er komt nog wel een vervolg. maar op dit moment weet ik nog niet precies hoe en wat. en ga jullie (en mezelf) natuurlijk niet afschepen met iets wat nergens op slaat zal van het weekend proberen er weer wat bij te schrijven!!
Suzanne wordt langzaam wakker. “…Het is mijn schuld.” “Wat is jouw schuld?” vraagt Suzanne nog slaperig, en ze probeert overeind te gaan zitten. Hierdoor krijgt ze hoofdpijn en ze gaat voorzichtig weer liggen. Haar moeder loopt ondertussen langzaam op haar bed af. Ze is geschrokken omdat Suzanne wakker is geworden, en ze weet niet hoeveel ze heeft gehoord. Suzanne kijkt haar moeder verward maar toch ook verwachtingsvol aan. Eerst wil ze op het krukje naast het bed gaan zitten, maar Suzanne’s moeder besluit om toch maar op het randje van het bed te gaan zitten. Ze pakt voorzichtig de hand van haar dochter. Suzanne begint steeds verwarder te kijken. Haar moeder zucht diep, kijkt naar buiten en daarna in Suzanne’s ogen. Langzaam begint ze het hele verhaal aan Suzanne te vertellen. Eerst heel voorzichtig, later blijven de woorden uit haar mond komen. Ze eindigt haar verhaal met de woorden: “Ik wou dat ik alles terug kon draaien…” Suzanne staart voor zich uit. Ze moet even bijkomen van wat ze net gehoord heeft. “Ik zou willen dat ik het ongedaan kan maken, maar dat kan ik niet. Geloof me, ik heb er echt spijt van.” Het enige wat Suzanne doet is voor zich uit staren. Haar moeder kan het niet langer aan en loopt de deur uit. Zo goed als het gaat, denkt Suzanne na over wat ze net allemaal heeft gehoord. Keer op keer laat ze het bandje afspelen van wat ze net heeft gehoord. En keer op keer vraagt ze zich af hoe het nou verder moet.
niet echt een mooi einde van dit deel(dit is dus niet het eind van het verhaal!) maar weet niet meer hoe het verder gaat en zin raakte een beetje op
Vind het wel een leuk stuk maar het loopt niet helemaal lekker
tips om het beter te laten lopen zonder de hele tijd Suzanne en Moeder etc te gebruiken? vind ik namelijk ook niet mooi, maar nu loopt t idd niet helemaal lekker
Ik vind het een heel mooi verhaal. Tot de val in het springparcours. Daarna wordt het een beetje voorspelbaar en het lijkt of er ineens een eind aan wordt gemaakt. Dit einde kan heel goed hoor. Maar ik denk dat je een veel beter vervolg van je verhaal kan bedenken.
Ik was zelf namelijk steeds benieuwd hoe het af zou lopen. Ik dacht dat ze misschien een andere sport zou kiezen. De cross oid. Omdat ze graag in de bossen rijdt en het paard graag springt. En dat ze daar wel veel zou winnen.
Of, dat ze opkomt voor zichzelf. En moeders duidelijk maakt hoe en wat. Of dat ze na haar val waker wordt en blijkt dat het paard niet meer kan springen. Dat moeders een beetje in zichzelf gekeerd wordt omdat haar droom niet uitkomt. En dat ze dan gaat dresuren en er achter komt dat ze het heel goed kan. Daar wint. Moeders ontdekt dat later pas omdat ze zo in zichzlf gekeerd is. En uiteindelijk allebei blij.
Ik ben maar wat aan het bedenken hoor.
Ik vind dat je heel lekker schrijft en dat het echt makkelijk weg leest. Ook spannend. Alleen het laatste stukje raakte ik iets minder gemotiveerd.
Ik denk dat ik een verhaal echt goed vind als er op de laatste pagina nog iets gebeurt wat ik niet verwacht. Maar dat is heel moeilijk. Ik kan het niet hoor!
Veertje1983
Berichten: 146
Geregistreerd: 19-06-05
Woonplaats: Bleiswijk (da's vlakbij Rotterdam)
Geplaatst: 22-09-05 02:01
Nou zeg je dat je t niet kan, maar je verzint wel goeie dingen! (vind ik). Ik hoop dat Miranda er iets mee doet
bedankt voor de ideeën Heike! over het laatste deel en dan vooral het laatste stuk ben ik ook neit echt tevreden. kan goed zijndat ik dat nog ga veranderen, maar momenteel geen inspiratie ofzo. moet weer als ik ga slapen ineens in mn hoofd opkomen van zo moet t verder, dat werkt t beste kan even duren, maar hoop niet te lang voor iedereen die mn verhaal bijhoudt
Nee ik weet dat het niet het einde is. Maar de rest is zo goed geschreven. En het laatste stuk kan ze volgens mij veel beter. Het is gewoon echt goed geschreven.
heey heey hoop dat het wel nog veder gaat want was deze topic helemaal kwijt en nu heb ik hem weer gevonden en vind het wel leuk maar wat heike al zegt vind het einde laaste stukje ook zelf niet zo leuk een beetje afgezaagd
sorry dat het zo lang duurde, had helemaal geen zin meer om te schrijven maar hier dan eindelijk weer een update
Na lang over de hele situatie nagedacht te hebben, valt Suzanne vermoeid in slaap. Wat moet ze nou doen. Van de ene kant denkt ze: het is mijn moeders schuld dat ik hier lig, maar aan de andere kant realiseert ze zich dat het ook háár schuld is. Zij is immers nooit helemaal tegen haar moeder ingegaan. Zij heeft die wedstrijd gereden. Suzanne weet het niet meer, en komt in een vreselijke nachtmerrie terecht.
