
Klaverblaadjes:
- hoe ziet het eruit
- wat bereik je ermee
- voor wie
- doelstelling
- uitvoering
Hoe ziet het eruit: nou eh, zo dus:

Bron: level 2, stage 4, parelli natural horsemanship
Op het plaatje is het klavertje naar rechts getekend maar het kan uiteraard ook naar links.
Wat bereik je ermee: Impuls
Parelli knipt eigenlijk alles in kleine stukjes. Dus niet meteen op een paard springen en vragen om respect én impuls én aanleuning én lengtebuiging én én en....... Uiteindelijk wel alles samen maar in het begin wordt alles stukje bij beetje opgebouwd zodra er eigenlijk nooit iets fout kan gaan en het paard stukje bij beetje alles kan leren. Met deze oefening isoleer je dus alleen het impuls gedeelte, je vraagt daarbij geen aanleuning oid.
Voor wie: Voor zowel 'short' (korte) als 'long' (lange) paarden.
Wat is een lang en wat is een kort paard?
Lang paard: een paard dat wil rennen. Hij heeft meer 'go' dan 'whoa'.
Kort paard: liever lui dan moe. Hij heeft meer 'whoa' dan 'go'.
Een paard dat meer 'go' dan 'whoa' heeft is impulsief.
Een paard dat meer 'whoa' dan 'go' heeft geeft weinig/geen reactie.
Impuls: als 'go'= 'whoa' = gecontroleerde voorwaartse energie. Dit betekend dat het met de geringste druk zo snel gaat als jij wilt en met de geringste druk stopt/langzamer gaat vanuit elke snelheid.
Doelstelling: Lange paarden korter maken en korte paarden langer maken. De oefening maakt gebruik van de principes van rechte lijnen, circels, continuiteit en het ontwikkeld de intentie om te stoppen. Het leert ook het paard om mentaal en emotioneel in evenwicht te komen en te letten op de ruiter.
Let op: lange lijnen maken een paard langer en circels maken een paard korter. Bij een kort paard kan je beter gebruik maken van een grote ruimte en bij een lang paard werkt het het beste als de ruimte wat kleiner is.
Uitvoering: Begin op X (midden). Ga recht naar een E (exit) en maak een bocht. Als je bij de volgende E komt, richting de X draaien en in een rechte lijn X passeren tot je bij de volgende E bent, waar je weer draait etc.
Nooit wenden op de X.
Alle draaien gaan naar rechts als je rechtsom rijdt , of linksom als je linksom rijdt. Nooit tijdens de oefening van richting veranderen omdat de continuiteit van telkens dezelfde kant opdraaien erg belangrijk is bij deze oefening.
1 klaverblaadje is compleet als alle 4 de kwadranten gereden zijn, maar stop niet met herhalen totdat je paard kalm en ontspannen is.
1. Rijd de oefening in een bak, zeker als je een lang, energiek paard hebt. Een middel tot kort paard kan dit patroon ook gewoon in een open veld rijden. Het gebruik van markeringen helpt de ruiter om een goede focus te houden en de blaadjes scherp te houden, zodat het paard makkelijker leert.
2. Beslis voordat je begint of je de figuur rechts- of linksom gaat rijden.
3. Gebruik een losse teugelvoering. (geen enkele druk op de teugels)
Dit is heel belangrijk!! Houd de teugels in 1 hand. (in dezelfde hand als de richting van de oefening, rechter hand voor rechtsom etc) Probeer om ook de wendingen te rijden op deze manier, zonder de slapte uit de teugels te halen.
Hoe meer je je paard met 2 teugels gaat sturen of hem in gaat houden, hoe minder het patroon psychologisch voor hem werkt. Je onderbreekt dan zijn mogelijkheid om na te denken en beslissingen te nemen en hierdoor de mogelijkheid voor hem om 'left brainded' (ontspannen) te worden en zijn verantwoordelijkheden te leren. (die zijn: niet van richging veranderen, niet van gang veranderen, kijken waar je naartoe gaat, je niet als een prooidier gedragen)
(persoonlijke ervaring van mij: bij pride heb ik in het begin wel 2 teugels gebruikt, deze hingen overigens wel helemaal los. Hij had toen nl nogal de neiging om uit te breken maar hoe vaker ik de oefening deed hoe beter het werd en nu kan ik wel gewoon met 1 hand alles doen)
Doe de oefening in draf
4. Begin in draf, zeker als je wat onzeker bent of een zeer impulsief paard hebt.
5. Rijd eerst over de hoefslag voordat je begint en draai dan richting X om aan je oefening te beginnen.
6. Maak de wendingen bij E en gebruik de 4 fases:
fase 1 : ogen
fase 2: navel
fase 3: been
fase 4 : teugels
Op deze manier komt het gebruik van de teugels als laatste, mocht je ze nodig hebben.
7. Wees er op voorbereid dat je eerste patroon kan duren van 10 tot 30 minuten. Blijf het patroon rijden totdat je het gevoel hebt dat je paard mentaal in evenwicht raakt en het patroon oppikt. Na 2 tot 3 herhalingen ( in dezelfde sessie) zal je al een verandering voelen in je paard zodra hij het patroon doorheeft. Een kort paard zal weinig tijd in beslag nemen. Als het een lang paard is, zal zijn neiging om te gaan rennen verminderen en zal zijn adrenaline niet meer zo opspelen.
8. Het is tijd om te stoppen als je voelt dat je paard gaat anticiperen op de wendingen, niet langer weg wil rennen en begint te ontspannen. (hoofd laag etc). De volgende keer dat je op X komt, stop je en gaat een paar passen achteruit.
9. Om te stoppen, teugels optillen, zit ontspannen, en voorzichtig druk opbouwen tot je paard achterwaarts gaat. Dan blijven staan voor minimaal 5 minuten. (eerste keer) Langer blijven staan als je paard lang nodig had om te ontspannen tijdens de oefening. (ong 20 % van de tijd die hij nodig had) Blijven staan totdat je paard totaal ontspannen is voordat je wegrijd en de oefening in de andere richting rijdt.
10. Het is belangrijk om op X te blijven staan. Niet rond gaan wandelen en niet bewegen. Je paard moet 'in love' vallen met X.
11. Rijd beide richtingen even vaak tijdens 1 training. Rijd 1 patroon zolang als nodig is, stop op X en ontspan. Ga dan de andere kant op. Blijf dit doen totdat je paard het patroon kent en echt een verandering heeft gemaakt; minder impulsief of minder lui.
Neem NU de tijd die je nodig hebt zodat het de volgende keer MINDER tijd nodig heeft.
Galoppeer het klaverblaadje
Het klaverblaadje werkt eigenlijk het beste in de galop. Begin in draf om het door te krijgen en zeker te worden en ga dan verder in de galop. De galop helpt het paard om sneller impuls te krijgen.
1. Maak je niet druk over in welke galop je zit in het begin, alhoewel je hem wel de juiste galop aan moet bieden. Je paard vind vanzelf uit dat het makkelijker is om in de juiste galop te gaan. Bied de juiste galop aan op X en laat de rest aan hem over. Sta hem toe om te veranderen wanneer hij wil, wat hij waarschijnlijk zal doen met een paar passen draf tussendoor. Bied hem gewoon de goede galop aan en vraag hem weer aan te galopperen. In korte tijd merk je dat je paard betrouwbaarder wordt in zijn galop.
2. Houd je focus sterk! Je paard wil waarschijnlijk rechte lijnen vermijden en de bochten afsnijden. Houd je ogen sterk gefixeerd op elk punt, op het nou een bocht is, E, of X. Als je paard eenmaal doorheeft dat hij ..niet...je...focus...kan...veranderen , zal hij beginnen om die te gaan volgen. Je rijdt dan rechter en strakker - zonder dat je hem veel hebt hoeven te sturen.
3. Weet hoe lang je op X moet stoppen. Denk aan de 80:20 regel. Stop voor ongeveer 20 % van de tijd dat het je paard kostte om impuls te vinden tijdens de oefening. Een extreem impulsief paard kan wel 30 minuten kosten (jaja, in galop) voordat het ontspant!!
4. Verbeter je nauwkeurigheid. Krijg je rechte lijnen zo recht mogelijk en je bochten zo diep mogelijk.
5. Elke keer dat je op X stopt, ga een paar stappen achterwaarts. Achterwaarts verbeterd je stops omdat het je paard leert om op de achterhand te stoppen. Opmerking: aan de teugels trekken om je paard te stoppen werkt niet. Het paard gaat dan alleen maar terughangen en zal zwaar op de voorhand worden. Ontspan je zit en gebruik de 9-step achterwaarts.
6. Zodra je paard het patroon leert, is het makkelijk om je teugels op te tillen zodra je X nadert, ontspan, en je paard glijdt bijna tot een stop. In feite zul je hem voelen focussen op X en aan je 'vragen' of het tijd is om te stoppen! Pak gracieus

