ieders verhaal bij de zelfde foto.

Moderators: Essie73, NadjaNadja, Muiz, Telpeva, ynskek, Ladybird, Polly

Toevoegen aan eigen berichten
 
 
FrontC

Berichten: 4969
Geregistreerd: 02-04-04
Woonplaats: Utrecht

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 11-12-05 09:31

Oké, ik schrijf nog wel wat
Momentje!

FrontC

Berichten: 4969
Geregistreerd: 02-04-04
Woonplaats: Utrecht

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 11-12-05 09:53

Je was mijn eerste vriendje, en mijn laatste.

Ik was nog erg klein. Het was voor het eerst dat het hele meer bevroren was: het was een barre en íjskoude winter.
Ik weet nog dat ik met mijn dik winterjasje, gehaakt mutsje en warme wanten naar jouw huis liep. De slee trok ik achter me aan, aan een dik touw.
Ik mocht niet gaan schaatsen van mijn moeder toen. Zij vond het een akelig idee dat onder de ijslaag nog water was. Er zou altijd wat kunnen gebeuren, zei ze.
Jij mocht wel gaan schaatsen. Ik had de slee meegenomen, omdat aan de rand van het meer een heuveltje was. Je kon er goed vanaf sleeën.

Enkele minuten later liepen we samen met zijn tweeën naar de rand van het meer. Toen we daar aan kwamen, bleven we beiden verwonderend staan. Wat was het groot en mooi en glad! We hadden alle twee nog nooit zoiets geweldigs gezien.
Jij trok je schaatsen aan en begon aan de rand van het meer te schaatsen. Je bleef dicht bij de kade omdat dat gezelliger was voor mij.

Na een tijdje kwamen ook andere kinderen. Ook een vriendje van je. Samen gingen jullie voor even ver weg. Steeds verder en verder.
Even later vroeg je of ik één keertje mee kwam. Niemand zou er achter komen dat ik toch was gaan schaatsen, dacht ik toen.
Ik deed de schaatsen aan van een vriendinnetje en probeerde voorzichtig het ijs op te lopen.
’Kijk, zo moet het!’, zei je, en je schaatste een end voor mij. Ik keek goed.
Te goed. Want dat maakte alles alleen nog maar erger.
Je schaatste door en ik keek naar je benen, toen ik ineens een gekraak hoorde.
Als in een film, spleet het ijs zich in tweeën en liep de breuk steeds verder naar mij toe. Het ijs scheurde verder en nog net op tijd sprong ik op één helft.
De stukken dreven van elkaar af.

Ik zocht de horizon af met mijn ogen, maar zag jou niet meer. Waar was je?!
Ik schaatste, op mijn kleine schaatsen en wankele beentjes, pijlsnel verder het ijs op.
Jij lag in het water.
’NEEEEE!’, gilde ik toen. En ik, hoe dom, sprong achter je aan. Ik zwom naar je toe, want het was ijskoud. Ik nam je in mijn armen, je voelde ijskoud aan en zag blauw.
’Alsjeblieft hou vol, hou vol lieverd…’, zei ik. Je klappertandde, net als ik. Ik probeerde je op het ijs te leggen maar dat ging niet.
Ik hield je nog altijd vast, maar ik voelde dat ik bewustzijn verloor. Langzaam zakte ik in een donkere, zwarte, put.


Ik schudde mijn hoofd wild. Nee, niet nog eens. Het was al erg genoeg, niet nog eens dat hele verhaal in mijn hoofd beleven.
Het had gesneeuwd en ik zat tegen de oude boom aan de rand van het meer. Het was íjskoud, maar het meer was niet bevroren. Sinds die keer is het meer nooit meer ijs geweest. Sinds tien jaar geleden, ongeveer.

Hulp was toen vrij snel gekomen. We dreven daar in het ijs, aan elkaar vast geklampt. Iedereen vond dat “mooi”.
Ik overleefde het,

jij was dood. Gestorven aan onderkoeling en uitputting.
Mensen zeggen nog steeds dat sterven aan onderkoeling een hele zachte dood is.
Whatever?
Jij, mijn eerste en laatste vriendje, stierf voor mij en dat kan ik maar op een manier goedmaken:
sterven voor jou.
Stiekem wist ik dat jij niet zou willen dat ik stierf voor jou.
Maar ik dacht niet na toen ik het meer in sprong.

- - -

Sorry, hij is afgezaagd en voorspelbaar en onorgineel en en.
Maargoed

Eve_lien

Berichten: 12252
Geregistreerd: 04-05-04
Woonplaats: Utrecht

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 11-12-05 12:12

En ik vind hem mooi.
Alleen is het laatste stuk zo.. snel ineens.

Fenn

Berichten: 6395
Geregistreerd: 13-08-04
Woonplaats: nederland

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 11-12-05 12:24

Ik ben nog aan het schrijven. Het begin is er, maar het word weer is moeilijk ergens afronding aan te geven. Ik denk dat ik een hoofdstuk schrijf en dan... Dan laat ik het daarbij, of schrijf ik af en toe voormezelf verder om later dat verhaal bij de grote fantasieschrijvers te voegen
verwacht er maar niet te veel van, want het klopt niet helemaal.

