[VER] fantasie: Aristora

Moderators: Essie73, NadjaNadja, Muiz, Telpeva, ynskek, Ladybird, Polly

Toevoegen aan eigen berichten
 
 
solarpleure

Berichten: 2809
Geregistreerd: 04-04-05
Woonplaats: Oss

Re: [verhaal] fantasie: Aristora

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 16-06-05 14:47

Citaat:
“Wouw”, zei Varuna. “Wat een hoop boeken, als ik dat had geweten was ik veel eerder uit die kamer gegaan”. “Wat is het hier donker”, zei Sonata. Dat viel mij toen ook pas op. Eigelijk had ik Varuna en Amorphiiss helemaal niet kunnen bekijken. “Amorphiiss”, zei ik. “Wie ben jij eigelijk”. “Nou ik ben hier altijd het ‘spook’ geweest. En toen kwam Varuna hier en sindsdien ben ik van haar”, zei hij. “Ik ben eigelijk wel altijd zo geweest en ken die hele Barica niet”. “Hoe ben je hier dan gekomen?” vroeg ik. “Ja daar ben ik ook wel benieuwt naar”, zei Ano. Ano en Sonata gingen zitten, ik ging erbij zitten en Amorphiiss ging tegen over ons zitten. “Nou voordat Sighni zo is als het nu is leefde hier een graaf. Graaf Vampura was zijn naam. En leefde is denk ik een beetje veel gezegd. In ieder geval hij had hier altijd vele wezens rondlopen die niemand anders had durven hebben en hij heeft ze keurig opgevoed. Maar tegenspraak vond de graaf niet leuk, dus heeft hij alles verbannen dat niet luisterde. De Brandvuries en de Pryns zijn er nog altijd en nog een paar andere wezens. Denk ik, van de meeste heb i niks meer gehoord sinds de Skyron hier is, zelfs niet van de graaf. Dit kasteel is nooit aangevallen omdat iedereen er bang voor is. De graaf en zijn wezens waren overal in Aristora bekent en gevreesd. Verder ben ik hier geboren en gelogen, mijn hele familie is weggegaan omdat ze niet meer vrij door het kasteel konden lopen. Maar ik bleef omdat Varuna niet mee wilde”, vertelde Amorphiiss ons. “Maar denk je dat de graaf en de wezens hier nog zijn?” vroeg ik. “Waarschijnlijk wel maar ik ben te groot om door de gangen te gaan dus kan ik ze niet zoeken”, zei Amorphiiss. “Je zal de Pryns moeten vragen”. “Mag ik weten wat je precies bent?” vroeg Ano. “Tja de graaf heeft mij Amorphiiss genoemd. Volgens hem een kruising tussen een Schorpijven en een Kranuda”. Ano ik en Sonata keken hem aan volgens mij hadden Ano en Sonata ook geen idee wat het waren. “Een soort reuzen schorpioen en een soort spin”, zei Amorphiiss toen hij ons zag kijken. “Had je het nog niet gezien?” vroeg hij. “Nou nee eigelijk niet, de spreuk van mij werkte niet echt goed. Dus we hadden nog weinig te zien”, legde ik uit. “Hé, komen jullie nog eten?” riep Luniron. “Kom”, zei ik en ik liep naar de dineerkamer. De andere keken hun ogen uit en er waren nog een paar stoelen neer gezet wat best zinloos was omdat de anderen niet op stoelen konden zitten, maar het stond toch leuk. “Neem plaats, schuif de stoelen maar aan de kans”, zei ik. De Pryns namen ook plaats nadat ze de Brandvuries eten hadden gegeven. “Pryns ik heb een vraag”, zei ik. “Ja”, zei de koning. “Is de graaf nog in het kasteel?” vroeg ik. Zijn oogjes werden groot. “Moet ik hem halen?” vroeg hij. Ik keek de andere aan. Luniron knikte “Graag”, zei ik. De Pryn ging van tafel en liep door de muur. “Wat leuk”, zei Amorphiiss. De muur ging weer open en de Pryn koning kwam trots aangelopen met de graaf achter zich. “Ha graafje”, zei Amorphiiss. “Lang niet gezien”. “No dat is very waar, how are je nu doing?” zei de graaf. Ik kon hem bijna niet verstaan en volgens mij was ik niet de enigste. “Hij spreekt een mengelmoes van Nederlands, Engels, Duits en wat Frans”, zei Amorphiiss. “Hier wordt het ‘broken leg of englisch’ genoemd, maar normaal Nederlands verstaat hij goed hij kan het alleen niet spreken. “Thas is very indeed und if jullie hier wanting to slaffen c’est gut”, zei de graaf. “Ich already know dat deine Skyrin und Magier slafen hier maar die dingske wulfe kunnen ook stayen”. “Dank u”, zeiden ik en Luniron. “Maar het spijt ons dat ik dacht dat het kasteel leeg was, ik zou wel willen vragen of u mee wil eten maar we hebben geen bloed of zo”, ging Luniron verder. “Das est nicht een probleme I ist een vegitairistische grave”, zei de graaf. Hij nam plaats en begon de groente te eten. Weer stond ik versteld. Een vegetarische vampier daar had ik nog nooit van gehoord.


Weer een stukske Lachen

solarpleure

Berichten: 2809
Geregistreerd: 04-04-05
Woonplaats: Oss

Re: [verhaal] fantasie: Aristora

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 22-06-05 17:33

[quote]“Ik zou willen vragen of u mee wilde helpen tegen Barica maar die vraag is onnodig”, zei Luniron. “Wij haben each other just ontmoet et du already weet das ich vecht with jullie?, zei de graaf. “Nou nee”, zei Luniron. “Maar aangezien u vampier bent en niet tegen licht kan denk ik van dat gaat niet”. “Maar ich kan stand the lichtjes. Ich essen groentes omdat die das solarlicht haben und I get immuun for die soleil”, zei de graaf. “Dat is onzin”, zei Amorphiiss. “Vampiers kunnen altijd tegen licht maar ze doen alsof ze dat niet kunnen zodat men ze minder snel verdenkt”. “Danke Amorphiiss”, zei de graaf. “Das should stay a geheim because als zun menskes das weissen die vampiers sond verleden time”. “Ach wij zullen niks zeggen”, zei ik. “Maar zou u dan willen helpen?” “D’accord”, zei de graaf. De graaf pakte een gesuikerde kastanje en at hem met zicht geknepen ogen op. “Smakelijk”, zei ik. “Smakelijk klonk er terug.
Toen we klaar waren met eten werd iedereen door de graaf meegenomen door de muur. “Hier mocht ik nooit heef van de Pryns”, zei Luniron tegen mij. We kwamen langs de keuken en liepen door verschillende gangen. “Here ist meine chambre”, zei de graaf. “Maar wij going to hier”. We liepen verder tot het eind van de gang. Er was een hele grote deur tot aan het plafond reikend. De graaf opende de deur. “Wauw”, klonk het uit iedereen’s mond. Het was een enorme woonkamer. Ook hier waren drie van de vier muren kasten tot het plafond gevuld met boeken, kristallen beeldjes en zilveren kandelaars. In het midden van het plafond hing een grote kroonluchter die wit licht uitstraalde. Aan de muur waar geen kast stond, stond een openhaard. Boven de openhaard hing een wandtapijt, daarop afgebeeld stond een groot paard met daarop een ruiter gekleed in een zwart gewaad. Het paard stond op een hoop wilde beesten. “Kom sitting over hier”, zei de graaf. Ik had de banken en stoelen nog niet eens opgemerkt. Ik liep naar de plek toe waar de graaf stond. Met z’n allen lieten we ons in de banken vallen. Heerlijke banken van zwart en bordeauxrood fluweel. “Ich heb jullie something to zeggen”, zei de graaf. Het verstaan van hem ging steeds beter. “I denk that vous are nieuwsgierig why ik my nich had laten see”, ging hij verder. “Ja eigelijk wel”, zei Luniron. “Well ik didn’t weet if you where frienden ou vijands. Maar besides dat was ik une time away geweest. Und the Pryns keeping mij bestaan a secret. Die deden that omdat ich das gevraagd had. Wht I niet naar Amorphiiss was geweest because the vrouw er was. Und alle andere wezens are weg I denk. Didn’t see hun in a time. Ich will dat Barica weg goes und I zal helpen avec that. Iets more vous want to weet about my?” “Hm, ik niet”, zei Luniron. “Ik ook niet”, zei ik. “Misschien later”. “Oke das ist very goed”, zei de graaf. “Ik denk dat ik maar ga slapen”, zei Luniron. “Ik ga mee”, zei ik. “Waar kunnen Sonata enzo slapen?”, vroeg ik de graaf. “Ik the chambre naast you”, zei hij. “Oke tot morgen”, zei ik. We liepen met z’n allen door de gangen terug de dinerkamer in. “Grun, kan ik jou even spreken zometeen”, zei Luniron. “Natuurlijk”, zei ik. We liepen naar onze kamers ik ging de mijne in. Ik liet mij op bed vallen niet meer denkend aan Luniron. Ik lag op bed al een paar uur en lag maar te woelen, ik kon in geen mogelijkheid in slaap komen. Er werd op mijn deur geklopt. “Ja”, zei ik vermoeid. “Ik ben het”, hoorde ik Luniron zeggen. Ik rolde mijn bed af en viel op de grond. “Wat gebeurde er?” vroeg Luniron. “Ik viel uit bed”, zei ik. Ik hoorde Luniron met zijn hoofd tegen de deur stootte. Hij mompelde iets maar ik verstond het niet. Ik kroop naar de deur en begon kei hard te lachen. Luniron begon ook kei hard te lachen. “Kom je nog? zei Luniron lachend. Ik opende de deuur, maar had niet verwacht dat Luniron nog tegen de deur stond. Hij verloor z’n evenwicht en viel op mij. Nog harder begonnen we te lachen. Sonata en Ano kwamen hun kamer uit. Ze stonden voor mijn deur, toen ze ons zagen liggen barste ook zij in lachen uit. “Geef even het water aan ik kan er niet bij, er ligt iets op mij”, zei ik lachend. Ano struikelde over ons heen en liep lachend naar mijn tafel waar een kan met water stond. Hij pakte de kan en nam een paar slokken. Hij liep terug en gaf hem aan mij. Ik nam ook een slok en Sonata en Luniron ook. Luniron verslikte zich en iedereen begon weer te lachen. Ik wist niet hoelang we al bezig waren met lachen, maar opeens hielt Ano op met lachen. Toen ik ook en Sonata ook, alleen Luniron bleef nog lachen. Maar na een tijdje hielt hij eindelijk ook op, we gingen op mijn bed zitten. “Waarom deden we dat?” vroeg Ano ineens. “Geen idee”, zei ik. “Het was die graaf”, zei Luniron boos. “Hij heeft iets in het eten gedaan. Daar wou ik je over spreken. Hij is niet te vertrouwen, dood ding dat hij is”. “Wat een onzin”, zei ik. “Hij heeft ons alles verteld en hij zou nooit iets in het eten gedaan kunnen hebben. Hij was er toen niet eens en hij heeft zelf ook gegeten”. “Ja maar hij is dood, wedden dat het water ons leven heeft gered”, zei Luniron. “Bij mij duurde het langer omdat ik mij had verslikt.” “Nou ik ga slapen”, zei ik. “Misschien moeten jullie maar in mijn kamer blijven straks merkt die persoon die dit heeft gedaan dat we niet hebben en vermoordt hij ons in de kamer.” Ik toverde een paar matrassen kussens en dekens en we gingen slapen. Ik werd wakker doordat ik iets aan de deur hoorde. Stilletjes maakte ik de rest wakker. “Ga liggen of je bent neergevallen en verroer je niet”, siste Luniron. Ik deed een spreuk zodat je niet dag of iemand ademde en gaf ons allen een dood tintje en wat schuim op de monden. De deur ging van het slot en werd open gedaan. Amorphiiss stond in de opening, een brede grijns op zijn gezicht. Hij liep naar ons toe en duwde ons alle om. Er klonk een tevreden lachje. Haat vloeide door mijn bloedvaten. Dat schorem was niet te vertrouwen. “Zijn ze er geweest lief? Zei iemand.
[/qoute]

