Moderators: Essie73, NadjaNadja, Muiz, Telpeva, ynskek, Ladybird, Polly
Citaat:“Jennifer” schreeuwde ik wanhopig. Ik wilde haar niet nog es alleen laten. “Jennifer”! Ik hoorde mensen schreeuwen buiten, iemand schoot. Ik rende tegen de deur op, ik moest eruit. Ik moest zien wat er aan de hand was. Het was zo frustrerend, iedereen was een het schreeuwen en het schieten. En ik kon niet zien wat er aan de hand was. Opeens begon er iets te piepen, ik ging stil staan. “He”? Het kwam uit m’n zak. Ik haalde een klein voorwerp eruit. Dat was ook zo, de politie agent deed iets in mijn zak. “AAAAH” ik hoorde Jennifer gillen. Ik liet het kleine zwarte voorwerp vallen, en rende naar de deur. Er stond iemand voor, die deed de deur open. 1 van de handlangers van Sofie! Ik liep achteruit, hij pakte iets uit zijn zak. Een pistool, hij richte het naar mij. “Kom mee” zei hij luid en duidelijk. Zal ik blijven staan of mee komen, ik wist het niet. Blijven staan is een doodvonnis, maar mee komen zag ik ook niet veel voor. “Schiet op”! Schreeuwde hij. Ik liep naar hem toe, door de deur. Hij porde met het pistool in mijn rug. “Doorlopen, en snel”! Ik begon te lopen. Waar zou Jennifer zijn? “Waar heen?” zei ik. “Naar boven”. Zei hij terug terwijl hij met zijn pistool naar een trap zwaaide. Ik liep naar boven, ik hoorde een paar mensen beneden schieten. En hoorde iemand schreeuwen. “Laat jullie wapens vallen”! Politie dacht ik opgelucht. Het zou snel afgelopen zijn. Maar Jennifer dan? Waar zou ze zijn. Word ik doodgeschoten straks? Ik kwam in een donkere kamer, gingen ze me hier opsluiten. Ik had vermoedens dat het niet zo zijn, de politie kon me veel te gemakkelijk vinden hier. “Blijf hier staan”, snauwde de man. Hij schoof een kast opzij. Ik keek waarom hij dat deed. Op de grond zag ik een luik, hij deed hem open. Ik wilde weg rennen, als hij me daar in stopte zou nooit meer iemand me vinden. Hij pakte me vast, ik trapte en sloeg hem. Zo vaak als ik hem kon raken. Maar het haalde niks uit, hij stopte me in het donkere gat. Ik probeerde er gelijk meer uit te klimmen, meer hij deed het luik al dicht. Ik zag niks meer. Totale duisternis. Ik taste om mij heen, niks. Het was een ruimte. Ik voelde in mijn zakken, een aansteker! Ik pakte hem en deed hem aan. Een grote vlam kwam uit mijn aansteker(Ciska had hem opgevoerd voor me). Ik kreeg zowat een hartstilstand door wat ik zag.
Citaat:Lijken, overal waar ik keek. Verrote figuren, met ingezakte ogen. Verbrande naakte lijken. Ik wist opeens wat het geheim van Sofie was, een paar jaar geleden was er een seriemoordernaar bij ons in de stad. Jennifer was er achter gekomen, en zei tegen Sofie dat ze het door zou vertellen als ze nog iemand zou vermoorden. Ik liep achteruit, ik zocht een stuk waar geen opelkaar gestapelde restjes huid en botten lagen. Ik struikelde ergens over, ik keek wat het was. Mijn aansteker wees er heen, een heel compleet skelet van een mens. Ik begon misselijk te worden, hoe langer ik naar de verrotte delen van deze mensen keek. Ik begon over te geven, wel een kwatier lang. De geur van het braaksel kwam omhoog. En trok niet weg, ik moest nog een keer overgeven. Ik voelde hoe erg ik verzwakte, ik viel om. Ik wist dat het niet meer lang duurde voordat ik mijn bewustzijn zou verliezen. Ik hoorde iets onder mij kraken. Vast een bot ofzo, ik zonk weg. Ik mocht niet flauwvallen, vooral niet flauwvallen, vallen….
Farouche schreef:\
Maarrrr een vraagje waarom mag je geen nien zeggen (sorry voor deze enen keer)
Citaat:Ik werd wakker, waar was ik? Ik keek om me heen en herrinerde me het weer de tel na ik mijn ogen open deed. Ik bleef nog even liggen, en stond toen op. Ik moest iets bedenken, maar diep in mijn hart wist ik dat het onmogenlijk was. Als al die mensen hier lagen, en ze waren er allemaal niet uitgekomen.. Dan zou het mij ook niet lukken dacht ik terleurgesteld. Maar mischien, dacht ik hoopvol. Waren ze al dood toen ik hier kwam. Ik probeerde niet naar de lijken te kijken, of eigenlijk de resten ervan. "Nee we hebben haar niet kunnen vinden meneer" hoorde ik boven mij. De beschaving dacht ik blij! Ik gilde zo hard als ik kon, niet wetent of ze me konden horen. Ik was even stil uit nieuwschierigheid of ze me hoorden. Ik hoorde niks meer, poedersuiker. Ik was verloren. "Hoorde jij dat ook agent? Ik durf te zweren dat ik iemand hoorde gillen". Ik gilde harder. "Nee jochem, je verbeeld je dat". En ik hoorde dat ze wegliepen. Vol frustratie gilde ik gewoon door. Opeens hield ik ermee op, ik was verloren dacht ik wanhopig. Opeens bedacht ik me iets, iets verschrikkelijks. Hoe kon ik nog ademen? Zou de zuurstof al bijna op zijn, dacht ik wanhopig? Maar dat zou niet kunnen, ik zou al lang moeten gestikt als het echt helemaal was afgesloten. Ik pakte mijn aansteker weer, en ging op onderzoek uit.