ze. Sanne d’r moeder heeft binnen al wat te drinken voor ze neer gezet. Sanne drinkt het gulzig op.
Na een half uur komt er weer nieuws. ‘Sinds een half uur weten we wie het slachtoffer is. Mona van Dijkzicht. Mona licht momenteel in kritieke toestand in het ziekenhuis. De artsen kunnen nog niks zeggen over of ze het haalt of niet. Van de dader is nog geen enkel spoor.’
’David’ verluistert Sanne. ‘Wat zeg je?’ vraagt haar moeder. ‘David’ zegt Sanne nu iets harder. ‘Lieverd je moet echt wat harder praten, anders verstaan we je niet.’ ‘DAVID’ schreeuwt Sanne nu. ‘Wie is David?’ vraagt Thijs. Haar ouders weten wel wie David is. ‘Wat is er met hem?’ vraagt haar vader. ‘Wie is het?’ vraagt Thijs er tussen door. ‘Lieverd wat is er met hem?’ hoort ze haar moeder. Sanne barst in huilen uit. Ze weet het allemaal niet meer! Gillend en huilend rent ze naar boven. Boven slaat ze met haar vuisten tegen de deur en in haar kussens. Thijs komt naar boven toe gerend. ‘Sanne rustig maar, we vragen niks meer. Het komt goed’ Sanne geloofd niks meer. Niemand meer.
Ze gaat overeind zitten, de tranen stromen over d’r wangen heen.
’Thijs ik heb zo’n spijt! Dadelijk is ze dood! En ik heb nog ruzie met d’r! Het is allemaal mijn schuld! Ik heb zo’n spijt Thijs!’ huilt Sanne. ‘Lieverd hou asjeblieft op. Ik smeek het je, dit doet pijn.’ Thijs moet zelf ook huilen.
De volgende ochtend wou Sanne toch naar school toe. Ze vindt het raar, normaal zou ze nu met Mona hebben afgesproken. Nu stond Thijs op haar te wachten. Het is voor hem een kwartier om fietsen, maar hij wou Sanne niet alleen laten fietsen. Zwijgend fietste ze naar school. Soms liep er een traan over Sanne´s wang. Vannacht had ze geen oog dicht gedaan. Thijs was s´avonds door zijn ouders op gehaald. Hij had tot 3 uur bij Sanne gezeten.
Als Thijs en Sanne voor het stoplicht staan komt er een ambulance met gillende sirene´s voor bij scheuren. Sanne krijgt er een naar gevoel van in d´r buik.
Samen fietsen ze door naar school. Als ze op school aan komen, komen er verschillende klasgenoten op haar af. ´Wat is er gebeurt?’ ‘Wie heeft het gedaan’ ‘Jij moet het weten!’ ‘Jij bent d’r beste vriendin.’ Sanne trekt het niet meer en rent huilend de school binnen. Thijs valt uit tegen Bianca. ‘Dom mens! Je ziet toch dat ze dat niet aan kan!’ gauw rent Thijs haar achterna de school in.
Op de parkeerplaats staat een zwarte auto.
Hoofdstuk 6:
In het ziekenhuis is het stil en vredig. Sanne zit samen met Thijs in de ouders van Sanne en Thijs in de witte wachtkamer.
De dokter zou naar buiten toe komen als ze mochten komen kijken. De minuten kruipen voorbij. Eindelijk, na een uur wachten komt er een dokter naar hun toe gelopen. ‘Sorry voor het lange wachten. Het was een zware operatie. We weten nog niet of dat ze het red.’ Sanne verstijfd. Er is dus nog kans dat ze dood gaat. ‘Hoeveel kans is er op overleven?’ vraagt haar moeder. ‘We gokken op 50% maar het kan ineens helemaal fout gaan. Als ze het overleefd zal ze waarschijnlijk voor altijd verlamd zijn.’ Verteld de dokter ons.
Sanne kan er niet meer tegen en rent met tranen in d’r ogen het ziekenhuis uit. Ze blijft maar rennen. Ineens staat ze in de steeg van David. Wat moet ze hier nou, denkt ze bij zichzelf.
’Hoi Sanne’ hoort ze vlakt achter zich. Ze slaakt van schrik een gil en draait zich met een ruk om. Ze kijkt recht in de ogen van Daan, de oudere broer van David. ‘Leuk om je hier weer eens te zien. Het was niet de bedoeling om je zo te laten schrikken. Waarom zie ik je eigenlijk zo weinig? Je hebt toch met David?’ vraagt Daan nieuwsgierig. ‘Dat nooit van me hele leven!’ schreeuwt ze met tranen over d’r wangen. ‘He meis, sorry ik wist niet dat ik je aan het huilen maakte.’ Zegt Daan verlegen.
’Het maakt niet uit.’ Sanne doet haar best om te lachen maar er komt alleen een klein, raar, soort van lachje te voorschijn. Daan steekt een sigaret op en door alle stres kan Sanne het niet laten om er ook om eentje te vragen. ‘Natuurlijk meis!’ zegt Daan vrolijk. Samen gaan ze op het bankje zitten en kletsen wat bij. Sanne probeert ook wat informatie op te pikken over David. Jammer genoeg was Daan niet thuis op de avond van de steekpartij. Hij weet dus ook niet of zijn broer thuis was.
Om 7 uur gaat Sanne weer naar huis toe. Haar ouders zijn ook al thuis en vragen bezorgd waar ze is geweest. ‘O, gewoon even gelopen’ liegt Sanne. Sanne besluit om op msn te gaan. Dat heeft ze al even niet meer gedaan. Ze heeft 4 mails van Thijs, 7 van David en 1 van Mona. Verder nog een mail van ene Joyce. Ze leest eerst de mail van Thijs. Niet zo heel veel bijzonders. De mails van David gaan alleen maar over hoe graag hij haar terug wil en allerlei dreigementen. Ze leest er maar 2. Daarna heeft ze er wel genoeg van. Ze opent de mail van Mona. D’r ogen schieten over de regels.
Lieve Sanne.
Sorry van de ruzie. Ik wist niet dat ik het adres niet mocht geven aan David. Ik vindt het jammer dat we nu ruzie met elkaar hebben.
Ik houd van je Sanne.
Heel veel liefs Mona
Sanne schrikt als ze de mail leest. Als ze dit nou eerder had gelezen had ze niet zo’n onwijze ruzie met Mona gehad die avond. Misschien was er dan wel helemaal niks gebeurd. Beneden hoort ze Dancer, haar Duitse Dog blaffen. Er zal wel post zijn. Sanne loopt naar beneden toe. Ze kijkt zo wel naar die mail van die Joyce.
Sanne had gelijk. Er was post. Een bankafschrift van haar moeder en de krant. Op de voorpagina staat met grote letters:
MEISJE VAN 15 NEERGESTOKEN.
Daaronder staat de foto van Mona en wat er gebeurt is. Sanne wil het niet lezen. Ze kan het gewoon niet.
Ze gaat weer naar boven en leest de mail van Joyce. Tot haar verbazing gaat het over David. Zei kent David ook. Vroeger heeft ze wat met hem gehad. Ze wil Sanne waarschuwen voor zijn karakter. Sanne mailt terug dat ze al weet hoe hij is maar toch een bedankje voor het waarschuwen.
Ze gaat weer terug naar beneden en laat Dancer nog even uit. Om 10 uur gaat ze haar bedje in en droomt onrustig over Mona en David.
Om 4 uur schrikt Sanne wakker.
Ze had een nachtmerrie, ze droomde dat Mona nog leefde maar Sanne voor altijd haten. Versuft ging Sanne naar beneden toe. Ze kon toch niet meer slapen na die droom. Beneden zette ze de televisie aan en ging lang uit op de bank liggen. Er was weinig op tv te zien en ze besloot er een boek bij te pakken. Ondertussen stond de tv op TMF.
Ze verdiepte zich in haar boek en schrok toen haar moeder om 6 uur naar benden toe kwam. ´Lieverd wat ben je vroeg wakker. Kon je niet slapen?’ vraagt haar moeder bezorgd. ‘Ja wel mam, maar ik blijf maar aan Mona denken. Ik wil gewoon dat ze terug komt!’ en zonder dat ze het echt door had stroomde de tranen over haar wangen. Sanne dacht dat ze geen tranen meer over had. Blijkbaar dus wel.