Tijdje op gewacht, maar hij is er weer... Internet lag eruit Lachen Leesze

solarpleure

Berichten: 2809
Geregistreerd: 04-04-05
Woonplaats: Oss

Re: [verhaal] fantasie: Aristora

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 22-06-05 22:14

Citaat:
Ik had verwacht dat de graaf door de deuropening zou komen, maar het was Varuna. Die verraadster. “Nu de graaf nog”, zei Amorphiiss. “Barica zal tevreden zijn”, zei Varuna. “Wat doen we met deze vier?” “Laat nog maar liggen de graaf eerst”, zei Amorphiiss. Ze liepen de kamer uit en deden de deur op slot. Ik hoorde ze nog lachen. Ik hief de spreuk op. “Leuke zus hebben jullie”, zei ik zacht. “Ze moest geweten hebben dat ik en Ano hier waren, ze is gewoon echt van Barica, dat had ik al verwacht”, zei Sonata “Ik vermoord ze”, zei Luniron. “Nee nog niet”, zei ik. “Eerst de graaf redden, volgens mij hebben we daar wel een bondgenoot van”. “Hoe gaan we bij hem komen?” vroeg Ano. “De deur is op slot”. “Door de kast”, zei Luniron alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Ik opende de kast maar ik zag alleen de binnenkant. “Hoe?” vroeg ik. “Hoe wat?” zei Luniron. “Hoe wil je door de kast gaan?” zei ik. “Uhm, gewoon, ik heb eigelijk geen idee”, zei hij. De kleine Brandvurie kwam onder mijn bed vandaan en vloog de kast in. Even was hij uit het zicht toen hij weer te voorschijn kwam ging de achterkant van de kast open. “Dank je”, zei ik Het Brandvurietje ging op mijn schouder zitten en we liepen de gang in. De vurie ging van mijn schouder en zei “Piep” “Wow het maakt geluid”, grapte Luniron. “Volg hem maar”. Dus volgde we de Brandvurie. Bocht links, bocht rechts, trap op, trap af er kwam geen eind aan. Toen stopte hij en ging naar de grond. Hij duwde ergens op en kwam weer omhoog. De muur ging open en de Brandvurie opende de kast op een kier, nog niemand te zien. We liepen de kast uit, de kamer in, het was een schitterende kamer. We liepen naar de kist die in het midden stond. We opende hem, hij was leeg. We hoorde gerammel aan de deur. “Bakstaaf, hij is op slot”, hoorde ik Amorphiiss zeggen. “Pssssst”, zei iemand. “Up hier”. Het was de graaf. “go schnell back de kast in, ich reken af with her”, zei hij. We liepen stilletjes maar toch op een tempo de kast in en bleven daar wachten, de deur op een kiertje. Derkamerdeur ging open, Amorphiiss en Varuna stapte de kamer in. Aorphiiss liep naar de kist en opende hem. “Kom eens kijken”, zei Amorphiiss blij.

solarpleure

Berichten: 2809
Geregistreerd: 04-04-05
Woonplaats: Oss

Re: [verhaal] fantasie: Aristora

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 23-06-05 12:43

Citaat:
Ik begreep het niet, de graaf lag er niet in, hoe kan hij er blij mee zijn. Varuna ging naar hem toe. Ze keek in de kist. “Maar hij is er niet”, zei ze verbaast. Heel stilletjes liet de graaf zich vallen en lande geluidloos achter Varuna. “Oh jawel hoor”, zei Amorphiiss. “Achter je”. Varuna draaide om. De graaf viel haar aan, Amorphiiss liet haar struikelen. Samen duwde ze haar de kist in die magisch haar vorm aan nam, ze deden de kist dicht. Varuna zat gevangen, er kwamen sloten uit de kist en de deksel die zich sloten. Ik liep de kast uit. “Ik snap er niks meer van”, zei ik. Amorphiiss keek om en hij kreeg tranen in zijn ogen. “Jullie leven nog”, riep hij blij. Luniron kwam ook de kast uit, gevolgd door Sonata, Ano en de Brandvurie. “Zo makkelijk krijg je ons niet dood”, zei Luniron. “Maar leg eens uit”. “Nou like jullie maybe already weten was Varuna a spy von Barica”, zei de graaf. “Das ist één van die redenen das Amorphiiss und Varuna couldn’t leave the chambre. Ich had ze opgesloten, helaas was Amorphiiss victim of das. Then jullie opened the door van buiten af hadden you verwijderd the lock und they could walk vrij rond”. “Toen jullie mij ondervroegen in de bibliotheek was Varuna naar de keuken gegaan, en heeft vergif in jullie eten gedaan. Ze weerhield mij van het eten en in de kamer zei ze pas waarom. Toen ben ik naar de graaf gegaan en heb hem alles uitgelegd. Ik wist dat ik haar niet in mijn eentje aankon. Samen hadden we dit plan bedacht”, zei Amorphiiss. “Later had ik kannen water op jullie kamer geplaatst omdat water het gif zou afbreken. En God zij dank dat jullie hadden gedronken”. Ik stond versteld, hoe kon hij zo zijn. Ik keek weer naar de kist die aanzienlijk kleiner was geworden. De graaf zag mij kijken. “De kist gets smaller so that Varuna geplet word”, zei hij zonder enig verdriet in zijn stem. “Een creature van Barica can alleen worden killed by weinig dingen, this is één van them”. “Heeft ze Barica nog gespreken?” vroeg Luniron. “Nee gelukkig niet”, zei Amorphiiss. “Ze mocht alleen iets melden als er goed nieuws was, dus pas na jullie dood. In al die jaren heeft ze maar 2 dingen bij hem gemeld, dat ze een bondgenoot had, ik dus, en dat de graaf weg was”. *poef* hoorde ik, de kist was verdwenen. “Die won’t we see weer, I’m spijt mij”, zei de graaf, gericht naar Sonata en Ano. “That tou have to zien jullie sis haar einde like this”. “We hadden dit al verwacht”, zei Sonata. “Eigelijk door hem”. Hij wees naar Amorphiiss. “Onze zus zou hoe dan ook nooit haar verloofde achterlaten en aangezien hij is ontkomen zou ze hier niet blijven zitten”, legde hij verder uit. “Er is zo veel gebeurt sinds ik hier ben”, zei ik. Ïk ga maar eens terug naar bed”. Ik liep de kamer uit, “Tot later”, werd mij nageroepen. Ik slofte terug door de gangen, stopte even bij de keuken, nam een paar appels, peren en een stel bananen. Ik ging verder tot ik in de bibliotheek kwam. Ik wilde niet meer naar bed, ik ging zitten en legde het eten naast mij.

solarpleure

Berichten: 2809
Geregistreerd: 04-04-05
Woonplaats: Oss

Re: [verhaal] fantasie: Aristora

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 23-06-05 16:30

Citaat:
Ik pakte één van de appels en zette er een hap in. Ik stond op en begon de boeken uit de schappen te halen, zo kon ik alle titels goed bekijken en zien of er iets nuttigs bijzat. Bij de eerste rij zat niks nuttigs, dus zette is ze terug op alfabetische volgorde. Eigelijk was het best onzinnig om de boeken per plank te ordenen. Ik sprak een toverspreuk uit en alle boeken kwamen uit de kast en stapelde zich op. Ik nam weer een hap van de appel en ging in het midden van de kring boeken zitten. Eerst pakte ik de boeken met een A. Ik begon te neuriën, een bekend wijsje uit mijn kindertijd. Er kwam een Brandvurie langs gevlogen, ik keek hem na. Rare wezens zijn het eigelijk, dacht ik. Ik leunde tegen een stapel boeken en nam weer een hap van de appel en keek opzij. “Hé, nog een A boek”, zei ik zacht. Tegen wie praatte ik eigelijk? Ach wat maakte het ook uit, niemand die mij hoorder. Plots begon een stapel boeken te trillen, ik bleef er gespannen naar kijken. Hij begon nog heviger te trillen, toen er opeens een boek vanuit het midden naar mij toe vloog. Het was hevig aan het fladderen, het hield plots op en zweefde rustig op mijn schoot. Het viel open op pagina 347, ik pakte het boek op en wilde het dichtklappen toen mijn oog viel op een woord, Barica stond er. Ik klapte het weer open, draaide het boek om, maar er stond niks op de kaften. Ik draaide het terug en begon te lezen. Het was een gepubliceerd dagboek. Ik begon bij het begin, nee het was een gewoon dagboek. Ik las verder, geen idee had ik waas het over ging of van wie het was. Eerste bladzijde: Lief dagboek, vandaag hebben we de gewassen gezaaid. De paarden staan rustig te grazen op de wei. Maar eigelijk wil ik het daar niet over hebben. Vandaag heeft mijn vader verteld dat ik ga trouwen. Het blijkt een of andere man uit een ver land te zijn. Vacaria. Het is een tovenaar en het blijkt een hele knappe, rijke man te zijn. Ik snap niet wat hij met mij moet6, een arme onbekende boerendochter. Mijn vader zegt hem in een taverne te hebben ontmoet, maar wanneer zou dat zijn geweest. Vader is al weken niet van de plaats geweest. Ik weet het allemaal niet meer, zou het een list zijn? Maar waarin zou hij mij dan willen testen. Mijn vader zegt dat ik deze week een foto te zien krijg, maar was is een foto?
Mijn aandacht werd getrokken door een foto die half uit de achterkant sta. Ik pakte hem en keer erna, er stond een bruidspaar op. Een knappe lange man en een meisje van een jaar of 16. Ze waren gekleed in nette kleren, een lange mantel omringde de mans lichaam, het meisje had een elegante jurk aan. Ik draaide het kaartje om, Lariksha en Parudo stond er geschreven, een vage datum stond erbij, helaas onleesbaar. Ik keek nog even naar de foto en stak hem toen terug. Ik bladerde een tweetal bladzijdes verder: Lief dagboek. Eindelijk ik hem een foto gekregen, een foto is een plaatje van iemand hoe je hem zou zien alleen dan blijft hij eeuwig op de plaats staan. Het glimt ook nog. De man afgebeeld op de foto is dus mijn verloofde. Het is een hele knappe man die een mooie mantel van bont aanheeft. Als hij dat kan betalen waarom wil hij dan met mij trouwen. Vader zei dat ik hem niet zal ontmoeten tot de trouwdag en die is over een maand. Ik snap die tovenaar niet, hij heeft mij nog nooit gezien en dan de eerste keer dat hij mij ziet wil hij meteen trouwen. Ik ben zo gelukkig dat ik nu ook eindelijk een man krijg, maar ik weet niet was ik er verder van moet denken. Dag lief dagboek, tot morgen.

