[Verhaal]Zonder kleuren

Moderators: Essie73, NadjaNadja, Muiz, Telpeva, ynskek, Ladybird, Polly

Toevoegen aan eigen berichten
 
 
Mouskatje

Berichten: 205
Geregistreerd: 15-08-05

[Verhaal]Zonder kleuren

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 18-05-06 16:18

Dit verhaal heeft een tijdje geleden al eens op bokt gestaan, maar doordat mijn insperatie op was ben ik er even mee gestopt. Nu is het stuk dat ik al had veel verandert, dat alles meer klopt, en ook dat het wat duidelijker is. Ik ga proberen om elke dag een nieuw stukje te geven...

Zeg me zeker wat je er van vind, mindere dingen kunnen altijd verbeteren...

Groetjes en hopelijk veel leesplezier

Citaat:
“Neem allemaal een toetsenblad!” riep Mevrouw Bendrix. De klas slaakte samen één grote zucht.
“Binnen 5 minuten belt het,” fluisterde ik tegen Karen.
“Typisch. Die wil ons hier houden. Ze heeft ons veel te graag,” knipoogde Karen naar mij.
“Ik denk niet dat het gevoel wederzijds is, kijk maar,” zei Joren tegen ons die achter ons zat en de opgaven doorgaf.
“Ook weer zoiets typisch. Altijd moeten we die opgaven overschrijven,” mompelde ik stil maar toch niet stil genoeg.
“Jenda! Je gedragskaart nu!” schreeuwde Bendrix. Op school hebben we zo van die vervelende kaarten voor als je iets vergeten bent of als je je niet gedraagt. Saai dus.
“Waarom?” vroeg ik schijnheilig. Iedereen in de klas keek op. Als Jenda en Bendrix beginnen te discusseren zijn ze meestal wel een heel uur bezig, dacht iedereen, dus ook geen test. Opeens ging de bel. Mijn klasgenoten wouden vertrekken, natuurlijk was van iedereen de boeketas al lang gemaakt, maar Bendrix snelde naar de deur. Voor iemand die zo dik was, kon ze echt nog hard rennen..
“Pas als Jenda haar kaart heeft afgegeven mogen jullie vertrekken,” zei ze met een gezicht van dat ze alles was. Echt, dit was smerig van haar. Ze keken allemaal om naar mij. Die verwachten toch niet dat ik mijn kaart afgaf? Dus wel, van je klasgenoten moet je het hebben. Traag zette ik me weer neer op mijn stoel, kruiste mijn benen en zei: “Ik heb tijd genoeg hoor,”
Bendrix kreeg het. Ze liep helemaal rood aan. Het was wel grappig dat iedereen 2 passen naar achter stapte. Karen zette haar neer op de stoel naast mij.
“Iemand moet toch Jenda gezelschap houden,” zei ze schouderophaalend. Dat was mijn Karentje, dacht ik trots. Bendrix keek op haar horloge.
“Iedereen zet zich weer neer, nu!” schreeuwde ze naar de rest van de klas. Natuurlijk bleef iedereen staan.
“Als jullie het zo willen spelen ...” ze zei dit niet maar siste het, het speeksel vloog in het rond. Ze gooide de deur open, stapte naar buiten, deed hem weer dicht en op slot. Iedereen keek vragend naar mij.
“Ja seg, als ik nog een negatief punt had moest ik naar de strafstudie. Maar ik weet wat,” zei ik.

Eigelijk had ik geen idee hoe te ontsnappen. Een raam ingooien? Er zal wel iets beter te vinden zijn. Opeens wist ik het.
“Karen, bevindt de klas zich op het eerste verdiep?” vroeg ik hopend.
“Ik denk het wel,” Direct stond ik op en liep naar het raam. Ik keek naar buiten en zag een brandtrap. Perfect! Alleen te gebruiken in noodsituaties, hoe toepasselijk, gniffelde ik. Ik draaide het handvat open. Waarom geeft dat ding niet mee? Ik trok nog wat harder.
“Wacht, laat mij maar,” ik verschoot me ongeluk. Achter mij stond Joren. Waarom wou hij het altijd beter weten. Met een diepe zucht liet ik het handvat los.
“Je moet het handvat naar links draaien, niet naar rechts,” zei hij en draaide het dan ook die kant op. Ik werd helemaal rood van schaamte maar ik probeerde me snel te herstellen.
“Hé mensen!” riep ik “Bendrix zal niet meer lang wegblijven, dus kruip allemaal uit het raam en ga via de brandtrap naar beneden. Val niet en haast je,”
“Goed plan,” mompelde Joren tegen mij. Ik glimlachte lief weer.
“Wacht, ik ben nog iets vergeten,” mijn ogen twinkelden. Vlug liep ik naar het bord en schreef:
Lieve Mevrouw Bendrix, wij zijn even naar de wc, maandag zijn we weer. Tot straks. Heel veel groetjes van 5STW.
Joren begon spontaan te lachen. Ondertussen waren al mijn lieve klasgenootjes al buiten.
“Kom haast je. Ik denk dat ik haar voetstappen op de gang hoor,” fluisterde ik. Spijtig genoeg was ik een beetje te laat met dit te zeggen. De deur vloog open en toen begonnen de ergste uren van mijn leven. Misschien een beetje overdreven, maar toch.

Een paar uur later kwam ik de trappen bij de uitgang afgestapt. Ik was mijn zakken diep aan het aftasten, op zoek naar de sleutel van mijn brommer.
“Verdomme,” vloekte ik. Ik was helemaal vergeten dat mijn benzine vanochtend op was en dat ik met de schoolbus was gekomen. Natuurlijk was die al vertrokken.
“Lift nodig?” vliegensvlug draaide ik mij om. Er stond een klein autotje voor mijn neus met Joren aan het stuur. De auto was veel te krap voor Joren, zijn hoofd kwam net niet tegen het plafond. Was het nu al de tweede keer dat hij me liet verschieten?
“Heb jij een rijbewijs?” vroeg ik verstomd.
“Jenda, meid toch. Ben je vergeten dat ik 2 jaar ouder ben als?” dit vroeg hij redelijk verwijtend vond ik.
“Eigelijk wel,”
“Rij je nou nog mee?” Twijfelend keek ik naar hem. Als ik niet meereed zou ik waarschijnlijk niet meer thuis geraken, dus pakte ik de lift met bijde handen aan. Ik stapte in. Direct vertrok Joren.
“Echt een goeie zet van je,” begon hij. Ik fronste mijn ogen. Die verweet me natuurlijk dat strafwerk.
“Hé, ik had echt geen zin om nog een woensdagnamiddagje op school te blijven. Ik heb wel wat beters te doen,”
“Mja, maar nu zitten we er wel voor meerdere woensdagnamiddagjes,” Het werd stil in het autotje.
“Maar het was wel grappig,” zei hei “Nooit gedacht dat Bendrix zo snel kon rennen,”
Had ik daarnet niet net hetzelfde gedacht?
“Het was gewoon een tomaatje die wat rondbotste,” Wat zei ik nou? Zo iets doms had ik nooit gezegt. Joren fronste zijn wenkbrauwen.
“Een tomaatje over tijd waarschijnlijk. En er hebben ook al wat beestjes opgezeten,” zei hij. En we lachten.
“Daar die straat in,” wees ik mijn straat in. Handig draaide Joren zijn autotje in het smalle straatje.
“Het is hier mooi,” zei hij nadenkend.
“En stil, soms wat te stil,” maakte ik zijn zin af met een teleurgestelde toon. “Dat huis daar,”
Joren stopte keurig voor de deur.
“Tot maandag dan maar,” zei hij.
“Dank je voor de lift,” en ik stapte uit. Joren vertrok direct. Ik zwaaide hem uit maar ik denk niet dat hij dat heeft gezien.

“Eindelijk!” Mijn grote broer Matthias sprong meteen recht uit te zetel toen ik binnenkwam. Wat een ontvangst, dacht ik glimlachend. Als hij nu nog neerviel voor mijn voeten, dat zou zalig zijn.
“Hoi, ik had een klein probleempje met Bendrix,” het kwam er vrolijker uit dan dat ik van plan was.
“Maakt me niet uit. Doe vlug iets anders aan dan dat vreselijke uniform . En haast je, anders komen we te laat!”
Verkleden? Te laat komen? Waar dan? Ow nee he, ik was het helemaal vergeten. Vandaag ging mijn broer nieuwe paarden uitzoeken voor zijn bedrijf. En net vandaag mocht ik mee.
“Wat sta je daar nou zou dom te kijken? Haast je nou eens!” commandeerde hij me. Ik werd wakker uit mijn gedachten en rende de trap op met 2 treden tegelijk naar mijn kamer. Snel deed ik mijn blauw uniform uit. Ook weer iets leuk van mijn leuke school. Ik smeet mijn uniform op mijn bed en greep een jeansbroek en een warme pull vanonder mijn bed. Ik rende weer met twee treden tegelijk naar beneden. Natuurlijk miste ik de laatste trede en viel met een luide bons op mijn staartebeentje.
“Auw! schreeuwde ik uit. Wat blond van mij! Ik stond direct weer recht. Het deed ongeloofelijk veel zeer. Ik probeerde mijn pijn in te slikken, maar dat lukte niet echt. De tranen stonden in mijn ogen. Matthias, die ondertussen al in de auto zat, toetterde ongeduldig. Ik veegde mijn tranen weg en stapte naar buiten, goed uitkijkend waar ik mijn voeten zette. Ik wou niet nog eens vallen.