Ze liep rustig naar boven toe. ‘Sanne, jij blijft vandaag thuis. Ik neem vrij van me werk en samen maken we er een fijne dag van.’ Zei haar moeder. Sanne vond alles best. Ze wouw alleen nog maar slapen. Ze besloot haar bedje weer in te gaan en valt al snel in een diepe slaap.
Om 12 uur s’middags wordt ze gewekt door een vervelende vogel. Sanne rekt zich eens lekker uit en gaat naar beneden toe. Haar moeder zit beneden op de bank een boek te lezen. ‘Hoi mam’ zegt ze suf. ‘Hoi Sanne, lekker geslapen?’ vraagt moeder. ‘Ja jij ook?’ ‘Ja hoor’ antwoord moeder.
Sanne smeert een boterham en gaat naast haar moeder op de bank zitten. Ze bakt ook haar boek er bij en leest verder. Na een half uur heeft ze wel genoeg gelezen en besluit om zich aan te kleden. Om half 2 is ze klaar met alles en gaat ze gezellig met haar moeder de stad in.
Ze krijgt een nieuwe broek en 2 nieuwe veste. Ook koopt ze een mooi fotolijstje voor Mona.
Na dat ze zijn wezen winkelen gaan ze samen nog even naar Mona toe. Mona is nog steeds niet buiten levensgevaar. Er mogen wel al mensen naar haar toe. In het ziekenhuis zijn de ouders van Mona er ook. Mona is nog niet bij bewustzijn. Sanne zet het fotolijstje op het nachtkastje neer. De moeder van Sanne gaat samen met de ouders van Mona wat te drinken halen.
Eigenlijk licht Mona er zo wel heel erg vredig bij.
Sanne schrikt als het apparaat wat normaal geleidelijke piepjes geeft ineens een, lange piep geeft. De lange piep houdt maar niet op.
Voordat Sanne het door heeft komen er dokters in versnelde pas binnen lopen. Sanne wordt naar buiten gezet door en zuster. Verward kijkt ze op zich heen. Ze moet naar Mona toe, schiet er door haar gedachte. Mona!
Sanne rent de kamer weer in maar wordt er gelijk weer uitgezegd. Treurig gaat ze in de wachtkamer zitten. Na een half uur komt er een zuster naar buiten toe. ´Mevrouw, wat is er aan de hand? Komt het allemaal nog goed?’ vraagt Sanne bezorgd. ‘We hebben geen idee. Mona heeft zonet een hartstilstand gehad. Ze heeft het overleefd maar we weten niet of dit nog lang goed gaat.’ Verteld de zuster haar. ‘Sorry, ik moet nu weg. Dag’ verontschuldigd de zuster zich.
Verdrietig loopt Sanne weg. Bij de deur komt ze de ouders van Sanne tegen. Ze zegt ze gedag en loopt door.
Zonder dat ze het beseft loopt ze naar het huis van David toe en belt aan. Gelukkig doet David zelf open. Voor dat ze het door heeft hang ze om zijn hals heen en gooit hem op de grond. David is zo verast dat hij zich niet verweerd. ‘Jij vuile klotehomol! Hoe durf je GVD! Waarom Mona?! Waarom niet gewoon MIJ?!’ roept ze woedend. ‘Waar heb je het over meisje, ik heb Mona al onwijs lang niet meer gezien.’ Zegt David sluw. ‘Nee gek he?! Als ze met 4e messen steken in d’r lichaam in het ziekenhuis licht. Gore klootzak!’ Sanne slaat en kan maar niet op houden met slaan. David probeert zich te verweren maar het lukt hem niet. Wanhopig begint hij op haar rug te slaan. Op dat moment komt Daan naar buiten. Hij rent naar Sanne toe en trekt haar van David af. David kijkt zijn broer dankbaar aan, daar in tegen kijkt Daan woedend. ‘Ik haat je David! Waarom moet je altijd die aardige meisjes hebben!’ Roept Daan woedend. ‘Wat doe ik nou weer zei begon!’ David is verward en snapt er nu niks meer van. ‘Ja niet zo raar he! Moet je maar met je poten van Mona afblijven! Klootzak!’ roept Sanne kwader dan ooit. ‘Ik heb die slettebak met geen vinger aan geraakt!’ roept David nu wat zekerder. ‘Hoe durf je haar een slettebak te noemen!’ schreeuwt Daan er tussen door. ‘Daan bemoei je er niet mee! Dit is tussen Sanne en mij. Ga naar binnen.’ Zegt David kalm. Daan is niet van plan naar binnen te gaan en loopt weg. Sanne rent er achter aan en roept nog achterom; ‘Ik krijg je nog wel klootzak!’
’Daan! Wacht! Daan wacht nou!’ roept Sanne hijgend. Ze rent als een gek achter Daan aan maar hij reageert niet. Sanne kan niet meer en gaat over op lopen. Helemaal buiten adem probeert ze hem nog een paar keer te roepen. Zonder succes.
Als ze even later terug naar huis toe loopt, is ze zo in haar gedachte verzonken dat ze tegen een meisje aan bots. ‘Pardon’ verontschuldigd Sanne zich. ‘Sanne?’ vraagt het meisje verbaasd. ‘Ja, dat ben ik, wie ben jij dan?’ vraagt Sanne nieuwsgierig. ‘Oh, sorry ik ben Joyce. Je weet wel, van die mail.’ En Joyce geeft Sanne een hand. ‘Ja ik weet wie je bent. Jij bent toch ook een ex van David?’ vraagt Sanne. ‘Ja, jammer genoeg wel. Daarom waarschuwde ik je ook. Gelukkig wist je zelf al hoe hij was.’
Joyce en Sanne lopen samen verder. Ondertussen kletsen ze wat. Sanne weet het niet, op een of andere manier voelt Joyce heel erg vertrouwd. Voor het eerst sinds het ongeluk verteld Sanne alles over Mona. Ze is blij dat ze het tegen iemand kan zeggen. Joyce luistert aandachtig en onderbreekt haar niet.
’Heb je misschien zin om nog even mee te gaan naar me paardje?’ vraagt Joyce als Sanne klaar is met praten. Sanne heeft het eigenlijk niet zo op paarden. Ze vindt ze maar eng. Toch besluit ze om mee te gaan. Ze vindt het gewoon erg gezellig met Joyce en ze is blij dat er iemand is met wie ze erover kan praten.
Sanne en Mona hebben niet door dat ze worden achtervolgd.
Sanne is op weg naar het ziekenhuis. Mona is al weer aan spreekbaar en is buiten levens gevaar. Jammer genoeg weet ze niks meer van het ongeluk. Dus ook niet wie de dader is.
Als Sanne in het ziekenhuis is, komt ze Daan tegen. Ze is verbaasd maar toch ook wel blij. ´Hey!´ begroeten ze elkaar. Sanne is benieuwd wat Daan hier doet. Ze durft het hem niet te vragen. Gelukkig begint hij er zelf over. ´Er stond een stukje in de krant over Mona. Ik vond het zo sneu voor d´r dat ik besloot om langs te gaan. David wouw niet mee. Hij had geen zin om haar te zien ofzo. Iets heel vaags.´ verteld Daan. Het interesseerde Sanne maar weinig. Nog 10 minuten dan mocht ze naar Mona toe. Ze had een mooie bos bloemen voor haar gekocht.
De 10 minuten kropen voor bij maar uiteindelijk mochten ze er dan toch in. Mona was blij en verbaasd. Blij om Sanne te zien, verbaasd om Daan te zien. ´Waarom is David niet mee?’ was het eerste wat Mona vroeg. ‘Hij had geen zin in je.’ Antwoorden Daan. Het koste Mona moeite om niet te huilen. Sanne zag het en gaf Mona een dikke knuffel. Daar knapte ze van op. Daan stond maar stil in een hoekje en wist niet goed wat hij moest doen. Als ze een half uur bij Mona zijn komt een zuster hun vertellen dat ze weg moeten. Het bezoekuur is voorbij.
Sanne en Daan fietsen samen naar huis toe. Als Sanne thuis is gaat ze naar boven toe en zet de computer aan. Er zijn een paar mensen online maar Sanne heeft geen zin om tegen ze te praten. Er verschijnt een schermpje met de mededeling: U heeft 10 nieuwe e-mail berichten.