solarpleure

Berichten: 2809
Geregistreerd: 04-04-05
Woonplaats: Oss

Re: [verhaal] fantasie: Aristora

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 23-06-05 19:53

Citaat:
Ik pakte de foto weer. Dus dit is het meisje van het dagboek. Ik zou eigelijk alleen maar moeten lezen over Barica, maar iets in het dagboek dwingt mij het helemaal te lezen. Ik ging verder met lezen tot mijn ogen niet meer wilde. Er stond verder niks meer in. Ik was bijna bij de trouwdag, dacht ik. Ik legde het boek neer en keek om mij geen. Ik pakte een banaan een begon hem op te eten. Waar blijft de rest eigelijk, dacht ik. Zouden ze door de gangen terug gaan. Ik keek nog eens rond, gooide de bananenschil weg en stond op. Eerst de boeken eens op de planken zetten. Ik ging verder met het sorteren. Toen ik het laatste boek op de plank zette kwamen Luniron en de rest de bibliotheek binnen. “Hé”, zei Luniron. “Ik dacht dat jij naar bed ging”. “ja verandering van plan”, zei ik vermoeid. “Alle boeken in deze kast op alfabetische volgorde gezet. En nu ga ik wel naar bed”. “Ik ook”, zei Sonata en hij rekte zich uit. We liepen naar boven. “Waar is Amorphiiss eigelijk”, vroeg ik. “Die is nog bij de graaf”, zei Luniron. “Oh oké”, zei ik. “Hé wat voor boek heb je daar?” vroeg Sonata. “Hm, gewoon boekje”, antwoordde ik dof. “Hé, jongens tot vanmiddag of vanavond of ooit in ieder geval”, zei ik en liep mijn kamer in. “Welterusten”, werd mij nageroepen. Ik kleedde mij uit en kroop in bed, deed mijn ogen dicht en viel vrijwel meteen in slaap. Ik werd wakkeer door geklapper in mijn kamer, ik besteedde er geen aandacht aan en probeerde weer te gaans slapen, maar het geklapper was zo irritant, als een mug die rond je hoofd vliegt. Ik draaide mij om en zette het olielampje aan. Ik keek de kamer rond en zag het dagboek voor mijn ogen fladderen. “Irritant ding”, mompelde ik. Ik ging rechtop zitten en het boek vloog op mijn schoot en viel open op de plek waar ik was gebleven. Ik zette het olielampje nog wat hoger en begon te lezen. Na twee bladzijdes was ik bij de trouwdag: Lief dagboek vandaag was het zo ver. Eindelijk heb ik de man gezien, en ben met hem getrouwd. Gisteren bleek hij al te zijn aangekomen, hij kwam de trouwjurk afgeven. Het was een schitterende jurk. Het had een wit korset met daaraan een witte doorschijnende rok, daaronder zat een donkere bordeauxrode stof en overal zaten zwarte diamantjes. Het heeft mijn moeder vier uur gekost mij helemaal in orde te maken, make-up, haar en mijn jurk. De jurk zat als gegoten.
Ik stopte even met lezen en pakte de foto weer. Het klopte niet de vrouw op de foto had een andere jurk aan. Ach ik kom er wel achter, dacht ik, en ging verder.
Toen was het tijd, mijn vader kwam mij ophalen. Snel werd de sluier nog opgedaan en mocht ik mee. Ik liep naar het altaar en daar stond hij dan. Met zijn rug naar mij toe, mijn hart ging tekeer. Ik was zo zenuwachtig. Ik ging naast hem staan maar durfde hem, niet aan te kijken. Ik staarde maar voor mij uit. Pas toen de ringen omgingen keek ik hem aan, mijn hart sloeg over, hij was zo knap nog knapper dan op de foto. Nu ga ik feesten, dag lief dagboek.

solarpleure

Berichten: 2809
Geregistreerd: 04-04-05
Woonplaats: Oss

Re: [verhaal] fantasie: Aristora

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 23-06-05 20:09

Laatste update...

Citaat:
Ik klapte heb boek weer dicht en legde het op mijn nachtkastje, kleedde mij aan en liep naar buiten. Luniron kwam tegelijkertijd zijn kamer uit. “Nog twee nachten”, zei hij. Ik knikte. “Gisteren heb ik de Pryns opdracht gegeven mantels en zwaarden te maken”, ging Luniron verder. De graaf kwam de trap op. “hé, garcons I have iets”, zei hij. “Come zie?” “Even Sonata en Ano halen”, zei ik. “They zijn already downtraps”, zei de graaf. “Hé graaf wat is jou voornaam eigelijk”, vroeg ik toen we de trap af liepen. “Parudo”, zei hij. De naam kwam mij bekend voor, ik wist alleen niet meer waarvan. “Goede avond”, zeiden Sonata en Ano. “Hoe laat is het?”, vroeg ik. “Vijf uur”, zei Ano. “Laufen du mee?”, zei Parudo. “Natuurlijk”, zei Luniron. Parudo liep naar buiten. Hij ging de bossen in, ik had er niet zo’n goed gevoel over, dankzij Ano. We kwamen bij een ander huisje, Parudo deed de deur van het slot en liep naar binnen, wij volgden. Hij deed het licht aan. We waren in een stal. Er stonden een stel reusachtige paarden. “Aangezien I wasn’t van plan the hele eind te lauffen ich dacht aan die chevaux”, zie Parudo. “Sonata et Ano, tu are able om te chevalrijden?”, vroeg hij. “We zullen het proberen, maar dan wel op een grote”, zei Ano. “Come”, zei Parudo en hij liep langs de stallen. Ik keek mijn ogen uit, het ene beest was nog groter dan het andere. “Zullen wier une testride maken?”, vroeg Parudo. Dat vonden we allemaal een goed idee. “Oké, Sonata you neem that one over daar”, zei hij en hij wees naar een groot bruin met zwart paard. “Und Ano, you degene next to that”, ging hij verder. “Luniron I got een speciale pour you, all in the achter”, zei hij. Luniron liep erheen. “Und pour you, Grun, ich heb die tegen over the one of Luniron”. “Welke nemen u en Amorphiiss?”, vroeg ik. “Ich neem das witte one in het begin und Amorphiiss don’t come with ons”, zie hij. “Hij est comming only met the battle tegen Barica”. “Oké”, zei ik en ik liep naar Luniron die wel heel stil was. “Wat is er?”, vroeg ik en toen zag ik het pas. Luniron had een paard dat perfect bij hem paste, een gevleugelde. Ik draaide mij om. De stal waar mijn paard in stond was pikkedonker en het paard begon tegen de deur te trappen. IK keek tussen de spijlen en zag een paard staan, niet groot maar wel lomp gebouwd, een bont paard. Parudo liep naar ons. “Und bevald das?”, vroeg hij. “Is dat paard wel betrouwbaar?”, vroeg ik. “Yes that ist the beste wier haben, a bit ongeduldig she like aandacht”, zei hij. “Come”. We liepen verder, nog een deur. Parudo maakte hem open en deed het licht aan. Het was een zadelkamer met wel honderden zadels. “Zoveel paarden heb je toch niet”, zei Luniron. “Yes I do, a 239 to be exect. Sonata your horse heet Ziggie, zo neem his spullen. Ano yours ist Wings, Luniron du has Underworld und Grun, jouws heet Unfinished Symphony Or wij noemen hem UnSy. Ich heeft Utopia”, zei Parudo. We pakte onze spullen en zadelde de paarden op. UnSy was eigelijk toch wel rustig. “Komen du”, werd er geroepen. We namen onze paarden uit de stallen en liepen naar buiten. We stapte op en reden weg. Toen we uren later terug kwamen was iedereen heel vrolijk. De paarden waren heel braaf gebleven en ze waren niet moe te krijgen. “We are nemen ze mee to the castle et zetten ze in die hal”, zei Parudo. “Le zijn speciaal breeded en ze zijn niet moe or hongerig te krijgen. Also vies cést inpossible en they are trouw to the person that rijd ze. Und do zijn de first that rijden on it, so if iemand anders goes op them there kunnen ongelukken be”, zie hij. We liepen naar het kasteel en zadelde de paarden af en liete ze in de hal. “They will not weg lauffen”, zei Parudo. Ik kon het nogsteeds niet uitstaan van zijn naam, ik wist zeker dat ik hem ergens tegen was gekomen. “Zullen we gaan eten?”, vroeg Luniron. “Ik ga mij eerst even wassen en omkleden”, zie ik. Ik liep naar mijn kamer om schone kleren te pakken. “Aardig eigelijk”, zei ik. De Pryns hadden speciaal voor mij kleren gemaakt. Ik pakte de kleren en liep naar de badkamer. Ik opende de deur, het was de verkeerde. Ik wilde de deur sluiten maar mijn oog viel op een grote spiegel. Ik liep de kamer in, naar de spiegel. Halverwege de kamer stond een dressoir, Er lag een stoffig boek op, ik pakte het op en blies erover heen, nog extra ging ik er met mijn mauw overheen. Het was een donker bordeauxrood boek met heldere blauwe letters en een helder blauw teken, Ik kon het niet thuisbrengen, zowel de letters als het teken niet. Ik opende het boek en er kwam een hard gekrijs uit. Snel klapte ik het boek dicht, het gekrijs hield op. Ik legde het boek teug en ging de kamer uit. Die kamer wilde ik nooit meer in. Ik liep een deur verder nu had ik de badkamer wel. Ik kleedde mij uit en ging onder de douche staan. Ik sluiten mijn ogen, er kwamen beelden in mij. Ik wist niet waarvan, beelden over een rivier, bergen en toen bossen. Het beeld bracht, mij naar een open plek toen geschreeuw, maar niet van het beeld. Ik deed snel mijn ogen open, zette de kraan uit pakte een handdoek en zo snel als ik maar kon kleedde ik mij aan. Ik sprintte de badkamer uit, automatisch de trap af, de paarden stonden maar te staan. Ik rende de hal door, naar de bibliotheek op hetzelfde moment kwamen de andere de dineerkamer uit gerent. “Wat was dat”, zeiden Luniron en ik in koor. “Geen idee”, klonk het weer in koor, “Ja zo schiet het op”, zei Sonata geïrriteerd. Weer een schreeuw. “Het comes from buiten”, zei Parudo. Hij rende naar de hal, wij rende hem na. Hij sprong op zijn paard dat steigerde en de deur opende. Weg ware ze. Wij keken ze na, staand in de deuropening. “Uhm, ja en nu?”, vroeg Ano. “Wachten”, zei Luniron. We bleven staan, de minuten leken wel uren. Ano liet zich op de grond zakken. Wij namen zin voorbeeld. Daar zaten we dan, na een tijdje stond ik op. “Ik ben zo terug “, zei ik. Ik liep de trap op, naar mijn kamer. Ik pakte het dagboek en liep weer terug naar de rest, ging weer zitten en opende het boek. “Wat is dat nou precies”, vroeg Ano. “Een dagboek dat ik heb gevonden in de bibliotheek”, zei ik. Luniron keek mij boos aan. “Hoe oud het ook is, je leest andermans dagboek niet!”, schreeuwde hij boos. “Het boek kwam naar mij”, zie ik ter verdediging. Ik stond op en liep boos naar het bos toe, Luniron schreeuwde nog iets maar ik kon het niet verstaan. Het interesseerde mij ook niet. Ik liep naar de rand van het bos en ging tegen een boom zitten. Ik hoorde hoefgetrappel en stond weer op, ik keek langs de boom het bos in. Ik zag Purado verschijnen hij hield zijn paard in en ging over in stap. Achter hem een wazig silhouet. “Go inside en pak wat doeken that are wet”, riep hij. Ik rende terug naar het kasteel, sprong over de andere heen rende door de hal, de bibliotheek en schreeuwde al “Handdoeken en water”. De Pryns kwamen een paar minuten later aan. Ik pakte de handdoeken en het water en rende terug. Parudo was al in de hal, er stond een stralend wezen bij de paarden, ook een soort paard. En iemand die op de grond lag. “Come snel”, zei Parudo. Dat was een beetje zinloos omdat ik hun kant al op liep. Hij pakte de handdoeken en het water. Hij depte de handdoek in het water en wrong hem uit. Hij wreef langzaam over het lichaam heen. Eerst was het een vies lichaam maar hoe harder hij boende hoe lichter het werd. Op gegeven moment straalde er een zwak groen licht van een deel. “Help even”, zei Parudo. Iedereen pakte een vochtige handdoek en begon te boenen, het wezen kreeg de hele gloed weer terug. Het was een vrouw, langzaam opende ze haar ogen, stralend blauw waren ze. Ze keek ons angstig aan, vooral de mannen. “Rustig maar”, zei ik.


