Citaat:
Met mijn paardrijdkleding nog aan liep ik door de draaideuren van het ziekenhuis. Verschillende mensen keken me verbaasd aan. Ik moest mezelf blijven, dus ik deed dat ook. Ik liep naar het winkeltje en kocht een mooi bosje bloemen voor je. Jef kon dan wel niet meer ademen en zo, hij was er nog wel.
Even later wou ik de lift instappen en kwam ik Jeffrey’s moeder helaas tegen. Ze keek me vuil aan. En wat ik verwachtte gebeurde ook. Ze werd boos op me. ‘Ten 1e, waarom loop je hier in je paardenkleding ? Jeffrey deed dat ook altijd, bah.. En ten 2e, waarom heb je een bos bloemen, vind je het leuk dat jij als laatste bij hem was of zo ?’ zei ze op een kattige toon. Ik zuchtte diep, en dacht goed na. ‘Ik probeer te doen wat Jeffrey zou willen mevrouw. Zoals u zelf zegt, liep hij ook altijd in zijn paardenkleding, hij zal het dus niet erg hebben gevonden als ik zo bij hem was gekomen. Hij zal dubbel hebben gelegen als u weer eens boos werd, omdat iemand stinkende kleding aanhad. En ik heb bloemen, omdat hij dan misschien niet meer ademt, maar er nog wel is. Jeffrey heeft een hekel aan een saaie dingen, dus ook aan een saaie kamer’ zei ik beleefd. Ik had geprobeerd het zo duidelijk mogelijk uit te leggen. ‘Puh’ zei z’n moeder en arrogant draaide ze haar hoofd te andere richting uit. Stampend liep ze weg. Ondertussen was de lift al op weg naar boven, en ik moest nog even wachten. Veel geduld had ik op dat moment niet en ik besloot de trap te nemen. Tegelijkertijd met de lift kwam ik boven aan.
Ik klopte automatisch op Jeffrey’s deur. Eigenlijk was dat niet meer nodig want hij zou niet meer wakker worden, als ik opeens binnen kwam.
Zijn vader zat binnen. ‘Sorry meneer, ik ga meteen weg’ zei ik, en mijn gezicht liep rood aan. ‘Nee wacht, kom binnen, je bent welkom’ zei zijn vader. Ik liep naar binnen, pakte een stoel en ging naast Jeffrey’s vader zitten. ‘Volgens mij heb ik je eigenlijk nooit gezien, je kwam vaak overdag, maar dan slaap ik, ik draai nachtdiensten. Ik ben Tom’ zei zijn vader. Ik schudde hem de hand en stelde me voor. ‘Ik ben Amy’. ‘Ja dat wist ik al haha. Ik heb veel over je gehoord. Jeffrey was gek van je. Hij kon niet ophouden met praten’ vertelde Tom me lachend. We vertelden allebei een paar verhalen over Jeffrey, en het was erg gezellig. Totdat Tom over de begrafenis begon.. ‘Omdat je zo belangrijk voor mijn zoon was.. Ik dacht, misschien weet jij iets wat Jeffrey graag op de begrafenis zou willen hebben..’ zei Tom. ‘Jef vertelde me vroeger bijvoorbeeld altijd dat hij begraven wou worden. En dat we zijn dagboek, moesten verbranden en het as over een speciaal plekje moesten strooien’ vertelde hij. ‘Ja, dat lijkt me een goed plan, dat is echt iets voor Jeffrey.. En uhm, ik heb nog een plan.. Ag nee, laat ook maar’ zei ik verlegen. ‘Nee vertel het maar, jij kent Jeffrey heel goed volgens mij’ drong Tom aan. ‘Nou ehm.. Hij heeft mij leren kennen als een verwend nest. Ik snauwde iedereen af, en mishandelde mijn pony heel erg. Hoe bot ik ook tegen hem deed, Jef bleef altijd zeggen dat hij me wou helpen met mijn pony. Op een dag had ik wedstrijd en mijn pony weigerde, ik viel, en sloeg mijn pony heel hard, ik stond enorm voor schut. Jeffrey pakte mijn pony en stuurde me naar huis. Ik kwam 2 weken niet opdagen. Hij heeft mijn pony verzorgd en zijn vertrouwen teruggewonnen. Daarna heeft hij mij geholpen met trainen. En ik kan nu samen met mijn pony de hele wereld aan. Jeffrey had een héle goede band met Dancy. Ik denk.. Ik weet eigenlijk wel zeker, dat Dancy ook op de begrafenis moet komen’ zei ik, heel, heel verlegen, want Tom vond het natuurlijk nooit goed, dacht ik. ‘Jeffrey had inderdaad een grote liefde voor paarden, hij had het vaak over Dancy. Als jij regelt dat je paard er komt, word verzorgt als wij binnen zijn, en weer thuiskomt enz, mag hij van mij komen. Ik praat wel met mijn vrouw..’ zei Tom. Ik gilde van blijdschap. Dit was geweldig nieuws. Ik weet zéker dat Jeffrey het net zo gaaf als ik vond. Ik vloog Tom om zijn hals. Mijn dag kon niet meer stuk. ‘Dankje,dankje,dankje,dankje,dankje !! Hoor je dat Jef !’ schreeuwde ik uit. Ik kon het haast niet geloven. ‘Graag gedaan meid. Ga alles maar gauw regelen, jullie moeten er natuurlijk wel mooi uitzien. Trouwens, de begrafenis is over 2 dagen al..’ zei Tom, en hij slikte. Ook ik kreeg even een brok in m’n keel.. 2 dagen.. een traan rolde over mijn wang..Het was een warme, liefdevolle traan..