Fenn

Berichten: 6395
Geregistreerd: 13-08-04
Woonplaats: nederland

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 11-12-05 12:44

Er komt toch een einde aan, wat nu in mijn hoofd zit. Het is niet echt cliché, maar wel wat voorspelbaar.

Eve_lien

Berichten: 12252
Geregistreerd: 04-05-04
Woonplaats: Utrecht

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 11-12-05 12:49

Ben benieuwd

FrontC

Berichten: 4969
Geregistreerd: 02-04-04
Woonplaats: Utrecht

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 11-12-05 12:53

Ik bedenk me nu pas dat het vreemd is dat pas na 10 jaar ze eens bedenkt dat ze eens in dat meer gaat springen?

Fenn

Berichten: 6395
Geregistreerd: 13-08-04
Woonplaats: nederland

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 11-12-05 12:59

oude trauma's die naar boven komen. Misschien had ze na tien jaar nog steeds geen nieuw vriendje en gaf ze de hoop op. Fantasie genoeg...

Fenn

Berichten: 6395
Geregistreerd: 13-08-04
Woonplaats: nederland

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 11-12-05 13:39

hier is hij dan. Het is nou niet echt van hoog nivo en eigenlijk slaat het nergens op. Het begin is al van heel lang geleden. Toen was ik bezig in het rad des tijds en dan krijg je dit soort dingen.
trouwens, 2510 woorden