Nu ben ik weer helemaal bij Lachen

wisja

Berichten: 714
Geregistreerd: 29-03-05
Woonplaats: Delft

Re: [verhaal] fantasie: Aristora

Link naar dit bericht Geplaatst: 25-06-05 21:42

cool echt gaaf verhaal ik ga hem zeker volgen!!

solarpleure

Berichten: 2809
Geregistreerd: 04-04-05
Woonplaats: Oss

Re: [verhaal] fantasie: Aristora

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 30-06-05 18:26

Citaat:
De vrouw bleef ons maar angstig aanstaren, plots rolde ze om sprong op en ging dreigend met een mes voor ons staan. Iedereen stond versteld. De snelheid van de vrouw, de soepelheid, de wekking van het onschuldig zijn, ze was geweldig. “Jij, mee ende komen”, zei ze terwijl ze naar mij wees. “Jullie blijven ende wachten hier en verroer ende beweeg je niet, kom ons niet achterna ende achtervolgen”. Ik liep naar haar toe, met haar hoofd gebaarde ze naar buiten, dus liep ik daar heen. Ze kwam mij achterna, met haar rug naar mij toe. Ze hield de mannen goed in het oog. Toen sprong ze ineens weg, met salto’s en ratslagen. Ik liep haar rustig achterna, ze liep het bos weer in we liepen naar een open plek. “Wat ga je doen?”, vroeg ik. Ik kreeg geen reactie, ze liep naar een boom toe en draaide zich op, ze zette gemeten passen haar lippen bewogen, ze telde. Na een pas of 12 draaide ze een kwartslag en liep weer verder, nog 8 passen. Ze knielde en begon te graven, ik liep naar haar toe en begon ook te graven. Ze keek mij aan een glimlachte, ik lachte terug en we groeven verder. Ik hoorde geritsel, de vrouw ook want ze keek op. We keken om ons heen, ik zag een vorm. Het kwam dichterbij, de vrouw sprong op en trok een wapen. “Ik had jullie nog zo gezegd ende gewaarschuwd ons niet te volgen ende achterna te komen”, zei de vrouw vijandig. “Kalm down du”, snauwde Parudo. “Go door mit waar you ook mee busy war, leave Grun met rust und go dan away”. “Ik beslis ende besluit zelf wat ik wel ende niet doe”, zei de vrouw. “it doesn’t interesseert me”, zei Parudo.


Aangezien ik niet weet of dit leuk is, zo'n "ende" taaltje erbij, of dat niet te veel verwarring brengt in het verhaal weet ik nog neit of ik dit stukje zo hou. Daar vraag ik eventjes jullie mening over, zo laten, of normaal abn in de plaats?

solarpleure

Berichten: 2809
Geregistreerd: 04-04-05
Woonplaats: Oss

Re: [verhaal] fantasie: Aristora

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 01-07-05 11:28

Citaat:
“Als jullie ende gij een mee ende helpen”, zei de opeens. “Als jij us eens telt what your nom est”, zei Parudo. De vrouw keek hem boos aan, hij keek haar boos terug. “Ik ben ende heet Florie”, zei Florie. “Helpt u ende jullie nou mee of niet?” “Oké”, zei parudo. “with wat?” “Graven”, zei ik. “Naar?”, zei Luniron. “Geen idee”, zei ik. Iedereen knielde rond de plek waar ik en Florie al eerder hadden gegraven, en ging verder. We groeven en froeven tot we plots op iets hards stuitte. Er kwam een lach op Flories gezicht. “Ze hebben z eneit gevonden ende ontdekt”, zei ze blij. “Wat zijn het?”, vroeg ik. “Wapende ende zwaarden”, zei ze. “Geweldig”, riep Luniron. “Ik ben ende zijt hier om een opdracht uit te voeren ende eindigen”, zei Florie. “Opdracht?”, zei Luniron. “Ik moet ende zal de schurk ende barbaar Barica doden ende vermoorden”, zei Florie. “Wij ook”, zei Luniron. “Ofja, opdracht, wij moeten het van onszelf”. Florie richtte haar aandacht weer op de plek. Ze blies op het overgebleven zand op de wapens. Er lag nog een hele hoop zand op, ze had een enorme longinhoud en een krachtige blaas. Ik die tegenover haar zat werd ook weggeblazen en kwam meters verder onder het zand terecht. “Sorry ende het spijt mij”, zei ze. Ze liep naar mij toe, pakte mijn hand en vlies weer, nu niet zo hard maar wel hard genoeg om mij van de grond te tillen. “Dank je”, zei ik. “Ja is al goed”, zei Florie. “Wouw”, werd er gezegd, ik kon de stem niet goed thuis brengen, er zat allemaal zand in mijn oren. “Wat is er”, zei ik suf. “Kijk dan”, zei de stem weer. Ik strompelde, half leunend op Florie, terug naar de anderen. Ik keek in het gat waar de wapens lagen, schitterende zwaarden, messen, scepters en noem maar op. Allemaal van een glanzend metaal met een rode gloed. “Het zijn de mijne, maar de helft is onbruikbaar ende hinderlijk, dus als jullie er een stel ende een paar willen”, zei ze. “Als ze onbruikbaar zijn wat kunnen wij er dan mee”, zei Luniron. “Ik kan ze niet meenemen ende dragen, daaro zijn ze onbruikbaar ende hinderlijk”, zei Florie. “Ik zal er een paar kiezen ende selecteren, de rest is voor jullie”, zei ze. “Zou u niet met ons mee willen helpen”, zei ik. “Nee ik werk enkel alleen ende solo”, zei ze. Dat was jammer want we hadden een goede bondgenoot gehad aan een professionele moordenaar. “Pak ende neem allemaal een stel wapens en volg ende kom mee terug naar het kasteel”, zei ze. Iedereen pakte een stel wapens en waggelde moeizaam terug naar het kasteel. De wapens waren zo licht als een veertje, maar onhandig om er zo veel te dragen. De meeste wapens waren langer dan ik was, zelfs Sonata en Ano hadden er moeite mee. Toen we in het kasteel waren gooide Florie haar spullen op de grond. “maak je geen zorgen ze kunnen niet breken ende kapot”, zei ze. Ook wij lieten ze vallen. “Wat zijn dat voor spullen”, zie ik. “Het komt uit een ver land, het is heel zeldzaam ende weinig van, het is het sterkste ende lichtste materiaal ter wereld”, zei Florie.


Ik schrijf haar er toch maar uit, 1 personage met een moeilijk taaltje is wel zat...

secricible

Berichten: 26393
Geregistreerd: 07-07-04
Woonplaats: Maasbommel

Re: [verhaal] fantasie: Aristora

Link naar dit bericht Geplaatst: 09-07-05 16:37

zoals gevraagd:

Pff, dit gaat moeilijk worden

Tijden:
Ook jou tijden zijn niet echt super, maar daar zal ik niet teveel op doorgaan, dat weet je immers al. Probeer gewoon ieder werkwoord na te kijken. Voor je begint moet je een tijd uitkiezen. Houd daarbij rekening met het einde van je verhaal. Neem aan dat je dat van tevoren al ongeveer hebt bedacht. Je schrijft in ikvorm, en als de tovenaar aan het einde sterft, moet je dus in een tegenwoordige tijd schrijven. Anders kan je zelf kiezen en zou ik kiezen voor verleden tijd, simpelweg omdat dat veel makkelijker is als tegenwoordige tijd.

Alinea’s:
Tja, alinea’s zijn iets waar ik gek op ben, maar je alinea’s zijn niet slecht. Alleen zou ik bij iedere dialoog alinea’s schrijven, zoals dat ook in veel boeken gebeurt.

Lengte: ik neem aan (of je bent gewoon super in spelling ) dat je eerst alles in word typt, maar probeer dan zelf eerst een lang stuk te typen, zeg een vol hoofdstuk, of 1 of 2 pagina’s in word. Kleine blokjes hebben zo weinig zin. Dat maakt mensen nieuwsgierig, maar niet op de goede manier. Je moet proberen een mooi blok te schrijven, wat een beetje is afgesloten (of juist niet, een zogenaamde cliffhanger) en dat posten. Dat geeft een veel beter overzicht en een goede indruk. Dat zorgt er voor dat mensen dus eerder en vaker lezen.

Nu nog inhoudelijk

Ik zou zelf niet uitgaan van: ik zal jullie leiden door dit verhaal. Ik zou niet er vanuit gaan dat de tovenaar een verhaal verteld, als in een boek, maar meer alsof hij bij een kampvuur zit te vertellen, maar dit is echt eigen keuze, en als dit is waar jij voor kiest, dan moet je dat niet voor mij veranderen.

Volgens mij heb je zelf héél veel informatie achter de hand over je onderwerp, maar dat hebben lezers niet, denk daar goed aan. In de inleiding heb je het over “het verlaten kasteel”. Welk kasteel? Later wordt dat duidelijker, maar je hebt het daar al over het kasteel, alsof mensen het moeten kennen. Vertel wat meer over dat kasteel, of zeg iets van. “Op de een of andere manier wist ik de weg naar het verlaten kasteel. Het kasteel waar alles om draait.” Of “Over dat kasteel zal ik later nog veel meer vertellen.” Geef wel een klein beetje uitleg, maar niet genoeg om mensen een voldaan gevoel te geven, ze moeten nog nieuwsgierig blijven wat voor kasteel dat precies is en wat er gebeurt. Een ander voorbeeld: de meest slechte man, welke man? Vertel eens wat meer over hem, in ieder geval zijn naam.
Je leraar heeft gezegd dat vragen goed zijn, en dat klopt, maar je moet niet zulke vragen maken. Eerder wat er verder gebeurt, en wat voor een persoon iemand precies is, maar niet doordat je personages noemt en er verder niets over uitlegt, of beginnen over iets alsof het compleet duidelijk is.
Je roept vragen op, maar niet op de goede manier. Ik kan het je niet helemaal uitleggen, denk ik ook een deel gevoel. Waarom gaat hij ineens naar Sighni? Eerder zeg je nog dat het daar vreselijk was…

Personages: ik heb niet genoeg gelezen om dit perfect te beoordelen, maar wil toch even ergens op in gaan, precies wat iemand anders ook al zei. Probeer ze te omschrijven. Je zegt dan: dat komt nog. Maar dat zou ik niet doen, ik zou ze METEEN omschrijven, vanaf het moment dat je ze voor het eerst ziet. Zodra je leest over het persoon bouw je namelijk een beeld op over die persoon en als jij dat dan 3 hoofdstukken later gaat veranderen dan neemt niemand je serieus

In je eerste posts, gooi je iedereen al vol met namen en dingen, die je totaal niet uitlegt op dat moment. Een klein rijtje:
Vacaria
Sighni
Rouzer
Drooming
Barica.
Eventjes een greep uit de namen. Sorry, maar voor mij is het verhaal dan al zo onduidelijk dat ik het niet meer zoek om verder te lezen. Veel namen is al verwarrend met een beschrijving, maar dan heb je nog iets om op te schrijven op bijvoorbeeld een kladblokje. Dat heb je nu niet, want je weet niet wie ze zijn, dat moet je maar uit de context opmaken.

Verder een keertje overlezen, kom af en toe wat slordigheidfoutjes tegen die je er zelf heel gemakkelijk uit zou halen. Dat is geen probleem, maar niet slordig worden.

