Hoofdstuk 5
Als ik wakker word, doet alles zeer. Iedere spier in mijn lichaam brandt. Ik voel mijn armen en benen nauwelijks meer. Alleen dat mijn armen nog steeds gespreid van mij hangen. Ik vraag me af of ik nog steeds op het bed lig, maar als ik me een beetje beweeg voel ik niets op mijn rug. Na een tijdje dringt de druk op mijn armen tot me door, en kom ik tot de conclusie dat ik aan mijn armen omhoog hang. Mijn voeten zitten vast, maar de touwen zijn zo lang, dat ik ze wel kan bewegen. Als ik met mijn linkerbeen langs mijn rechterenkel beweeg voel ik broekspijpen. Ik voel me opgelucht, hij heeft me wel aangekleed. Toch griezel ik, als ik denk dat hij aan mij heeft gezeten.
Om mij heen is het stil. Ik weet niet of ze de watjes in mijn oren hebben laten zitten, of dat het echt zo stil is hier.
Mijn moeder liep het politiebureau binnen. Hoe vaak was ze hier nu al geweest de laatste paar dagen? Een agente kwam haar al tegemoet en leidde haar een klein kamertje in. Een andere politieagent was binnen, samen met een tv-scherm. Hij knikte haar vriendelijk toe. Ze ging zitten.
“We hebben weer nieuws van uw dochter, een andere videoband. Ze zijn er achter dat de politie erbij is gehaald en hebben de band naar ons gestuurd. Als een soort… bedreiging.”
Mijn moeder sloeg haar handen voor haar mond.
“Ze hebben haar toch niet…niets…”
“Nee, ze is ongedeerd, ze hebben haar niets ernstigs aan gedaan. Maar ze is zwaar ondervoed en heeft veel blauwe plekken. Het kan schokkend zijn.”
Ze begon te huilen en verborg haar gezicht in haar handen. De agent klikte naar de agente in de hoek en deze startte de band.
In een grote zwarte loods zag ze haar dochter. Om haar polsen, ellebogen en bovenarmen zaten grote brede leren banden. Zoals je ze zag in films van de middeleeuwen, om hun polsen te beschermen tegen messteken. Het enige verschil was, dat hier ijzeren ringen aan zaten. Via deze ringen waren dikke touwen om haar armen heen gedraaid, achter haar rug langs naar haar andere arm en zo aan het plafond met katrollen omhoog getakeld. Om haar enkels zaten dezelfde leren boeien, vast aan de grond . Ze was gekleed in een zwarte broek, die veel te groot leek en een kort wit bloesje, dat er ook veel te groot uitzag. Onder het bloesje waren duidelijk haar ribben te zien, zo sterk als ze vermagerd was. Op haar gezicht zaten grote blauwe plekken, en ook in haar zij was blauw te onderscheiden. Maar waar mijn moeder het meest van schrok was de grote rode streep die over haar borst liep. Het leek op een brandwond.
Haar dochter had een doek over haar ogen en een stuk tape over haar mond. Ze leek nergens op te reageren. Haar kin hing op haar borst. Leefde ze nog? Een man kwam in beeld, hij leek veel op de man die de vorige keer ook op de video had gestaan. Hij had een vreemd accent wat nauwelijks thuis te brengen was. Het was dus iemand anders.
“Wij weten dat de politie erbij is gehaald. Ons kan het niet schelen, onze eisen veranderen niet. Wij hebben geen angst voor politie. Jullie hebben nog 1 maand de tijd om te bereiken wat wij jullie verteld hebben. Zorg er voor dat je ons niet teleurstelt, dat je je dochter niet teleurstelt. Ons heeft u er niet mee, er zijn genoeg andere meisjes die hier argeloos rondlopen. Uw dochter daarentegen, heeft één leven. Kostbaar voor u, onbelangrijk voor ons.
De rest drong niet door bij mijn moeder, ze zag dat haar dochter bewoog, haar hoofd kwam omhoog en ze begon haar boeien af te tasten. De man ratelde door, maar haar dochter leek het niet te horen. Na een tijdje vond ze schijnbaar weer rust, want haar hoofd kwam weer te rusten op haar borst. Wat hadden ze met haar gedaan?