Mijn broer heeft een paardenbedrijf, soort van handel-fok-sport -manegestal. Nu denken jullie waarschijnlijk, weer zo een typisch pennymeisje die alles heeft. Haar lieftallig broetje heeft paarden dus haar ouders zullen wel heel veel geld hebben. Daar ligt mijn probleem dus al: ouders. Allebei mijn ouders zijn dood. Ik heb geen directe familie meer. Matthias is mijn stiefbroer. Ingewikkeld zaakje.
Mijn moeder was eerst getrouwd met de vader van Matthias, Tom. Nadat ze Matthias had gekregen is ze gescheiden van Tom, het lukte niet meer goed. Ze leerde mijn vader kennen en trouwde met hem. Ze kregen mij. Niet lang na mijn geboorte is ze terug gekeerd naar Tom, moeilijk mens he. Ze wou niets meer met ons te maken hebben en al zeker niet met mij. Waarschijnlijk huilde ik te teveel naar haar zin. Ik woonde dus bij papa. Op een regenachtige dag, typisch op zo een dag, heeft mijn vader een verkeersongeluk gehad. Hij was op slag dood. Ik denk dat ik toen acht was. Normaal moest mijn moeder me in huis nemen, maar ze wou niet; het weenprobleem waarschijnlijk. Dus moest ik naar een opvangtehuis. Er zou een pleeggezin gezocht worden voor mij. Maar niemand moest mij. Op een dag kwam er een man op bezoek. Ik herkende hem ergens van. Het was Tom, de man van mijn moeder. Hij zei dat mijn moeder sterfende was. Ze had een agressieve kanker. Mama wou dat ze me voor een laatste keer zag en dat ik bij hun gezin kwam wonen. Natuurlijk vond ik dit goed, eindelijk uit het opvangtehuis. Een week na mijn intrek op hun gezellige boerderij, stierf ze. Gelukkig mocht ik blijven van Tom en Matthias.

Toushie

Berichten: 7655
Geregistreerd: 15-11-03
Woonplaats: In my dreams

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 18-05-06 17:58

vind het een goed verhaal hoor.
ben wel benieuwd hoe het verder gaaat

Mouskatje

Berichten: 205
Geregistreerd: 15-08-05

Re: [Verhaal]Zonder kleuren

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 18-05-06 18:01

Dankje, Het zal nog heel spannend worden.

Ik heb al een volgend stukje klaar, niet heel erg veel verandert dan hoe het eerst was. Maar het kan er mee door

Citaat:
Mijn staartebeentje deed nog altijd zeer. Moedig probeerde ik weer de pijn weg te slikken, deze keer leek het te lukken.
“En vertel me eens, wat heb jij uitgespookt op school?” vroeg Matthias geïnteresseert.
“Gedragskaart vergeten afgeven,” ik was afwezig naar buiten aan het kijken.
“Hoeveel?”
“Drie woensdagen,”
“Drie?!” vol ongeloof keek Matthias opzij. Ik knikte ja.
“Gewoon omdat je je gedragskaart bent vergeten af te geven?”
“Nou ... nee, eigelijk niet,”
“Wat nog?”
“Het leven van mijn medeleerlingen bedreigd,”
“Huh?”
Ik zuchtte. Ik vertelde hem het hele verhaal. Matthias leek diep na te denken wat hij zou zeggen, maar het bleef stil in de auto. Ik kon niet tegen de stilte.
“Het zal wel iets blonds zijn van mij,” besloot ik. Matthias lachte.
“Moet ik vragen aan Natasja of ze je haar in een ander kleur verft?” stelde hij voor.
Natasja, de vriendin van Matthias. Ik kan haar niet uitstaan. Ze studeert voor kapster, en ze moet nog heel veel leren...
“Die verft mijn haar roze,”
“Vast wel, als je zo onvriendelijk tegen haar blijft doen,”
“Is het daar?” Ik had geen zin om iets te zeggen dat te maken had met vriendelijk en Natasja, dus wees ik domweg een boerderij aan, die nog redelijk klein was.
“Eum, nee. Het is daar, je ziet het al van in de verte. Moelijk om over te kijken,”
Daar had hij gelijk in. De handelstal was inmens groot..

Vrolijk stapte ik en mijn broer het bureel in. Wat saai was het daar. Gewoon een grote ruimte met een paar stoelen en een bureau. De muren waren wit, vuil wit eigelijk. Wel had er iemand ooit eens een poging gedaan om de muren te schilderen, maar die had het blijkbaar vlug opgegeven, na enkele meters al.
“Hallo,” begroette mijn broer een jongen die achter het bureau zat. Die had ik nog niet opgemerkt.
“Hallo,” zei de jongen ongeïnterseerd. Vriendelijk personeel hebben ze hier wel. De jongen zat ijverig op een game-boy te spelen.
“Ik heb een afspraak met Meneer Vandenberghe,” zei mijn broer.
“Op naam van?” de jongen keek zelf niet op. Een gambe-boy was blijkbaar intersanter dan klanten.
“Paardenhouderij Thiemess,”
“Meneer Vandenberghe excuseerd hem. Hij zal later komen. Tot die tijd moet ik de afspraak overpakken,”
Ik verwachtte even dat hij ging opstaan en ons de paarden zou laten zien maar hij bleef mooi zitten.
“Eum,” begon mijn broer “Wilt u dan ons de paarden tonen?”
“Vanaf dat uw afspraak begint. En dat is nog...” hij keek op zijn uurwerk “2 minuten,”
Dus stonden we daar 2 minuten wortel te schieten. Na 2 minuten stond de jongen eindelijk op.
“Ik ben Simon, volg me maar,” zei de jongen. Braaf volgden we hem naar buiten.
“De baas heeft enkele groene paarden voor u uitgezocht, hier staan ze,” Hij opende een deur van een kleine loods. Het eerste wat ik zag, was een prachtige appaloosa.
“Die is mooi,” was het eerste wat ik zei toen we binnenkwamen. Mijn oog viel natuurlijk op de appaloosa.
“Niet echt mijn stijl,” Matthias liep naar het paard er achter. Naast de appaloosa stonden nog acht paarden. Zijn stijl niet? Hoe kan nu zo een mooi paard zijn stijl niet zijn? Ze, ik ging er vanuit dat het een merrie is, was vooral bruin maar ook met wat wit er tussen. Ik weet echt niet hoe dat kleur noemt. Ik stapte naar haar toe. Ze deed haar oortjes naar voren, zo schattig.
“Matthias, wat is er slecht aan haar?” vroeg ik.
“Het is mijn stijl niet,”
“De mijne wel,”
“Jenda, zie je dat paard al als sportpaard? Het zou geen zicht zijn.”
“Ik denk dat ze juist leuk zou staan. Ze zou opvallen, en is dat nu niet de bedoeling?,”
“Die merrie is ook heel goed in springen, de beste van deze acht,” mengde opeens Simon zich in het gesprek. Ik keek hem dankbaar aan.
“Hoe hoog?” vroeg mijn broer.
“1m60, heel goed voor een 3jarig paard,”
“Ik wil het eerst zien. En dat paard wil ik ook zien vrijspringen,” hij wees naar een donkerbruin paardje. Niets speciaals, vond ik. Naast het bruine paard stond een kleiner paardje, amper 1m50, ze was gitzwart buiten een wit kolletje op haar voorhoofd.
“En die zwarte, matthias? Wat vind je daar van?”
Matthias frosnste met zijn ogen bij het zien van het zwarte paardje. “Die is te klein,”
“Laat die ook maar eens vrijspringen,” zei ik tegen simon, totaal mijn lief broertje aan het negeren. Simon liep vlug naar het zwarte paardje, hij dacht waarschijnlijk dat Matthias het paard niet wou zien vrijspringen en het dan alzeker niet wou kopen. Het paardje liep mooi naast Simon naar buiten.
“Is het een zij?” vroeg ik aan Simon.
“Ja,”
“Matthias, daar kun je altijd nog mee fokken,”
Matthias mompelde iets in zich zelf. Ik kon niet verstaan wat, maar ik denk niet dat het iets positief was. Maar wat maakt het uit? Ik wil en zal de appaloosa merrie hebben. Maar eerst het zwarte merrietje, Simon had ze al losgelaten in de piste. Er stond al een hindernis klaar, ongeveer op 80 cm. Is dat niet te hoog om in te springen? Simon klakte met de zweep, te dicht naar mijn zin bij de merrie. Ze schoot direct in een rengalopje en bokte verschillende keren naar Simon met zijn zweep. Een paardje met karakter, volgens mij. Mijn broer stond opeens in de piste met de zweep. Wat deed hij daar nou? Hij legde de zweep op de grond en probeerde de aandacht van de merrie te krijgen, wat bijzonder vlug lukte. Ze stapte lief naar hem toe. Wat was het toch een schatje.
“Jenda, breng die longe eens,” commandeerde hij mij. Braaf bracht ik de longe, het was eigelijk gewoon wat staltouwen die aan mekaar vastgebonden waren. Gebrek aan materiaal zeker?
“Daar zal het wel mee lukken, probeer maar,” Matthias gaf de longe, die ik aan hem gegeven had, weer. Moest ik die merrie nou longeren? Had ik dat ooit al gedaan? Ik denk het niet, maar moeilijk ziet het er niet uit. Gewoon in het midden staan en het paard loopt in rondjes om je heen. Ik knoopte het touw aan de merrie haar halster en ging wat verder staan. Normaal zou ze nu wel moeten gaan stappen, dacht ik. Het enigste wat er gebeurde was dat de merrie me aankeek met een blik in haar ogen van: Jij doet je haarkleur eer aan. Ik wist opeens het nut van een stapmolen.
“Zeg stap of klak met je tong,” Matthias stond nog naast me. Ik klakte met mijn tong en ze begon braaf te stappen. Wat was ik trots. Vijf minuten later moest ze op de andere hand van mijn broer. Maar ze wou niet.
Ze steigerde naar me, haar hoef kwam gevaarlijk dicht bij me in de buurt.
“Sla eens met je longe naar haar, ze moet op de rechterhand gaan,”
Ik sloeg met de longe naar haar, maar ze was er niet vanonder de indruk. Na een paar keer met de longe te slaan, zat ik er verstringeld in, weer blond van mij. Mijn broer lachte en bevrijdde me uit mijn plezierige situatie. Hij pakte de merrie over en ze ging direct op de andere hand. Smerig gevalletje, dacht ik.
“Draf!” commandeerde Matthias haar. Braaf ging ze in draf.
“Ze heeft mooie gangen,”
Ik keek op. Volgens mij begint Matthias ze leuk te vinden.
“Ze moet niet springen, we nemen haar,” besloot Matthias. Dat was vlug dacht ik in mezelf. Zou het ook zo snel gaan met de appaloosa?