Succes! Je verhaallijn ziet er super uit.

solarpleure

Berichten: 2809
Geregistreerd: 04-04-05
Woonplaats: Oss

Re: [verhaal] fantasie: Aristora

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 09-07-05 18:40

Dankje secricible Zal aan gewerkt worden, heb de eerste stukken in mavo 2 geschreven, en de laatste zijn op school geschreven, in 40min 2 a4tjes dus beetje veel sslotrdigheids foutjes. Maar overal wordt nu dankzij jou aan gewerkt

Samy

Berichten: 11095
Geregistreerd: 16-07-02

Re: [verhaal] fantasie: Aristora

Link naar dit bericht Geplaatst: 10-07-05 16:59

Ik vind het wel leuk, alleen die taal door elkaar heen is niet zo leuk ik ken namelijk geen frans en duits

solarpleure

Berichten: 2809
Geregistreerd: 04-04-05
Woonplaats: Oss

Re: [verhaal] fantasie: Aristora

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 24-07-05 20:23

Ik moet weer eens gaan schrijven, maar er komt niks uit m'n handen...ik ben bang dat er pas weer iets aankomt als de school weer is begonnen...Maar er is eigelijk toch niemand die er iets om geeft ofwel?

solarpleure

Berichten: 2809
Geregistreerd: 04-04-05
Woonplaats: Oss

Re: [verhaal] fantasie: Aristora

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 06-08-05 11:40

Citaat:
“Het zijn de enigste wapens ende gevaarlijke voorwerpen van dit materiaal ter Aristora”, ging ze verder. “Daarom was ik bang ende bezorgd dat mijn aanvallers ze gevonden ende ontdekt zouden hebben. Ze zijn zeer gewild ende gevraagd dus men doet er veel voor om er ook maar 1 te pakken te krijgen. Daarom wou ik ze snel ophalen”. Luniron keek vol vermaak naar de wapens. Florie keek woedend zijn kant op. “Mannen”, zei ze zacht. “Zou je mij even willen vertellen wat voor wezen je eigelijk bent?”, vroeg ik beschaamd. Ze keek mij verbaast aan. “Molderyna”, zei ze. Ik keek haar niet begrijpend aan. “Het is een kleine ende elite soort, allemaal vrouwelijke moordenaars ende doders”, legde ze uit. “Ooit zijn wij door een groot ende machtig tovenaar gemaakt, proef na proef leek te mislukken totdat de eerste van ons soort uit het ei ende schaal brak. Hij heeft toen de proeven gestopt ende beëindigt. Wij zijn met ongeveer ende plusminus 20 van ons. Als er 1 sterft ende doodgaat, zoals ik bijna was, wordt het een Moleraard. Dat houd in ende betekend dat wij de vorm van een paard aannemen en na bepaalde tijd weer onszelf worden. Een onuitsterfbaar ende onsterfelijk soort dus”, zei ze trots. “Stay u essen?”, vroeg parudo plots. “Als niemand er problemen ende bezwaar op heeft”, zei Florie. Ze liep naar Luniron toe, die een klein mesje uit de grote hoop wapens had gehaald. Ze griste het wapen uit zijn hand waarbij ze deze opensneed. “Hé, dat doet pijn”, zei Luniron. Florie keek hem strak aan. “Mijn”, was het enigste wat ze zei. Ze liep naar de stapel wapens en maakte 2 kleine selecties uit de wapens. Ze maakte nog een paar stapels. “Ik heb ze allemaal geselecteerd ende gekozen voor ieders ende allemaals persoonlijkheid. De persoonlijkheid van een levend wezen bepalen is mijn Molderyna gave ende kracht”, legde Florie uit. Ze deelde de wapens uit. “Nu moeten jullie een eed ende belofte afleggen”, zei ze. Ze liep naar haar paard , uit de zadeltassen haalde ze een rol perkament en nog iets kleins. Ze liep terug en stopte bij mij. “Beloofd u dat u deze wapens ende voorwerpen aan niemand zal geven?”, zei ze. “Ja”, stamelde ik. Ze pakte mijn hand en sneed met een minuscuul mesje in mijn middelvinger. Ik keek haar verward aan. “Wrijf ende verspreid het bloed over uw wijsvinger”, zei ze. Ik deed wat mij gevraagd werd. Ze pakte mijn hand en drukte mijn vinger op het perkament. “Schrijf uw naam erachter”, zei Florie. Weer deed ik wat er gevraagd werd. Toen ging ze naar Parudo en zo het rijtje af. Nadat iedereen de eed had afgelegd verliet Parudo ons even om het eten te regelen. “Heeft je paard geen eten nodig?”, vroeg Sonata. “Nee, ze mag geen eten ende voedsel meer”, zei florie. “Dat is dierenmishandeling!”, zei Sonata luid. “Nee, ze wil geen eten ende voedsel meer, maar gewoon weer Molderyna worden ende zijn. Dus laat ze zich een hongersdood sterven ende lijden en ik help haar”, legde Florie uit. “Hm, oké”, zei Sonata. “Wil je jezelf even opfrissen”, vroeg ik. “Graag”, zei Florie. “Volg mij”, zei ik. Ik liep de trap op, Florie volgde mij. Ik leide haar naar de badkamer. “Wil je ook schone, nieuwe kleren?”, vroeg ik. “Nee dank u veel”, zei Florie. Ik sloot de badkamer en liep naar mijn eigen kamer, pakte het dagboek, gooide het op bed en plofde erbij. Ik weet niet of het de wind of de vering was die ik veroorzaakte, maar de oude foto werd van bed geblazen. Ik pakte hem van de grond en rolde op mijn rug starend naar de foto. Ik staarde en staarde maar, nog 1 keer draaide ik hem om, Die naam. Parudo, ik wist dat ik hem ergens gelezen had.

solarpleure

Berichten: 2809
Geregistreerd: 04-04-05
Woonplaats: Oss

Re: [verhaal] fantasie: Aristora

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 17-08-05 22:14

Citaat:
Ik hoorde iemand iets roepen, het was Ano. “Grundura, kom nou eens, iedereen is op jou aan het wachten”, riep hij. ‘Ja ja, ik kom”, zei ik. Ik stopte de foto weer terug en liep naar de deur, deed hem open en botste tegen Ano aan. “Oops”, zei ik. “Kom mee”, zei hij geïrriteerd. Ik keek om en zag het dagboek blauw licht stralen. Ik rende terug. “Wacht even”, riep ik tegen Ano. Ik grist het boek van het bed en voelde het trillen. Ik rende terug. “Weer dat boek”, zei Ano. “Luniron vermoord je”. “Ja zal ik doen”, zei ik afwezig. Het boek trilde tevreden onder mijn arm. We liepen op een snel tempo naar de eetzaal. Ano was maar tegen mij aan het praten, ik ving niks op van wat hij zei. Ik knikte en maakte geluidjes. “Nou dat werd tijd”, werd er uit de eetkamer geroepen, de deur stond open dus iedereen had ons i de bibliotheek zien aankomen. Ik draaide geïrriteerd met mijn ogen en liep door. De eetkamer in en nam plaats. De Pryns aten niet mee, waarschijnlijk hadden ze al gegeten aangezien wij vrij laat waren. Iedereen was nu aan het eten, zo onopvallend mogelijk liet ik mijn blink keer op keer op Parudo vallen. Niemand leek het door te hebben. Aan het einde van het diner zei Parudo ineens. “Wat ist there mit you aan das hand, Grundura?”. Ik voelde mij rood worde en schaamde mij dood. “Nou?”, zei hij opdringerig. “ Nou, ik ben iets te weten gekomen. Daar wil ik meer over weten maar ik weet niet watt”, zei ik zachtjes. “What dan”, zei Parudo. Ik schoof het dagboek zijn kant op. Het dagboek was ondertussen heel erg aan het trillen. Parudo keeke met grote ogen naar het boek. “hoe did du kom daaraan?”, zei hij angstig. “Het heeft mij gevonden”, zei ik. “Toen ikde boeken aan het sorteren was. Het kwam naar mij toe en toen heb ik een deel gelezen”. “Je hast het readen”, zei Parudo vol verbazing. “Ja”, zei ik beschaamd. Parudo keek mij met grote ogen aan. Het leek alsof ik door de grond zakte, die blik in zijn ogen. Ongeloof, tranen, geluk ik weet niet wat er in hem omging, maar hij wist er volgens mij zelf ook geen raad mee. “Jongens, zouden du ons alone willen laten?”, vroeg hij. Iedereen schoof zijn stoel en ze verlieten de kamer. Parudo stond ook op en liep naar de deur, ik volgde hem. De gang was veranderd, er was meer troep en stof. Er stonden velen deuren open. Hier en daar rende een Pryn met zijn handen vol stof of zilverwerk van de een naar de andere kamer. “Ze zijn al begonnen met de voorbereiding”, zei ik om de stilte te breken. Ik had geen idee wat me te wachten stond. “Luniron und I haben besloten te leave eerder, if alles is done et the Pryns klaar vertrekken we tomorrowmiddag”, zei Parudo. “We ride a deel avec Florie mee, mais aan the end of the bos splitsen we us op. Florie goed to Vacaria, wij to Palonze”. “Wat gaan we daar doen?”, vroeg ik. “Well , wij can not verslaan Barica just de 6e of ons. Even als Florie on the zelfde moment as us er zou zijn. Zelfs not met all the Molderyna’s, we has to get meer bontgenoten”, zei Parudo. “Daar heb je wel gelijk in, maar Palonze is zo ver weg en de weg blijkt niet zonder gevaar te zijn”, zei ik. “Daar haben we het later about with iedereen”, zei parudo. We waren bij zijn kamer aangekomen. “kom”, zei hij en hij liep zijn kamer in. “Go zitten then vertel ik you alles”, zei Parudo. Ik ging zitten in de bank, Parudo ging tegen over mij zitten. Hij klapte in zijn handen er kwam een tafeltje aangehuppeld met twee glaasjes en een fles wijn op zijn tafelblad. Parudo schonk de glaasjes in en begon met zijn verhaal. “Zoals you al knows Ik am the man of the foto. The vrouw die this dagboek hast geschreven ist my wife. She was een pour boerendochter but een hele beautifull en krachtig witch. We haben not getrouwt in love maar omdat we moesten. There is a book de predictions, in daar stood dat zij de key was to redden van Aristora. Er stood not in hoe maar dat ze birth moest geven to a kind to save Aristora. Zij was un very bedreigd mens. There waren krachten die haar wouden killen voor das vernieteging van Aristora. Ik was gestuurd te her om to marry het en to krijg un kind van haar. A week voor ze uitgeteld was I was on a trip naar een stad om a voogd te zoeken pour das kind. That nacht the oude wise heksen waren her aangevallen. They haben her vermoord uns het kind gestolen. When I terug was vond ik Lariksha op sterven, they hadden het levend an the child bestolen. She heeft mij gezegt where the heksen were heen gegaan. She told mij the naam van het kind, her last wens was that. I hast mij er not aan gehouden. Anyway. Ik ben the witches achterna gegaan und gevonden, then murdered them”, zei parudo die geheel intranen was. Hij dronk zijn glas leeg en pakte de fles die hij snel leeg dronk. “Sorry”, zei hij en ging verder. “Le child I took met mij mee. I went terug to Lariksha helaas she already was overleden. Ik ben to the voogd i found gegaan und left the kind daar. Never meer gezien in my life. I never wilde meer een opdracht so I bleef wonen hier. That dairy was geschreven door her maak ich hast het nooit gerlezen. Allen op das wedding ich haben haar gesproken about this dagboek. Alelen een bloedverwante konden het readen. So that”, zie hij en hij stopte even. Slikte een paar keer en keek mij met rode betraande ogen aan. “That would make jou mijn dochter”. Ik kon het niet geloven. Ik rende de kamer uit en het boek vloog achter mij aan. Ik rende en rende, vloog naar boven en viel huilend op bed. Ik huilde en huilde maar, aan één stuk door, tot diep in de nacht tot ik eindelijk in slaap viel.