“Nee!” Gilt ze in haar droom. Overal om haar heen is vuur. Samen met Spitfire zit ze gevangen in een kring van vuur. Nergens ziet ze meer een opening om doorheen te vluchten. De kring wordt langzaam kleiner. Behalve het vuur is alles om haar heen zwart. Dan hoort ze de stem van haar moeder en ziet ze langzaam boven zich een gezicht tevoorschijn komen. “Het is jouw schuld, niet de mijne. Jij hebt je geliefde paard in gevaar gebracht.” “Nee! Nee, dat is niet waar! Ik zou hem nooit in gevaar willen brengen!” “Toch heb je dat nu gedaan, hier kom je niet meer uit.” Na deze woorden verdwijnt het gezicht weer. Suzanne wil in snikken uitbarsten, maar net voordat ze zich op de grond wil laten vallen, beseft ze dat ze moet proberen haar paard hieruit te redden. Het vuur komt steeds dichter bij, en de enige mogelijkheid om eraan te ontsnappen is erdoorheen. Of eroverheen. Suzanne sprint op haar paard en spreekt hem bemoedigend toe. Dit is de enige kan die ze hebben, als het mislukt verbranden ze levend. Spitfire neemt een aanloop en zet af. Maar Suzanne beseft dat ze het nooit kunnen halen. Net voordat ze midden in de vlammen terechtkomen, wordt Suzanne schreeuwend en woelend wakker. Hijgend komt ze overeind in haar ziekenhuisbed. Ze is helemaal bezweet en buiten adem. Een zuster snelt naar haar toe en vraagt wat er aan de hand is. Maar het dringt niet door bij Suzanne. Ze ziet steeds maar weer dat beeld voor zich, de sprong en de vlammen waar ze ieder moment in kunnen landen. Wat betekent dat? Als ze na een paar minuten weer wat gekalmeerd is, laat ze zich door de zuster weer neerleggen in haar bed. De zuster haalt een glaasje water voor haar maar Suzanne denkt alleen maar aan die droom. Haar paard gehoorzaamde haar, ookal wist hijzelf al dat ze het niet konden halen, toch deed hij het. Voor haar. Door deze droom vergeet ze even wat haar moeder net verteld heeft. Als ze eindelijk weer helemaal rustig is, komt haar moeder weer binnen. Langzaam loopt ze op het bed af, met haar ogen naar de grond. Pas een paar meter voor het bed merkt Suzanne haar op. Gelijk is ze weer wakkergeschut. “Kun je het me vergeven?” vraagt haar moeder voorzichtig. Suzanne kijkt haar langzaam aan en denkt na. Na lang nadenken neemt Suzanne een besluit. “Ik wil voortaan alleen nog maar wedstrijden rijden als ík dat wil. Gewoon plezier hebben met Spitfire.” Haar moeder slaat haar ogen neer. Ze beseft steeds meer wat ze heeft gedaan. Het had ook heel anders kunnen aflopen. Langzaam kijkt moeder, Suzanne weer aan en knikt voorzichtig. Dit is wel het minste wat ze kan doen om van haar schuldgevoel af te komen.
Na een week mag Suzanne naar huis, maar het zal nog zeker een maand duren voordat ze weer mag rijden. Zodra ze uit de auto stapt begint Spitfire vrolijk te hinniken. Hij is blij om haar weer te zien, en dat gevoel is wederzijds. Suzanne loopt snel op hem af en geeft hem een grote knuffel. “Ik zou willen dat we het bos in konden gaan, jongen. Maar ik mag nog een maand niet rijden, hoe moet ik dat volhouden!” Spitfire begint met zijn hoofd te schudden, hij begrijpt het. Ook hij wil niets liever dan weer lange ritten maken. Vanaf een afstand bekijkt haar moeder alles. Ze vraagt zich af of ze ooit van dit gevoel afkomt, of dat ze leert ermee om te gaan. Na een tijd samen te hebben gestaan, zegt Suzanne haar paard gedag en loopt naar haar moeder. Samen lopen ze naar binnen, beide zeggen geen woord.