Hoofdstuk 2

Woedend smeet ik de voordeur dicht. Ik hoopte dat het tegen Matthias zijn neus was. Ik stapte met luide passen de woonkamer in, waar Tom aan het genieten was van een film. Het genieten zal niet lang meer duren. Ik plofte neer in de zetel en staarde boos voor me uit. De bel ging. Matthias kan niet binnen langs buiten, de voordeur, vond ik opeens iets om te vereren.
“Doe je eens open, jenda?” vroeg Tom. Mijn blik naar hem zei genoeg. Hij stond op en ging naar de voordeur. Dit was het ergste wat matthias ooit gedaan had. Ik wil hem nooit meer zien, mijn dromen verknallen, daar is hij alleen maar goed in. Je zal het al kunnen raden, hij wou de appaloosa merrie niet kopen. Dat bruin monster heeft hij natuurlijk wel gekocht. Wat hij daarin zag? God mag het weten. Ik hoorde ze praten in de gang, waarschijnlijk weer over mij. Het ondankbare en onhandelbare kind, daar kun je uren over praten. Straks stuurt Tom me weg, daar zit ik op dit moment niet echt mee in. Ik zou blij zijn als ik hier weg mocht. Nooit meer het gezicht van matthias zien, zalig gewoon. Tom zou ik missen, eigelijk. Hij had een plaatstje in mijn hart, één van de belangrijkste plaatstjes daar. Zonder hem zou ik nog in dat opvangtehuis zitten, naar het ene pleeggezin gebracht worden en dan weer naar het andere omdat het eerste pleeggezin een zenuwinzinking had. Dat nooit meer! Ik geeuwde, ik besloot om naar bed te gaan. Mijn boze blikken bereikte toch niemand. Maar woeste stappen, dat horen ze wel. Ik stapte extra luid de trappen op, toch wel goed uitkijkend waar ik mijn voeten zette. Ik smeet de deur dicht van mijn kamer. Zou heel het huis gedaverd hebben? Vast wel.

Toushie

Berichten: 7655
Geregistreerd: 15-11-03
Woonplaats: In my dreams

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 18-05-06 18:24

leuk
vind het wel apart wacht op volgende

Mouskatje

Berichten: 205
Geregistreerd: 15-08-05

Re: [Verhaal]Zonder kleuren

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 19-05-06 17:06

Het volgende stukje al. Spijtig dat zo weinig mensen het lezen, maar daar zal ik maar moeten mee leven.

Veel leesplezier

Citaat:
“Jenda! Sta op! Het is al 11 uur,” Tom schoof de gordijnen open. Traag opende ik mijn ogen.
“Ik geraak er nooit uit,” kreunde ik.
“Ik heb je anders wel iets te vertellen en binnen een halfuur ben ik weg,”
Ik schoot wakker. Zou hij de appaloosa voor mij kopen? Vast wel. Ik stapte uit bed en liep fluitend naar de badkamer. Tien minuten later, zat ik al beneden aan de tafel, een ontbijtkoek te eten.
“Ik wil niet dat je zo nog doet tegen Matthias,” Tom zat voor me aan tafel een krant te lezen, hij keek niet op. Het was net Simon, het interesseerde hem niet.
“Als hij denkt dat dat paard niet goed is, dan zal het zo wel zijn. Hij heeft er meer verstand van dan jij,”
Ik antwoorde nog altijd niet.
“Er komen nog wel andere paarden,” vervolgde hij zijn verhaal. Ik kon me niet meer inhouden om te praten.
“Andere paarden? Tom, begrijp het nu eens een paard is geen robot. Ze hebben elk een karakter en die appaloosa was speciaal,”
“Maakt me niet uit, Jenda. En Natasja heeft gebeld,”
“Natasja? Toch niet om te zeggen dat ze meeleeft voor me?” Natasja meeleven, die begrijpt het woord leven nog niet eens.
“Nee, ze nodigt je uit. En Matthias is er niet, dus je hebt geen smoes om niet te gaan,”
“Maar die vergiftigt me met haar eten!”
“Jenda, je gaat! Ook al vind je het niet leuk. Leer de keuzes van je broer respecteren,”
“Het is mijn broer niet!” Het was eruit voor ik het wist.
“Hij is meer je broer dan ik je vader ben. Ik kan je zo weer terugsturen als ik wil,” siste Tom me toe. Nu is het moment dat ik iets vals moet weerzeggen, ik deed verschillende keren mijn mond open maar deed hem weer dicht. Geluid was er niet uitgekomen
“Je gaat naar Natasja. Verwacht niet dat ik je ga brengen. Voorlopig kan ik je even niet zien,”
Wat zei hij? Jenda, zeg iets vals weer, nu! Boos keek ik hem aan, de tranen stonden in mijn ogen. Als ik nu mijn mond zou opendoen, hoe veel bozer zou hij dan zijn? Toch maar zwijgen? Tom stond op van tafel.
“Dus je hebt het begrepen?” vroeg hij nog.

Als er één ding is wat ik haat, is het fietsen. Ik het er ooit een fobie van gekregen. Het maakt het er niet veel beter op als het regent en natuurlijk regent het nu. Ik had mijn brommer nog niet bijgetankt, blond, dus was ik wel genoodzaakt om met mijn kraakpand, de fiets, te gaan. Ik was nog maar vijf minuten aan het rijden en er zat al zeker 100 kg water in mijn kleren. Hoe lang was het fietsen naar Thiemess? Met de auto was het al een kwartier, dus in mijn temp, ongeveer twee uur. Hopeloos! Ik heb geen zin, geen zin om te fietsen, geen zin om naar Natasja te gaan en totaal geen zin om te fietsen. Had ik dat laatste al niet gezegt? Plots gooide ik mijn remmen toe.
“Ik ga niet!” Naar wie ik het schreeuwde? Geen idee, ik ging er van uit dat iemand me wel gehoord zou hebben. Wat heb ik weer geluk, ik stond met mijn voeten recht in een plas water. Volgende keer beter uit kijken waar ik stop. Ik liet mijn fiets vallen op de grond en kreeg nog wat water in mijn gezicht, een bedankje van mijn fiets zeker? Eigelijk zou die mij dankbaar moeten zijn, een gratis wasbeurtje, wie wil dat nu niet? Traag stapte ik naar de berm naast de weg. Het gras was wel nat, maar natter kon ik niet worden, dus plofde ik me neer op de berm. Als ik niet naar natasja ga, dan mag ik niet meer binnen bij Tom. Maar hij is toch mijn pleegvader? Is hij niet verplicht?Plots kwam mijn opstandige karakter weer naar boven, ik ga niet naar Natasja en keer ook niet weer naar Tom. Ik red me wel alleen.
“Doe je fiets eens uit de weg!” Wie durfde het aan om me uit mijn gedachten te halen? Boos keek ik op. Voor mijn neus stond een auto en aan de neus van die auto lag mijn fiets nog, te baden in het plasje.
“Hoor jij niet goed?” De automobelist die me daarnet zo vriendelijk had toegeschreeuwd stapte uit zijn auto en kwam vriendelijk naar me toe gelopen.
“Ik ga niet!” schreeuwde ik naar hem. Nu was ik er zeker van dat iemand me hoorde, dus ik kon het niet laten om in herhaling te vallen. Ik keek op naar de automobelist, het was een jongen, misschien 2 jaar ouder dan mij. En hij durfd me te bevelen? En ook nog eens uit te maken.
“Problemen thuis?” vroeg hij nors.
“Het zijn je zaken niet!” zei ik woedend weer.
“Nu dat je fiets voor mijn auto ligt, wel,” Hij zette zich naast me neer in de berm.
“Rijd hem maar plat,”
“Je bent helemaal nat,” Negeerde hij mijn moordactie op mijn fiets. Hij stapte weer naar zijn auto en haalde daar een regenjas uit. Knalgeel, past waarschijnlijk bij zijn haren. De jongen was blond, net zoals mij. De jas legde hij over mijn schouders.
“Moet ik iemand voor je bellen?”
“Waarom zou jij iemand opbellen voor mij?”
“Om je te komen halen,”
“Ook al mocht je iemand bellen, ze zouden me toch niet komen ophalen!”
“Je hebt dus echt problemen uit,”
Hij is echt blond met een t achteraan. In elk geval hij praat niet meer zo nors als daarnet.
“ik ga niet,” mompelde ik als geheugensteentje.
“Mijn naam is trouwens Aaron,” stelde hij zich voor.
“Leuk,” waarom stelde hij zich nu voor?
“En was is jouw naam,”
“Jenda,”
“Het leven is moelijk he”
“Mijn leven is moeilijk,”
“Waarom zou jouw leven moeilijker zijn dan het mijne?”
“Ik... mijn ouders zijn dood, mijn pleegvader haat me en mijn broer die is ...”
“Die is?”
“Die is gewoon, ja, weet ik veel,”
“Mijn ouders drinken,”
“Leuk,” Hallo! Het ging over mijn problemen.
“Maar ik moet weg,” zei ik.
“Je gaat toch niet weglopen,”
“En als ik dit nu wel zou doen? Daar kun jij niets tegen doen, en waarom zou je? Je kent me niet eens,”
“Als er morgen in de krant staat, meisje vermist, zou ik me schuldig voelen,”
“Jij handeld dus ook alleen maar in zelfbelang?”
“En heeft het een reden dat je pleegvader je haat?” negeerde hij mijn vraag.
“Ja, ik ... hij ...,” Ik denk dat het maar idioot zou klinken als ik zei dat ik het vertikte om naar Natasja te gaan, alles zou dan over zijn eigelijk,”Ik moet weg,” besloot ik.
“Naar huis?”
“Nee, naar Thiemess. Ik heb het beloofd,”
“Thiemess? Bedoel je paardenhouderij Thiemess?”
“Ja,”
“Een vriend van mij is de eigenaar van die stal,”
Ik staarde hem verbaad aan. Was hij een vriend van mijn broer?
“Ken jij mijn broer?” vroeg ik ongelovig.
“Je broer? Als hij Matthias noemt wel,”
Ik knikte.
“Dan ben jij het stiefzusje van Matthias. Matthias heeft het al veel over je gehad,”
De wereld is klein! Te klein naar mijn zin. Waarom kom ik nu een vriend van Matthias tegen? En waarom verteld Matthias alles aan zijn vrienden? Jenda, maak je er nu niet druk over. Je moet gaan eten bij Natasja.
“Hoe ben ik er zeker van dat je gaat? Nog geen minuut geleden wou je weglopen,” zei hij. Ik zuchtte.
“Omdat ik wel zal gaan. Het is trouwens ook geen weer om weg te lopen, het regent. Misschien als het zomer is, maar putje herfst? Zo dom ben ik nu ook niet”
Aaron lachte.
“Ik moet weg,” zei ik. Ik liep naar mijn fiets en pakte hem op. Hij was kleddernat. Maakt nu eigelijk niet veel uit, ik ben toch al nat.

