
Moderators: Essie73, NadjaNadja, Muiz, Telpeva, ynskek, Ladybird, Polly
Citaat:Toen ik buiten stond ging mijn telefoon weer. TRING TRING, ik nam met trillende handen de telefoon op. “Hallo”? “Ja Sandra, met mij Sofie”. Eigenlijk had ik het liefst de telefoon in de sloot gegooid. Maar ik kon het niet. Ashley is in gevaar gonsde het in mijn hoofd. “Sandra(hoorde ik duidelijk door de telefoon), ik wil dat je naar de loods loopt. Je weet wel, iets buiten de stad. Je gaat niet met de bus, en je blijft aan de telefoon. En bedenk, we kunnen je zien. Kom op meisje LOPEN”. Ik schrok van haar uitbarsting. Ik ging snel lopen, hoe moest ik de politie waarschuwen dat ik daar heen moest. Het was gewoon onmogelijk. Waarschijnlijk kom ik daar nooit meer levend weg. Ik moest me er maar bij neer leggen dat het zou gebeuren. Een aantal fouten die ik had gemaakt in mijn leven. En dat koste nu mijn leven. Hoe kon ik het veranderen, mijn eerste doel was Ashley redden. Opeens schoot er iets belangrijks door mijn hoofd. Jennifer! Waar was die, hield Sofie Jennifer ook gevangen. Was Jen ook gegijzeld. Met Jen ging het mij lukken, ik kreeg meer kracht in mijn benen die ik een kwartiertje ervoor niet meer had gevoeld van de angst. Na mate ik dichter bij de loods kwam hoe zenuwachtiger ik werd. Of ik werd zwaar paranoïde, maar het leek alsof er overal mensen in de stuiken zaten te loeren. Langzaam liep ik door, nog steeds met de telefoon aan mijn oor. Opeens begon iemand tegen me te praten. Het was niet Sofie maar iemand anders. Een mannen stem “Ik moest van Sofie door geven dat ze weet dat je gevolgd word door een jongenman. Ze weet ook wie het is, Tim”. Ik schrok me dood, was hij me gevolgd? Ik raakte volledig in paniek. Hoe kon ik hem waarschuwen? “Ik weet van niks meneer”. Ik probeerde rustig te praten, “Meneer, ik heb hem echt niet gebeld. Asjeblieft doe hem niks”. Ik zei het zo smekend dat hij toe gaf. “Ik weet niet wat er met hem gaat gebeuren, en trouwens ook niet op jou. Oh ik moet ophouden met praten meis”. Ik begon bijna te rennen. Opeens stortte ik volledig in door het volgende bericht dat door de telefoon werd geschreeuwd. “Sandra, maak dat je weg komt! Asjeblieft! Als je hier komt zijn we er allebei geweest! Toe Sandra!”. Ik hoorde een harde klap. Ashley’s geschreeuw werd afgekapt door een harde knal. Even bleef ik staan, ik had hard de behoefte om te gaan schreeuwen. Maar in plaats van Ashley’s advies te accepteren rende ik zo hard als ik kan naar de loods die in zicht kwam. Er was helemaal niemand, moest ik naar binnen? Ik deed de deur langzaam open, niemand en het was helemaal donker. Ik liep langzaam en wantrouwig verder de duisternis binnen. Na mate ik verder binnen kwam, voelde ik ogen naar mij staren. Opeens werd ik aangevallen, van alle kanten. En ik hoorde een gil in de kamer naast me.
Citaat:. Ik probeerde me te verzetten maar de vele armen die mij in bedwang hielden waren te sterk. Ik kreeg van alle kanten klappen, ik wist dat ik bijna mijn bewustzijn verloor. Maar dat mocht niet gebeuren, ik moest me verzetten. Ik liet me niet zo gemakkelijk doden. Dat deden ze niet zomaar. Terwijl ik me verzette en probeerde los te rukken gingen ze harder slaan. Met mijn laatste krachten riep ik “Ashley”. Maar toen hing ik slap aan de brede armen van de mensen die om mij heen stonden, ze lieten mij vallen. Toen ik eenmaal op de grond lag, bont en blauw deden ze het licht aan. Daar zag ik 2 mensen staan, Sofie. En nog iemand, die iemand had een bivakmuts op. Ik kon niet zien wie het was. Sofie deed haar mond langzaam open en begon met praten. “Hallo Sandra, ik ben blij je te zien”. Ik keek recht in haar meedogenloze ogen, ze was echt zwaar krankzinnig. Ik durfde niks te zeggen, uit angst dat ik de situatie erger zou maken dan hij al was. “Je beide vriendinnetjes leven nog, de 1 iets minder dan de andere maar ach. Oh je wilt ze vast nog even terug zien voordat jullie worden gescheiden voor de rest van je leven”? Ze keek me vol haat aan, toen richtte ze op 1 van haar medewerkers die haar net tegen de grond had geslagen. “Haal Ashley en Jennifer op, en wel nu”. Hij liep weg, en kwam een paar tellen later met een wrak wat duidelijk Jennifer was. Ik keek haar aan en vroeg me af hoe ik contact met haar kon maken. Maar het leek alsof Jennifer helemaal niet door had dat ze net van ruimte is verplaats. Hoe Jen daar lag wist ik dat ze op randje van de dood balanceerde. “Jen?” fluisterde