Moderators: Coby, balance, Firelight, Dyonne, Neonlight, Sica, NadjaNadja, C_arola, Essie73
Maartje_M schreef:Ik zou sowieso niet te veel zetmeel gaan voeren. Het verteringsstelsel van een paard is hier niet echt voor gemaakt namelijk. Van nature krijgen ze nauwelijks zetmeel binnen dus ze kunnen het ook niet zo goed verteren.

Citaat:De belangrijkste energiebronnen van een paard zijn koolhydraten en vetten. Een paard kan normaliter maximaal vier minuten presteren met energie uit koolhydraten. Daarna schakelt het dier over op andere energiebronnen. Eerst worden de vetten aangesproken. Is de vetreserve op, dan gaan karakterpaarden hun lichaamseiwit verbranden. Dat gaat eigenlijk te ver; dat is afbraak van het lichaam. Het herstel hiervan duurt vele malen langer dan wanneer een paard voldoende brandstof (vet) voorradig heeft. Het werkt als volgt: vergelijk vetverbranding met olieverbranding, en koolhydraten- en eiwittenverbranding met houtverbranding. Het verbranden van olie is vrijwel restloos, maar van hout blijft as (melkzuur) over. Dus bij verbranding van koolhydraten en eiwitten verzuurt een paard.
Een paard dat voldoende vetten beschikbaar heeft om te presteren verzuurt langzamer dan een paard dat zijn lichaamseiwit moet aanspreken. In de uithoudingssport zijn vetten dus de belangrijkste energiebron. Maar het verstrekken van vetten vergt de nodige kennis van het verteringsapparaat van paarden. Paarden hebben geen galblaas en kunnen daardoor normaliter niet meer dan vier à vijf procent vet verteren.
Needje schreef:Citaat:De belangrijkste energiebronnen van een paard zijn koolhydraten en vetten. Een paard kan normaliter maximaal vier minuten presteren met energie uit koolhydraten. Daarna schakelt het dier over op andere energiebronnen. Eerst worden de vetten aangesproken. Is de vetreserve op, dan gaan karakterpaarden hun lichaamseiwit verbranden. Dat gaat eigenlijk te ver; dat is afbraak van het lichaam. Het herstel hiervan duurt vele malen langer dan wanneer een paard voldoende brandstof (vet) voorradig heeft. Het werkt als volgt: vergelijk vetverbranding met olieverbranding, en koolhydraten- en eiwittenverbranding met houtverbranding. Het verbranden van olie is vrijwel restloos, maar van hout blijft as (melkzuur) over. Dus bij verbranding van koolhydraten en eiwitten verzuurt een paard.
Een paard dat voldoende vetten beschikbaar heeft om te presteren verzuurt langzamer dan een paard dat zijn lichaamseiwit moet aanspreken. In de uithoudingssport zijn vetten dus de belangrijkste energiebron. Maar het verstrekken van vetten vergt de nodige kennis van het verteringsapparaat van paarden. Paarden hebben geen galblaas en kunnen daardoor normaliter niet meer dan vier à vijf procent vet verteren.