Ik krijg de laatste tijd regelmatig vragen over “…de harde bomen en combinatie met de motoriek van paarden….” Dus even mijn visie.
De “harde” bomen in westernzadels zijn een compromis met de natuur.
De rug van een bewegend paard (en welk paard beweegt er niet) zal slechts een kleine tijd van de bewegingsafloop “perfect” aan het (passende) westernzadel aansluiten.
Als “geruststelling” kan je van uit gaan, dat onze voorouders (in het bijzonder de zadelmakers en bomenmakers onder hen) de afgelopen 350 jaar veel geleerd hebben m.b.t. dit compromis.
Zo is de vorm van de boom ook ontstaan.
Bijvoorbeeld:
- De ronde – ingesneden - vormen onder de zit.
- De (voor sommigen) “geringe” oppervlakte waarmee de boom, door de afgeronde onderzijden van de bars (bij nul belasting) op de rug van het paard ligt (die oppervlakte wordt overigens snel groter naar mate het gewicht toeneemt),.
- De lengte van de bars en de plaats van dragen door de bars.
De voornoemde ambachtslieden, hebben het perfecte compromis op het gebied van de bomen, al lange tijd terug, bereikt. Je mag er dus met een gerust hart van uit gaan, dat als een boom goed past op een stilstaand paard, deze ook “zo goed als mogelijk” zal passen onder het bewegende paard. Als dat niet zo zou zijn, zouden alle cowboys in het verleden al na 2 uur een “defect” paard hebben gehad; we weten wel beter.
Wil je e.e.a. tot in de puntjes lezen, dan raad ik aan om het boek SADDLES (Engels) van Russel Beatie te lezen (ISBN : 0-8061-1584-X).
MVG Louis