Sanne klikt er op en komt automatisch in haar postvak. 5 Mails zijn onzin mails. 1 is van Thijs. Hij schrijft dat hij haar mist. Ze besluit hem straks te bellen om af te spreken. Er is nog een mail van Joyce, 1 doorstuur mail van haar moeder en 1 mail van een site. De 5e mail is van een persoon met de naam: je weet wel wie ik ben. Sanne opent de mail:
Sanne, ik krijg je nog wel.
Aan Mona zal je nu niet veel meer hebben. Overleeft ze dit, zal ze gauw genoeg weer een ‘ongeluk’ krijgen.
Dat vriendje van je zal het ook niet lang meer doen. Als ik jou was zou ik goed opletten.
Dikke zoen, je weet wel wie.
’David’ Denkt Sanne hard op. Sanne begint nu toch wel bang te worden. Dadelijk raakt ze en haar beste vriendin en haar vriendje kwijt aan een gast die smoorverliefd op haar is.
Sanne sluit de computer af en gaat naar beneden toe om Thijs te bellen. Gelukkig is hij gewoon thuis. Ze spreken voor vanavond af en Sanne verbreekt de verbinding. Ze weet niet goed wat ze moet doen.
Om 7 uur staat Thijs op de stoep. Sanne laat hem binnen en zoals gewoonlijk gaan ze naar boven toe. Na 5 minuten komt Sanne d’r moeder cola en chips brengen. Thijs en Sanne besluiten om film te gaan kijken. Madagascar.
Samen moeten ze veel om de film lachen.
Soms missen ze een stukje van de film, ze merken toch wel dat ze heel erg verliefd op elkaar zijn.
Als de film afgelopen is besluiten ze om nog even naar buiten te gaan. Thijs wil sowieso roken. Dit keer krijgt Sanne hem toch zo ver dat hij haar een sigaret geeft. Samen gaan ze op het bankje in de voortuin zitten. Ze praten niet erg veel.
’Zullen we naar het park toe gaan?’ vraagt Thijs aan Sanne.
’Oke’ antwoord Sanne. Hand in hand lopen ze naar het park toe. Daar gaan ze in het drogen gras zitten en kijken samen naar de sterren.
Veel zeggen ze niet tegen elkaar. Af en toe geven ze elkaar een kus. Na een half uur besluiten ze om weer terug te gaan naar Sanne’s huis. Thijs gaat gelijk naar huis toe.
Hij heeft alleen niet door dat hij wordt achtervolgd door een zwarte auto.
Hallo Sanne.
Ik weet wat jij uit spookt met Thijs. En ik denk niet dat je moeder dat zo leuk zal vinden. En dat je weer rookt? Misschien moet je toch maar eens leren dat je naar mij moet luisteren. Zo niet, zal ik je moeder moeten bellen. 0184-568203 is je nummer toch?
Dikke zoen, je weet wel wie.
De persoon achter de computer klikt op verzenden. Eigenlijk hoeft hij niet eens te vragen of dat het goede nummer is, hij weet het zeker. Heeft hij van Mona gehad. ‘Ik krijg d’r nog wel.’ Mompelt hij in zichzelf.
S’ochtends fietst Sanne vrolijk naast Thijs. Ze is bij Mona geweest. Het gaat helemaal goed met haar komen! Ze zal weer helemaal genezen en nergens meer last van hebben! Zo vrolijk als Sanne nu is, is ze al in tijden niet geweest. Thijs wordt er zelfs een beetje gek van. Ze vertelde dat ze weer samen met Daan is gegaan. Ze had al aardig snel door dat Thijs jaloers was. ‘Maar ik hou het allermeest van jou hoor!’ zegt Sanne tegen hem om hem moed in te spreken. Thijs moet lachen. ‘ik ook van jou hoor!’ antwoord hij terug.
Op school verteld Sanne het verhaal aan haar mentor. Die beloofd het er morgen met mentorles over te hebben.
Sanne zit zoals gewoonlijk naast Thijs. Achter Sanne zitten de twee pestkoppen van de klas, Monique en Tara, die haar en Mona altijd moeten hebben. Echt geshockt waren ze niet. Sanne krijgt alweer de eerste opmerking naar haar hoofd. ‘Zo, jij blij als Mona terug is. Ben je tenminste niet meer de lelijkste in de klas.’ Sanne besluit om het maar te negeren. Sinds dat ze met Thijs heeft doen die twee meiden zo. Sanne weet ook wel hoe dat komt. Monique is al sinds de 2e stapel verliefd op Thijs. Thijs moet alleen niks van haar hebben omdat ze zo veel kapsones heeft. Inmiddels heeft Monique met een gast uit de 4e en is helemaal trots. Maar ondertussen nog steeds onwijs verliefd.
Achter zich hoort Sanne de twee gniffelen. Ze zullen wel weer iets hebben verzonnen.
Sanne is blij als de bel gaat. Kan ze tenminste eindelijk weer roken. Nog een uurtje en dan is ze uit. Om 3 uur heeft ze met Joyce afgesproken. Zo heeft ze nog even de tijd om de hond uit te laten en d’r huiswerk te maken en misschien nog even op de computer te gaan.
Om 10 over 1 gaat de laatste bel en kan Sanne naar huis toe. ‘Deze les was nog zaaier dan alle andere lessen van Lolbroek.’ Moppert Thijs. Meneer Lolbroek heet eigenlijk Snepper, maar hij denkt dat hij leuke grapjes maakt waardoor hij de naam Lolbroek heeft gekregen. Sanne is het volkomen met Thijs eens. Hij heeft het hele uur over ze zoon zitten praten die nu ergens in the middel of no ware zit.
Als Sanne thuis is gaat ze als eerst de hond uitlaten. Niet wetend dat ze wordt achtervolgd door een zwarte auto loopt ze verder. Na dat ze een half uur met Dancer heeft gelopen gaat ze weer terug naar huis.
Gelukkig heeft ze niet zo veel huiswerk en nadat ze daar mee klaar is gaat ze naar boven toe en kruipt achter haar computer. Ze zet een muziekje op en meld zich dan aan op msn. Ze bekijkt haar mail. Op 1 na, is het allemaal rotzooi. Ze opent de mail van de onbekende persoon. Weer zo’n raar mailtje:
Hallo Sanne.
Ik weet wat jij uit spookt met Thijs. En ik denk niet dat je moeder dat zo leuk zal vinden. En dat je weer rookt? Misschien moet je toch maar eens leren dat je naar mij moet luisteren. Zo niet, zal ik je moeder moeten bellen. 0184-568203 is je nummer toch?
Dikke zoen, je weet wel wie.
Sanne mailt boos terug:
Eikel, laat me nou eens met rust! Nee, dat is mijn nummer niet! En trouwens, ik rook al lang niet meer.!
Veel HAAT Sanne.
Binnen 5 minuten verschijnt er een berichtje dat er een mail is. Weer van die onbekende persoon:
Nee Sanne. Ik laat je niet met rust. Waarom zou ik? Nu kan ik je elke dag nog zien. En zo over je fantaseren. Ik verlang naar je.
Trouwens, als je niet meer rookt, waarom stak je dan vanmiddag nog een sigaret op. Ik weet dat het je nummer is. Stond heel toevallig in de telefoon van Mona. Ach ja, arm meisje. Hoe is het eigenlijk met haar? Is ze al dood? Laten we het hopen.
En ik weet dat je me niet haat.
Liefs mij.
Sanne heeft geen zin meer om terug te mailen en met tranen in haar ogen gaat ze van msn af. Waarom moet haar dit toch altijd overkomen. Eerst Mona, nu weer die David. Zonder dat ze erg echt besef bij heeft stromen de tranen over haar wangen. Alle emoties van de afgelopen weken komen omhoog. Ze zet de televisie aan een zingt zo hard als ze kan mee met Marco Borsato. Ze hoort niet eens dat haar moeder binnen komt. Zo hard staat de televisie. Sanne’s moeder schreeuwt vrolijk mee een samen zingen ze op hun hardst mee. ‘JE RAAKT ME KWIJJJJJJJJJJJJJJJJJJJJJJT! TIS DE WAARHEID!’ schreeuwen ze boven de tv uit. Als het liedje is afgelopen gaat de bel. Thijs staat voor de deur. Sanne’s moeder heeft de stemming goed te pakken en zet de cd van marco borsato op. Met ze 3e zingen ze nu gezellig mee. Sanne voelt zich weer vrolijk worden.