Langzaam sloot ze zich af voor de buitenwereld. Ze keerde zich volledig naar binnen en reikte naar iets wat daar was. Het vervulde haar volledig. Heel langzaam vloog ze weg. Zodra ze haar ogen opende leek ze een ander. Ze keek in haar eigen ogen. Ze keek dwars door het beeld heen, dat de spiegel niet barste leek een wonder. Ze keek regelrecht naar haar eigen toekomst.
De vrouw naast haar keek strak naar het meisje. Het meisje begon te beven. Ze trilde zo erg dat de thee, die op het tafeltje naast haar stond, over het kopje schoot. Het meisje opende haar ogen en gilde, een lang gerekte gil.
De vrouw vloog overeind en greep het meisje vast. Ze schudde haar heen en weer, probeerde haar weg te trekken van haar plek.
‘Ganine, Ganine.’ Riep ze dwars door de gil heen. ‘Je kent nu je toekomst, je weet het verleden, maar je leeft nu. Keer terug’
Met een woeste schreeuw viel het meisje terug op de vloer. Ze kroop tegen de oudere vrouw op en barste in huilen uit. Zichzelf vasthoudend aan de omslagdoek van de vrouw snikte ze: ‘ik wil het niet weten, Marshia. Ik wil het niet!’
‘Stil maar,’ mompelde de vrouw. ‘Stil maar.’ Ze aaide het meisje over haar rug. Zij wilde ook niet…
De vrouw liet Ganine huilen tot ze geen tranen meer over had. Daarna leidde ze haar naar buiten. Zodra de oudere vrouw de tentflappen opzij schoof vloog met een ijzige wind wat sneeuw de tent binnen. Snel duwde ze Ganine naar buiten en schoot erachteraan om de tent te sluiten.
Buiten was het koud. Ganine leek het niet te merken, Ganine leek niets meer te merken, maar Marshia had het koud. Ze trok de omslagdoek wat strakker om zich heen en baande zich een weg door de sneeuw. Ze trok Ganine min of meer met zich mee.
Het hele kamp bestond uit tien tenten. Ganine en Marshia hadden de kleinste, maar waren ook maar met zijn tweeën. De rest van de tenten werd bewoond door grote families, van soms wel 18 mensen. Een tent, die bijna net zo klein was als die van Ganine en Marshia, maar veel mooier, was die van Tomino.
Onder het afdak van de tent klopte Marshia vlug de sneeuw van haar kleren. Ze gebaarde Ganine hetzelfde te doen. Ganine keek verdoofd naar beneden.
‘Ganine,’ zei ze gebiedend. Het meisje keek op en haalde wat sneeuw van haar kleding. ‘We gaan zo naar Tomino. Vertel je verhaal en we kunnen terug, maar alsjeblieft. Vertel je verhaal.’
Ganine keek haar hulpeloos aan. Marshia legde een hand op haar schouder. ‘Kom op Ganine, ik vroeg het niet als het niet nodig is, maar nu. Dat snap je toch zelf ook wel?’
‘Ik wil niet,’ fluisterde Ganine. ‘Ik weet dat het moet, maar daarom kan ik het toch niet willen.’
Marshia poogde streng te kijken, ‘Wat wil je dan wel, Ganine? Kom.’ Ze duwde het meisje de tent in.
De tent was bijna volledig gevuld met kussen die her en der op de grond lagen. Waar geen kussens waren, daar waren kleine tafeltjes met papieren en enkele boeken. Afgeschermd door een doek was een klein vuur. Het doek was er om te zorgen dat niet heel de tent onder de rook kwam.
Tomani zat in het midden van de tent op een van zijn kussens. Hij hield met zijn handen verschillende papieren vast, die hij bestudeerde. Hij keek amper op toen samen met de kou, Marshia en Ganine zijn tent ik kwamen. Hij schudde zijn hoofd en legde het papier weg. Toen schonk hij pas aandacht aan zijn bezoekers.
‘ah, Marshia, Ganine,’ hij boog zijn hoofd ligt. Het werd door Ganine prompt beantwoord. Marshia schonk alleen een knikje. ‘ga zitten.’ Zei hij.
Marshia nam plaats op een van de kussens en deed haar omslagdoek af. Na de kou van buiten, was het in de tent heel warm. Ganine ging ik kleermakerszit op een van de andere kussen zitten.
Tomani richtte zich tot Marshia. ‘Waarom ben je hier? Je weet dat ik moeilijkheden heb,’ Marshia onderbrak hem. ‘Wij hebben moeilijkheden Tomani. Je moet weten dat wat met jou dreigt te gebeuren, met ons allemaal dreigt te gebeuren. Daarnaast heeft Ganine het aangedurfd om te kijken. Ze is hier om te vertellen wat ze zag.’
Tomani keek verbaasd naar Ganine. Marshia schrok, hij wist het dus nog niet.
‘Dan heb jij de toekomst gezien,’ lispelde Tomani.
Bevend keek Ganine op. Tomani keek haar strak aan, ‘en als jij de toekomst gezien hebt, dan weet je wat ik kan doen, wat ik moet doen.’
Ganine schudde haar hoofd. Tomani bleef haar aankijken. Met zijn blik kon hij iedereen laten buigen. De oude vrouw kon niet toestaan dat hij dat ook met Ganine deed. ‘Wat zij gezien heeft, heeft het lot met ons voor. Het lot kan gewijzigd worden door keuzes te maken. Het is dus de bedoeling dat je de juiste keuzes maakt, wil je aan het lot ontkomen.’
Tomani keek sluw. ‘hoe kan ik het voorkomen als zij haar mond niet opentrekt. Ik weet nog van haar moeder, dat kijken verdomt moeilijk is en dat mensen dingen zien die ze nooit gezien wilden hebben, maar hoe kan ik het lot afwenden als ik het niet weet? Als ze niet praat, is het haar schuld dat de wereld vergaat.’
Marshia’s ogen vlamde. Ze spuwde haar woorden bijna uit. ‘Jij, Tomani bent een verwend mannetje aan het worden, heel wat Mandra’s hebben ons laten leven en overleven en pas toen het kijken bekend werd, begon het moeilijk te worden zonder het kijken te regeren. Je moet je leren aanpassen aan wat je hebt en vooral niet hebt.’
De stilte die in de tent viel was opvallend. Tomani verbrak de stilte heel subtiel. ‘Goed, Ganine. Probeer het. Alsjeblieft.’ Het klonk bijna als smeken, bij ieder ander was het smeken geweest. Tomani wist het anders te brengen. Als een verzoek.
Ganine begon weer te beven, minder hevig dan tijdens het staren. Tranen stroomden over haar wangen. ‘ik zag de zee, de zee en een boom. Beide in de sneeuw. Ze…’ Ganine hakkelde even. ‘er was geen kamp, geen tent, geen Mandra en geen leven. De boom stond, maar dat was het enige. De zee woedde en..’ weer struikelde ze over haar woorden. ‘De enige die in leven was zat onder die boom. Onder die boom en was gek. Hij leek alles te geven voor een leven en leek niets meer te zien.’ Ganines schokkende stem ging over in een vaste woedende stem. ‘De wereld bestond uit water. En die boom. Het was onze toekomst niet alleen, maar die van alles. Welke keuze we ook hadden gemaakt, het was niet de juiste. Mensen, mensen die ik ken, die jullie kennen, dreven in het water. Ze leken verbrand. De man onder de boom begon te lachen en ik…’ Haar stem haperde opnieuw, ‘ik kon niet meer kijken, alleen gillen. Mijn moeder zou het wel hebben gezien. Sorry. Ik kon niet meer.’
Tomani wilde wat zeggen, maar Marshia was hem alweer voor. ‘jou verwijten we niets kind. Wat je gezien hebt is meer dan wat we konden weten als we niemand kon kijken. We moeten je dankbaar zijn.’
Ganine knikte alleen maar, ze staarde voor de rest naar de grond van de tent.
Tomani keek haar even woedend aan, haalde diep adem. ‘Ja Ganine, we zijn je dankbaar. Ik heb alleen een vraag, wie was die man?’
Ganine keek niet op, haar antwoord was een fluistering, ‘jij.’
‘Wat?’
‘Het was jij, Mandra. Jij en niemand anders.’
Tomani slikte. Hij leek uit zijn veld geslagen. Hij ademde zwaar, stond op en gaf Ganine een klap in haar gezicht. Ze sloeg een stuk opzei en keek wezenloos naar zijn hand. Haar eigen hand ging naar haar wang die langzaam rood kleurde.
Marshia verschoot van kleur en stond woedend op. ‘Jij, Je bent misschien nu de Mandra, maar je moet leren je te beheersen Tomani.’ Ze spuwde voor zijn voeten en stampte de hut uit. Ganine vloog op en rende erachter aan. De flap lieten ze open. IJzige kou waaide naar binnen. Tomani keek ze verbaasd na en sloeg toen de flap dicht. Hij schoot naar achteren en nam een stevige teug uit een kop thee die nog op een van de tafels stond. ‘Wat in hemelsnaam heeft het Lot nu weer met me voor…’