Nog steeds hoor ik niets, maar de druk op mijn armen wordt steeds zwaarder. Doordat mijn armen een stukje uit elkaar hangen, komt er extra druk op. Ik wacht op een teken van leven, waarom komt dat niet? Ik wacht af, tijd verstrijkt. Minuten, secondes? Uren? Mijn lichaam wordt loom, maar door de pijn kan ik niet in slaap komen. Toch kom ik langzaam in een roes. Slapen doe ik niet, maar wakker ben ik ook niet meer. Ik schrik op als ik ineens een hand aan mijn gezicht voel. De tape wordt van mijn mond getrokken. Ik knijp mijn kiezen op elkaar van de pijn. Wat gaat er gebeuren? Ik voel dat de watjes uit mijn oren getrokken worden. Dus toch…
“Drink.”
De stem klinkt hard, door de stilte van de laatste tijd. Een rietje wordt in mijn mond gestoken. Gulzig drink ik met grote slokken. Het koele water glijdt door mijn zere keel. Een verlichting. Veel te snel is het glas leeg.
“Honger?”
Onzeker knik ik. Mijn maag rommelt en zet mijn woorden kracht bij. Een stuk brood wordt in mijn mond geduwd en op deze manier word ik gevoerd tot de honger begint te stillen. Dan valt het ineens stil. Weer ben ik alleen in de duisternis die mij omringt. Ik hoor iemand binnen komen, maar durf niets te zeggen. Die verdomde pijn in mijn armen!
Dan valt ineens alle druk weg en val ik neer op mijn knieën. Een pijnscheut schiet door mijn been omhoog. Ik laat een gefrustreerde grom horen.
“Wat is het meid, bevalt het je niet.”
Ik zeg niets terug. Maar ik herken de stem.. Het accent. Ik voel iemand achter mijn hoofd en de blinddoek wordt los getrokken. Ik knijp mijn ogen dicht. Er is nauwelijks licht in de ruimte, maar het is genoeg om me te verblinden. Langzaam open ik mijn tranende ogen weer. De ruimte lijkt op een oude loods. In de tijd dat ik verdoofd ben geweest, ben ik dus duidelijk ook verplaatst. Ik probeer mezelf overeind te trekken, maar wordt hardhandig omlaag geslagen. De man loopt naar mijn arm toe. Nu kan ik hem pas goed zien. Hij lijkt op de man die de eerste keer achter mij stond, toen er een video werd gemaakt voor mijn moeder. Hoe zou het met haar zijn? Als ik goed kijk, zie ik dat hij iets kleiner is als de man voor wie ik hem aanzag.
Hij klikt een haakje los. Aan mijn armen zitten leren banden, die mij verhinderen mijn ellebogen en polsen te buigen. Om de leren banden zitten ringetjes, en door deze ringetjes loopt een dik koord. Het begin zit vast met een haak, om mijn pols gewikkeld en vast gemaakt aan het eerste ringetje. Langzaam haalt hij het touw uit de ringen, waardoor ik mijn armen kan laten zakken. Mijn spieren zijn verkrampt, iedere beweging doet zeer. Ook mijn andere arm wordt langzaam los gemaakt. Hij zet zijn knie in mijn rug en dwingt me op mijn buik. Op deze manier maakt hij de riempjes van de banden om mijn armen los. Ik verzet me niet, het heeft geen zin. Mijn lichaam doet teveel pijn. Rennen is onmogelijk. Bovendien zitten mijn enkels nog vast. Ineens voel ik koud ijzer om mijn nek. Een halsband wordt om mijn hals gesloten en als ik een klik achter in mijn nek voel weet ik dat hij op slot zit, onmogelijk er af te trekken. Om mijn polsen komen dezelfde ijzeren boeien en met een klik worden deze aan de achterkant van de halsband vastgemaakt. Dan pas worden mijn enkels losgegespt en word ik op mijn voeten gedwongen. Ik hang zwaar in de armen van de man achter mij, ik kan onmogelijk op mijn eigen benen staan. Hij tilt me op en draagt me naar een wagen, waar hij me op de achterbank legt. Iemand grijpt me vanuit de auto en trekt me verder de wagen in. Mijn hoofd rust op iets zachts. Waarschijnlijk een been.
De auto wordt gestart en rijdt weg.
Waar word ik nu naar toe gesleept?
{edit: Het volgende deel kan eventjes op zich laten wachten, ben zo slim geweest om mijn stuk dat ik op school heb geschreven in de auto te laten leggen. Wilde het aan Niekoezz laten lezen bij de oliebollenactie van de club,en heb het toen in de auto laten liggen. Kan het pas zaterdag ophalen, en dan ben ik de hele dag weg.