Moderators: Essie73, NadjaNadja, Muiz, Telpeva, ynskek, Ladybird, Polly
Citaat:Ik deed hem aan, en werd gelijk weer misselijk door de verrotte lijken die er lagen. Ik liep naar de muren, wacht eens. Eigenlijk was hij toch wel heel erg groot, ik liep door. Ik had eigenlijk gedacht dat hij na 2 meter wel zou stoppen. Maar dit leek een hele gang, ik liep door. Een zijgang! zou ik hem nemen? Of toch rechtdoor lopen? Ik nam de keuze rechtdoor lopen. Ik zag licht, ik begon te rennen. Zo hard als ik kon, sneller en sneller. Het licht werd duidelijker. Een muur, de terleurstelling kwam net zo snel als het gelukkige gevoel was gekomen. Het was een raampje, met trailies ervoor. Als er geen trailies voor zaten kon ik er door heen. Ik keek er door heen, een man op een fiets. Mijn hart begon sneller te kloppen. "Meneer"! schreeuwde ik! "Astublieft, ik zit hier vast"! Hij keek verward om zich heen, hij zag me niet. Hij stapte weer op zijn fiets en fietste weg. Alweer een zware terleurstelling binnen 1 minuut. Ik ging op de grond zitten, alles was beter dan terug gaan naar het begin van de gang. Met al die arme slachtoffers van Sofie. Hier had ik teminste frisse lucht. Mijn buik ging pijn doen van de honger, maar ik probeerde het te nergeren. Als ik niet werd gevonden ging ik waarscheinlijk dood van de honger. Dus dit word nog veel erger, dacht ik vertrietig. Dit moest ophouden, er moest wat zijn. Ik dacht weer aan de zijgang, ik moest het proberen. Ik liep naar de gang, en zag de zijgang weer. ik liep er door heen. Hopent dat hij niet dood liep net als de andere gang. Ik moest weer denken aan vroger. Ik liep door een doorhof met mijn vader en moeder. Toen liepen ze iets te snel door de hoek, en begon ik heel hard te huilen omdat ik dacht dat ik ze kwijt was. Ik begon zachtjes te griniken door deze herrinering. Was het maar nu net zo makkelijk als vroeger, toen ik nog klein was. Als ik begon te huilen snelde iedereen naar me toe om te vragen wat er was. Om me te kunnen helpen en steunen. Maar nu , zal dat waarscheinlijk nooit meer gebeuren.
Citaat:Ik probeerde niet te gaan huilen, maar door te lopen. Ik zocht naar hoop, wilde dat er iemand bij me was. Ik liep door en door, hopent naar een eind. Los van het bestaan, en werkelijkheid. Er kwam geen eind aan deze gang, ik voelde tocht. Misschien het eind, dacht ik hoopvol. Ik voelde de toch weer minder worden. Er was hier ergens een uitgang, dacht ik opgewonden. Ik voelde langs de muren. En bedacht me op dat moment dat ik de aansteker nog had. Ik keek omhoog en zag een rooster, ik moest erbei komen. Ik sprong, raakte het rooster aan. Hij verschoof niet! Ik was verloren, ik moest het maar accepteren dat ik hier ging sterver. Opeens zag ik iemand er over heen lopen. Ik gilde, "heeelp"! Ik zag die iemand terug komen, "Sandra"? riep i. Ik begon harder te schreeuwen, hier ben ik! onder het rooster. Links van je! Ik zag dat het een politie agent was. Hier!
Citaat:Hij keek om zich heen, "ik zie je niet Sandra. Jij mij wel"? oliebol straks ging hij weg dacht ik wanhopig. "Ja ik zie je" zei ik. Kijk naar de grond, naar een rooster. Hij kwam dichterbij. Hij qas vlak bij, toen hij het rooster zag. Rende hij er heen, Hij stak zijn hand door het rooster. Ik raakte zijn hand aan, "Gelukkig je leeft nog" zei hij opgelucht. Ik begon te lachen, ik werd gered. Eindelijk! Hij probeerde het rooster omhoog te tillen. Maar het lukte niet, ik wist wat hij moest doen. "Luister, loop naar de kamer op de tweede verdieping. Er staat alleen een kast, die moet je opzij schuiven. Dan zie je een luil, die kun je omhoog hijsen. Dan moet je vooral niet schrikken. Er liggen een aantal verrotte lijken in het kamertje. Onder de kast, "Oke" zei de agent met een fronsend voor hoofd. "Alles komt goed Sandra, we komen je ophalen". Ik zag dat er medere mensen rond het rooster stonden, naar mij te kijken. "Ik zie jullie daar zo dan". Ik draaide me om, en begon te rennen. Na mate de stank erger werd begon ik harder te rennen. Het was alsof ik geen lucht meer kreeg, minder en minder. Wacht eens, ik kreeg inderdaat geen lucht meer. Dacht ik paniekerig! Ik ging stil staan, om op adem te komen, maar het ging niet beter. Wat moest ik doen, wat moest ik doen. Ik viel om en begon te sluiptrekken. Het leek alsof al mijn ingewanden er mee ophielden. Wat moest ik doen? Alles werd zwart, maar wat was dat. Er kwam een gedaante naar me toe, het leek op, waar leek het op? De gedaante werd duidelijker. "Kom"!
Citaat:Ik kende die stem, ik wou vragen of ze was wie ik dacht dat ze was. Maar door mijn gebrek aan zuurstof. Kon ik geen woord uitbrengen. Ze begon te gillen. "Agenten! Hier heen, ze heeft een hartaanval"! Mijn ogen waren dichtgevallen. Ik deed ze nog 1 keer open en keek het wezen recht in de ogen. Ashley, het was Ashley? Ik knipperde met mijn ogen, en ze was weg. De mensen kwamen aangerent, ik moest lucht. Het moest! Ik zou het niet lang meer volhouden. Want ik toen zag zal ik nooit meer vergeten... Eerst werd het donker, ik kon niks meer zien. Opeens werd het mooi, zo mooi. Helder blauwe zeeen, witte stranden. Geluk, gelach, vrede en rust. Iets wat de aarde nooit heeft gekent. Opeens zag ik haar weer, Ashley. Ze zag er vredig en rustgevend uit, eigenlijk net als alles hier. "Hou vol Sandra!" ze zei zachtjes. Ze begon wat te mompelen, het enige wat ik er van hoorde was: "spaar haar, red haar". Ze vervaagde, net als de rest van het prachtige landschap. Wat gebeurde er dacht ik boos. Ik wilde niet weg hier. Na mate ik me concentreerde op het beeld, begon het terug te komen, ik hoorde iemand huilen. Opeens wist ik wat er aan de hand was. Dit was de dood, als ik hier bleef was het over. Ik hoorde een vrouw en een man huilen. En zeggen: "asjeblieft Sandra, niet dood gaan". Ik kende die mensen, het waren mijn ouders. Opeens begon ik erg te twijfelen. Wat moest ik doen? Hier blijven? Terug naar de werkelijheid? Naar me ouders, Jennifer, Sofie, Tim? Het beeld werd scherper en scherper. Ik wist dat ik niet meer lang de keuze had, de mensen rond mijn bed begonnen harder te huilen. Ik zag weer een gedaante verschijnen. "Ashley" bracht ik moeizaam uit. "Je weet welke keuze je moet maken, Sandra. Als je het verkeerde kiest kreeg je daar spijt van". Het beeld van het landschap werd duidelijker. WEG! Piep piep piep . Ik deed mijn ogen open, mensen huilend. Ik was terug...