Buiten baande Marshia zich een weg terug naar de sneeuw. Ganine volgde haar pad op een afstandje. Ze negeerde de kou precies zoals haar moeder altijd kon. Ze dacht na over haar visioen. Mensen die in het water dreven, en de boom. Ze had de boom herkend en wist precies waar die stond. Ze kwam er vaak, wanneer ze kruiden moest zoeken voor Marshia. Ze wist zeker dat niemand dacht dat het die boom was. Ze wist niet zeker of ze het voor zich moest houden. Ze zuchtte even en keek nogmaals naar Marshia. De vrouw met de grijze lange haren en haar omslagdoek liep stug door. Ze was gewend aan sneeuw, maar leek het altijd koud te hebben. Haar Ivanti-jurk sloeg strak om haar benen en was vochtig aan de onderkant, waardoor de mooie rode kleur donker kleurde. Bij de tent sloeg ze vlot de sneeuw van zich af en ging ze waardig de tent in. Marshia wist alles waardig te brengen. Ganine snelde erachteraan toen Marshia haar riep. ‘Anders dan sluit ik de tent en slaap je maar buiten, het wordt koud!’ dreigde de vrouw.
Zodra ze binnen was sloot Ganine de tent. De warmte was behaaglijk en Ganine deed haar omslagdoek af. Marshia liep naar de achterkant van de kleine tent en zette een pannetje met gesmolten sneeuw op het vuur. Toen draaide ze zich om naar Ganine.
‘Weet jij wat je visioen betekent, Ganine?’
Het meisje schudde ontkennend haar hoofd.
‘Je kent de geschiedenis van de Ivanti, toch? Het kijken gaat heel diep daarin. Wanneer mensen kijken, zien ze beelden die we alleen kunnen ontrafelen wanneer we de geschiedenis kennen. Niets is wat je werkelijk ziet. Wat jij zag, de zee en de dood. Ze staan voor onontkoombare vernietiging.’
De thee begon te koken en Marshia werd even afgeleid. Ze liep naar achteren en pakte de pan van het vuur. Zorgvuldig goot ze het water in twee kommetjes en deed er wat kruiden bij. Ganine ging geschokt op een van de kussens zitten.
‘Maar Marshia, je zei dat we een keuze hadden. Keuzes moesten maken. Is het echt onontkoombaar?’
Marshia was klaar met haar thee, ze gaf een van de kommen aan Ganine en zette dat van haar op een tafeltje. Daarna ging ze in kleermakerszit tegenover het meisje zitten.
‘Keuzes kunnen leiden tot een ommekeer van het Lot. Je kan het gunstig stellen, maar soms kan je het alleen proberen zo goed mogelijk te maken. Wat jij zag is al eerder gezien. Je moeder had dit visioen ook. Toen is de huidige Mandra vermoord.’
Ganine snakte naar adem. ‘Wat…’ Ze schud met haar hoofd, maar dan. Dat betekent dat.’
Marshia keek haar onbewogen aan. ‘Ken jij het verleden van je moeder?’ vroeg ze vervolgens. ‘Kijken in de toekomst kan je al, maar wat weet je van het verleden?’
Ganines ogen werden wat groter. Ze plukte zenuwachtig aan haar donkere gevlochten haren. ‘Het verleden van mijn moeder ken ik alleen zoals het me is verteld. Mijn moeder werd ziek en stierf.’ Haar stem klonk vlak.
‘Dan is het misschien tijd om de volledige waarheid te vertellen.’ Zei Marshia.
Ganine knikte en plukte verder aan haar vlecht. Ze keek hoopvol naar Marshia.
‘Je moeder kon net als je oma en net als jij kijken. Ze bezat het talent alleen veelvuldig sterker dan de meeste vrouwen die ook maar een spoortje toonden. Normaal is kijken iets wat in dromen gebeurd. Weinig vrouwen kunnen navertellen wat ze zagen. Controle erover hebben is haast onmogelijk. Nog minder vrouwen kunnen zien als ze wakker zijn. Je moeder kon dit alles.
Ze ontwikkelde het talent in stilte, maar was vaak afwezig. Als zuster merkte ik dat op. Ik had iets door. Merkte dat ze ergens mee zat en uiteindelijk wist ik haar zover te brengen dat ze me in vertrouwen nam.
Toen begon ik haar te helpen, ik zocht in oude papieren en ontdekte dingen die niemand meer weet. Langzaam wisten we met zijn tweeën de toekomst te ontrafelen. We leerden betekenissen en je moeder keek steeds vaker. Op een dag kreeg ze hetzelfde visioen als jij. Alleen stond toen een andere Mandra onder de boom te lachen. Zodra ik ontdekte wat het kon betekenen spoorde ik je moeder aan het aan de Mandra te vertellen. Ik wist dat we anders verraden zouden worden door die Mandra. Hoe wist ik niet, maar het verraad zou zorgen voor totale vernietiging. De tekens waren mij duidelijk.
We stapte naar de Mandra, je moeder deed haar verhaal. Ik legde het uit en de Mandra beloofde het geheim te houden.
De volgende dag wist iedereen van je moeder. Ze noemde haar onheilsbrenger en geloofde haar niet. Volgens hen was het haar schuld. Je vader liet je moeder in de steek. Je moeder hield het niet uit en is in zee gesprongen. Ik wist dat er nog een keuze was om het lot te keren. Diezelfde avond was de Mandra dood. Onverklaarbaar, geen verwonding en geen duidelijke doodsoorzaak. Als heelster onderzocht ik het lichaam. Ik legde een verklaring af: hartstilstand.
Tomani werd opvolger en jij groeide bij mij op. Niemand weet de werkelijkheid, vermoedens zijn niet uitgesproken en omdat er niemand in het dorp was die zoveel over kruiden en ziektes weet als ik ben ik nog in leven. Heb jij nooit gemerkt dat mensen bang van mij zijn?’