“Jenda? Waar zat je? We wachten al eeuwen op je!” Natasja keek me ongerust aan. Had ze net niet we gezegt?
“Ik had een lekke band,” verzon ik. Over het wegloopideetje ga ik echt niets zeggen, ze zijn er toe in staat om me naar een psycholoog te sturen, of misschien zouden ze me wel vastketenen aan mijn bed. En dat lijkt me maar een saaie bedoeling.
“Ben je helemaal dan tot hier gestapt?”
“Het grootste deel toch,”
“Je had toch kunnen bellen?”
Dat was probleem A, wat moet ik hier op weer zeggen?
“Ik wou even alleen zijn,” Klinkt nog geloofwaardig ook.
“In de regen?”
En dat was probleem B.
“Ik hou van de regen!” schreeuwde ik overenthousiast uit.
“Ja, natuurlijk. Jenda, je bent helemaal nat!”
Het regent dan ook wel, nee dat niet zeggen jenda, we gaan deze keer vriendelijk tegen haar doen.
“Ik het het ook koud,” zei ik op de meest zielige toon die er is en het hielp.

Een half uur later zat ik aan tafel, aan het bedenken hoe ik de aangebrande soep die voor mijn neus stond kon laten verdwijnen. Ik was helemaal droog, en had veel te grote kleren aan. Natasja had me kleren geleend, maar zij is 1m80 en ik amper 1m60. Maar toch was het een vriendelijk gebaar. Matthias zat aan de overkant van de tafel, geconcentreerd naar zijn soep te kijken. Dat bedoelde ze dus met we, hij was thuis. Ik had me daarnet even verontschuldigd, niet echt gemeend, maar het kon er mee door.
“Ik heb met papa over je gesproken,” Matthias bleef naar zijn soep staren, volgens mij was hij ook iets aan het bedenken, een verdwijnselsoeptruc.
“Over wat?” vroeg ik vanonder tafel, de kat soep aan het voeren.
“Over jou, zei ik toch net,”
“Auw, stomme kat!” De kat had me net een flinke krab gegeven, soep lust ze dus niet, “Dat bedoel ik niet, over wat?”
“We hebben besloten dat je hier even logeerd,”
Ik botste hard met mijn hoofd tegen de tafel, blond, toen ik wou opstaan. Wat zei hij? Hier logeren?
“Waarom,”
“Hij kan het even niet meer aan,”
Ik keek benauwd, ik wil hier echt niet logeren.
“Jenda, ik kan het ook niet helpen!”
“Nee? Het ligt natuurlijk weer aan mij!”
“Ik wil niet weglopen!”
Wat zei hij net? Hij wist het! Aaron heeft het verteld!
“Leuke vrienden heb jij!” Ik schopte naar de kat, die blaasde weer naar mij, keek nog eens boos naar Matthias, stond bruusk op, hoopte dat mijn stoel op de grond gevallen was en liep naar boven, naar de logeerkamer. Mijn kamer voor een hele tijd...

slobsok
Berichten: 26
Geregistreerd: 26-03-05

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 19-05-06 22:31

Leuk verhaal, ik ga het zeker volgen!

xAmigo

Berichten: 2539
Geregistreerd: 21-06-05
Woonplaats: Amsterdam

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 20-05-06 06:51

Heel goed geschreven, heel realistisch!

Mouskatje

Berichten: 205
Geregistreerd: 15-08-05

Re: [Verhaal]Zonder kleuren

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 20-05-06 11:14

Dank je, strraks komt er een volgend stukje, misschien 2 stukjes vandaag ...

Groetjes

Danielle_

Berichten: 3495
Geregistreerd: 15-11-05

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 20-05-06 13:18

ik heb de vorige stukken ook gelezen ik ben benieuwd !

paardjes___l

Berichten: 1070
Geregistreerd: 02-10-05

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 20-05-06 14:02

ik vind het erg mooi gedaan zeg

Bentuh

Berichten: 3525
Geregistreerd: 27-09-03
Woonplaats: HILLEGOM

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 20-05-06 14:31

heeey heey..
dit had ik al gelezen zie wel kleine dingen die zijn veranderd..
heb nu al zin om het veder te lezen..

Tuna
Berichten: 150
Geregistreerd: 26-07-05
Woonplaats: Neerijse

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 20-05-06 15:55

Leuk verhaal! Ga het zeker volgen. Ben al benieuwd naar het volgende stukje.

chillaxing

Berichten: 3954
Geregistreerd: 17-08-03

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 20-05-06 17:07

In het andere verhaal was je toch al bij hoofdstuk 6?
Ik vind het iig wel een erg leuk verhaal!

Mich_elle
Berichten: 2361
Geregistreerd: 26-10-04

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 20-05-06 17:34

Hee, ik heb het in het andere topic al een stukje gelezen..
Maar ik vindt het nog steeds en alweer super leuk..
Ook heel realistisch geschreven..
Eigenlijk wel grappug dat belgisch er doorheen

Mouskatje

Berichten: 205
Geregistreerd: 15-08-05

Re: [Verhaal]Zonder kleuren

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 20-05-06 20:17

Wat is dan typisch belgisch? Geef eens wat voorbeeldjes

Het volgende stukje, veel leesplezier:
Citaat:
Hoofdstuk 3

“Jenda? Opstaan,”
Langzaam opende ik mijn ogen. Voor mij zag ik vaag een gezicht, ik draag lenzen en zonder die ben ik echt blind.
“Waar ben ik?” kreunde ik. Het is nog maar de tweede keer dat ik in deze kamer wakker wordt, en als ik net wakker ben is mijn denken nogal tam, blonde eigenschap waarschijnlijk.
“Jenda! Opstaan!” Deze stem klonk wat zwaarder en ook wat geïriteerder als de eerste. Maar deze stem kende ik, ik was thuis! Dit was de stem van mijn broertje. Straks zou Tom komen klagen dat ik nog te laat op school kom.
“Jenda, wil je je haasten? Ik heb les vandaag,”
Daar heb je die eerste stem weer en die kan ik niet plaatsen in het Tom-Matthias-thuisplaatje. Nog langzamer dan dat ik mijn ogen opende realliseerde ik me dat ik niet thuis was bij Tom en Matthias maar thuis bij Matthias en Natasja. Ik heb een douche nodig, kreunde ik in mezelf. Traag zocht ik de deur van mijn kamer, botste met mijn teen tegen iets zwaar, mijn boeketas denk ik. Toen ik eindelijk op de gang stond, stond ik waarschijnlijk vol blauwe plekken. Een les die ik heb geleerd bij de zoektocht naar mijn deur: doe je lenzen op je kamer uit niet in de badkamer. De badkamer, waar was die weer? Rechts van me? Of toch links? Help me! Ik sta niet echt graag half blind en in pyama in de gang. Waar is die badkamer? Er stapte iemand de trap op, handig. Ik hoorde aan de stappen dat het niet Matthias was, heeft hij me vaak genoeg mee gepest vroeger. Ik herinner het me nog goed, ik deed een poging om in slaap te vallen en wat deed mijn allerliefste broertje? Heel luid de trap op en af stappen waar ik als reactie heel hard op begon te gillen. Maar als het Matthias niet was, dan zal het wel natasja zijn.
“Natasja! Ik zie niets en vind de badkamer niet,” zei ik snel “en mijn lenzen liggen in de badkamer,”
“Natasja? Is dat positief of negatief voor mij?”
Dat, dat was niet de stem van Natasja, ofwel had ze heel veel hormonen ingeslikt, het was ook niet de stem van matthias.
“Matthias! Help! Een inbreker!” gilde ik zo luid mogelijk.
“Inbreker? Waar dan?” zei de persoon voor mij, ik kende die stem ergens van.
“Och je bedoeld mij,” zei de persoon “Meid, voor je neus staat Aaron,”
Aaron? Wat deed die voor mijn neus terwijl ik, ik val in herhaling, in pyama, half blind en op zoek naar de badkamer voor zijn neus stond. Ik zuchtte. Hoe durfde hij? Voor wanneer ik hem iets kan aandoen zou ik beter mijn lenzen aandoen, lijkt me handiger en proffesioneler.
“Kun jij me de badkamer tonen?” vroeg ik poeslief.
“Tuurlijk, doe twee stappen naar rechts en één vooruit en dan zit je ongeveer tegen de klink,”
Ik wierp een boze blik op hem, hoopte dat het in de juiste richting geworpen was. Wat was dat nu voor een beschrijving, maar toch deed ik twee stappen naar rechts en één naar voren en botste tegen iets koud, de klink dus.