De volgende dag kwam Luniron mij wakker maken. “We vertrekken na het ontbijt”, zei hij. Hij zag gelijk dat iets met mij aan de hand was maar stelde geen vragen, daar was ik hem dankbaar voor. Ik klom uit bed, deed andere kleren aan en liep naar beneden. In de hal zag ik de paarden al opgezadeld en wel klaarstaan. De zadeltassen zagen er goed gevuld uit. Ik liep verder naar de dineerkamer en nam plaats. Er werd rustig en in stilte gegeten, alsfo niemand durfde te praten. Buiten dat hing er een gespannen sfeer.


viewtopic.php?f=68&t=450804&hilit=
Hier komen langzamerhand plaatjes van de personages. Nu staat Barica er al op.

angelke

Berichten: 5137
Geregistreerd: 28-04-02
Woonplaats: Brasschaat (België)

Re: [verhaal] fantasie: Aristora

Link naar dit bericht Geplaatst: 17-08-05 23:07

Heel leuk verhaal, tof idee ook. Enkel dat taaltje vind ik leuk gevonden, maar hoogst irritant . Als dit een dit boek was zou ik zoiezo stoppen(ook al lees ik heel graag dikke boeken) omdat ik echt geen heel boek in zo'n taaltje zou willen lezen(of beter gezegd, de taal van een personage dat vrij veel zegt).
Maar verder echt leuk!

solarpleure

Berichten: 2809
Geregistreerd: 04-04-05
Woonplaats: Oss

Re: [verhaal] fantasie: Aristora

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 29-08-05 14:23

Citaat:
Amorphiiss kwam ook binnen, hij zag er anders uit en ik had hem maar een paar dagen niet gezien. Hij leek gezonder, sterker en zeker vrolijker. Door zijn binnenkomen werd het gespannen gevoel minder. “Jongens”, zei hij. “En meiden jullie gaan een gewelddadige maar leerzaam avontuur tegemoet”. In mijn oren sprak hij als een Profeet. “Jullie wegen splitsen zich maar jullie zien elkaar terug, de kaart naar jullie bestemming hebben jullie bij. Misschien zal niet iedereen het redden, maar door de vele bondgenoten die jullie zullen krijgen is de kans op zegevieren zeer groot. Of jullie de eind bestemming zullen halen kan niemand weten, door voort te gaan waar het lot jullie naar zal leiden zal dit bij vele bekend worden. Ik wens jullie allen en de bondgenoten die jullie zullen maken succes”, zei hij. Daarmee draaide hij zich om en verliet de kamer. Sonata en Ano zeiden wat tegen elkaar, onhoorbaar voor mij. Parudo keek mij aan, ik keek niet terug maar at door.
Iedereen was klaar met eten, stilletje gingen we nog naar onze kamers. Ik pakte mijn laatste waardevolle spullen, niet dat dat veel was. Het dagboek was het meest waardevolle. Ik ging weer terug naar beneden, pakte mijn paard en liep naar buiten. Het was een andere dag dan normaal, hier en daar brak de zon door het egaal grijze wolkendek, in alle tijd dat ik hier was geweest had ik nog geen straaltje zon gezien. De andere kwamen ook naar buiten alleen Parudo was er nog niet. We stonden daar, niemand zei een woord, geen van ons -op Florie na- was een krijger. We zouden het nog moeilijk krijgen. Daar kwam Parudo al aan, hij liep naar buiten en stapte op zijn paard. Iedereen stapte nu op en reden in galop weg. Eerst reden we het pad af, richting de bossen. Nog één keer keek ik achterom, het kasteel was lang niet zo prachtig als van dichtbij. We reden de bossen in en parudo ging over tot een langzame stap. “How verder we go the bossen in how gevaarlijker est wordt. The bomen leven unde are very gevaarlijk. To many geluid und they doen the dader vreselijke things aan”. Zei parudo zacht en waarschuwend. Er werl al niet meer gesproken maar nu was iedereen zo goed en kwaad als het ging aan het oppassen op geluiden, langzaam maar zeker kwamen we door het bos, het werd steeds dichter bebost. Opeens schoot er een eekhoorn op Florie’s hoofd, ze schreeuwde van schik. Geluid na die schreeuw draaide alle bomen onze kant op, er verschenen een soort ogen en monden op de stammen. Iedereen had een angstige blik in hun ogen. Parudo sprong van zijn paard en ging op zijn knieën bij de grootste en dikste boom zitten.


wie o wie weet een manier waarop ik Parudo weer een normaal taatlje kan laten doen. want ik vind het irritant, idee vond ikw el leuk. maar werkt gewoon niet. en hij mag niet dood!!

solarpleure

Berichten: 2809
Geregistreerd: 04-04-05
Woonplaats: Oss

Re: [verhaal] fantasie: Aristora

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 01-09-05 13:06

Citaat:
Zachtjes sprak hij zijn excuses. “Het spijt us very veel, heer. We have been zeer stil het whole end so could u alstublieft leave us een veilige doorstrek door the bos kunnen geven?”, zei hij. De ogen en de mond van de boom verdwenen even, na een minuut kwamen ze weer terug. “Iek heb gehoord dat jullie genootschap zeer zwijgzaam hier door deze bossen is getrokken. Door dezen informatie is u een veilige doorpas geschoten. Mits jullie mij vertelt waarom jullie door dezen bossen reizen”, zei de boom. Ik sprong ook van mijn paard en knielde ook voor de boom neer. “Wij zijn hier op doorreis om vele bontgenoten te krijgen die mee willen helpen om Barica te verslaan. Ik weet niet of u van hem gehoord heeft”, zei ik. “Ja dat heb iek”, zei de boom. “Als u op terugreis door dezen bossen trekt zal iek jullie weer een vrije doorgang schenken en 10 van onze beste strijders”. Ik stond versteld, ik was zo blij. “Dank u, dank u zeer”, zei ik blij. “Nu gaat u door, ik geef u dezen raven, vertel hen wat je mij hebt te vertellen en zij komen het mij brengen. Ik stuur ze dan terug en zo houden we contact”, zei de boom. Er kwamen 5 raven op zijn takken zitten. “Ga nu”, zei de boom. Parudo en ik liepen naar onze paarden en zete ze in stap. “Een volle galop is jullie nu ook gegund”, zei de boom. Parudo spoorde zijn paard aan. We gingen verder in volle galop, na een half uur hielt Florie halt, en iedereen stopte ook. Florie stapte af. Iedereen keek haar verbaast aan. Haar paard zakte door zijn knieën. Het kreeg een steeds donkerdere kleur. Toen het paard bijna zwart was viel het op d’r zij. Het was nu helemaal zwart geworden en stopte ook met ademen. Florie liep naar Lunirons zadeltas en pakte er wat te eten uit, ze liep terug naar het paard dat begon te zweven. Het draaide rond, sneller en sneller tot er geen vorm meer te zien was. Toen ging het draaien weer langzamer tot je weer vorm zag en viel toen op de grond. Florie pakte een deel van het zwarte blok en propte een stuk eten erin. Langzaam aan begon het een vrouwelijke vorm aan te nemen. Ze leek presies op Florie, alleen had ze een groenere kleur. Parudo floot twee keer op zijn vingers en twee keer gewoon. De nieuwe Molderyna ging zitten en keek ons aan. “Bedankt”, zei ze. We keken haar niet begrijpend aan.”voor het redden van Florie”, zei ze weer. “Ik ben Fliona”. “Ik had niet gedacht dat je zo snel al zou vernieuwen ende veranderen”, zei Florie tegen Fliona. “Tja, het lopen heeft wel geholpen, ik was al zo moet”, zei Fliona. “Maar nu moeten wij nog verder lopen”. “Nee hoor”, zei Parudo. “Look”. Er kwamen twee paarden aangerend die ik eerder in de stallen van Parudo had gezien. “Grundura”, zei Parudo. “Kun you a tuig for hen maken”. Fliona keek hem boos aan. “What”, zei Parudo. “Praat eens normaal”, zei ze geïrriteerd. “But, but”, stamelde Parudo. “Nu”, schreeuwde Fliona. “Uhm, Grun?”, zei hij. Ik knikte. “Tuiveliante”, zei ik, en de paarden kregen een mooi hoofdstel en zadel. “Alstublieft”, zei ik. Florie en Fliona glimlachte. “Dankje”, zeiden ze in koor, en ze stapte op. “Oké, we gaan verder”, zei Parudo en spoorde zijn paard weer aan in galop. Verder gingen we.

solarpleure

Berichten: 2809
Geregistreerd: 04-04-05
Woonplaats: Oss

Re: [verhaal] fantasie: Aristora

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 05-09-05 14:47

Citaat:
Het bos werd steeds minder bewoond. Minder bomen en geluiden. Ik dacht dat we er bijna waren, helaas had ik het mis. We kwamen bij een zandvlakte aan, maar bij een hele rare. Er stonden in het begin nog een paar groente struiken op het mulle zand. Hoe verder ik keek hoe blauwer de struiken en het zand leken te worden. Bij de horizon leek er een zwarte streep te zitten. Waarschijnlijk weer bossen dacht ik. We hielden halt voor het begin van de vlakte. “Wat doen we nu”, vroeg Sonata. “We stappen af, de paarden sturen we eerst, als w die niet meer zien gaan wij”, zei Luniron. Parudo was stil geworden, misschien door de uitbarsting van Fliona misschien doordat hij iets wist wat wij niet wisten. “Grun”, zei hij ineens. “Ja”, zei ik. “Als jij tovenaar bent, heb je dan geen staf of iets dergelijks?”, ging hij verder. Oh nee, dacht ik, die ben ik in Vacaria verloren. “Jawel”, zei ik. “Maar die heb ik tijdens mijn vlucht naar Sighni vergeten in het Vacaria kasteel”, zei ik treurig. Ik zou de staf makkelijk kunnen gebruiken. “Zonder die staf kan ik niet veel doen met mijn magische krachten.. Misschien als ik hem roep”, zei ik. “Roep dan!”, riep iedereen in koor. Ik voelde mij dom, waarom was ik daar niet eerder op gekomen. “Krowlivion staf”, zei ik. “En, uhm, nu”, zei Ano. “Wachten”, zei ik. “De staf moet van ver komen dus zo snel zal hij hier niet zijn. Maar hij komt naar de plek waar ik ben”, zei ik geruststellend. “Ja, oké”, zei Luniron. “Parudo, aan jou de eer voor te doen hoe wij de paarden daar krijgen”. Luniron wees naar de horizon. “Het makkelijkste zou zijn als Grun haar staf zou hebben, maar die is er nu niet. Dan is het wat moeilijker”, zei Parudo. Luniron stond ongeduldig te wachten. Het leek wel of hij ging ontploffen. Parudo zag het en ging snel verder. “Nou, de bossen die je daar ziet”, zei hij wijzend nar de zwarte streep bij de horizon. “Dat zijn de Blauwe Bossen. Achter die bossen ligt de kruising van onze wegen”, zei hij, en keek naar Florie en Fliona. “Daar achter gaan Florie en Fliona naar het westen en wij naar het oosten. Het probleem is dat er geen ruiters door het bos miogen in verband met de grote hoeveelheid rovers die er huist. Te paard ben je daar bij de eerste stap al verloren want een paard in deze tijd staat voor welvaart. Vandaar dat ik Grundura’s toverkracht nodig had. Het zou makkelijk zijn als Grun de tuigen zou verkleinen”. Hij betwijfelde mijn kracht, daar werd ik boos om. Zonder iets te zeggen liet ik de tuigen afgaan en verkleinde ze zo dat ze op een muis zouden passen. Parudo had het niet in de gaten. “Nu moeten we de tuigen dragen wat ons zal vertragen”, zei parudo. Luniron begon te gniffelen, hij had het wel gezien


Willen mensen die het lezen ook nog een berichtje plaatsen?? Want anders heb ik het idee dat ik het voor niks schrijf en dat is niet echt motiverend...

