Citaat:
Standards
Height The height of th Breeding Connemara Pony is 128cms to 148cms. (12.2 to 14.2 Hands High).
Colours Grey, black, Bay, Brown, Dun with occasional Roan & Chestnut, Palamino, & Dark Eyed Cream.
Type Compact, well-balanced riding type with good depth and substance and good heart room, standing on short legs, covering a lot of ground.
Head Well balanced pony head of medium length with good width between large kindly eyes. Pony ears, well defined cheekbone jaw relatively deep but not coarse.
Front Head well-set onto neck. Crest should not be over developed. Neck not set too low. Good length of rein. Well-defined withers, good sloping shoulders.
Body Body should be deep, with strong back, some length permissable but should be well-ribbed up and with strong loin.
Limbs Good length and strength in forearm, well-defined knees and short cannons, with flat bone measuring 18cms to 21cms. Elbows should be free. Pasterns of medium length, feet well shaped, of medium size, hard and level.
Hind Qtrs Strong and Muscular with some length, well-developed second thighs (Gaskin) and strong low-set hocks.
Movement Movement free easy and true, without undue knee action, but active and covering ground.
Van het oorspronkelijke Connemara stamboek. Vertaald:
Hoogte. De hoogste voor de fok Connemara pony is 1.28m to 1.48m.
Kleuren. Schimmel, zwart, donkerbruin, bruin, vaal en af en toe roan en vos, palomino en donker gekleurd crème.
Type. Compact, rijtype met goede verhoudingen, met genoeg diepte en massa en veel hart ruimte, op korte benen, staande over veel bodem.
Hoofd. Pony hoofd in verhouding, middellang met genoeg breedte tussen de vriendelijke ogen. Pony oren, duidelijk afgetekend jukbeen, kaak relatief diep, maar niet zwaar.
Front. Hoofd goed aan de hals gezet. Manenkam mag niet te fors zijn. Hals niet te laag aangezet. Goede "teugellengte" . Goed ontwikkelde schoft, goede schuine schouders.
Lichaam. Het lichaam moet diep zijn, met een sterke rug, mag wat langer zijn, maar met goede ribbenkast en stevige lendenen.
Ledematen. Voldoende lengte en kracht in de opperarm, goed gevormde voorknieën, korte pijpen, met platte botten, met een omvang van 18cm tot 21cm. Ellebogen moeten vrij bewegen. Koten middellang, hoeven goed gevormd, middenmaat, hard en gelijk.
Achterhand. Sterk en bespierd, met wat lengte, goed ontwikkelde schenkels en laag aangezette spronggewrichten.
Gangen. Gangen vrij, gemakkelijk en zuiver, zonder overmatige knie actie, maar actief en ruim.