“Auw!” schreeuwde ik uit. Nee ik ben niet van de trap gevallen maar heb net een grote knoop uit mijn haren gekamd, nee getrokken. Gisteren had ik mijn haar niet gekamd, eigelijk speciaal om Natasja te pesten. Het niet kammen van mijn haar was een soort van rouwen omdat ik niet meer bij Tom woonde, maakte ik haar een paar keer wijs. Ik moest toch iets verzinnen. Bij het niet bij Tom wonen, momenteel zit ik er niet echt mee. Er zijn ook goeie kanten om bij Matthias en Natasja te wonen, hoop ik. De goeie kanten moet ik eigelijk nog ondervinden.
“Jenda! Waar zit je nou?”
Ik schrok op uit mijn gedachten, een negatieve kant is in elk geval het wakkermaken.
“Ja Natasja, ik kom!” schreeuwde ik terug. Ik liep snel terug naar mijn kamer en pakte daar mijn boeketas, hopend dat alles wat ik nodig had erin zat wat waarschijnlijk niet zo ging zijn.

“Warom was Aaron boven?” vroeg ik aan Natasja. We zaten samen gezellig in de auto op weg naar mijn heel erg leuk schooltje.
“Zijn jas,”
Jas? Ahja, die knalgele.
“Eum, ik wil je nog iets vragen,”
“Wat dan?” ik was één en al oor.
“Wil je vandaag voor één keer een voorbeeldige student zijn?”
Natasja keek me bijna smekend aan. Was ik zo erg? Alleen denk ik niet dat vandaag de dag is dat ik de voorbeeldige student kan spelen, mijn boeketas, maar toch knikte ik braaf.

Eindelijk waren we aangekomen op school, na ons kort gesprekje over voorbeeldig zijn was het maar akelig stil in de auto. Natasja toeterde nog eens naar mij en vertrok. Ze moest haar les halen en wou een goede eerste indruk hebben. Een nieuwe leerkracht ofzo en doordat haar werk echt rampzalig is had ze die eerste indruk echt nodig. Ik keek haar nadenkend na. Zou ik voor één keer proberen om braaf in de klas te zitten? Ik had geen tijd om te besluiten wat ik ging doen want ik werd plots van vanachter besprongen.
“Hoi!” riep de persoon boven op mij.
“Wat ben jij verzwaard!” gilde ik scheinheilig. De persoon liet zich weer op de grond zakken, het was natuurlijk Karen. Ze keek me boos aan. Ik lachte, zij lachte, resultaat wij blij. Moest het je nog niet opgevallen zijn, Karen is ook blond.
“Hoe is het?” vroeg ze.
“Het valt wel mee,” ik was echt niet van plan om mijn hele weekend te vertellen. Ze zou me toch maar raar bekijken en niet begrijpen dat de oorzaak maar een paard was “Met jou?”
“Super!”
Karen pakte me bij de arm en trok me mee de school in.
“En was het gezellig met Joren?”
“Gezellig?”
“Denk je dat ik het niet heb gemerkt vrijdag? Jij en Joren waren opeens verdwenen,”
“We waren net te laat, Bendrix kwam de klas binnen,”
“Heb je veel strafwerk?”
“Drie woensdagjes,”
“Met Joren?”
“Ja,”
“Romantisch,”
Ik keek haar raar aan.
“Misschien dat het je nog niet opgevallen is, maar kauwgom van banken krabben is niet echt romantisch, ofwel verschillen onze smaken sterk.”
Karen sloeg haar ogen ten hemel.
“Geef toe, hij is toch knap?”
“Vind je?” mijn stem kan heel scheinheilig klinken. Iedereen wist dat joren één van de knapste jongens was van school.
“En hij heeft een auto, handig toch?”
“Ja, de perfecte kerel...”
“Ja,”
“Voor jou,” maakte ik mijn zin af.
“Voor jou, in mij ziet hij niets,”
“Waarom dan in mij wel?”
“Ik heb hem vanochtend al gezien. Hij vroeg naar je,”
“Uitvluchtje om bij jou te komen,”
“Ja tuurlijk,”
“Toch een heel goeie smoes?”
“Kijk daar komt hij,”
“Zie hem kijken naar jou,” fluisterde ik haar toe. De meeste vriendinnen maken ruzie om een jongen net zoals wij, maar meestal willen ze hem zelf hebben, zo is het niet bij ons.
“Hallo,” begroette Joren ons.
“Hoi, ik moet dringend naar de wc,” verzon ik vlug. Laat die maar even alleen, in Joren zag ik toch niets. Ik liep vlug richting de wc maar toen ik uit hun gezichtsveld was ging ik de school zelf binnen, op weg naar mijn lokaal. Voor het eerste uur had ik mijn boeken niet bij, dat wist ik zeker, dus wou ik op voorhand al een goede indruk maken met daar al ruimschots op tijd te zijn.

“Kijk daar heb je het blondje van school, waar zou haar hondje zijn?”
Sloeg dat op mij? Boos keek ik op. Er stond een groepje meisjes voor me, druk bezig met me aan te kijken en de valse glimlach ontbrak er niet aan. Ik kon die zo wegvegen maar vandaag ging ik het brave leerlingetje zijn. Ik wierp nog een hatelijke blik naar ze toe en liep verder naar het lokaal. Achter me hoorde ik ze griniken. Wat hebben die toch tegen mij? Is het misschien dat ik blond ben? Altijd als ik dat groepje tegenkom proberen ze iets hatelijk te zeggen, iets in de aard van daar is het blonde weesje, toch altijd iets met blond. En dat kwets me meestal wel, ben een vis van sterrenbeeld en die zijn gevoeliger naar het schijnt. Plots had ik de neiging om achterom te kijken. Er klopte iets niet, vlug keek ik achterom. Het groepje was me aan het volgen, lijkt op zich niet erg, maar als je hun blikken ziet gaat je nekhaar omhoog gaan staan. Kom Jenda, je bent Jenda, iedereen op school is bang van je. Maar waarom achtervolgen ze me dan? Ik begon sneller te stappen, bijna lopen. Niet meer richting het lokaal, maar naar buiten, naar Joren en Karen. Toen ik eindelijk de deur om naar buiten te gaan zag en nog een blik achter me wierp waren ze verdwenen. Wat maakt het uit, dacht ik. Ik zal toch maar naar Karen gaan, ik wil ze echt niet weer tegenkomen. Ik opende de deur, niemand er was geen kat meer op de speelplaats, waar is iedereen? Plots ging de bel, tweemaal, het laatste belteken. Het wil zeggen: wie nu niet in zijn lokaal zit, is te laat...

Mich_elle
Berichten: 2361
Geregistreerd: 26-10-04

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 20-05-06 22:11

Leuk stukje weer
Bevoorbeeld uit een eerder stukje,
Het zou geen zicht zijn. In nedereland zou je eerder zeggen dat zou geen gezicht zijn. En Ik geraak er nooit uit zou je ook nooit in nederland zeggen.
Het zijn gewoon van die kleine woordjes die toch anders zijn haha
Ik hoop snel op een nieuw stukje (A)

Mouskatje

Berichten: 205
Geregistreerd: 15-08-05

Re: [Verhaal]Zonder kleuren

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 21-05-06 09:45

Wel grappig, zijn zo'n dingen waar je echt niet aan denkt maar toch dan anders zijn

Mouskatje

Berichten: 205
Geregistreerd: 15-08-05

Re: [Verhaal]Zonder kleuren

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 21-05-06 14:30

Volgend stukje, eigelijk een van mijn favoriete stukjes

Citaat:
“Weet je hoeveel keer je hier al hebt gezeten?” mijn favoriete onderdirecteur keek me aan. Logisch dat hij mijn favoriet is, ik heb er ook maar één, gelukkig. Stel je voor dat er twee mannen in krijtpakken me afvragend aankijken, om de beurt een vraag stellen en zitten te discuseren of ze me zouden geloven of niet. Laat het ons dan maar houden op één onderdirecteur, lijkt me beter voor mijn hart.
“Eum, zes keer,” gokte ik.
Krijtpak keek me ongelovig aan.
“Zes? Laat ons maar zeggen 11 keer, en dat allemaal op één schooljaar,”
“Deze keer was het niet mijn fout!”
“Laat me raden, je ziel en je lichaam hebben zich gescheiden en nu zit je lichaam hier en fladdert je ziel ergens rond in de klas, aan het opletten natuurlijk,”
Hoe doet hij dat? Zo alles heel eentonig zeggen, ik krijg er zenuwen van.
“Geef toe, je was aan het roken in de wc?” vroeg hij.
“Meneer, bent u mijn antirookcampagne van vorig jaar al vergeten?”
Krijtpak sperde zijn ogen wijd open, dus niet. Volgens mij heeft hij er nog nachtmerries van.
“Als je dat niet deed was je aan het bellen op de wc,” besloot hij.
“Nee!” schreeuwde ik verontwaardigt “Waarom zou ik bellen of roken op een wc? En wat heeft u met wc’s?”
“Je beste vriendin, hoe noemt ze weer? Karlijn, was het. Zij vertelde me dat ze je het laatst had gezien richting de wc’s”
Wie is Karlijn? Zou dat een van die vreselijke mensen zijn die me uitmaakten op de gang? Is Karlijn zelfs een naam? Welke ouders noemen hun kind nu zo? Of zou hij Karen bedoelen? Zij was toch mijn beste vriendin.
“Bedoel je niet Karen?”
“Ja Karlijn, die heeft je mooi verraden,”
“Ik was niet naar de wc! Ik wou vroeger naar de klas gaan en ...”
“Jij die vroeger naar de klas ging?” onderbrak Krijtpak me schijnheilig.
Ik sloeg mijn ogen ten hemel. Hier kan ik niet tegen discusseren, een leerkracht, directeur, ouder en zelf een onderdirecteur, wil altijd zijn gelijk hebben en ze zullen het ook krijgen.
“Schrijf dan maar in mijn dossier dat ik rookte en belde op de wc! Tegelijkertijd!” Ik was zo woedend dat mijn speeksel in het rond vloog en het belande ook op de neus van Krijtpak. Met een bloemtjeszakdoek veegde hij mijn speeksel van zijn gezicht.
“Dat was ik ook van plan. Maar eerst bel ik naar je ouders,”
Nogmaals, hoe doet hij dat. Zijn stem, zo eentonig, het is zo irritant!
“Ik heb geen ouders!” woedend keek ik hem aan. Als hij dit nu nog niet wist. Ik was hier toch al 11 keer geweest dit jaar, als we vorige jaren er bij tellen, zeker al 100 keer.
“Je pleegvader dan,” Hij nam de telefoon op en drukte op een sneltoets. Stond mijn nummer op een sneltoets? Is het verkeerd om me fier te voelen? Een sneltoets ...
“Je mag weer naar de les gaan,” informeerde hij me.
“Fijn! En doe zeker de groeten aan mijn allerliefste pleegvader!”