solarpleure

Berichten: 2809
Geregistreerd: 04-04-05
Woonplaats: Oss

Re: [verhaal] fantasie: Aristora

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 06-09-05 16:04

Citaat:
“Wat sta je nou te lachen”, zei Parudo geïrriteerd. “Niks”, zei Luniron die zijn gezicht weer in een plooi zette. Sonata en Ano keken hem aan, Luniron wees naar de paarden die er heel raar uitzagen met hun mini zadel op hun rug en hun hoofdstel over hun oor. Ook zij begonnen te lachen. Toen Parudo hun kant op keek hielden ze snel op. “En verder, ja, we zadelen de paarden dus af en fluisteren in hun oren wat ze moeten doen. De bedoeling is dat ze zichzelf voor doen als een kudde wilde paarden, die komen hier namelijk vaak voor. Ze schuilen in het bos tot ze ons zien en gaan dan naar de kruising aar wij een paar minuten later zullen aankomen. Hopelijk lukt dit alles zonder dat we aangevallen worden, maar de kans is er nog steeds ook al dragen we door de bossen dan vodden”, zei Parudo. Hij draaide zich om naar de paarden, in zijn ogen kwam een teken van ongeloof. Iedereen begon te lachen, ik om de uitdrukking op Parudo’s gezicht. “Wie, wat, ik snap het niet”, zei hij. “Tja, zonder staf worden mijn krachten beperkt, ze verdwijnen niet”, zei ik nuchter. Parudo liep naar zijn paard en pakte het tuig. “Dit past op een muis”, zei hij. “Ja”, zei ik. “Lekker compact en niet zwaar”. Parudo begon te lachen. Hij stopte het tuig in zijn zak, de andere en ik volgde zijn voorbeeld. Parudo fluisterde iets in zijn paard’s oor. Het beest leek helemaal gek geworden. Het begon te steigeren en rondjes te rennen. “Dat is de bedoeling”, zei Parudo. Iedereen fluisterde wat in de oren van de paarden. Ook deze gingen tekeer. “Ga”, zei Parudo, en zijn paard stormde weg. “Ga” klonk het daarna in koor. De overige paarden stormden achter Parudo’s paard aan. Ik ging zitten en Luniron nam plaats naast mij. “Hier”, zei hij en gaf mij wat eten. Ik was hem er dankbaar voor want had hele erge trek gekregen. Ik vond het zo spannend.
De avond viel. “We blijven hier in de nacht”, zei Parudo. “Als iedereen het daar mee eens is in ieder geval”. Iedereen stemde in. Ik toverde mijn zadel weer groot en haalde er een tent uit. Luniron en ik zette hem op. “Die lijn moet daar”, zei Luniron wijzend naar een meter of twee achter zich. “Nee hier”, schreeuwde ik. “Nee dan valt hij om”. “Onzin”. Koppig zette ik de lijn op de plek waar ik hem wilde. De laatste lijn werd gespannen. “Zo hij staat toch”, zei ik. Een seconde later viel de tent in elkaar. Ik bloosde en zag Lunirons gezicht, toen barste wij in lachen uit. Luniron haalde de door mij gezette lijn weg en trok de tent overeind, vervolgens zette hij de lijn op de plek die hij eerder aanwees vast. Het was een vier-persoons tentje met z’n zevenen paste wij er nopoit in. “Vlontaru”, zei ik en de tent werd twee keer zo groot. “Zo”, zei ik. “Groot genoeg voor ons allemaal”. Florie en Fliona kwamen de bossen uit, ik had helemaal niet gezien dat ze weg waren. Sonata had een kuil gegraven, net voor de tent. Florie en Fliona gooide het door hun gesprokkelde hout in de kuil. Parudo deed de rest voor het kampvuur. Even later zaten we gezellig met z’n alle voor het knapperende vuur.
Parudo had een raar soort eten mee genomen, dat kun je aan een stokje doen en in het vuur houden. Dan zwellen ze op en worden heel sappig.
We zaten op ons gemakje bij het vuur wat te praten, over de reis die we gingen maken en wat we daarna gingen doen.
Er kwam een kraai aangevlogen en lande op mijn schouder. “Bericht, bericht”, kraste hij. “Vertel”, zei ik. “Er is een vreemdeling in het bos, vreemdeling, vreemdeling”, kraste hij weer. “Komt deze kant op, kant op”. “Hoe ziet hij eruit”, zei Parudo. De vogel keek hem brutaal aan en vloog weg. De sfeer was omgeslagen, we waren op onze hoee. Steeds als we ook maar een blaadje hoorde ritselen keken we verschikt op.
Florie en Fliona hadden hun wapens al in de hand en keken rond. Met hen erbij voelde ik mij veiliger. De vogel kwam even later weer aangevlogen en lande ditmaal op Parudo’s schouder. “Bericht, bericht”, kraste hij weer. “Nou, vertel op”, zei Parudo ongeduldig. “Man, man”, kraste de kraai. “Groot, kapotte kleren, kapot, kapot”. “Vijand of vriend?”, vroeg Parudo. “Onbekend”, kraste de kraai en hij vloog weg.
“Jongens”, zei Fliona. “Als jullie gaan slapen en een iemand de wacht houd en we elkaar aflossen”. Ik knikte want was toe aan een bed. “Ik doe de eerste wacht ende uitkijk”, zei Florie. Sonata, Ano, Luniron en ik gingen de tent in. Parudo bleef nog even met Florie en Fliona praten.
Ik ging op bed liggen en viel al snel in slaap.

angelke

Berichten: 5137
Geregistreerd: 28-04-02
Woonplaats: Brasschaat (België)

Re: [verhaal] fantasie: Aristora

Link naar dit bericht Geplaatst: 06-09-05 20:09

Ik lees nog altijd, maar mijn internet doet vreselijk moeilijk, dikwijls valt het uit, dus een berichtje plaatsen komt er meestal niet van.

Ik blijf het dus volgen, want ik vind het echt wel leuk!

solarpleure

Berichten: 2809
Geregistreerd: 04-04-05
Woonplaats: Oss

Re: [verhaal] fantasie: Aristora

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 07-09-05 16:03

Citaat:
Een paar uur later werd ik door Luniron wakker gemaakt. “Je hebt laatste wacht met Fliona”, zei hij. Ik rekte mij uit en keek hem slaperig aan. Ik had helemaal nog geen zin. Ik ging rechtop zitten. “Ik kan niet wakker worden”, zei ik tegen Luniron. Hij stak zijn hoofd uit de tent en zei tegen de mensen buiten. “Nog zo een”. Ik snapte het niet maar het was ook nog vroeg. Slaperig kroop ik langs Luniron naar buiten. Parudo stond voor mijn neus en liet een bak ijskoud water op mij leeg gooien. Ik vloekte binnensmonds. “Er is een leuk meertje hier in de buurt met ijskoud water, leuk hè?”, zei Parudo met een grijns. “Ja ga maar slapen”, zei ik geïrriteerd. Ik ging bij het vuur zitten, hopelijk kreeg ik het wat warmer. Fliona nam plaats naast mij. Parudo ging de tent in en sloot die.
Fliona en ik zeiden niks tegen elkaar, langzaam werd ik warmer en droger. De kraai kwam weer aangevlogen en landde op mijn schouder. “Bericht, bericht”, kraste deze. “Vertel”, zei ik. “vreemdeling dichtbij, dichtbij”, kraste hij. Ik sprong op en rende de tent in. “Wakker worden!”, schreeuwde ik. “Huh”, zei Sonata. “Die vreemdeling is dichtbij, dat melde de kraai net”, zei ik. Plots schoot iedereen overeind, ze waren gelijk klaar wakker. Ik liep naar mijn bed en haalde een wapen van Florie onder het matras vandaan. De andere in de tent pakte hun wapens ook. Ik rende weer naar buiten. De kraai was op de tent gaan zitten en keer ons aan. Met z’n alle dingen we rond het vuur zitten, iedereen was op zijn hoede. Een tweede kraai kwam aangevlogen. Hij landde op mijn schouder. “Bericht, bericht”, kraste hij. “Vertel”, zei ik. “Vreemdeling is vriend, vriend”, kraste hij, en vloog naar de andere kraai waar hij ook plaats nam op de tent. Ik was een beetje gerustgesteld maar nog steeds op mijn hoede.
Takken hoorde ik kraken, blaadjes hoorde ik ritselen, iedereen richtte zich op het punt waar het geluid vandaan kwam. Een schim zag ik tussen de bomen die steeds groter werd. Een jongeman kwam de bossen uit en keek ons aan.
“Zijn jullie het genootschap dat richting Palonze gaat”, zei hij. Ik wilde ja zeggen, maar Luniron was mij voor. “En wie ben jij dan?”, zei hij. De man keek hem afkeurend aan. “Norvale”, zei deze. Ik bekeek hem van onder naar boven en weer terug. Ik vond het een knappe man, maar had iets arrogants over zich heen. Met zijn lange haar, wijde gescheurde kleren, vervaarlijk wapen op zijn rug, klein brilletje en arrogante lachje.
Nu was het Luniron’s beurt om hem afkeurend aan te kijken, hij en Norvale werden zeker geen goede vrienden. “Wat kom je doen”, zei ik blozen, maar wel een beetje argwanend. “Ik”, zei Norvale. “Nee het andere persoon dat net uit het bos kwam gewandeld”, zei Luniron sarcastisch. Norvale keek om, ik voelde dat hij zich stom voelde. Hij had zich door Luniron beet laten nemen.


Tja, nu is het weer school, dus elke dag (op een schooldag) komt er zo'n stuk bij. Op school kan ik goed schrijven