Het was nacht en in de tent van Ganine en Marshia lag Marshia onder de dekens. Ze sliep onrustig en de dekens lagen strak om haar heen. Ze was alleen in de tent.
Ganine was buiten. Ze zat op een van de rotsen en keek naar boven, naar de sterren. In haar hand een mandje. Vragend keek ze naar boven en toen leek ze weer een totaal ander. Dit keer trilde ze niet, maar begon ze alleen langzaam te knikken. Ze sloot haar ogen even en opende ze toen. Het maanlicht liet haar ogen glinsteren.
Daarna stond ze op en liep ze het bos in. Het mandje aan haar arm.

De volgende dag moest Marshia Ganine wekken. Het meisje sliep vaster dan normaal. Pas toen ze wat sneeuw van buiten tegen haar voorhoofd hield ontwaakte Ganine. Ze keek even verschrikt op en sloot vervolgens haar ogen.
‘Ik heb het gedaan Marshia. Laat me alsjeblieft leven.’
‘natuurlijk meisje, ik zou je nooit wat doen.’ Ze sloeg haar armen om Ganine heen en drukte een zoen op haar voorhoofd.
Het nieuws dan Tomani overleden was bereikte Marshia’s hutje snel. Ze stelde opnieuw een hartaanval vast en gaf hiervan de stress de schuld.
Het lijk werd zoals de oude gebruiken voorschreven in doeken gewikkeld en in de zee achtergelaten.

Bestek

Berichten: 3167
Geregistreerd: 04-05-05

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 12-12-05 19:31

Ik doe deze ronde niet mee... ik heb koorts en voedselvergiftiging.. niet echt inspiratie dus..

* Duikt haar bed weer in..

Fenn

Berichten: 6395
Geregistreerd: 13-08-04
Woonplaats: nederland

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 12-12-05 19:56

ok, wat mij bedreft kan er een nieuwe foto komen

Eve_lien

Berichten: 12252
Geregistreerd: 04-05-04
Woonplaats: Utrecht

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 12-12-05 22:27

Wat mij betreft ook.
Wie kiest?

Fenn

Berichten: 6395
Geregistreerd: 13-08-04
Woonplaats: nederland

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 13-12-05 15:18

degene die de laatste foto heeft geplaatst mag iemand uitkiezen.

FrontC

Berichten: 4969
Geregistreerd: 02-04-04
Woonplaats: Utrecht

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 14-12-05 17:52

Okee, ik ben gekozen door Solarpleure
*gaat foto zoeken

FrontC

Berichten: 4969
Geregistreerd: 02-04-04
Woonplaats: Utrecht

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 14-12-05 17:55


Tinkebel

Berichten: 3992
Geregistreerd: 09-11-04

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 14-12-05 21:26

Stom, en mislukt..

Citaat:
‘Loes, kom eens heel snel naar beneden toe’ hoorde ik mijn vader schreeuwen. Zijn harde, brommende stem riep me. Er liep een rilling over mn rug, want ik wist wat er ging komen.