De rest van de dag kregen alle leerkachten die ik had een chagrijnige blik van me. Niet alleen de leerkrachten maar ook mijn medeleerlingen. Iedereen liep met een boogje om me heen, en ik werd er nog bozer door. Niemand kwam vragen wat er was, niemand heeft me graag, iedereen haat me. Karen kwam ook niet op me af, ik heb alleen moeten eten. Het irritante groepje heeft me ook nog zitten uitmaken, nu heb ik er wel op gereageerd. Ik denk niet dat ze ooit nog eens gaan durven me uit te maken. Ook in de les kwam Karen niet bij me zitten, ze zat naast Joren. Vanochtend wou ik nog dat ze eits samen had met hem, maar nu, moest ze mijn vriendin zijn. Ik zat er alleen, mijn woede aan het opkroppen, en iemand zal hier het slachtoffer van worden.
“Jenda?” Je huiswerk?” vroeg Bendrix aan me. Ik had haar het laatste uur. Woest keek ik haar aan. Uit voorzorg deed ze een stap naar achteren. Plots was de hele klas stil.
“Heb je het niet gemaakt?” vroeg Bendrix poeslief. Ik keek haar woester aan.
“Dan moet ik je kaar hebben,” vervolgde ze, nog altijd poeslief. Ik keek op mijn woest wou haar iets toeschreeuwen, mijn mond was al open, ik zocht alleen nog maar de woorden, maar...
“Mevrouw? Kan ik u even spreken?”
Bendrix en ik keken allebei opzij naar de persoon die dit vroeg. Het was joren, hij was even van zijn stuk toen hij mijn boze blik zag maar herstelde zich vlug.
“Buiten liefst, het is nog al persoonlijk,” drong hij aan.
“Natuurlijk,” argwanend keek Bendrix naar Joren die al naar de deur toe liep. Ze zuchtte en volgde hem naar de gang, eenmaal daar sloot ze de deur. Een seconde was het stil in de klas maar je kan toch niet verwachten van een klas dat ze 2 seconden stil zijn? Iedereen begon druk te praten met mekaar, sommigen maakte zelf nog hun huiswerk voor nu. Karen kwam snel naar me toe gelopen.
“Wat is er? Waarom ben je zo boos?” vroeg ze. Door mijn slecht humeur kwam dit redelijk scheinheilig over.
“Nu ben ik opeens wel belangrijk?” snauwde ik naar haar. Ze keek me heel even onderschattend aan. Plots kreeg ze ook een boze blik in haar ogen, we lijken op mekaar, weinig geduld enzo.
“Jenda! Doe normaal! Ik dacht dat je even alleen wou zijn,”
“Niet dus!” ik draaide me om naar de gang, andere kant dus van Karen. Een minuutje deed ze niets, maar opeens tikte ze op mijn schouder. Boos draaide ik me weer om naar haar.
“Wat?”
“je wou toch niet alleen zijn? Dus hier ben ik,”
Boos keek ik haar aan, maar plots vond ik het grappig en zonder dat ik het wist krulde er een glimlach op mijn gezicht. Ik wou hem vlug weer wegsteken maar Karen begon heel luid te lachen, spactisch blondje, en ik kon me ook niet meer houden. Samen lachten we ons blond en spastisch, maar vooral spastisch.
“Even aandacht graag!” schreeuwde Bendrix. Iedereen keek verbaasd op, had er iemand gemerkt dat ze weer in de klas was? Joren zat ook weer op zijn plaats. Nu wel zonder Karen, die zat bij mij, nog altijd spastisch aan het lachen. Bendrix gooide een boze blik naar ons met resultaat dat we nog meer lachten.
“He zwijg eens, mevrouw Bendrixe wil iets zeggen,”
Allebei keken we om naar degene die dit zei met een plechtige stem. Het was natuurlijk Femke. Meestal hield ze zich wat afzijdig, maar als je niet luisterde naar Bendrix dan durfde ze haar mond wel eens openzetten. Ze aanbid Bendrix en het is ook de lieveling van Bendrix. En daar wordt ze vaak mee gepest, wel zielig he? Maar een leerkracht graag hebben, en zeker zo’n ouderwetse, dat gaat er gewoon niet in bij de meeste. Ook bij ons niet.
“Ik vind dat de groepsband in deze klas niet goed is, dus daarom heb ik er een oplossing voor gezocht,” vervolgde Bendrix nadat Karen en ik eindelijk weer wat normaler deden. Maar een spastische glimlach sierde nog altijd ons gezicht.
“Gisteren bracht Femke me op een goed idee,” iedereen keek Femke verbaasd aan maar die was heel aandachtig aan het luisteren naar haar godin.
“Na lang onderhandelen met de onderdirecteur, mag het eindelijk,”
“Vertel het nu gewoon!” riep iemand. Femke keek boos om haar heen, wie durfde het toch om mevrouwtje Bendrix te onderbreken.
“We gaan gaan kamperen!” Bendrix keek de klas rond, volgens mij verwachtte ze een aplaus maar iedereen zat haar verdwaasd aan te kijken. Onze spastische glimlach was verdwenen.
“Leuk he?” zei Femke trots “En allemaal mijn idee,”
Iedereen keek woedend naar haar om. Wie wil er nu gaan kamperen met zijn klas. Ik zelf ken zelf niet eens de namen van de helft van de klas en die helft die ik kende, daar kon ik de helft al niet van af. Een hele week zullen we dicht bijmekaar zitten, heel leuk vooruitzicht. En dat moet dan een betere groepsband bevordenen?
“Kunnen we niet gewoon eens gaan schaatsen?” stelde Karen voor. Dat hadden we vorig jaar gedaan en het had niet echt een positief resultaat, eerder een negatief en ook heel veel ziekenhuiskosten voor de school.
“Kamperen is toch leuk?” verdedigde Femke Bendrixs verzoensweekje.
“Toch niet! Denk aan die inseceten!” schreeuwde Karen naar haar. Iedereen begon in de klas door mekaar te roepen. Goeie en slechte dingen van kamperen. De goeie kwamen alleen maar van Femke, wat ik ook niet raar vond. Genietend keek ik naar al mijn klasgenootjes, ik heb zo’n leuke klas. Ik zou ze echt voor geen haar kunnen missen.
“Stilte!” galde de stem van bendrix. Boos keek ik naar haar op, ze schreeuwt tegen mijn klasgenootjes. Hoe durfd ze? Ik was niet de enigste die boos naar haar keek. Al mijn klasgenootjes keken boos, behalve Femke, die zat al aan het voorgenieten van wat Bendrix nu zou zeggen.
“Zie dat hier nu! Jullie zitten in een sociale richting! En jullie doen niets anders dan ruziemaken. Waar gaat de jeugd toch naar toe?”
“Niet gaan kamperen in elk geval,” antwoorde Joren ongeïnterseerd. Hij zat bij het raam, naar buiten aan het kijken. Vandaar had hij een perfect zicht op de parking en dus ook zijn auto. Wie ook maar een vinger naar zijn auto uitstak, kreeg zeker een of ander boek op zijn kop, gesmeten uit het raam waar Joren naast zat.
“Jullie gaan gaan kamperen! Het is verplicht!”
Iedereen begon boos te mompelen.
“Doe je die week mee ziek?” fluisterde ik naar Karen.
“Afgesproken,”
“Het is gratis!” probeerde Bendrix ons nog enthousiast te maken. Ze was ondertussen al rood aangelopen, weer net een tomaatje.
“Femke? Deel jij deze brieven uit?” vroeg ze en ze richtte zich weer tot de klas “Jullie mogen vertrekken als je deze brief hebt gekregen. Vergeet hem niet te laten ondertekenen door je ouders... of pleegouder.” Bij dat laatste keek ze naar mij. Mompelend nam iedereen de brief aan, de drang om hem direct in de vuilnisbak te gooien was groot. Maar het klasje deed wat braver in anders, als je in shock bent doe je echt anders.

Bentuh

Berichten: 3525
Geregistreerd: 27-09-03
Woonplaats: HILLEGOM

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 21-05-06 17:26

weer een goed stuk hoop snel weer veder te kunnen lezen..

bentuh...