Sanne is druk in de weer. Vandaag komt Mona thuis!
Samen met de moeder van Mona en Sanne d´r moeder zijn ze het hele huis aan het versieren. Het is 3 uur. Mona kom om half 4 thuis en er is nog zo veel te doen! De taart moet nog worden opgehaald, het spandoek is nog niet klaar. Sanne racet op haar fiets naar de bakker. Ze hadden al een taart besteld en die kon om 3 uur worden opgehaald. Sanne rekent af en gaat daarna als een speer naar huis toe. Ze moet zich nog omkleden. Als ze dat gedaan heeft gaat ze weer naar het huis van Mona. Nog 5 minuten en dan komt Mona thuis. Als Sanne de straat in rijdt ziet ze dat de spandoek er al hangt. Met grote letter staat er op: Welkom thuis lieve Mona! Boven in staat een zonnetje getekend en een vlinder. Mona is helemaal gek van vlinders.
Dann heeft aangeboden om Mona op te halen. Dat kwam onwijs goed uit omdat ze dan nog meer tijd zouden hebben.
’Heey Mona!’ begroet Daan haar. ‘Hoi Daan! Alles goed?’ vraagt Mona. Daan knikt en Mona stapt in. Met moeite, aangezien ze nog op krukken moet lopen, een maand lang. Daan stapt uit om haar te helpen. Na een paar minuten rijden ze weg bij het ziekenhuis. ‘Mona, ik moet je wat vertellen.’ Zegt Daan serieus. ‘Wat dan?’ vraagt Mona nieuwsgierig.
’David wil je niet meer, hij maakt het uit. Hij durft het niet tegen jou te zeggen. Hij vroeg of ik het wou doen. Eigenlijk wou ik niet, maar anders zit jij maar in spanning. Hij wil geen contact meer met je. Helemaal niks meer’ verteld Daan. Mona weet niet wat ze moet zeggen. Ze dacht dat hij zo veel van haar hield. Hoe kan hij! ‘Nou, boeiend. Ik wouw het toch zelf al uit maken.’ Zegt ze om zich sterk te houden. Ze wou het helemaal niet uit maken! Ze houd heel veel van hem.
Na 10 minuten rijen ze de straat in. Haar moeder, Sanne, haar vader en nog wat mensen uit de straat zwaaien haar vrolijk tegemoet en wijzen naar boven toe. Mona kijkt naar boven en ziet het spandoek hangen. Ze moet lachen. Echt weer wat voor Sanne. Een spandoek ophangen. Sanne en haar moeder helpen Mona uit de auto. Daan weet niet goed wat die moet doen en helpt ook maar mee. Het eerst was Mona doet is Sanne een dikke knuffel geven. ‘Ik heb je gemist Sanne.’ Zegt Mona zacht. ‘Ik jou ook! Het is onwijs stil zonder jou in de klas!’ verteld Sanne. ‘Monique is trouwens geschorst he..!’ Sanne klets door over school terwijl ze samen naar binnen toe lopen. De moeder van Sanne nodigt Daan ook uit om mee naar binnen te gaan. Daan verteld dat hij weer naar zijn werk toe moet en rijdt weg.
Binnen is er feest. Mona haar lievelings muziek staat aan. Inmiddels is Thijs ook gearriveerd. Mona vliegt hem om zijn nek en geeft hem drie zoenen. ‘Wat heb ik jou gemist makker!’ zegt ze vrolijk. Thijs en Sanne moeten lachen. Zo doet Mona altijd bij Thijs.
Pas laat in de avond gaan Sanne en haar moeder naar huis toe. Zodra ze thuis zijn ploft Sanne met een diepe zucht op de bank neer. Ze is bek af.
Na 10 minuten gaat ze naar boven toe en kruipt in haar warme bedje.
Onder haar raam staat een zwarte auto.
‘Zo dames, wat is er allemaal aan de hand?’ vraagt hun mentor. ‘Dankzij Sanne is Monique nu geschorst!’ begint Tara als eerst. ‘ik moet je teleurstellen Tara, maar Monique is niet van school gestuurd door Sanne.’ Verteld hun mentor. Sanne is zo verstandig om haar mond dicht te houden. ‘Maar meester, waarom dan wel?’ vraagt Tara. ‘Omdat ze dingen over Mona zei die niet terecht waren. Sanne is niet naar mij toe gekomen. Ik heb het van Mnr. Santstra gehoord.’ Legt de mentor uit. Tara weet niet meer wat ze moet zeggen en houdt ook haar mond. ‘Sanne wil jij nog wat zeggen?’ vraagt hun mentor. ‘Nee meneer’ antwoord Sanne braaf. ‘Oké, ik wil dat jullie sorry tegen elkaar zeggen en jullie komen alle twee, twee dagen terug.’ Zegt hun mentor. ‘Sorry’ zegt Tara als eerst, het komt er alleen niet uit alsof ze het meent. ‘Sorry’ zegt Sanne op dezelfde toon. Zodra ze buiten staan barst de hel weer los. ‘Ik pak je nog wel kreng na school tijd!’ vloekt Tara. ‘Van mij mag je, ik vrees alleen dat je hardt wordt uitgelachen.’ Zegt Sanne bijdehand. Boos loopt Tara weg. Sanne moet lachen. ‘Domme doos’ fluistert ze.
Mona baalt. Ze mag morgen pas weer naar school toe. Ze verveeld zich dood thuis. Haar moeder is weer aan het werk. Ondertussen heeft ze al zo’n 20 films gekeken.
Met een zucht ploft ze op de bank neer. Ze besluit maar om verder te gaan lezen in Harry Potter. Ze heeft hem bijna uit. Gelukkig staat er nog een deel waar ze in kan beginnen!
Om 4 uur stopt ze met lezen. Sanne kan elk moment komen. Ze had beloofd om uit school naar Mona toe te komen. Om 10 over 4 gaat de bel en Mona doet open. Sanne loopt met een big smile naar binnen toe. ‘Je raadt nooit wie me heeft bedreigd!’ lacht ze. ‘Nou, vertel het eens!’ zegt Mona. ‘Tara!’ lacht Sanne. Mona moet ook lachen. ‘Waarom dan?’ vraagt Mona aan Sanne. ‘Nou, ze denkt dat het mijn schuld is dat Monique is geschorst. We hebben flinke ruzie op het schoolplein gehad. Daarna moesten we bij de mentor komen. Hij vertelde haar alleen dat ik niks heb gezegd maar de leraar Nederlands. En dat klopt ook. Nu wil ze me in elkaar gaan slaan.’ Verteld ze lachend. Mona lacht net zo hard mee. Tara is alles behalve sterkt. Zelfs een slak heeft nog kans om het van haar te winnen! ‘Zullen we even naar boven toe gaan?’ vraagt Mona. ‘Ja is goed’ antwoord Sanne.
Boven kijken ze een film. Sanne had een hele spannende film mee genomen: Man On Fire. Samen hebben ze zitten janken, lachen en trillen! ‘Blijf je anders hier eten?’ vraagt Mona aan Sanne. ‘Ja is goed, me moeder is toch niet thuis. Ze heeft een of andere vergadering.’ Antwoord Sanne.
Mona belt haar moeder op. Haar moeder vindt het goed.
Beneden dekken ze de tafel alvast. Ze gaan pannenkoeken eten. Natuurlijk moeten ze die eerst nog zelf maken. Sanne en Mona proberen het alvast, maar echt ver komen ze niet. De meeste halen het nog niet eens om omhoog te komen. De gene die omhoog komen landen allemaal op de grond. De katten vinden het wel best een genieten heerlijk van de pannenkoeken. Een pannenkoek lukt. Samen eten ze die op. ‘Eigenlijk zijn ze nog best lekker’ lacht Mona. Sanne knikt instemmend en neemt nog een grote hap. Als ze hun pannenkoek op hebben komt Mona’s moeder binnen. Die moet lachen om hun verhaal en besluit ze maar gelijk les te geven in het koken van pannenkoeken.