Zoals elke dag, trof ik hem dronken aan toen ik uit school kwam. Hij lag op de bank en had zijn favoriete cd van André Hazes, zijn grote voorbeeld, opstaan. Met in zijn hand een flesje bier, walste hij door de kamer heen. Toen hij me zag veegde hij zo alle lege flesjes bier van tafel af, en ik bleef in de deur opening staan, starend naar mijn vader. Mijn moeder had de moed al opgegeven, ze waren gescheiden, en mijn moeder was verhuisd. Ik was boos op mijn moeder. ‘Hoe kan je hem nou alleen laten, iedereen is wel een keertje dronken’ riep ik boos tegen mijn moeder toen ze met 3 koffers in haar hand ons huis verliet. ‘Hoe kan je?’ was mijn grote vraag. Maar nu.. Weet ik dat ze gelijk heeft. Mijn vader is niet een keertje dronken. Hij is altijd dronken. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Altijd.

Ik zat op mijn kamer, het was donker, en koud. Mijn vader herhaalde wat hij zei. Keer op keer. Totdat ik besloot toch naar beneden te gaan. Stapje voor stapje liep ik de trap af. Bij elke tree een zweetdruppel meer. Een angstrilling meer. Bij elke tree, werd ik banger, droeviger, verdrietiger… De muziek galmde alweer het hele huis door, merkte ik toen ik mijn oordopjes uit deed. De deur van de huiskamer stond op een kier, en ik zag mijn vader al weer dansen. Vrolijk zong hij mee, terwijl hij de één na de andere wijnfles uit het rek trok. Gulzig opende hij ze, en nam van ieder één slok. ‘Loes, kom nou’ bleef hij maar herhalen. Voorzichtig stapte ik de woonkamer in. En opeens werd ik boos, oh zo boos. Ik liep naar de stereo installatie en draaide de volumeknop een behoorlijk stuk terug. Eindelijk, na weken, maanden misschien wel, was er een beetje rust in huis. ‘En nu hou je op papa, je gaat er aan kapot’ riep ik boos. Mijn vader keek me verbaasd aan. Het was net een kleuter, waar het speelgoed van afgepakt werd. ‘Je gaat kapot aan die stomme drank’ schreeuwde ik woest. Mijn vaders verbaasde gezicht werd bozer, en bozer. Langzaam kwam hij op me af. Ik rook de vieze geur van een overdosis aan alcohol. Ik liep naar achter. Net zo lang totdat ik platgedrukt tegen de muur aan stond. Nog steeds kwam mijn vader dichterbij. Hij balde zijn vuisten, deed zijn arm naar achter, en duwde zijn vuist met volle vaart in mijn gezicht. Eerst één keer, toen nog een keer, toen in mijn maag.. hard.. keihard. Ik kromp ineen in een hoekje op de grond. Mijn vader schopte me overal waar hij me raken kon. Mijn hoofd bonsde, en ik zat onder het bloed. Ik kroop naar de voordeur toe, waar ik me overeind trok en de deur opende. Ik rende naar buiten. Ik rende weg.. Weg naar nergens.

Het was kil en koud buiten. Ik woonde in een grote stad, maar ons huis lag in een achterstandswijk. Overal graffiti, in elkaar getrapte bushokjes, vernielde brievenbussen, en uitgetrapte sigaretten. Ik trok mijn muts over mijn hoofd en stak mn handen in mn zakken, en met een verwaand smoeltje zette in mijn passen op de straat. Overal stonden hangjongeren. Sommige floten, riepen wat, of gilden. Maar sommige waren zelfs zo erg dat ze op me afkwamen en in mn kont knepen. Als ik een goede dis had, diste ik ze. Maar dat was die dag niet nodig. Ze schrokken van mijn door een door bloedende gezicht en kleding. Ik liep door, terwijl de hangjongeren kwamen en gingen. Ik liep totdat ik midden in het centrum kwam. Overal disco’s, maar het beviel me niet. Ik liep verder, naar plekken die ik zelf niet eens kende. Ik liep naar het onbekende, en ik vond het fijn. Want wat voor mij bekend was, herinnerde mij aan mijn vader. Ik liep door totdat ik een onbekende lucht rook. Het waren sigaretten. Een slecht iets, waar mijn vader gelukkig niet aan meedeed. Ik zag een groep jongeren staan, en ze rookten, of blowden, ik wist het niet. Omdat ik toch niks te verliezen had, liep ik naar ze toe. Sommige floten, toen ik opeens midden in hun groep stapte. Twee jongens lachten me uit. Maar één jongen, was bezorgd. Hij keek me aan met zijn grote ogen. Hij pakte mijn arm en zei ‘je hoort bij ons chick’. Ik besefte niet goed wat er gebeurde. Waar hoorde ik bij ? Wou ik het wel? Waarom wou die jongen dat ik bij hun hoorden? Al die vragen spookten door mn hoofd heen.