ik. Ze keek langzaam omhoog en maakte een klein zielig geluidje. “Je moet vol houden lieverd, je mag niet opgeven”. Ik zei het met mijn ogen vol tranen. Maar het leek Jennifer meer kracht te geven. Ze bewoog een beetje, tilde haar hoofd op. Een ingevallen en bleek gezicht keek me aan. De grote blauwe ogen van Jennifer waren nat van de tranen. Ik kon het niet aan zien. “Jennifer luister naar me, je gaat dit vol houden oké? Je moet niet opgeven. Hoe vol! Ik kan dit niet zonder jou”. Jennifer’s hoofd zakte in. Ik begon zachtjes te snikken. Ik wilde opstaan en naar Jen toe lopen, maar ik wist dat Sofie dat nooit zou toestaan. “Nou, haal Jennifer maar weer weg zei ze tegen 1 van de stierbundels. Straks moet ik nog huilen”. De man met de bivakmuts moest lachen. De rest van de mensen keek inderdaad alsof ze moesten huilen. 1 van de mensen pakte Jennifer ruw op en gooide haar op haar schouders. Toen werd Ashley opgehaald
Citaat:Ik wist niet wat erger was, Jennifer of Ashley. Bij Ashley hadden ze blijkbaar gedwongen om haar kleren uit te doen. En ze zat vol met rode en blauwe striemen, en ze hadden met een mes de naam Sofie op haar rug gekrast. Ik begon weer te huilen toen ik haar zag. Ashley werd op de grond gegooid. “Ash?” Ze gaf geen antwoord. Was ze dood schoot er door mijn hoofd. Een soort van vergif van verdriet spoot door mijn aderen toen ik dat dacht. Maar op dat moment hoorde ik een geluidje. Het bevestigde dat Ashley nog leefde, “Ashley Hou vol”! Mijn stem klonk hol in deze betonnen kale ruimte. Ik wist dat Ashley niet meer lang had te leven. Ik zag dat Ashley haar laatste krachten verzamelde. “Sandra ik hou van je, en dat zal ik altijd doen”. En toen hoorde ik haar niet meer. Dood..
Citaat:Sofie lachte. Nou die heeft het ook niet lang volgehouden, ga jij dat langer doen Sandra? Ik haatte haar, zo verschrikkelijk erg. Ik probeerde te blijven liggen, ik moest mijn krachten bewaren. Ik moest dit overleven, al wist ik niet hoe. "Breng haar weg"snauwde Sofie tegen de man die Ashley ook had opgehaald. Ik probeerde niet te huilen toen ik Ashley levenloos op de schouder van de man zag bunelen. Een vraag binnen in mij brandde, waarom doet ze dit Ashley aan? Ik vroeg het haar. "Nou Sandra ik zal het je vertellen. Ashley deed altijd aardig tegen mij als jullie erbei waren. Maar als we met z'n 2tjes waren was ze een kreng. Het begon op de avond dat jij en Ciska Suzanne had vermoord. We gingen wat drinken, ze begon dingen te zeggen die ze beter niwet had kunnnen zeggen. Mijn geheim bijvoorbeeld. Jennifer had Ashley mijn geheim vertelt. En ze begon net als Ciska te dreigen ermee. Ik ben toen naar huis gegaan, en ze zei dat we er wel later over zouden praten. Maar ze heeft het er op een 1 of andere manier niet meer over gehad". Ze keek me aan met een valse grijs. En Jennifer had niet al mijn geheimen moeten doorvertellen. Daar zal ze nu voor boeten. "En Tim"? fluisterde ik. De man die naast Sofie stond draaide zicht om en lachte een beetje. Hij deed langzaam zijn bivakmuts af. Het was Tim.
Citaat:"haha" lachte hij. "Ik zat ook in het complot. Door Suzanne wou ik wraak nemen op jullie, en ik was niet de enige die wraak wilde op jullie. Zo kwamen we op het idee samen een goed plan te maken". Ik keek om ongelovig aan, "Ik vertrouwde je" fluisterde ik. Hij lachte opnieuw. "Ik zei toch dat je geen verkeerde keuze's moet maken in deze situatie's. En je hebt een zware vergissing gemaakt". Hij keek me vals aan, "Ik ben gelukkig goed in mensen overtuigen". Ik walgde van mezelf, waarom had ik het niet doorgehad. Hij had me gewoon de verkeerde kant op gestuurt. Sofie keek naar de man die Ahsley had weggebracht. "Gooi der maar in de kamer van Jennifer, En doe de deur op slot wil je". Ze liep weg met Tim. De man liep naar mij toe. Wat moest ik doen? Verzetten, het gewoon laten en hopen dat de politie ons zou bevrijden? Hij tilde me op alsof ik een plankje van een kilo was. Hij gooide me op zijn schouder en begon te lopen. Ik schopte hem zo hard als ik kon in zijn buik, maar hij liep gewoon door. Het maakte me nog bozer dan ik al was, ik schopte nog een keer en sloeg op zijn rug. Ik kwam in een kleine ruimte. Ik werd neer gelegt, en de man liep door de deur en hoorde dat hij op slot werd gedraait. Ik stond op, liep naar de deur en gaf er een knal tegen aan. Geen beweging, en toen liep ik naar Jennifer en voelde haar hardslag. Ze leefde nog, maar wat voelde ze koud.