Mona heeft in tijden niet meer zo veel lol gehad.
Als ze klaar zijn met eten gaan de twee meiden nog even naar boven toe. Mona kijkt of ze mail heeft, twee van David die ze gelijk wist en een van een onbekende.
Hallo Mona.
Jammer dat ik je spreek. Het was eigenlijk mijn bedoeling om je dood te krijgen. Jammer genoeg is dat niet gelukt. Het lukt me nog wel. Geloof me.
Liefs je weet wel wie, waar je heel veel van houdt!
Mona verstijfd. David. Schiet er door haar heen. Ineens herinnerd ze zich alles weer wat er die avond is gebeurd. Een lange man, zwart haar. David. Mona wil het niet geloven. Sanne vindt dat haar vriendin wel erg raar doet en leest de mail ook. Ook Sanne verstijfd. Haar gevoel klopte toch. David wouw haar dood hebben! Ze heeft er nog even aan getwijfeld maar nu weet ze het zeker! ‘Die klootzak’ mompelt ze in zichzelf. Bij Mona lopen de tranen over haar gezicht. Ze dacht dat hij van haar hield! Niet dus.
Onder aan het raam van Mona staat een zwarte auto met een lange man erin, die geniet van het gevloek wat van boven komt.
De dokter verteld Sanne dat alles goed is en dat ze weer naar huis toe mag.
Ze heeft alleen nog een beetje hoofdpijn maar dat komt nog door de medicijnen. Thijs heeft een grote bos bloemen voor haar mee genomen. Als hij binnekomt krijg hij van Sanne een dikke kus en verteld ze hem vrolijk dat ze al naar huis toe mag. Ondertussen tovert Thijs de bloemen achter zijn jas vandaan. Sanne geeft hem een nog dikkere kus dan dat hij al had gehad.
Na dat Sanne al haar spullen in heeft gepakt stappen ze met zijn 3e in de auto en gaan op weg naar Sanne´s huis.
Bij Sanne haar huis staat een groot bord in de tuin met daarop geschreven; WELKOM THUIS SANNE!
Sanne kijkt naar haar moeder en lacht dan. Aan het bord hangt een brief. Die is van Mona.
Als Sanne de brief heeft gelezen weet ze niks te zeggen en laat hem aan Thijs lezen.
’Lieve Sanne,
Ik weet niet goed ik dit uit moet gaan leggen dus ik hoop dat je het wel snapt.
Mijn moeder is vanochtend om 8 uur neergeschoten. We weten niet wie het heeft gedaan en er is ook geen spoor. Om 10 uur hebben ze het opgegeven en is ze overleden. Mijn vader praat niet meer en is alleen maar aan het huilen. Ik weet ook niet goed wat ik moet doen.
Eigenlijk kan ik hier niks verder over kwijt meer omdat het te zwaar nog voor me is.
Ik hoop je snel te zien.
Hou van je, Mona’
Thijs draait zijn hoofd om naar Sanne die inmiddels lijkbleek is geworden en kan haar nog net op tijd opvangen omdat ze flauw is gevallen. Sanne haar moeder raakt in paniek. Thijs geeft haar gauw de brief en probeert Sanne daarna te laten zitten. Na een paar minuten komt ze weer bij.
’Sanne, Sanne gaat het?’ vraagt Sanne d’r moeder bezorgt. Versuft knikt ze ja. Thijs weet niet goed wat hij moet zeggen en besluit dat het verstanding is als hij ze mond dicht houd. Ondertussen aait hij Sanne over haar haren heen. ‘Ik moet Mona spreken’ zegt Sanne ineens.
Ze probeert naar binnen toe te lopen maar merkt dat het zonder hulp van Thijs en haar moeder niet lukt. Binnen haalt Thijs een glas water voor Sanne, en haar moeder pakt de telefoon. Eerst neemt Sanne een paar slokjes water. Daarna zoekt ze het nummer van Mona en tikt het in. De huistelefoon wordt niet opgenomen. ‘Mama, mag ik even naar een mobiel nummer bellen. De huistelefoon wordt niet opgenomen’ vraagt Sanne aan haar moeder. ‘Ja natuurlijk meis!’ Sanne probeert Mona’s mobiel. Die wordt gelukkig wel opgenomen. ‘Met Mona’ klinkt er zachtjes aan de andere kant van de lijn. ‘Hey meis, met Sanne spreek je’ ‘Hoe gaat het nu met je?’ vraagt Sanne. Ze weet dat het een rare vraag is maar ze weet gewoon niks anders te zeggen. ‘Ja, het gaat wel een beetje. En met jou?’ antwoord Mona. ‘Ja met mij gaat het wel goed hoor.’ Verteld Sanne. Er valt een pijnlijke stilte aan de beide kanten.
De stilte word verbroken door Mona’s gesnik. ‘Sanne, is het goed als ik even langs kom?’ vraagt Mona zachtjes. ‘Ja meis, natuurlijk! Je mag altijd langs komen.’ Zegt Sanne. ‘Komt ze langs?’ vraagt Sanne d’r moeder. Sanne knikt ja. ‘Vraag anders of haar vader ook mee komt. Misschien is het voor hem ook fijn om met iemand erover te kunnen praten’ zegt Sanne haar moeder. ‘Me moeder vraagt of je vader anders ook mee wil. Misschien wil hij er wel over praten’ geeft Sanne door. Mona vraagt het aan haar vader maar die wil nog thuis blijven.
Binnen een kwartier is Mona er. Zodra Sanne en Mona elkaar zien geven ze elkaar een knuffel en barsten in tranen uit. Thijs kijkt naar Sanne d’r moeder, die ook toevallig net naar Thijs keek. Samen lopen ze naar de keuken en maken thee klaar voor iedereen. Als de thee op is, zijn Sanne en Mona weer wat tot rust gekomen. Thijs weet eigenlijk niet zo goed wat hij moet doen en stelt voor om een sigaret te roken. Met zijn 4e gaan ze naar buiten. Sanne d’r moeder had ook wel trek in een sigaret. Met zijn 4e roken ze stilletjes hun sigaret op. Sanne stelt voor om een lag film te kijken. Mona en Thijs hebben daar ook wel zin in.
Om 9 uur gaat Mona naar huis toe. Thijs fietst met haar mee, dat vond Mona fijner. Na 20 minuten is Thijs weer terug met het bericht dat Mona veilig is aangekomen. Ze besluiten om nog even naar boven te gaan.
Sanne kijkt nog even haar mail na maar er zijn geen bijzondere mails. ‘Vreemd’ denkt ze, ze heeft nu al bijna 2 weken niks meer van Daan gehoord. Misschien moet ze hem toch maar weer eens bellen. Dat doet ze morgen wel, stelt ze zichzelf voor en gaat naast Thijs op bed liggen. ‘Heb je anders zin om te blijven slapen?’ vraagt Sanne. ‘Ja, lijkt me gezellig, is al weer een tijdje geleden.’ Zegt Thijs. ‘Aag man! Dat is 2 weken geleden!’ lacht Sanne. ‘Ja, maar voor mij is dat al heeeeeeel lang!’ zegt Thijs zo serieus mogelijk. Samen schieten ze in de lag. Sanne gaat naar beneden toe en vraagt of het goed is dat Thijs blijft slapen. Haar moeder vind het goed. Ze neemt gelijk de telefoon mee naar boven zodat Thijs ook kan bellen. Van zijn ouders is het ook goed. ‘ Maar goed dat hier een vooraatje boxer van jou licht! Anders had je een string van mij aan gemoeten’ grapt Sanne. ‘Oh nee hoor! Dan had ik wel naar huis gegaan’ antwoord Thijs.
Ze besluiten samen nog een film te kijken en om 1 uur gaan ze naar bed toe. Sanne is blij met haar twee persoon’s bed. Nu kan thijs er tenminste naast liggen. Ze kruipt dicht tegen hem aan en valt dan in een diepe slaap.
Sanne word wakker van het overenthousiaste Mereltje dat bij haar raam zit te fluiten. Thijs ligt nog te slapen. Voorzichtig probeert ze over hem heen te stappen. Als ze er bijna is verliest ze haar evenwicht en valt ze boven op hem. Met een gil word hij wakker. ‘Sanne!!!!!’ roept Thijs. ‘Waarom moet het nou weer op deze manier! Met een kus was ik een stuk fijner wakker geworden’ moppert hij. ‘Sorry schat, ik wouw over je heen stappen maar ik verloor me evenwicht.’ Verontschuldigd ze zich, en ze heeft hem een zoen.