Die avond was goed geweest. Al snel werd ik geaccepteerd in de hele groep, en het leek alsof we elkaar langer kenden dan één avondje. Elke boy behandelde mij als zijn beste vriendin, waar hij mee kon dollen, en die hij beschermde. Ik voelde aan band aankomen. Een band als broer en zus, met elke jongen uit de groep. Ik voelde me veilig, en goed. Om een uur of vier ging de groep naar de city, zoals ze het noemden. Ik weigerde mee te gaan. ‘Ik kán niet’ zei ik, en ze vroegen er verder niet meer na. Iedereen ging weg, behalve de jongen, en ik. Ik ging naast hem zitten, en we praatten over van alles. Maar niet over waarom ík zo laat nog buiten was, met een bebloed gezicht, en een blauw oog. We hadden het over de jongen. Over zijn leven. Hoe híj hier kwam. Hij leerde me roken, want ik kon het niet. Hij leerde met hoe je de wiet in je shag stopte. En we rookten. We blowden. En we deden alles, wat ik vroeger nooit dors. We deden alles waar ik vroeger fel op tegen was. De jongen vertelde, dat hij zich rot voelde. Hij zat in een insticht, en hij wist niet waarom. Op een dag sloop hij naar buiten, maar hij liet een brief achter voor zijn beste vriend in het gesticht. ‘Ik ben op zoek naar de waarheid’ schreef hij, kort maar krachtig, op het briefje. En zonder een laatste afscheid, was hij vertrokken. Maanden had hij gezocht, en hij was net als mij bij de groep aangekomen. Ze leerden hem hoe het straatleven ging. Het ging met ups en downs. Met leuke, en niet leuke dingen. Hij blowde zich dood, zei hij. Maar ik geloofde niet dat je kapot kon gaan aan wiet. Na een uur zeuren, kwam hij met zijn waarheid. Stapels XTC, Heroïne, Cocaïne, en Hasj kwamen uit zijn jas en broekzakken. Gulzig snoof hij van alles iets. En hij werd nog higher dan dat hij al was.

Iedere avond spraken we af op een plein, met pilaren. Een soort van extra stuk bij een mooie Italiaanse stad. We kregen een band, alhoewel ik liever een andere band had. Ik wilde een band met zorg voor elkaar. En wij zorgden voor elkaar en de drugs van elkaar. Ik wilde een band met liefde. En wij gaven elkaar liefde. Ik wilde dat liefde iets intiems was. Terwijl ik open spel speelde midden op straat. Ik wilde een band met dvd’tjes kijken voor de tv. Maar wij keken voetbal in de kroeg. Ik wilde een band, die bestond uit elkaar opvangen in moeilijke tijden. Maar ons schip kon niet dieper zinken. Ik wilde een band met leuke dingen. Maar wij praten over dood, moord, en verkrachten. Onze band leek totaal niet op mijn ideale vriendschapsband. Maar ondanks dat, waren we meer als broer en zus.

En op een koude donderdagavond, liep ik weer naar ons plein toe. Ik krabde een oude korst van mijn hoofd af, en gooide hem op straat. Zodat iedereen kon zien, wat ik ooit had meegemaakt. Ik liep naar het plein, maar mijn vriend was er nog niet. Het was er stil. Stil en verlaten. Wel lach er een briefje. De randjes waren afgebrand, als een oude brief uit een schatkist.

Ik weet het zeker. Ik ga er aan kapot. Nu je dit leest. Ben ik kapot.
Vaarwel, vriendin.

Ik las het hardop voor, en begreep bij de eerste zin al wat er gebeurd was. Mijn vriend was kapot gegaan aan de drugs. En ik had er vrede mee. Ik had er vrede mee, dat hij kapot was gegaan aan een verslaving, terwijl ik mijn vader verliet, omdat hij kapot ging aan zijn verslaving. Ik was heel oneerlijk geweest. Want opeens besefte ik, dat je met liefde veel meer van elkaar pikte. En tussen mijn vader en mij, was er nooit liefde geweest. Mijn vader heeft bij mij nooit een eerlijke kans gehad, omdat er geen liefde was. En ik heb hem nooit kunnen helpen, omdat er geen liefde was.

En nu loop ik op straat, zoals ik vroeger ook deed. Vroeger van huis weg, nu naar huis toe. En nog steeds, al die jongens op straat, maar geen één die naar me roept. Vreemd. Ik loop de straat in. Op weg naar huis. Ik weet niet wat ik moet verwachten. Steeds sneller loop ik. Totdat ik ons bekende hek zie. Ik open hem, en tref een leeg huis aan. Voorzichtig tuur in door de ramen, en in de voortuin staat er bord met ‘te koop’ er op geschreven. Het hele huis zit onder de spinnenwebben. En ik weet het zeker. Mijn vader is kapot gegaan aan zijn verslaving. En vreemd genoeg, heb ik er nu wel vrede mee. Nog één keek kijk ik naar ons huis. Het is stil, en verlaten. Net als het plein.

Talsha

Berichten: 2573
Geregistreerd: 26-02-04
Woonplaats: Boeskoolstedke

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 14-12-05 23:07

Super mooi verhaal VeraA!!

Miepp
Berichten: 3243
Geregistreerd: 15-05-04
Woonplaats: Thuis

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 15-12-05 20:52

wow, echt super mooi, ben dr helemaal stil van veraa

lovelynutia

Berichten: 4870
Geregistreerd: 26-05-04
Woonplaats: Almere-Haven

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 16-12-05 16:38

wat mooi geschreven echt heel mooi

Tinkebel

Berichten: 3992
Geregistreerd: 09-11-04

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 18-12-05 10:28

Bedankt

Iemand anders nog een verhaal?