Een week later houdt Suzanne het niet meer uit. “Die dokters kunnen zeggen wat ze willen, maar als ik niet even met Spitfire kan gaan rijden wordt ik gek!” Suzanne pakt haar cap en doet snel haar laarzen aan. Daarna loopt ze naar buiten, naar Spitfire die in de wei staat te grazen. Als hij Suzanne zo enthousiast op zich af ziet komen, laat hij het gras uit zijn mond vallen en draaft opgewonden naar de omheining. Daar aangekomen wordt hij begroet met een lange knuffel. Op dat moment komt haar moeder het huis uitlopen. Ze had Suzanne horen roepen en nog net naar buiten zien lopen toen ze beneden kwam. “Zou je dat nou wel doen. Dadelijk gaat het mis en moet je langer rusten.” Suzanne kijkt haar moeder aan, maar blijft met haar armen om Spitfire heen staan. Dan kijkt ze naar de grond en denkt na. Natuurlijk heeft haar moeder gelijk. Een hersenschudding is niet niks, ookal is het een lichte. Maar aan de andere kant, ze wil zo graag weer wat met Spitfire doen. Al dat rusten begint haar te vervelen. En Spitfire ook, daar is ze van overtuigd. “Een klein stapritje. Meer niet.” Suzanne kijkt in de grote ogen van haar moeder. Bijna smekend. Haar moeder beseft dat ze haar toch niet tegen kan houden. “Doe je wel voorzichtig?” Suzanne omhelsd haar moeder, geeft haar een kus. “Tuurlijk” zegt ze en loopt richting de stal om de spullen te halen. Spitfire en Suzanne’s moeder kijken haar na. Daarna kijken ze elkaar aan. “Doe je wel voorzichtig met haar?” Als antwoord krijgt ze een bries terug. Ze geeft Spitfire nog een aai over zijn hoofd en loopt daarna terug naar de keuken. Vanuit het raam kan ze het hele schouwspel aanschouwen zonder in de weg te lopen. Suzanne loopt met haar handen vol naar de wei. Ze legt het zadel op het hek en hangt het hoofdstel erover. Daarna geeft ze Spitfire een grondige poetsbeurt. Na al die tijd alleen maar op de wei te hebben gestaan is hij natuurlijk erg smerig geworden. Na een kwartiertje stevig poetsen is Suzanne tevreden en zadelt ze op. Ze zet haar nieuwe cap op, singelt aan en na haar paard een aai te hebben gegeven stapt ze op. Met een lange teugel stappen ze richting bos. Spitfire stapt stevig door. Suzanne snuift de boslucht op. Wat heeft ze dit gemist. Bij een kruising aangekomen wil Spitfire rechtdoor, maar Suzanne stuurt naar rechts. Verward staat hij stil en draait zijn hals naar haar toe. Ze gaan altijd rechtdoor, áltijd. Waarom wil ze dan nu ineens zo snel weer terug naar huis? Na die lange tijd niet gereden te hebben? “Het spijt me jongen, maar we moeten terug, eigenlijk mag dit niet eens.” Spitfire laat zijn hoofd zakken en stapt langzaam aan, misschien kan hij haar foppen. “Kom op jongen, als ik weer mag rijden van de doktoren gaan we een hele lange rit maken.” Suzanne aait hem over zijn hals. Hij briest en past zijn tempo aan. Suzanne grinnikt. Ze kent haar paard. Na een kwartiertje zijn ze weer terug. Maar als Suzanne afstapt, begint het licht te draaien voor haar ogen. Geschrokken grijpt ze naar haar hoofd en naar Spitfire’s hals om zich vast te houden. Snel komt haar moeder aanlopen. “Voel je je niet goed? Wat is er?” Ze ondersteunt haar dochter. “Kom ik breng je naar binnen, daarna zal ik Spitfire voor je verzorgen, maar eerst jij.” Voorzichtig knikt Suzanne, ze heeft geen keus. Op deze manier kan ze niet voor haar paard zorgen. Spitfire blijft braaf staan en kijkt zijn baasje na als ze naar binnen wordt geholpen.
Een week lang ligt Suzanne in bed. Een week lang slaapt ze, en als ze wakker is, staart ze naar het plafond. Denken doet ze niet. Ze hoeft niet te denken om te beseffen dat het haar eigen schuld is dat ze nu weer last van haar hoofd heeft. Dat het haar eigen schuld is dat ze niet naar Spitfire kan. Af en toe komt haar moeder bij haar zitten, maar beide zeggen ze niets. Haar moeder heeft spijt dat ze haar dochter niet heeft tegengehouden, Suzanne voelt niets, alleen de kloppingen in haar hoofd als ze te lang wakker is. Eten doet ze amper. De gordijnen zijn de hele dag gesloten. Spitfire graast ondertussen kalm door, maar hij is verward dat zijn bazinnetje nog steeds niet is komen kijken. Als hij de keukendeur hoort, heft hij zijn hoofd in de hoop dat zijn baasje naar buiten komt. Maar de enige die door de deur naar buiten komt, is Suzanne’s moeder. Zij geeft Spitfire nu wat aandacht, en longeert hem af en toe. Spitfire begrijpt er niets van. Suzanne heeft geen idee hoe lang ze al in bed ligt. Geen besef van de tijd die ze al naar het plafond heeft liggen staren. Geen besef, dat Spitfire haar mist…