Mouskatje

Berichten: 205
Geregistreerd: 15-08-05

Re: [Verhaal]Zonder kleuren

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 21-05-06 20:41

Dabkje, spijtig dat niet meer mensen het lezen

Duhelo

Berichten: 29853
Geregistreerd: 29-05-03

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 21-05-06 20:56

ik heb het gelezen hoor!
ik reageer enkel zelden
ik wacht op een nieuw stukje

Mouskatje

Berichten: 205
Geregistreerd: 15-08-05

Re: [Verhaal]Zonder kleuren

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 21-05-06 21:01

Ik ga nu al een nieuw stukje plaatsen, wil zo snel mogelijk eigelijk geraken waar ik zat
Citaat:
Hoofdstuk 4

“We zijn thuis!” riep Natasja toen we langs de stal kwamen waar Matthias waarschijnlijk een stal aan het uitmesten was. Normaal zou ik direct bij de paarden gaan, maar nu .... Ik kon heel even geen paarden meer zien! Ze hebben mijn leven momenteel verpest, dus je begrijpt wel.
“Jenda!”
Wat nu weer? Ik had de klink van de deur al vast en de verleiding was groot om Matthias’s stem te negeren en gewoon het huis binnen te gaan. Maar mijn smoes dat ik hem niet hoorde zou hij nooit geloven. Hij heeft niet voor niets de prijs voor luidste lesgever gekregen. Hij was wel maar de enigste kandidaat, maar het is hem flink naar het hoofd gestegen. Volgens mij wist hij niet dat hij de enigste kandidaat was.
“Wat?!” riep ik van bij de deur.
“Wil je maken dat je hier bent!”
Ik zuchtte. Die gaat weer gaan preken tegen mij.
“Ga maar,” zei Natasja vlug. Ik gaf haar een vernietigde blik en slenterde naar de stallen. Ik hoorde Matthias zacht praten en toen wat harder in één van de achterste boxen. Toen ik door de gang liep, hinikte alle paarden naar mij. Die hadden wel weer honger zeker. Hoeveel zou een paard eigelijk eten op één dag?
“Je gaat vanavond de bar doen,” Matthias was druk bezig een paard aan het poetsen. Hij keek zelf niet eens op toen ik de stal binnen kwam.
“Maar het is maandag,”
“En dan?”
“Dan is er niemand...”
“Er beld altijd wel iemand. Zie het maar als straf,”
Ik sloeg mijn ogen ten hemel.
“Ik heb niet gerookt op de wc,” zei ik geïriteerd. Tom heeft natuurlijk hem gebeld.
“Weet ik. Ik ken je goed genoeg om dat te weten maar er moet gewoon iemand zijn in de bar,”
Ik knikte, voor één keer wil ik het wel doen. Misschien zet het mij aan om mijn huiswerk te maken, wel uit verveling maar het is toch ook al iets. Mijn punten hebben het wel nodig
“Ahja Jenda, wil je nog iets voor me doen?”
“Eum, het is te zien wat,” aarzelde ik.
“Op Rosie rijden,”
“Rosie?” vroeg ik verbijsterd. Bij de naam Rosie dacht ik direct aan het kleine manegeponytje die Matthias had. Een echte schat, maar mijn voeten zouden aan de grond komen.
“Niet kleine Rosie. Deze Rosie,” en hij wees naar het paard dat in de box stond tegenover die waar we nu stonden.
“Het is een paard van een klant,”
“Ik ... ik wil niet echt rijden...”
“Heel even maar. Ik heb te weinig tijd om het vandaag te rijden,”
Zou ik het doen? Ik stapte naar Rosie’s box. Ze keek me heel aandachtig aan. Het zag er wel een lieverd uit. Direct vergat ik de appaloosa merrie. Rosie was veel mooier! Wat pennyachtig van mij.
“Ok, het is goed,”
“Rij je dan nu mee met mij?” Matthias was zijn paard al aan het opzadelen. Het beet naar hem, matthias gaf hem direct een tik op zijn neus en mompelde iets van, vals mormel.
“Nu? Maar ik moet ook nog poetsen en opzadelen,”
“Ik verwacht je binnen een kwartier in de piste,” en hij vertrok met het chagrijnige paard op weg naar de piste. Het paard legde zijn oren plat en dreigde naar alle paarden die hun edele hoofden uit hun stal staken maar die vlug weer hun hoofden terugdeden in hun stal. Van zo’n paard willen ze zeker niet gebeten worden. Zou dat paard niet dat bruine monster zijn uit de handelstal? Hij heeft er wel wat van weg. Ja het is hem. Ik grinikte, ik wist van begin af aan dat het een monster was. Vrolijk nam ik Rosie uit haar box en bond ze wat verder aan een poetshaak. Ongeduldig stond ze terplaatste te trappelen. Vlug ben ik met een harde borstel over haar vacht gegaan en heb haar hoeven proberen uit te krabben. Maar ze zette al haar gewicht op de ene voet, boos riep ik Rosie. Maar ze was er niet echt van onder de indruk. Och, ik doe het wel na het rijden en liep naar de zadelkamer. Welk zadel moet die hebben? Ik bekeek alle zadels of er nergens Rosie opstond, maar kwam alleen het zadeltje van kleine rosie tegen die niet echt op Rosie zou passen. Zuctend liep ik nog eens door de zadelkamer, nu keek ik ook even naar de kastjes of daar nergens Rosie op stond. Maar die waren allemaal op slot en Rosie stond er ook nergens op. Dan maar aan matthias vragen. Ik liep heel vlug naar de piste.
“Matthias, welk zadel moet ik gebruiken?!” riep ik.
Matthias was hevig aan het vechten met het bruine paard. Het paard bokte hevig, bij elke bok kreeg hij een tik maar hij bleef maar bokken.
“Van Zorba! Het staat op het prikbord!”
Oeps, daar ben ik op vergeten kijken. Maar ik verontschuldigde me niet. Matthias had zijn handen al vol aan het paard. Zorba, dat was het eerste paard van matthias. Maar vorige maand heeft hij het moeten laten inslapen. Op een dag kon hij niet meer rechtstaan, hij was al oud. IK heb leren rijden op hem. Het was mijn grote lieve vriend waar ik alles tegen zei.

Even later kwam ik met Rosie de gang voor in de pistete geraken in, ze begon nerveus te kijken naar Matthias en het bruine paard. Het bruine paard liep er al wat onspannen bij , het bokte ook niet meer of toch al niet hevig.
“Stijg daar maar op,” zei Matthias.
Van in de gang opstijgen? Is dat niet gevaarlijk ofzo iets? Maar toch deed ik het. Vanaf dat mijn achterwerk in het zadel neerkwam, sprong Rosie vooruit. Ik lag er al bijna af. Vlug nam ik de teugels beet.
“Laat haar goed vooruit stappen en vraag al wat stelling,” commandeerde Matthias me. Ik probeerde haar te laten stappen, maar om de 3 stappen sprintte ze weg in galop. Het terugpakken naar stap was moeilijk, en elke keer lag ik er bijna af.
“Als je haar niet kunt houden zet haar dan op een volte!” schreeuwde Matthias naar me. Ik denk dat hij er al spijt van had dat hij me op haar liet rijden. Na een tijdje leek ze al wat rustiger te worden, ze liep niet meer met me weg en begon al wat aan de teugel te lopen.
“Begin maar de hoefslag weer te volgen,” commandeerde Matthias me. Wantrouwig liet ik Rosie weer rechtdoor rijden, ze spande haar helemaal op.
“Geef haar wat meer teugel!”
Ik luisterde naar matthias en gaf haar alle teugel die ik had. Direct sprinte ze weg. Ik begon te gillen waardoor ze nog sneller begon te rennen.
“Niet zoveel! Neem haar terug!” probeerde Matthias boven mijn gegil te komen.
Ik pakte weer de teugels op. Ik was echt bang geworden. Het duurde tijden voor wanneer ik haar weer in stap kreeg.
“ja zo is het goed,” zei Matthias tegen me toen hij voorbijreed. Na een paar rondjes sprintte ze niet meer weg, en stapte ze zelfs ontspannen.
“Verander eens van hand!” riep Matthias.
Zou ik een gewone diagonaal rijde? Of een S?
“Door een diagonaal!” beantwoorde matthias de vraag die ik voor mezelf stelde. Braaf veranderde ik van hand. Op de rechterhand ging het veel beter, ze heeft niet één keer weggegalopeerd.
“Geef haar maar een lange teugel,” zei Matthias Ik beloonde haar op haar hals. Ik vond ze eigelijk best wel leuk. Zonder dat wegsprinten was ze echt een zalig paard.

Ik zuchtte, het was saai in de bar. Er was niemand, nog niemand had gebeld. Ik had mijn huiswerk al gemaakt, had mijn les heel goed geleerd, wat moest ik anders doen en nu verveelde ik me dood. Er was echt niets in de bar, geen radio, geen tv, geen tijdschriften en geen mensen. Meestal was het hier druk, kleine meisjes die zeurden dat ze niet op die pony willen of dat iemand ze moest helpen. Het is meestal heel irritant, maar momenteel zou ik heel blij zijn met een zeurend meisje. Plots ging de telefoon, of droomde ik het? Ik kneep in mijn arm, maar de telefoon bleef gaan. Vlug pakte ik hem op.
“Paardenhouderij Thiemess,” zei ik.
“Hallo, het is hier met Thomas De Groote,”
Kende ik die? Ik denk het niet.
“Het was eigelijk om te vragen hoeveel het kost om een paard bij jullie de stallen?” zei hij. Dus iemand die ik niet kende.
“Het spijt me maar we verhuren geen stallen momenteel. We hebben plaatsgebrek,”
Dat had ik gelezen in de agenda. Anders zou ik het niet weten. In de agenda staan allemaal belangrijke dingen. Ik heb trouwens ook gelezen dat Rosie te koop staat. En volgens mij is het de kleine Rosie, de laatste tijd smijt ze er nogal veel kleintjes af en die irritante meisjes vinden dat niet leuk.
“Spijtig, paardenhouderij Thiemess leek me echt perfect voor mijn paard,”
“Maar misschien belt u beter morgen terug. Er worden vaak paarden verkocht en veel weet ik er niet over,” Was het niet gewoon eenvoudiger om Matthias te roepen?
“Ja, dat zal ik doen. Goededag,” en hij legde af. Ik heb één telefoontje gehad! Ik was echt superblij. Heb ik toch nog iets gedaan. Maar nu heb ik nood aan een douche, ik zit hier nog in de kleren waarmee ik heb gereden. Dus je snapt het wel...

