De grote zwarte auto, met een lang persoon erin, volgde Sanne en Joyce. ´Wat moet Joyce bij Sanne, ze verpest me hele plan! Als Mona zou sterven, zou ze troost komen zoeken uiteindelijk. Dan had ik er voor mezelf!´ bromt de lang bestuurder.
Joyce en Sanne fietsen ongestoord door. Sanne durft niet tegen Joyce te zeggen dat ze eigenlijk ongelooflijk bang is voor paarden.
Eenmaal op stal vraagt Joyce of Sanne even haar paardje uit de wei wil halen. Sanne besluit haar angst weg te stoppen en loopt dapper naar de wei toe. Alleen staan er in de wei nog 2 andere paarden. Sanne weet niet wat nou het paardje van Joyce is. Ze besluit om het eerste paardje te pakken die ze te pakken kan krijgen. Dat is een zwarte merrie. Trots loopt Sanne er mee naar Joyce. Joyce schiet in de lag. ´Haha dat is niet Moon, dat is Dancon!´ Sanne wordt rood. ´Ja, maar wie is dan de jouwe? Er staan er 3 in de wei.’ Zegt ze verlegen. ‘Ik loop wel met je mee. Knap trouwens dat je Dancon mee hebt gekregen. Ze kan nogal vervelend zijn!’ complimeerd Joyce haar. Weer wordt Sanne rood.
Bij de wei laat Joyce zien wie nou Moon is. Moon is een wit paard, een schimmel, legt Joyce Sanne uit. Sanne luistert geïnteresseerd.
Sanne mag Moon mee nemen uit de wei. Moon gedraagt zich toch een stuk leuker dan die zwarte. Joyce vraagt of Sanne wil helpen met poetsen en dat doet Sanne.
Na dat ze klaar zijn met poetsen gaat Joyce rijden. ‘Jemig! Wat gaat hij hard!’ roept ze naar Joyce. Joyce moet lachen en verteld Sanne dat ze in de galop zit. Als ze een uur heeft gereden stopt ze. Joyce vraagt of Sanne Moon even uit wil stappen. Sanne zou heel graag willen maar durft eigenlijk niet. Eerlijk verteld ze tegen Joyce dat ze eigenlijk bang is voor paarden. ‘O, maakt niet uit, dan ga ik er naast lopen en jij er op zitten.’ Stelt Joyce voor. Sanne vindt het goed en stapt voor de 2e keer in haar leven op een paard.
In een zei weggetje bij stal staat nog steeds die grote zwarte auto.
Sorry dat het maar zo kort is maar heb morgen wiskunde toets. Ga dus even leren!