Hoeveel patronen moet je rijden tijdens 1 training?
Het minimum is 4 patronen (rechts, links, rechts, links) waarbij elk patroon zo lang gereden moet worden als nodig is. (zodra je paard ontspant) En zeer impulsief paard zal veel meer nodig hebben dan dit.
Valkuilen:
- korte teugels gebruiken
- van richting veranderen tijdens een patroon
- niet lang genoeg een patroon rijden Ook als dit betekend dat je misschien uiteindelijk weer terug naar draf moet om toch positief af te kunnen sluiten.
- niet lang genoeg op X blijven (je paard moet echt ontspannen)
- ergens anders stoppen dan op X
- niet een kleinere ruimte gebruiken als je een zeer impulsief paard hebt, of een grotere ruimte voor een zeer kort paard
- proberen om je paard te corrigeren voordat hij van gang verandert. Wacht totdat hij van gang verandert en vraag hem dan pas weer in de gang die jij wilde. Sta fouten toe zodat hij zijn verantwoordelijkheden leert. (don't change gait)
- bochten afsnijden
- niet over X rijden
- te laat naar X afwenden
- te vroeg bij E afwenden
- stoppen voordat je paard is 'gesettled' in het programma
Nou, het is een heel verhaal geworden en er is ook nog een stukje 'troubleshooting' maar dat typ ik dan wel als daar interesse voor is

O eh, dit is 1 van de 7 impuls oefeningen van parelli