Nog een stukje 
Een jonge, knappe vrouw kwam aanlopen. Ze bekeek de leerlingen en liep haar lokaal binnen.
“Dag allemaal” zei de vrouw “Ik ben Professor Bandanada. Ik ga meteen zeggen waar jullie moeten zitten.”
Het lokaal leek veel op de andere lokalen. Er stonden banken met twee stoelen, vooraan een bureau voor de leerkracht en een groot bord.
“Kom allemaal hier van voor staan” zei professor Bandanada.
De leerlingen schuifelden naar voren en wierpen elkaar vragende blikken toe.
“Ruben en Yvonne zitten hier. Sandra en Emma mogen daar gaan zitten.Dan zetten we Lander en Olmo hier en Cicilia en Renja hier. Wie hebben we nog? Geert en Helia, jullie gaan dan maar vanachter zitten.”
Emma ging op haar plaats zitten. Ze keek naar Cicilia, die schuin achter haar zat. Cicilia leek niet zo blij met Renja naast haar. Renja stond erom bekend om een ‘blokko’ te zijn. In de pauze herhaalde ze meestal haar lessen en tijdens de les wist ze altijd alle antwoorden.
“We zullen met iets eenvoudigs beginnen” zei professor Bandanada “Vandaag ga ik jullie leren hoe je een rode bloem paars maakt, door middel van een toverdrank. Sommige dranken die jullie hier brouwen zullen hetzelfde effect bekomen als een spreuk die jullie leren. Ik schrijf even de ingrediënten op het bord.”
Profesoor Bandanada nam een krijtje en zette het tegen het bord. Toen ze het los liet begon het krijtje te schrijven.
Ingrediënten voor verkleurdrank 1: van rood naar paars
-1 theelepel ossenstaart
-20 gram auberginepoeder
-3 liter water
-4 kanarieteentjes
Bereiding:
1) Giet het water in een vuurvaste pot
2) Verwarm op groene vlammen
3) Voeg de ossenstaart toe als er drie luchtbellen naar boven zijn gekomen
Opgelet! Niet eerder en niet later!
4) Laat vijf minuutjes sudderen en gooi de kanarieteentjes één voor één in de pot, de drank word nu felgeel
5) Wanneer de kanarieteentjes terug boven komen drijven strooi je het auberginepoeder erover
6) Laat het geheel een kwartiertje op het vuur staan
7) Als de verkleurdrank is afgekoeld, hij zou nu donkerpaars moeten zijn, kan je het testen
“Kom jullie ingrediënten maar halen. De aubergines moeten jullie zelf nog tot poeder malen” zei Bandanada toen het krijtje klaar was met schrijven “En vergeet niet, dit is individueel werk!”
Profesoor Bandanada zwaaide met haar toverstok en er verschenen drie enorme tonnen, tot op de rans gevuld met kanarieteentjes, aubergines en ossenstaarten. Emma stond op en wachtte even op Cicilia.
“Tegen het einde van de les wil ik op iedereen zijn bureau een paarse bloem zien staan!”
Na nog een zwaai van Bandanada’s toverstok verschenen er op elk tafeltje twee rode bloemen, een grote ketel, die op een soort van bunsenbrander stond en een emmer water met maatbeker.
Emma nam de maatbeker, schepte drie liter water uit de emmer en goot dat in de ketel. Daarna deed ze haar bunsenbrander aan. Er laaiden drie meter hoge vlammen op.
“Niet te veel scheetgas!” riep Professor Bandanada kwaad “Draai aan het wieltje!”
Emma deed snel wat haar gezegd werd. De vlammen krompen tot zo’n twee centimeter en werden een tint donkerder groen. Nu moest ze even wachten maar tegelijk opletten, zodat ze de luchtbellen kon tellen. Veel eerder dan ze had verwacht kwam er een bel naar boven. Toen hij aan het opverlak kwam walmde er een enorme stank uit de ketel op. De tweede luchtbel rook iets beter en de derde had de geur van parfum. Emma gooide de ossenstaarten snel in het water. Terwijl het drankje sudderde begon ze haar aubergines te malen, met een rasp die samen met de ketel en het water was verschenen.
De hele klas rook nu naar parfum en naar de stank van de eerste luchtbellen. Emma keek hoe Cicilia haar aubergine vermaalde. Net te laat kwam ze erachter dat de vijf minuten al voorbij waren en ze de kanarieteentjes moest toevoegen. Haar brouwsel was nu grauw-grijs. Ze gooide de teentjes er snel bij. De grauw-grijze kleur maakte plaats voor een groen-gele kleur.
Professor Bandanada beende door de klas, terwijl ze keek hoe de leerlingen het ervan af brachten.
“Niet goed op de tijd gelet?” vroeg ze aan Emma “Doe er maar vijf gram extra auberginepoeder bij, dan komt het wel goed.”
Emma was opgelucht dat ze het niet had verpest en dat Professor Bandanada niet boos was geworden. Ze was net klaar met haar aubergine te vermalen toen ze de kanarieteentjes zag bovenkomen. In plaats van 20 gram deed ze er 25 gram poeder in, zoals Bandanada had gezegd. De drank kreeg een paarse kleur.
Terwijl ze wachtte tot het brouwsel klaar was keek ze naar de anderen in de klas. Sandra, die naast haar zat, liet haar drank al afkoelen. De vloeistof in haar ketel had een donkerblauwe kleur. Aan Cicilia’s gezicht te zien was het bij haar ook aan het lukken, ze lachte vrolijk naar Emma. Uit sommige ketels steeg er rook op, en ui één ketel kwal nog steeds een walm van stank. Emma zette het vuur na ene kwartiertje uit. Nu moest ze weer wachten, tot het afgekoeld was. Het lesuur was bijna afgelopen toen de, nu roze, vloeistof afgekoeld was.
“Niet lang genoeg laten nasudderen Emma” zei Professor Bandanada.
Emma negeerde haar en goot een beetje van de drank bij de bloem. Die begon te rillen en viel toen om, maar hij werd wel een beetje paars.
“Jullie mogen jullie bloemen naar voren brengen” zei Bandanada “Schrijf er wel ergens jullie naam op.”