solarpleure

Berichten: 2809
Geregistreerd: 04-04-05
Woonplaats: Oss

Re: [verhaal] fantasie: Aristora

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 13-09-05 19:39

Heel lang stukje voor de liefhebbers.
Citaat:
Hij draaide zich om. “Ja”, zei hij met een grijns op z’n gezicht. “Wat ik hier doe”, zie hij weer. “Jullie helpen”. “Wij hebben geen hulp nodig”, zei Luniron. “Dus jullie gaan met z’n zevenen Barica verslaag, Hahaha”, zei hij. “Pleeg dan gelijk zelfmoord, stelletje gekken”. Dat was genoeg voor Luniron. Hij vloog Norvale aan. Ik wou ze uit elkaar halen. “Laat ze maar even”, zei Parudo. Binnen een paar tellen had Norvale Luniron op z’n buik in het gras liggen. Luniron kon geen kant op. “Genoeg gehad”, siste Norvale in zijn oor. Luniron die woedend was knikte en Norvale liet hem los. “Zoals ik al zie hebben jullie dus wel hulp nodig, en waarschijnlijk was hij jullie leider, een leider van niks. Dus kan ik dat beter worden”, zei Norvale. Dat was het teken voor Parudo om hem aan te vallen, deze keer vond ik het wel mooi en liet ze beide de lucht in vliegen. Parudo en Norvale waren tegen mijn krachten aan het vechten. Toen liet ik ze plots los, ik zag mijn staf aan komen vliegen. Boven mijn hoofd stopte hij en draaide hij zodat hij horizontaal lag en viel toen naar beneden. Net boven mijn hoofd griste ik hem uit de lucht en zette hem naast mij neer. Triomfantelijk keek ik naar Norvale, Luniron en Parudo. Allen hadden ze een gekreukte ego.
“Alle hulp is welkom”, zei ik. “Dus kom er maar bij”. Ik draaide mij om en liep rustig naar de zandvlakte. “Oja, de tent”, zei ik tegen mezelf. Ik draaide mij om en toverde de tent weer klein en compact, frotte het ding in het mini zadeltje met veel problemen, maar het lukte uiteindelijk wel.
“Gaan jullie nog meer?”, zei ik kalm. “Ja, ja”, klonk het beledigt uit de monden van de heren. Florie en Fliona haalde mij in. “Mooie zet”, zei Fliona. Ik glimlachte. De mannen hadden ons ook ingehaald. Samen begonnen we aan de tocht door de zandvlakte.
De ondergrond was heel erg mul en zeer zwaar om te lopen, toen begon het ook nog eens te stort regenen. Alles leek tegen te zitten. Aan onze linkerkant was een bestruikt stukje dat ik niet vertrouwde. Ik hielt even halt tot ik naars Parudo liep. “He dat bosje daar, daar zit iemand achter”, zei ik. “Dus jij had het ook gemerkt”, zei hij. “Maar of het vriend of vijand is, geen idee”, zei ik. “Daar is maar één manier voor om het uit te vinden”, zei Parudo. “Hem tevoorschijn laten komen”. Ik richtte mijn staf op de bosjes en ze gingen in vuur op, nadat ze opgebrand waren zag ik niks. De grond begon licht te trillen. Plots sprong er iets vanuit het zand op, recht voor mij neus. Ik schok mij dood. Het was een groep rovers. Met hun kleine mesjes stonden ze ons een beetje te bedreigen. De groep rovers barste in lachen uit. Plots sprong Florie op en begon met haar zwaard op één van de rovers in te slaan. Ze was zo snel aan het hakken dat er stukken vlees overal heen vlogen. Toen hield ze op en sprong terug naar onze groep. Zij en Fliona begonnen nu te lachen, ik en de andere vonden er niet zo veel grappigs aan. Maar het had wel effect, de groep rovers zette het op een lopen.
Iedereen in de groep was een beetje stil geworden van het optreden van Florie, maar ik besefte dat het wel nodig was om zulk gedrag te tonen. Zo meedogenloos zouden wij ook moeten worden.
Stilletjes liepen we verder. Iedereen leek ontdaan van het optreden. De omgeving was al een beetje blauwer geworden en de zwarte streep die ik eerder zag was nu al een duidelijke blauwe balk geworden. “Dat was echt verschrikkelijk”, zei Luniron tegen mij. “Ja, maar heb je door dat wij dat ook moeten doen?”, vroeg ik. “Ja in het begin dacht ik dat het makkelijker was, maar nu ik dit heb gezien”, zei hij hoofdschuddend. Ik wist hoe hij zich voelde. Wij hadden training nodig. Een groep vogels kwam over gevlogen, ik keek ze na. Luniron was naar Parudo gelopen. Norvale kwam naast mij lopen. “Blijven die vrouwen bij ons”, vroeg hij. “Nee”, zei ik. “Ze gaan aan het eind van het bos de andere kant op dan ons. Hun gaan naar het westen wij naar het oosten”. “Wat gaan we daar doen?”, vroeg hij. “Eerst naar de stad Palonze, daar gaan we mensen zoeken die mee willen helpen”, zei ik. “Waarom”, vroeg hij. “Ja waarom denk je. Wij kunnen met ons achten eventjes Barica’s onverslagen leger verslaan”, zei ik. “Mogelijk”, zei hij stoer. Ik keek hem aan, waar had hij het over dacht ik. Maar ging niet op zijn aparte antwoord in. “Hoelang zijn we al aan het lopen?”, vroeg ik. Norvale keek naar de zon. “Zo’n vier uur”, zei hij. Ik liet mijn moed zakken, we leken niet vooruit te komen. Het regende nog steeds en leek het lopen nog erger te hinderen. Om de zoveel tijd viel er wel iemand van ons. Florie en Fliona waren de enigste die niet vielen. Langzamer hand zakte mijn moed steeds verder weg. Ik liep steeds zwaarder. Norvale die nog naast mij liep bleef bij mij, maar de andere die voor ons liepen gingen steeds verder, op hetzelfde tempo. Na een paar minuten waren ze uit mijn beeld, mede door de hevige regenval. Mijn tempo werd steeds lager en ik voelde mij met de seconde meer verloren. Ik begon te huilen en viel neer, Norvale schok. “Grun”, zei hij. “Je voeten, ze zijn…Weg!” Ik keek met betraande ogen achter mij en zag geen voeten meer. Ik begon nog harder te huilen. Norvale begon te schreeuwen. “Jongens!”, riep hij. “Waar zijn jullie?! Kom terug, snel!” Ook hij begon te huilen en zakte door zijn knieën naast mij. Hij pakte mijn arm, stond op en begon mij vooruit te slepen. Ik keek op langs hem, en zag een groep silhouetten onze kant op komen. Ik voelde mij weer wat veiliger, ik kreeg weer meer kracht. “Norvale!”, werd er geroepen. “Hier”, zei Norvale. De silhouetten kwamen nu snel onze kan op. Het werd weer de oude vertrouwde groep. Parudo, die voor op liep en ons niet had gezien, rende op Norvale in. Ze rolde om en Parudo lag boven op Norvale. “Vind je dat normaal”, zei deze, en duwde Parudo van hem af. “Sorry”, zei hij. “Wat is er?”. “Grundura heeft geen voeten meer. Dat is er!”, zei Norvale boos. Parudo rende naar mij toe en begon tegen mij te praten. “Grun, rustig maar. Het komt allemaal goed. Wij zijn bij je. Er kan niks gebeuren”, zei hij. “De regen wordt al minder en we zijn er bijna. Nog anderhalf uur dan zijn we bij de bossen, kom je? Ga je mee?”, zei hij. Langzaamaan begon ik hem te geloven. Luniron en de ander begonnen hetzelfde te zeggen. Het laatste wat Luniron zei gaf de doorslag. “Wij geloven in jou en kunnen niet zonder je”, zei hij. Na deze woorden voelde ik de moed en kracht terug komen.
“Haar voeten zijn terug”, zei Norvale blij.

solarpleure

Berichten: 2809
Geregistreerd: 04-04-05
Woonplaats: Oss

Re: [verhaal] fantasie: Aristora

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 15-09-05 14:29

Weer lang stukje
Citaat:
Ik stond op en arm in arm liepen we verder. Iedereen leek in een opperbest humeur. Het hjelp op met regenen. En wij werden nog vrolijker. We stapten flink door. De grond was in een mum van tijd weer mul geworden alsof het er nooit had geregend. Ook was het nu helemaal blauw. Het zand was blauw, de struiken waren blauw, de stenen waren blauw en de grasspietjes waren ook blauw. De bossen waren al groot geworden. Ik kreeg zin om te gaan rennen, maar bleef toch bij de groep.
Na nog een tijdje lopen kamen we bij de bosrand aan. “Oké, vanaf nu zijn we dus arme reizende mensen”, zei Parudo zacht. Ik ging zitten. “Ik ga mijn laatste brood opeten”, zei ik. Mompelend liet ik het heerlijke grote brood in mijn zak van uiterlijk veranderen. Het leek opeens ontzettend klein en vies toen ik het eruit haalde. Met kleine hapjes werd het stuk nog kleiner. De andere waren ook gaan zitten. Parudo seinde iets naar mij, ik begreep het niet. Hij wees naar mijn brood en toen naar zijn zakken. Toen begreep ik het. Ik moest hun brood ook veranderen, dus dat deed ik. De andere namen ook hun brood en aten het zwijgend op.
Na een tijdje in stilte te hebben gegeten verbrak Ano de stilte. “Er is iemand in de buurt”, zei hij zacht. Sonata knikte. Ze spitsten hun oren onder hun gewaad. “Stomme dingen”, zei Ano. Ik grinkte . “Het is groot, zwaar, ik weet niet. Ik kan het niet thuis brengen”, zei Ano. “Het is groot, zo rond de twee meter. Heeft een zwart gewaad aan tot over zijn voeten. Brede schouders”, zei Norvale. “Hoe weet jij dat nou?”, vroeg Luniron. “Staat achter Sonata”, zei Norvale. De hoofden draaide snel om en keken angstig naar het figuur. Het schuifelde dichterbij tot het over een boomwortel struikelde en voorover viel. In zijn rug zaten een vijftal pijlen. Hij kreunde dus leefde nog. Ik wist niet wat ik moest doen. De andere zaten ook maar te staren.
Norvale was de eerste die bewoog. Hij schopte zachtjes tegen het persoon. Die pakte zijn been. “Help’, klonk het. Norvale pakte een klein mes en sneed het gewaad open. Er lag een rare man. Zijn huid had verschillende kleuren, onder het gewaad had de man een pak aan. Norvale sneed de jas open zodat de rug van de man open lag. “Snel, maak vuur”, zei hij. Ik mocht niet toveren dat zou gevaarlijk zijn. Snel maakte Parudo een vuur. Norvale hield zijn handen erboven. Langzaam aan begonnen zijn handen te gloeien, hij haalde ze ui het vuur en zijn handen veranderde in spitse punten. Hij zette één van de punten bij de huid was een pijl inzat. De man krijste van pijn. Norvale krikte de pijl eruit en ging met de volgende pijl verder. Zo ging hij alle vijf de pijlen af. Zijn handen werden weer normaal. Hij zette zijn handen boven bij de schouders van de man en blies van zijn handen naar de laatste pijlwond. De wonden heelden. “Ik weet niet hoe zwak de man is, dus hij kan nog sterven”, zei hij. “Help eens”. Luniron liep naar hem toe en samen rolde ze de man om. “Meer kunnen we niet doen”, zei Norvale. Hij stond op. “Gaan we verder’, zei hij. “en hij dan”, zei Luniron wijzend op de man. “Dat is een rijke man, als we hem bij ons zouden houden worden we alleen maar sneller aangevallen. Zo hebben we nog een kans, van hem weet ik dat niet”, zei Norvale. Parudo gooide zand in het vuur waardoor het uitging. Hij begon te lopen en de rest volgde. Parudo wist de weg. Ik liep langs Norvale. “Wat ben jij?”, vroeg ik. “Ik ben Parfaat”, zei deze. “Een heler’, zei ik. “Nouja”, zei hij. “Ik was nog bezig met de opleiding, maar door alles met Barica is deze gestaakt dus ik kan alleen wonden helen, mensen niet hun kracht terug geven”. “Maar de meeste Parfaten beginnen hun opleiding als ze tien zijn, en zijn dan op hun dertiende klaar”, zei ik. “Op mijn tiende ben ik bij een smid in de leer gegaan. Daar heb ik tot mijn 21ste gewerkt. Toen brandde de werkplaats af en ben ik weggegaan. Een paar jaar heb ik rond gezwerft, hier en daar gewerkt als van alles en nog wat. Ik was pas één jaar bezig met de opleiding, dus vandaar”. Ik knikte. “En jij alleen tovenaar”, zei hij. “Ja maar geen goede, denk ik. Hoor ik wel te zijn”, zei ik. “Waarom zou je dat niet”, zei hij. ‘Ik weet het niet, ik kan de spreuken niet in mijn hoofd houden. En soms denk ik van wel maar dan doet hij het niet. Ik heb nooit les gehad. Alles uit boeken gehaald”, zei ik. “Maar een paar keer heb je het gewoon zonder woorden gedaan”, zei hij. “Dus misschien als je ergens aan denkt dat het dan ook lukt”. Ik dacht aan vogeltjes, ik wou vogeltjes uit mijn staf laten vliegen. Witte vogeltjes. Plots vlogen er een stel witte vogeltjes uit mijn staf. Norvale en ik lachte. “Dankje’, zei ik blij en gaf hem een kus op zijn wang. Ik bloosde en keek snel weg.
We liepen verder, beiden waren we stil. Luniron kwam bij ons lopen. “Je bent hard”, zei hij tegen Norvale. “Maar eerlijk”. Norvale stopte, trok een mes en gooide het in het bladerdek. “Aaaah”, werd er geropen en een rover viel uit de boom. Hij was dood. “Mooi schot”, zei Fliona. “Oefening baart kunst”, zei hij.
Ik vond Norvale eigelijk best leuk. Op zijn arrogantie na.
Norvale versnelde zijn pas tot hij bij Parudo was en begon met hem te praten. “Wat ene arrogant joch”, zei Luniron tegen mij. “Ouder dan jou”, zei ik. Luniron snoof. “Dan nog”, zei hij boos. “In ieder geval, ik wou even met je praten”. “Dat doe je nu toch’, zei ik. “Ja dat klopt, maar waar ik het over wou hebben. Hoe gaan wij ;eren vechten net als Florie en Fliona?”, zei hij. “Zal niet kunnen, Florie en Fliona zijn geboren moordenaars. Hun hele leven moorden ze al, dat zal ons niet in een korte tijd lukken”, zei ik. “Vroeger in Skyron heb ik wel eens les gehad. Maar nooit echt hoeven vechten, ligt niet in mijn aard”, zei hij. “We vinden er wel iets op. Misschien moeten we hier in dit bos oefenen met de rovers”, zei ik. “Parudo!”, riep Luniron. Norvale die nog met Parudo aan het praten was hielt op en ze keken beide om. “Vergadering!”, schreeuwde Luniron. “Even wachten”, riep Parudo. Hij ging verder met het gesprek met Norvale. Na nog een half uur te hebben gelopen hield Parudo halt en ging zitten. In een kring ging de rest rond hem zitten. “Florie”, zei hij. “Weet jij wie de wapens die jij hebt gegeven heeft gemaakt?” “Ja”, zei ze. “In Palonze huist ende woont de zoon van de tovenaar die de wapens heeft gemaakt. Hij zou dat wel kunnen”. “Oké”, zei Parudo. “Grun, wij willen jou staf veranderen. Één van de zwaarden als houder. Zodat je een staf en zwaar ineen hebt. Dus kan toveren en kan zwaard vechten”. “Goed idee”, zei ik enthousiast. “Verder een boog met vele pijlen van hetzelfde materiaal als de wapens. Ik hoop dat die zoon dat kan. Maar het probleem is, waar oefenen we”, zei Parudo.