Samen gaan ze naar beneden toe. Sanne d’r moeder is al wakker en heeft de border en het beleg laten staan. Thijs smeert halfwakker zijn boterham. Sanne gaat eerst op zoek naar haar moeder, maar ze is nergens te bekkenen. Sanne kijkt op het aanrecht waar een notitie boekje licht. ‘Ben boodschappen doen! Je red je wel he? Kus mams’ Sanne haalt het volle blaadje eraf en schrijft op een leeg blaadje; ‘ik red me wel hoor! Lekker, weer wat te snoepen in huis!’ en ze legt het blaadje naast het notitieblokje.
Zoals elke morgen staat Sanne weer bij de brug op Mona te wachten. Voor de 10e keer kijkt ze op haar horloge. Als Mona er over 5 minuten nog niet is moet ze tog weg. Anders komt ze te laat bij Wiskunde. Als Sanne net weg wil rijden komt Mona er op haar gemakkie aangefietst. `Waar bleef je nou?’ vraagt Sanne. ‘Ooh, verslapen’ zegt Mona alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Het is nu twee weken geleden dat de moeder van Mona vermoord is. Mona is sinds die tijd heel erg afwezig. Sanne weet niet goed wat ze er mee moet doen. Soms moet ze ineens heel hard lachen als Sanne iets zegt. Als Sanne op school aan komt ziet ze Tara al staan. Ze staat met Monique en nog een aantal van die supermutsen. Als Sanne naar het fietsenhok loopt om haar fiets neer te zetten wordt ze achtervolgt door het groepje mutsen. Als Sanne zich omdraait nadat ze haar fiets heeft neer gezet kijkt ze recht in de ogen van Tara. ‘Ook hallo’ zegt Sanne en ze wil doorlopen. ‘Daar komt niks van in trut. Krijgen zal ik je!’ Tara grijpt Sanne aan haar haren en wil haar op de grond trekken. Sanne pikt dat niet en zorgt ervoor dat Tara op de grond licht. Voordat Sanne het echt door heeft voelt ze een harde dreun op haar slaap. Versuft kijkt ze naar achter. Achter haar staat Monique arm in arm met David. Er gaat een schok door Sanne heen. ‘Wat moet je hier klootzak!’ roept ze boos. ‘Rustig maar Sanne. Ik zal je voorstellen aan me nieuwe vriendin, Monique. Onee, dom van mezelf zeg! Jullie kennen elkaar natuurlijk al.’ Grapt David. Sanne voelt de adrenaline door haar lijf gieren en springt boven op Monique. Ze slaat overal waar ze raken kan. Ondertussen voelt ze iemand aan haar haar trekken maar dat maakt haar niks uit. Nadat ze nog een paar raken klappen heeft gegeven wordt ze aan haar armen mee getrokken. Als ze zich omdraait staat haar leraar Wiskunde voor haar neus. ‘Sanne! Monique! Mee naar binnen! NU!’ schreeuwt hun leraar. Monique krabbelt moeilijk overeind en spuugt het bloed uit haar mond op de grond. Sanne ziet in haar ooghoeken dat Monique een tand door haar lip heeft. Als ze zich nog een keer achterom draait ziet ze David met een brede lach op zijn gezicht staan.
’Zijn jullie nou alle twee helemaal gek geworden!’ vloekt hun mentor. ‘ Ik ben jullie alle twee SPUUG zat! Reken alle twee maar op een schorsing!’ vloekt hij nu nog harder. ‘Maar meneer..’ probeert Monique nog. ‘Niks maar meneer!’ antwoord hij! ‘Jullie krijgen je straf nog te horen! En nu wegwezen! Naar je les!’ Samen lopen ze zwijgend door de gang. Als ze bij hun lokaal aan komen klopt Sanne op de deur. ‘Binnen’ wordt er gezegt. Zachtjes doet Sanne de deur open. Ze heeft altijd zo’n hekel aan al de blikken. Als Monique binnen komt gaat er een zachte ‘oooh’ door de klas. Sanne draait zich om en schrikt zelf ook een beetje. Monique heeft een blauw oog, haar lip is dik en haar wang licht open. Ook heeft ze op haar voorhoofd een flinke bult zitten. ‘Ja?’ vraagt hun leraar ongeduldig. ‘We moesten naar Mnr Stopz’ zegt Sanne zachtjes. ‘Wat zeg je?’ vraagt hun leraar nu nog ongeduldiger. ‘We moesten naar Mnr Stopz’ zegt Sanne nu wat harder. De leraar knikt en wijst naar haar plaats. Sanne gaat naast Mona zitten. ‘Wat heb je gedaan?’ vraagt Mona vreselijk nieuwsgierig. ‘Aag, een beetje ruzie gehad met Monique’ antwoord ze. ‘STILTE’ buldert hun leraar. ‘Ik zeg het in de pauze wel’ zegt Sanne nog snel en dan gaat ze aan het werk.
’En?!’ vraagt Mona. ‘Je weet toch dat ik me fiets ging weg zetten? Toen volgde Tara en Monique en nog een aantal van die mutsen me. En toen ik me omdraaide stonden ze voor me neus. Toen vloog Tara me aan. Ik legde haar op de grond neer. Daarna maakte Monique me onwijs boos en begon ik haar te slaan. Eigenlijk wil ik er niet over praten.’ Zegt Sanne. Mona kinkt en samen lopen ze naar het plein toe. ‘Peukie?’ vraagt Mona. Sanne knikt en neem de sigaret dankbaar aan. ‘Mona?’ vraagt Sanne. ‘Ja?’ antwoord Mona. ‘Ik zit erover te denken om David aan te geven.’ Zegt Sanne voorzichtig. ‘Oke’ is Mona d’r antwoord. Sanne weet niet precies hoe ze moet reageren. Ze had verwacht dat Mona raar zou reageren. Maar dat deed ze dus helemaal niet! ‘Zullen we vanmiddag uit school gaan?’ zegt Sanne. Mona knikt.
Als de bel gaat lopen ze samen naar gym toe. Nog 2 uur gym en ze zijn uit. Tijdens gym merkte Sanne dat er continu over haar wordt gepraat. Leerlingen kijken haar kant uit en beginnen dan te lachen. Sanne loopt naar een van de kinderen toe en vraagt wat er zo grappig is. ‘Mo zegt dat zei jou vriendje heeft afgepakt.’ Zegt het meisje. ‘Afgpepakt? Wie dan?’ vraagt Sanne verbaasd. ‘Nou, Monique heeft nu met Daivd. Dat was toch jou vriendje?!’ zegt het meisje verbaasd. ‘DAVID?! MIJN VRIENDJE? DAT NOOIT!’ valt Sanne tegen het meisje uit. ‘Nou sorry hoor ik wist niet dat je boos was. Ik zeg alleen wat ik heb gehoord.’ En boos loopt het meisje weg.