Bentuh

Berichten: 3525
Geregistreerd: 27-09-03
Woonplaats: HILLEGOM

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 22-05-06 16:27

goed..
hoop dat wel snel komen waar we gebleven zijn hahah

Mouskatje

Berichten: 205
Geregistreerd: 15-08-05

Re: [Verhaal]Zonder kleuren

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 24-05-06 20:54

Volgend stukje, sorry dat ik een paar dagen niet heb gepost, maar ik hoopte op meer reacties

Citaat:
Hoofdstuk 5

“Jullie beginnen met deze klas,” zei Bendrix. Het moest natuurlijk weer kunnen dat zij de strafstudie deed deze woensdag, volgens mij heeft ze het aangevraagd. En net zoals ik had voorspeld voor Karen, moesten we kauwgom van de banken krabben. Snel wierp ik een blik onder de banken.
“Maar hier zijn we uren mee bezig!” zeurde ik. En het was nog niet overdreven ook. Op elke vierkante centimeter plakte zeker één kauwgom, soms zelfs meerdere.
“Begin er dan maar aan, na deze zijn er nog klassen,” Bendrix keek me heel triomfelijk aan, ik keek vuil terug, ze wende haar gezicht van me af en keek naar Joren, die druk bezig was met een kauwgom te observeren. Blijkbaar kon ze niet tegen mijn blik, mompelend verliet ze de klas.
“Wat haat ik dat mens,” knarstande ik. Joren was nog altijd een kauwgom langs alle kanten aan het bekijken. Hoeveel kanten heeft een kauwgom eigelijk?
“Och banken krabben is best leuk,” hij zette zich onder een bank, “Al die leuke herinneringen,”
Flipt die nu al?
“Leuke herinneringen? Aan kauwgom?” Joren, je flipt!”
“Nee, echt niet. Kijk deze hier bevoorbeeld,” en hij krabte een knalrode van de bank “ doet me denken aan de schattige rode wangetjes van Bendrix,”
“Ja natuurlijk,” zei ik langzaam. Ik zit hier opgescheept met een freak! Een tweede femke.
“En deze blauwe, aan mijn lievelingsbroek,” ging hij verder “Zie je wel dat het leuk is!”
Voor mij zat dus een overenthousiaste freak. Ik hoop dat het niet besmettelijk is ...
Ik zuchtte, een hele middag, waarom toch? Niemand had er iets aan over gehouden. Bij mijn ontsnapping is iedereen ontsnapt. Ik was zelfs niet ontsnapt, waarom kregen zij dan geen strafwerk? Joren en ik waren de enigste die nog in de klas waren toen Bendrix ons betrapte. Ik liet me vallen in een stoel. Heel even dacht ik dat hij het ging beheven, zo kraken dat hij deed. Ze moeten dringend nieuw schoolmateriaal kopen.
“En deze, doet me aan jou denken,” vertelde hij verder
“Een gele?”
“Ja aan je haren,”
Ik sloeg mijn ogen ten hemel. Altijd dat blond.
“Wat heeft iedereen tegen blond?” met een sip gezicht begon ik een kauwgom los te peuteren die aan mijn stoel plakte.
“Hoe bedoel je? Blond is juist mooi,”
“Er zijn een paar meiden op school die me voordurend pesten. Daarom was ik ook te laat maandag,”
“Ah,” Het interseerde hem niet eens. En ik wou net mijn hart aan hem luchten.
“Stomme kauwgom,” mopperde ik. Deze kauwgom was de hardnekkigste die ik ooit heb losgekrabt . Vanuit mijn ooghoek zag ik Joren fronsend naar me kijken.
“Dat is geen kauwgom, het is een vijs,”
Ik liep weer helemaal rood aan. Waarom zag ik nu niet dat die kauwgom een vijs was? Ik keek wat beter naar die vijs, maar ik zag alleen vaag dat iets omhoog stak.
“Eum Joren?”
“Hmmm?”
“Ik denk dat ik een lens kwijt ben,” zei ik benauwd.
“Huh?”
“Daarnet had ik hem nog,”
Angstig begon ik op de grond te tasten naar mijn lens, mijn dure lens. Tom zal zo boos zijn, nee Matthias zal zo boos zijn.
“Hoe ziet ze er uit?” vroeg Joren. Boos keek ik naar hem op.
“Wat denk je? Rood misschien?”
“Ik weet niet ...”
“Doorzichtig, man!”
Wat een domme vraag, hoe ziet een lens er eruit. Die moet ik onthouden. Lensje? Waar ben je? Kom naar mama. Jenda! Doe normaal. Die lens komt echt niet op je afgelopen
“Ik denk dat ik ze heb,”
“Ja?” direct stond ik recht, struikelde over een stoel, gelukkig ving Joren me op.
“Auw! Mijn voet!” schreeuwde ik.
“Gaat het?”
“Wat denk je? Nee natuurlijk niet. Ik heb waarschijnlijk mijn voet omgeslagen,”
In wilde weg sloeg ik naar mijn voet.
“Ik heb er geen gevoel in!” koortsachtig voelde ik aan mijn voet terwijl ik mijn teen bewoog. Maar hij bewoog niet, raar, ik hoorde zelf mijn voet kraken. Doet hij altijd, heeft iets te maken met lucht tussen mijn beenderen ofzo.
“Eum Jenda? Dat is mijn voet,”
Ik werd nog roder. In wilde weg had ik de voet van Joren te pakken gekregen, ik vond al dat mijn enkel zo behaard was.
“Mag ik eerst mijn lens?” vroeg ik met een klein stemmetje.
“Hier,”
Hij gaf me mijn lens, lens? Het was een stukje folie.
“Haal Bendrix,” beveelde ik hem knarstandend.

Het huilen stond me nabij. Joren bleef zo lang weg. Ik voelde dat mijn voet begon te kloppen. Waarom moest ik net die lens kwijtraken? Aan dat oog ben ik voor 99% blind, ja dat is wat overdreven. Maar zonder die lens zie ik amper wat. Net toen ik wou hysterisch gaan huilen hoorde ik voetstappen op de gang.
“Jenda! Wat heb je uitgestoken?” krijste Bendrix’s stem.
“Ik ben mijn lens kwijt,”
“Maar ik heb ze teruggevonden en...” zei Joren trots.
“Maar dan is er toch geen probleem?”
“Joren verstaat het begrip lens niet goed,” ik gaf haar het stukje folie.
“Nee, dat is geen lens. Kun je echt niets zien?”
“Nee,”
“Dan kan je je pleegvader opbellen, hij kan je bril meenemen,”
“Maar ze is ook over een stoel gevallen,”
“Ja, ik denk dat ik mijn enkel heb verstuikt,”
Bendrix zuchtte diep.
“Laat me eens voelen...” zei ze
“Nee!” krijste ik. Je denkt toch niet dat ik haar aan mijn enkel ga laten voelen? “Bel gewoon naar mijn broer, die zal me wel komen ophalen,”
Ze zweeg even.
“Ok, dan zal ik je broer bellen. Dat lijkt me het beste,” en ze verliet de klas, weer al mompelend.
“Gaat het?” vroeg Joren bezorgd.
“Niet echt,”
Plots voelde ik dat Joren zijn arm op mijn schouders legde. Even wou ik schreeuwen, he ik ga wel nog niet dood! Maar zijn arm gaf me een warm gevoel van binnen. Lang kon ik er niet van genieten.
“Ik heb je broer gebeld. Maar hij kan je niet komen ophalen dus stuurt hij een vriend achter je. Die zal dan wel naar een dokter met je gaan,” Ik had niet eens gehoord dat ze weer binnenkwam. Joren trok zijn arm weg, spijtig. Ik knikte naar de richting waar ik Bendrix’s stem had gehoord.
“Maar ik moet weer verder doen met het verbeteren van jullie toetsen. Ze zijn echt slecht ...” zei ze vlug en verliet weer de klas. Toen we haar voetstappen op de gang niet meer hoorde, zuchtte Joren.
“Wat is er?” vroeg ik.
“Nu moet ik alleen die kauwgommen van die banken krabben,” zei hij treurig.
Ik grinikte.
“Maar je vond het toch leuk”
“Grappig,” zei hij ongemeend
Het was even stil tussen ons.
“He nu ik er aan denk. Volgende week kunnen we geen strafstudie hebben!” zei ik opgewekt.
“Hoezo?”
“We gaan toch volgende week kamperen?”
“Ja, dat is wel. Maar ik denk dat ze nog wel iets gaat vinden daarop,”
“Ja misschien...”
“Jenda?” klonk er vanop de gang. Was dat Aaron? Wat doet hij hier? Ahja, Matthias ging een vriend sturen. Dat zal Aaron dan wel zijn.
“Aaron is er. Help je me recht?”
Joren knikte en hielp me overeind. Bijna viel ik om maar Joren pakte me nog net bij mijn middel.
“Ik kan niet op mijn voet staan,” had ik nu pas door.
“Leuk dat je dat hebt ontdekt, dat heb je meestal als je je voet hebt verstuikt,” zei hij glimlachend. Ik glimlachte weer.
“Ah hier ben je,” Ik hoorde dat er iemand in de deuropening stond, dat zal wel Aaron zijn.
“Heb je mijn bril mee? Ik kan echt niets zien,”
“Ja, hier,” Ik hoorde dat hij op me af stapte, hij drukte mijn bril in mijn hand. Direct zette ik hem op.
“Auw!” gilde ik.
“Je voet?” vroeg Aaron.
“Nee mijn oog,” ik deed mijn bril weer uit en haalde mijn andere lens, die ik al was vergeten, af mijn oog.
“Dat is beter,” zei ik toen ik mijn bril weer ophad.
“Kom, ik breng je naar de auto,” stelde Aaron voor.
“Nee, Joren zal me wel helpen,” antwoordde ik. Aaron keek naar Joren, net alsof hij hem nu pas zag.
“Ja ... dan zal ik even aan je leerkracht gaan zeggen dat we weg zijn,”
Ik knikte.

Duhelo

Berichten: 29853
Geregistreerd: 29-05-03

Re:

Link naar dit bericht Geplaatst: 24-05-06 21:08

Citaat:
ik deed mijn bril weer uit en haalde mijn andere lens, die ik al was vergeten, af mijn oog.

uit mijn oog zou beter zijn denk ik?

leuk hoor! ik wacht op een vervolg!