’bedankt voor het thuisbrengen’ zei ik tegen Tom terwijl hij mijn fiets uit de auto laadde. Ik liep het huis binnen, en ik vond een briefje en tien euro op het aanrecht.
Haal maar eten
Laura
’Stom wijf is ’t ook’ zei ik tegen het briefje. Lekker lang briefje weer, fijn hoor.
Ik liep naar boven toe. Het was koud en donker boven. Ik deed m’n pyjama aan en kroop ik bed, lekker warm. Ik dacht na.. Over 2 dagen was de begrafenis al.. 2 dagen.. dat was wel heel erg kort.. eigenlijk besefte ik niet zo goed wat er allemaal was gebeurt.. Het leek nu net alsof Jeffrey elk moment weer op kon staan. Het leek alsof hij lag de slapen, in zijn kamertje. Pas als hij echt weg was, ver weggestopt onder de grond, zou ik het moeilijk krijgen, heel moeilijk. Opeens werd ik boos. Waarom gebeurde dit mij, en Jef. Hij had moeten blijven leven. Want ik kón niet mijn hele leven alleen blijven. Ik wist allang wat mij allemaal te wachten stond. Ik wist het allang.. Ik pakte een glas en gooide het op de grond.. Woedend rende ik de trap af, naar de keuken. Ik pakte alle glazen die ik kon vinden en smeet ze tegen het keukenraam. Deze had gelukkig dubbelglas en ving de klappen op, de glazen zelf barsten. De scherven vlogen in het rond, en ik kon ze niet meer ontwijken. Maar het interesseerde me niks. Er was bijna geen heel glas meer over dus ik rende naar de woonkamer waar ik het duurste servies, voor op feestjes, uit de kast haalde. Ik smeet de borden alle kanten op. De 1 tegen de tv, de ander de gang in, weer een ander zo tegen de klok aan, die daarna van de wand afviel. Opeens bedacht ik me wat ik deed.. Mijn ouders zouden woest worden.. Maar ik bedacht wel wat.. Laura was boos op mij, omdat ik mijn kamer niet had opgeruimd, ’s avonds kregen we ruzie en ze gooide al het servies naar me. Dat kon ik bewijzen door alle sneeën die ik had. Ik bekeek mezelf. Te weinig.. Ik pakte een stuk glas en sneed er een paar sneeën bij. Zo, dat leek er meer op.
Ik liep de trap weer op, de rotzooi achterlatend. Ik ging weer in bed liggen. En begon te huilen als een idioot. Alle frustraties kwamen eruit. Waarom gooide ik nou alles kapot ? Waarom sneed ik er nog een paar sneeën bij ? Waarom ? Jef zou dit nooit gewild hebben.. Maar mijn karakter was gewoon doorgedraaid, sinds Jef ziek was. Ik was mezelf niet meer. Het leek alsof er een ander persoon in mij was gekropen, één of ander duiveltje.
Die nacht kon ik niet slapen. De sneeën deden pijn, ze branden in mij vel. Het ene moment dacht ik na, over alles. Het andere moment was mijn hoofd helemaal leeg. Het ene uur was ik kwaad op mezelf. Het andere moment was ik niet meer boos. Misschien was dit mijn leven wel.. Iemand die in haar polsen sneed.. Iemand die aan de drugs raakte.. Iemand die dag in dag uit feestte..
’Nee’ zei ik hardop ‘dat wil ik niet’. ‘Maar ik weet wel hoe ik dat nare leven kan ontlopen………’ zei ik blij. Ja, het was een prima plan. Opeens was ik helemaal blij. Ik had een perfecte oplossing. Misschien had ik hulp van Emma nodig, maar het ging lukken. Ik wist het zeker.