Als gym is afgelopen springt Sanne onder de douche. Monique en Mona staan er ook onder. Monique heeft een gigantische schaafwond op haar been zitten. Ook haar buik ziet er niet echt lekker uit. Uit haar ooghoek ziet Sanne dat Monique haar nagel is gebroken. ‘Ag meid, is je nagel nou afgebroken?? Aagot!’ Sanne kon het niet laten om het te zeggen. Boos draait Monique zich om en spoelt de shampoo uit haar haren. Sanne zeept zich in en gaat daarna ook onder de douche vandaan. Als Sanne en Mona klaar zijn gaan ze naar het politie bureau. Aan de balie staat een vrouw en die verwijst ze door. Ze worden even later door een jonge vrouw opgehaald en die brengt ze naar een apart kamertje. ‘Zo meiden, wie willen jullie aangeven? En waarom?’ vraagt de jonge vrouw. ‘O, ik vergeet me helemaal voor te stellen. Sorry! Ik ben Noamie Schipper.’ Sanne heeft haar een naam en stelt zich ook voor. Mona doet hetzelfde. Sanne besluit het word te doen, want bij Mona komt er niks uit. ‘ Wij willen David Zonneberg aangeven. We verdenken, nou weten het eigenlijk wel zeker, dat hij ons stalkt en we denken dat hij Mona heeft neergestoken.’ Verteld Sanne. ‘Ag nu herken ik je! Je bent het meisje uit de krant. Wij zijn hard op zoek naar hem!’ verteld Naomie. ‘Wat fijn dat jullie aangifte komen doen!’ Sanne moet vertellen waarom ze het denkt en wat er allemaal gebeurd is. Wat er op school gebeurt is verteld ze niet. Ze is bang dat ze Mona ermee overstuur maakt. ‘Verder nog iets?’ Vraagt Naomie. ‘Ja’ antwoord Mona. ‘Ik verdenk hem er ook van dat hij mijn moeder heeft vermoord. Hij heeft mij ooit een keer een smsje gestuurd dat hij me nog wel zou krijgen. Desnoods met mijn familie. Volgens mij heb ik hem nog in me telefoon.’ Verteld Mona. De vrouw blijft geduldig wachten totdat Mona het smsje heeft gevonden. ‘Ah hier heb ik heb!’ zegt Mona en ze heeft de telefoon aan Naomie. Noamie bekijkt hem aandachtig en vraagt dan of ze dat als gebruikt materiaal mag gebruiken. Mona knikt ja en laat de telefoon daar. Ze krijgt van de politie een leen telefoon. Als ze buiten zijn moet Mona ineens lachen. ‘Hahahaha deze telefoon heeft gewoon beltegoed!’ lacht Mona en ze komt niet meer bij. Sanne kijkt haar verbaasd aan maar laat haar maar gaan. Zo is de laatste tijd vaker. Ze gaan nog even naar de Konmar en halen een reep chocola. Als ze buiten komen schiet Mona weer in de lag. ‘Wat een domme mensen werken daar zeg!’ lacht Mona. Sanne snapt het niet. Totdat Mona nog een reep chocolade uit haar jaszak haalt. ‘MONA!’ roept Sanne verbaasd. ‘Ja??’ vraagt Mona schijnheilig. ‘Waarom steel je dat nou! Je hebt geld zat!’ vraagt Sanne verbaasd! ‘Ag, zeur niet! Je bent me moeder niet!’ moppert Mona. Samen fietsen ze zwijgend weg. ‘Fiets je nog mee?’ vraagt Mona. Sanne knikt en samen fietsen ze naar Mona haar huis. Dit is de eerste keer dan Sanne weer bij Mona is nadat haar moeder is overleden. Mona d’r vader ziet er redelijk goed uit. Van Mona had ze gehoord dat haar vader naar een psychiater was geweest voor hulp. ‘Zo te zien heeft dat hem goed gedaan’ denkt ze bij zichzelf.
Als ze boven komen ruikt Sanne een raar muf luchtje. Als ze in de kamer van Mona is wordt het nog erger. Het lijkt wel weed. Sanne besluit dat ze zich het maar verbeeld maar voelt zich er toch niet fijn bij en besluit naar huis toe te gaan.
Als ze thuis is gaat ze nog even achter MSN. Thijs is ook online maar echt veel heeft hij niet te zeggen. Ze kijkt nog even op bokt. Dat is een site die ze van Joyce heeft gehad. Het gaat eigenlijk alleen maar over paarden maar soms staan er leuke verhalen op. Nadat ze een half uurtje op de computer heeft gezeten sluit ze hem af. Ze moet Dancer uitlaten. Sanne besluit een rondje door het park te gaan en laat Dancer nog even los. Als ze hem weer bij zich roept om hem vast te maken voelt ze een koud iets tegen haar hals. Het is een mes.
Voorzichtig probeert Sanne zich om te draaien. ‘Staan!’ wordt er gecomandeert. ‘Wie ben jij?’ vraagt ze voorzichtig. ‘KOP DICHT!’ schreeuwt de onbekende. ‘Jij bent toch Sanne?’ vraagt hij. Voorzichtig knikt ze ja. ‘Mooi’ mompelt de vreemde man. Sanne voelt dat de man iets probeert te pakken. Ze doet haar ogen dicht om haar tranen te verbergen. Als ze haar ogen weer open wil doen, ziet ze niks meer. Ze schrikt maar ze besluit om gewoon stil te blijven staan. Ze krijgt een duw in haar rug en moet doorlopen. Haar handen zijn inmiddels ook aan elkaar vast gebonden. Tot vier keer toe struikelt ze bijna omdat ze niks ziet. ‘Doorlopen trut!’ dreigt de vreemde man. Sanne ruikt de vieze lucht van bier. Terwijl ze door lopen vraagt Sanne zich af wie die man nou kan zijn. ‘Een hulpje van David’ mompelt ze zo zachtjes dat de vreemde man het niet kan horen. Na een kwartier lopen word Sanne op een stoel neer gezet. Haar blinddoek wordt afgedaan. De ogen van Sanne moeten eerst aan het licht wennen. Voor haar staat niemand. Maar ze voelt dat er wel iemand achter haar staat. Omdraaien lukt niet, want haar armen zitten aan de stoel vast. ‘Zo, Sanne!’ hoort ze de persoon achter haar zeggen. ‘Ik heb gehoord dat je David aan hebt gegeven?’ zegt de man achter haar. Sanne zwijgt. ‘ANTWOORD!’ buldert de man door de lege ruimte. Sanne probeert de stem te herkennen maar ze weet het niet. ‘Ja, dat heb ik gedaan!’ antwoord ze dapper. ‘Aha, en waarvan heb je hem beschuldigd?’ vraagt de man. Sanne noemt alles op. Bij alles wat Sanne zegt, praat de man er door heen, ‘Fout’. Sanne snapt er niks meer van maar ze besluit haar mond maar te houden. ‘Wie ben jij?’ vraagt ze voorzichtig. ‘Hahaha’ lacht de man hardop. ‘Heb je het nou nog niet door?’ Sanne denkt diep na. De stem lijkt een beetje op die van Daan. ‘Daan’ mompelt ze voorzichtig. Achter zich hoort ze de man weglopen. Ze zucht diep en sluit haar ogen.
Hoofdstuk 11:
’Herman!!’ roept Sanne’s moeder naar boven toe. Haar man komt naar beneden gelopen. ‘Wat is er?’ vraagt hij bezorgt als hij het gezicht van zijn vrouw ziet. ‘Dancer.. Hij.. hij is alleen thuis gekomen! Sanne…’ verder komt zijn vrouw niet. De tranen stromen over haar gezicht.
Sanne’s vader belt naar Mona toe om te vragen of ze daar zit. Mona neemt de telefoon op en vertelt dat ze daar niet is. Ze biedt aan om, samen met haar vader, te helpen zoeken. Ondertussen belt Sanne d’r moeder Thijs op. Maar daar is Sanne ook niet. Na nog geen kwartier lopen ze in het park te schreeuwen. Ondertussen probeert Mona Sanne te bereiken op haar mobieltje. ‘Stil eens’ zegt Mona. Wat verder het park in horen ze het deuntje van Sanne d’r mobieltje. Als ze bij het mobieltje zijn aangekomen zien ze Sanne nergens. Alleen licht er een envelop onder het mobieltje. Sanne d’r vader maakt de envelop open.
Zachtjes leest hij;
Zo, dus jullie hebben het mobieltje gevonden! Goed hoor. Jammer dat Sanne er niet meer is! Niet op deze plek iniedergeval. Ik wil 2 miljoen euro zien, voor volgende week donderdag. Zie ik die niet, ben je je dochter voorgoed kwijt! Ook wil ik Mona zien! Ik laat nog wat van me horen. Op welke manier, kom je vanzelf wel achter!
Voorzichtig opent Sanne haar ogen weer. Naast haar staat een glas water en een boterham. Gulzig drinkt ze het water op. Nog voordat ze aan haar boterham kan beginnen voelt ze zich duizelig en slap worden.
Binnen een paar minuten wordt alles zwart voor haar ogen en valt ze met stoel en al om.
Als ze weer bijkomt merkt ze dat ze ergens in een kleine kamer is neergezet. Het ruikt er muf. Door een klein raampje kan ze naar buiten kijken. Ze ziet niks anders dan een donkere vlek.
