Na het persen van de baaltjes hooi dient ca. 6 tot 8 weken gewacht te worden, alvorens het hooi gevoerd kan worden. Het hooi moet afsterven, waarbij het laatste vocht uit het hooi gehaald wordt. Dit proces van nabroeien is belangrijk voor het hooi. Als het hooi gevoerd wordt tijdens het proces van nabroeien dan kan een paard hier last van krijgen, bijvoorbeeld door koliekverschijnselen. Niet alle paarden krijgen last van hooi dat net geoogst is, maar voor de zekerheid kun je beter geen risico nemen. In de eerste 6 a 8 weken bestaat er ook kans op hooibroei, als het hooi nog teveel vocht bevat.
Als je een ruwvoeranalyse wilt uitvoeren, dan kun je dit ook het beste na 6 tot 8 weken pas doen. Voor deze tijd kunnen de testresultaten een onjuist beeld geven.
Tijdens de periode van afsterven verliezen giftige planten, zoals bijv. boterbloemen hun giftigheid. Andere planten, zoals zuring bijft in gedroogde vorm giftig, daarom laten paarden dit ook bijna altijd liggen.