FrontC

Berichten: 4969
Geregistreerd: 02-04-04
Woonplaats: Utrecht

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 18-12-05 10:51

Euh ik schrijf wel even! Anders is het zo leeg

Fenn

Berichten: 6395
Geregistreerd: 13-08-04
Woonplaats: nederland

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 18-12-05 10:52

ik moet ook nog schrijven, maar ben nu te moe om inspiratie te krijgen. Sorry. Morgen of overmorgen komt het wel.

FrontC

Berichten: 4969
Geregistreerd: 02-04-04
Woonplaats: Utrecht

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 18-12-05 10:58

HET IS MISLUKT
Maargoed.

' ‘Overal zie je er waarschuwingen voor, de loverboys. Altijd denk je dat zoiets jezelf niet overkomt. En als het je gebeurt, herken je het niet.’, las ik eens in een jongerentijdschrift.
Toen dacht ik bij mezelf nog dat mij zoiets nooit kón gebeuren.
Maar hier stond ik nu, in mijn nauwelijks dertig centimeter korte, witte, rokje, in mijn netpanty, in een opvallende kanten string die doorscheen en alleen een soort latexachtige bh.
De smeerlap.

Het begon een jaar geleden. Ik leerde hem kennen op een schoolfeest, hij was geïntroduceerd door zijn nicht, een meisje dat ik eigelijk niet zo moest. Hij leek voor mij altijd een stille, kwetsbare, jongen, die nooit een vlieg kwaad zou doen.
Er was veel oogcontact tussen ons en van het een kwam het ander: een dag later zat hij ’s avonds bij mij op de bank thuis.
We kregen een goed lopende relatie en hij bleef voor mij altijd een kwetsbare en stille jongen die, dacht ik, ontzettend veel van mij hield.

Hij had veel problemen thuis. Zijn vader was alcoholist, zijn moeder weg, hij was alleen. Ik troostte hem altijd.
Na een tijdje gingen we samenwonen. Hij praatte op mij in over dat de wereld zo slecht was, dat harten koud waren, dat alle mensen op konden rotten, dat alles verkeerd was. Dat wij twee samen als enige moesten doorleven, afgesloten van de rest…
Hij werd depressief. Hij kwam aan de drugs: dure drugs.
Die kon hij op een gegeven moment niet langer betalen. En zonder drugs was voor hem alles slechter: vaak had hij op een viaduct gestaan of langs de spoorlijn, wachtend op een trein of een grote vrachtwagen. Al zeker vijf keer was hij bijna gesprongen.

Ik herinner me het moment nog goed.
‘WAT DOE JE?!’, had ik gegild, in tranen. Ik had hem meegesleept naar ons flatappartementje en legde hem op bed.
’Drugs, drugs… Ik kan niet zonder, help me dan toch…’
Ik wist dat ik niet anders kon dan drugs halen. Maar we hadden geen geld. Het was kiezen tussen twee dingen: geld, of hem verliezen.

Verschrikkelijk, zoals hij me in de val had laten lopen. Hij vertelde me toen dat hij wel een goede pooier wist. Bij dat woord was ik heel hard gaan huilen.
Een week later zat ik al achter de raampjes. Verdoofd, met nauwelijks kleding aan.
De eerste keer weet ik ook nog goed, het was verschrikkelijk. Die man vermaakte zich verder wel, maar ik moest mijn opperste best doen om niet heel hard te gaan huilen.


Ik verdiende best veel geld daar, maar niet genoeg.
Later ging ik werken als prutsmuts op straat. Of, nou ja, ik móest, want hij had me klem gezet.
Hij sloeg me als ik niet deed wat ik vroeg, hij zei dat hij de pil die ik slikte zou inwisselen voor kalktabletten als ik niet alles deed wat hij vroeg: ik zou zwanger worden.
Ik móest wel door blijven werken.

Nu stond ik hier: wat levenloos te paaldansen om een pilaar op een verlaten plein. Als er mannelijke voorbijgangers langs liepen, flirtte ik met ze.
Ik had het vak geleerd, ik verdiende goed. Ik zag eruit als een trotse prostituee, maar vanbinnen was ik gebroken, voor altijd.
De enige persoon van wie ik hield had mij gigantisch in de val laten lopen.
De enige persoon van wie ik hield, was de persoon die mij een eindeloos dal in joeg.
De enige persoon van wie ik hield, misbruikte me totdat de dood me kwam halen.'

Tinkebel

Berichten: 3992
Geregistreerd: 09-11-04

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 18-12-05 11:12

Ik vind t begin niet echt denderend, maar daarintegen is het einde echt helemaal super

Fenn

Berichten: 6395
Geregistreerd: 13-08-04
Woonplaats: nederland

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 18-12-05 11:20

Wat VeraA zegt, ben ik het niet mee eens. Begin is pakkent, maar op het eind vind ik het wat minder worden.

Gaat toch schrijven.