Ze zucht diep en gaat op het bed zitten. Als ze bijna in slaap valt, hoort ze de deur open en dicht gaan. Pas als de persoon bij het raam gaat staan ziet ze dat het de man van daarnet is. ‘Lig je lekker, schoonheid?’ Sanne zegt niks en doet net alsof ze slaapt. ‘Ik weet dat je niet slaapt Sanne.’ Zegt de man. Voorzichtig gaat Sanne overeind zitten. ‘Wie ben je nou?’ vraagt ze. ‘Dat heb je al geraden.’ Atnwoord de man. ‘Daan?’ vraagt ze verbaast. ‘Ja! Dat ben ik!’ De man steekt het kaarsje, wat naast het bed staat, aan. Nu ziet Sanne het gezicht goed. ‘Daan’ mompelt ze weer. Op Daan’s gezicht verschijnt een brede glimlach. ‘Ja Sanne! Ik ben het. David is het nooit geweest! Ik ben het geweest van de mailtjes. Ik heb Mona neer gestoken. Ik heb haar moeder vermoord! Ik was het!’
verteld Daan luid lachend. ‘Maar… maar’ stottert Sanne. ‘Waarom?’ vraagt ze verbaast. ‘Ik wouw je altijd al voor mezelf hebben! Mona liep daarbij in de weg! David ook! En dat vriendje van je al helemaal!’ buldert Daan. Sanne staat versteld en weet niks om terug te zeggen. ‘Wanneer laat je me vrij?’ vraagt Sanne. ‘Ik heb mijn mannen de opdracht gegeven om je mobieltje ergens neer te leggen en daaronder licht een envelop. Daarin staat dat ik 2 miljoen euro wil hebben voor jou! En Mona erbij. Van Mona wil ik nooit meer last hebben. Maar dan ook nooit meer!’ zegt Daan. Voordat Sanne wat terug kan zeggen is Daan verdwenen.
Hoofdstuk 12:
Sanne zucht diep. Ze zit nu al 3 dagen in hetzelfde kamertje. Ze hoort voetstappen voor de deur en ziet Daan in de deur opening verschijnen.
’Hooi schatje van me!’ roept Daan. ‘Ik ben je schatje niet’ mompelt Sanne. Daan draait zich om maar doet net alsof hij niet heeft verstaan wat Sanne zei. ‘Wanneer mag ik nou weg?’ zeurt Sanne. ‘Dat heb ik je nu al 20 keer vertelt trut! Als je ouders voor 2 miljoen hebben gezorgd!’ schreeuwt Daan. Sanne besluit haar mond te houden en kijkt naar buiten toe. Ze hoort aan de tikjes van Daan’s mobiel dat hij iemand aan het bellen is. ‘Is me 2 miljoen er al?!’ hoort ze Daan praten. Ze kijkt verbaasd opzij. Zou hij naar haar ouders bellen. ‘Nee, ik wil eerst weten of me 2 miljoen er is.’ Praat Daan weer door de telefoon. ‘Mooi zo!’ zegt Daan. Voordat Sanne het door heeft krijgt ze een telefoon tegen haar oor aangeduwd. ‘Hou het kort’ mompelt Daan. ‘Mama? Papa?’ vraagt ze verast. ‘Sanne!’ hoort ze haar moeder door de telefoon schreeuwen. ‘Mama, haal me hier alsjeblieft weg. Ik mis jullie zo verschrikkelijk.’ Snikt Sanne. ‘Wij jou ook lieverd! We halen je zo snel mogelijk weg! Weet je waar je ergens zit?’ zegt haar moeder. ‘Ik weet het niet, ik kan alleen door een raampje naar buit..’ ruw wordt de telefoon uit Sanne haar handen gerukt. Daan gooit de telefoon op de grond. De achterkant vliegt er vanaf. De batterij beland 1 meter naast het toestel. ‘Dat was niet slim Sanne!’ zegt Daan. Hij grijpt Sanne bij haar haren en gooit haar op de grond. ‘Dat was zeker niet slim!’ zegt hij nu iets harder. ‘ZITTEN!’ schreeuwt hij en hij trekt haar aan haar haren omhoog. Sanne voelt een straaltje bloed langs haar wang lopen. Haar hoofd bonst. ‘Daar gaat je mooie gezichtje’ fluisterd Daan. Hij heft zijn hand op en slaat haar midden in haar gezicht. Sanne slaat achterover en valt met een klap op de grond. Alles wordt zwart voor haar ogen.
Als Sanne weer bijkomt licht ze op haar bed en staat er een glas water met een aspirine naast haar bed. Sanne drinkt het niet op. Ze vertrouwt hem niet meer. Gister moest ze wel wat drinken. Dat was gelukkig gewoon water.
Als ze haar ogen dicht wil doen om te slapen wordt de deur open gegooid. Ze wordt ruw vast gegrepen en voelt dat er een soort handboeien om haar polsen word geslagen. De wordt vooruit geduwd. Ze voelt voor het eerst in 4 dagen weer een lekkere koud wind over haar gezicht waaien. Ze ademt diep in en kijkt om zich heen. Het huisje stond op een groot stuk veld. Om haar heen was niks anders te zien dan akkers en weilanden. Ze struikelt over haar eigen voeten en valt op de grond. Ze krijgt een schop na en wordt dan weer omhoog getrokken. Als ze bij een auto aankomen wordt Sanne er ruw ingesmeten en geblinddoekt. Ze voelt dat de auto gaat rijden en weet dat ze nu alleen nog maar kan wachten.
Na ruim een half uur stopt de auto weer. De deur wordt open gemaakt en Sanne wordt eruit getrokken. De blinddoek wordt afgedaan. Sanne herkent waar ze zijn. Het park. Het park waar ze is ontvoerd. Ze kijkt om zich heen. Ze ziet Daan staan en een vriend van hem. Daan steek nerveus een sigaret op.
Na 5 minuten hoort Sanne een auto aan komen. Ze herkent de auto. Het is de auto van haar ouders. Achterin ziet ze Mona zitten. ‘Hier blijven!’ befeelt Daan. Sanne ziet dat haar ouders uitstappen. ‘Waar is het geld?’ vraagt Daan ongeduldig. ‘Achterin’ antwoord Sanne d’r vader. ‘Haal het!’ dreigt Daan. Sanne haar vader versnelt zijn pas en gaat naar de achterbak. Daar haalt hij een grote tas uit. De vakantie tas, denkt Sanne.
’Heb je Mona bij je?’ vraagt Daan redelijk rusitg. De moeder van Sanne knikt. ‘Haal haar!’ beveelt Daan. ‘Maar..’ probeert Sanne d’r moeder. ‘Gaan we zeuren?’ vraagt Daan, trekt zijn pistol uit zijn jaszak en zet het tegen Sanne d’r slaap aan. Er gaat een rilling door Sanne heen.
Sanne d’r moeder haalt Mona uit de auto. ‘Zet de tas en Mona in het midden!’ schreeuwt Daan. Braaf doen Sanne d’r ouders wat hun gezegd wordt. Sanne krijgt een zet richting de vriend van Daan. Hij trapt tegen de benen van Sanne aan zodat ze op haar knieën in de aarde valt.
Sanne voelt de pijn door haar knieën schieten maar blijft sterk. Mona staat in het midden, samen met de grote tas. Hebberig loopt Daan er op af.
Zodra hij bij het midden is grijpt hij Mona en de tas met geld. Hij sleurt Mona mee naar Sanne toe. ‘Bedankt!’ grinnikt hij en is van plan om weg te lopen. Als hij zich omdraait kijkt hij in de ogen van een agent. Zijn vriend licht knokout op de grond en Sanne staat bij een agent. Daan trekt zijn pistool en begint in het wild rond te schieten. Mona laat zich op de grond vallen en de agent die voor hem staat schiet in zijn been. Daan valt op de grond en schreeuwt van de pijn. De agent wil hem net in de boeien slaan als hij zijn college achter zich hoort roepen. ‘Hij heeft haar geraakt!’ De agent en Mona draaien zich razend snel richting de andere agent. In haar armen hangt Sanne. Ze ademt niet meer.
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Dit is het hele verhaal tot nu toe. Is wat handiger om bij te lezen. Ben bezig met het volgende deel.