Moderators: Essie73, NadjaNadja, Muiz, Telpeva, ynskek, Ladybird, Polly









Citaat:Stil, koud en bijna donker. Rillend van de kou staar ik voor me uit. Kijkend naar de zon die ondergaat. Kijkend hoe de laatste stukjes zon verloren gaan. Het is nu precies een jaar geleden. Precies één jaar geleden, zat ik hier, op het zelfde plekje, met het zelfde hekje, hetzelfde draad, dezelfde mooie zon, en het zelfde vreselijke eenzaame gevoel.
Ik weet het nog zo goed. Ik was moe en was vroeg naar bed gegaan. Toen ik lag, dacht ik , eindelijk rust. Rond een uur of 11 ging de telefoon. Niks bijzonders, dacht ik. Ik draaide me om, en wou heerlijk verder gaan slapen. 'Evelien ! ' werd er geroepen. 'oliebol man, laat me slapen ofzo' zei ik geergerd, maar toch stond ik op. Nog na geeuwend liep ik de trap af en liep ik de huiskamer binnen. Daar zaten mijn ouders, voor zich uit starend, op de bank. 'Wat is er' vroeg ik. 'Brand' antwoordde mijn vader langzaam. Ik wist meteen wáár er brand was. Zo snel als ik kon pakte ik mijn jas, en met z’n drieen tegelijk renden we naar de auto toe. Mijn vader zat achter het stuur. Met trillende armen stuurde hij de auto naar stal toe. Daar aangekomen was het een chaos. Overal auto’s, mensen, brandweermannen, en brandweerauto’s. Ik sprong uit de auto en rende naar de stal. De vlammen sloegen uit het dak, en somige brandweermannen stonden gewoon toe te kijken. Ik dacht niet aan mijn eigen veiligheid, en rende zo de stal in. Er stonden nog 3 paarden binnen. Gelukkig zag ik mijn pony’s hoofdje niet binnen. Voor de zekerheid keek ik bij zijn stal, en ik schrok me kapot. En daar lag Vincy dan. Totaal uitgeput, helemaal bezweet, met grote witte, bange ogen. Ik pakte zijn halster en deed hem om. 'Zinloos, hij wil écht niet' hoorde ik opeens iemand zeggen. Ik keek om en zag een brandweerman achter me staan. Ik negeerde zijn domme opmerking en deed het halster snel om. 'Kom Vincy, vertrouw me maar, als je meeloopt komt alles goed, ik beloof het! ' praatte ik bemoedigend tegen Vincy. Na lang wikken en wegen kwam hij overeind. Ik had mijn jas al uitgetrokken en legde deze over zijn hoofd heen. Normaal had hij het niet zo op dingen op zijn hoofd, maar nu liet hij het toe. Hij was blijkbaar te moe om te protesteren. 'Kom jongen' riep ik nog een bemoedigend, en wonder boven wonder liep hij met me mee. Langzaam, en toch snel. Dicht tegen me aan. Heel veilig. Heel vertrouwd. Toen hij buiten was barste ik in tranen uit, van angst. Vincy stond nog steeds te bibberen op zijn benen. 'Haal die andere paarden eruit! ' riep ik boos richting de brandweermannen. 'Ze willen niet' riep een man klagend. 'Praat tegen ze, alsjeblieft, doe dan wat' riep ik huilend. Slechts één man, en één vrouw stonden op, en namen de leiding. De staleigenaar dors niet naar binnen, en pakte Vincy van me over. Eenmaal in de stal aangekomen riep ik iedereen toe wat hij of zij moest doen. Zonder veel moeite kregen we de paarden buiten, waar de dierenarts ons opwachtte. Hij keek de paarden één voor één na, en als alles goed was, konden ze bij de buren op stal. Toen alle paarden uit de stal waren, begonnen de brandweermannen fanatiek te blussen. Vincy stond te hoesten, en te trilde op zijn benen. We namen hem mee naar de stal van de buren, en vrijwel meteen ging hij liggen. 'Hij heeft teveel rook binnengekregen' zei de dierenarts, heel nuchter. 'Help hem dan' riep ik pissig. 'Daar is het te laat voor.. Neem maar afscheid' zei de dierenarts, en daarna liet hij ons alleen.
Er loopt een traan over mijn wang. Alleen de herinnering doet me al genoeg pijn om de hele avond te huilen. Het ene moment lag ik te slapen, en het volgende moment nam ik afscheid van mijn trouwe vriend.
'Lieve Vincy. Ik ken je nu 8 jaar door en door. Ik zag hoe je werd geboren, en nu moet ik aanzien hoe je sterft. Onze band is geweldig. Lieverd, ik vergeet je nooit' fluisterde ik zachtjes. Ik deed zijn halster af, en Vincy legde zijn hoofd op mijn schoot. 'Bedankt voor alles. Vaarwel, lieve, lieve Vincy' waren mijn laatste woorden. Nog één keer keek hij me aan. Het was alsof hij me bedankte. Zó speciaal. Hij sloot zijn ogen. Zijn adem stopte.
En nu zit ik hier. Precies één jaar later. Ik weet nog goed hoe ik de dag na de brand vanuit de wei toekeek naar de zonsondergang. Ik weet nog goed, dat ik al onze momenten samen, in de zonnestralen terug zag. En nu, zie ik ze weer.

ik heb nu niet zon zin maar mischien zet ik er wel een keertje wat bij
ik wacht wel op de volgende foto of zal ik er zelf eentje plaatsen?