Moderators: Coby, balance, Dyonne, Sica, C_arola, Neonlight, Firelight
novita13 schreef:Bij mensen kan de ziekte van lyme nog door AB behandeld worden en zeker overgaan.
Alleen blijvende schade kan mijn idee niet meer terug gedraaid worden. Maar dat kan de dierenarts je beter vertellen, hoe dit bij paarden is. Bij mensen zie je dat het vrij goed over kan gaan na deze behandeling met AB. maar dat is ook weer niet zo voor iedereen
Succes en sterkte!
Andrea_ schreef:Ik heb opnieuw bloedonderzoek laten doen, en heb afgelopen maandag de uitslag gekregen....mijn DA drukte de lyme in waardes uit nl:
een paard wat in aanmerking komt met een teek heeft een waarde van 20, balou had een waarde van 115! duidelijk de ziekte van lyme dus.
Citaat:[Uitgebreid onderzoek
De diagnose van de ziekte van Lyme moet gebaseerd zijn op de ziektegeschiedenis, symptomen en resultaten van onderzoeken. Meestal voert men ook testen uit, voornamelijk van het bloed. Deze testen moeten gebruikt worden ter ondersteuning van de diagnose. Helaas baseert men zich in Nederland juist heel sterk op deze testen, terwijl ze vaak ten onrechte negatief zijn.
Behalve het testen van bloed wordt ook wel cerebrospinaal vocht (hersenvocht) getest op o.a. antistoffen. Hiervoor moet een lumbaalpunctie (ruggenprik) worden gedaan. Dit wordt met name gedaan bij een vermoeden van neuroborreliose (Aandoeningen van het zenuwstelsel door Borrelia). Bij deze tests is de kans nog groter dat de uitslag negatief is terwijl men wel is geïnfecteerd.
Let op! Een negatieve test sluit de ziekte van Lyme niet uit. Ook is een positieve uitslag op zichzelf geen bewijs van de ziekte van Lyme. De resultaten van de testen moeten in combinatie met de andere informatie (ziektegeschiedenis, symptomen, e.d.) beoordeeld worden.
Er moet nagegaan worden of iemand een tekenbeet had, een rode uitslag (erythema migrans), en of de klachten daarna zijn ontstaan. Ook wordt de diagnose aannemelijker als andere ziekten zijn uitgesloten. De ziekte van Lyme kan diverse symptomen veroorzaken, maar de meeste daarvan zijn niet specifiek, ze komen ook bij andere ziekten voor. Wel maakt diversiteit van symptomen de ziekte van Lyme aannemelijker. De checklist kan gebruikt worden ter ondersteuning van de diagnostiek.
Let op! Als er na een tekenbeet een erythema migrans (meestal ringvormig, zich uitbreidende, rode uitslag) ontstaat, dan is dat bewijs voor een infectie; daarom moet men dan gelijk een antibioticumbehandeling krijgen. Er moet dus ook geen tijd worden verspild aan bloedonderzoeken. Hoe langer men wacht met behandelen, hoe moeilijker het is om te genezen.
Lyme testen
Als iemand wordt geïnfecteerd met de Lyme-bacterie, dan maakt het immuunsysteem antilichamen aan om de bacteriën te bestrijden. Met sommige testen probeert men deze antilichamen tegen de Lyme-bacterie aan te tonen.
Er zijn twee typen antilichamen waarop men test: IgM en IgG. IgM wordt door het lichaam als eerste aangemaakt en daarna IgG. Het duurt enige weken voordat er genoeg antilichamen zijn aangemaakt om aan te kunnen tonen. IgM verdwijnt meestal weer na enige maanden, maar kan ook aanwezig blijven als de bacteriën aanwezig blijven. IgG kan jaren in het lichaam blijven, ook nadat de bacterie uit het lichaam is.
Let op! De antilichamen beschermen niet of niet voldoende tegen een volgende infectie met Lyme-bacteriën. Als men dus genezen is, en opnieuw wordt geïnfecteerd, dan kan men opnieuw ziek worden. Men wordt dus niet immuun!
ELISA en Western Blot
De meest gebruikte testen bij de ziekte van Lyme zijn de ELISA en de Western Blot, waarbij zowel op IgM als IgG wordt getest. De ELISA toont alleen antilichamen aan, de Western Blot laat ook zien wélke antilichamen aanwezig zijn.
Bij de Western Blot wordt een strook gebruikt waarop banden (strepen) ontstaan: wb-banden. Deze banden staan voor de verschillende antilichamen; ze worden uitgedrukt in getallen: bijv. p34, p39, p41 of ook wel 34kDa, 39kDa, 41kDa.
Sommige van deze banden zijn specifiek voor de Lyme-bacterie, maar andere zijn aspecifiek, want die kunnen ook door antilichamen tegen iets anders dan de Lyme-bacterie ontstaan.
Het gaat in Nederland meestal als volgt: Men test eerst met de ELISA-test en alleen als deze positief is, dan test men daarna met de Western blot. Als de ELISA positief is, maar de Western blot is negatief, dan telt de uitslag van de Western blot.
Men zou altijd de Western Blot moeten doen, ook als de ELISA negatief is. Soms hebben mensen een negatieve ELISA, terwijl de Western Blot toch positief is! Ook zou een lab bij de Western Blot altijd volledig moeten weergeven welke banden zijn ontstaan.
Citaat:De waarde van de testen
Aan de bloedtesten wordt vaak veel waarde gehecht. Maar ze kunnen op zichzelf niet een diagnose maken of uitsluiten; ze zijn bedoeld ter ondersteuning.
Diagnose is meer dan alleen testen
De diagnose van Lyme-ziekte dient gebaseerd te zijn op de ziektegeschiedenis, de symptomen, de uitsluiting van andere ziekten, resultaten van onderzoeken en tests.
In vele gevallen kan slechts een combinatie van gegevens tot de (meest waarschijnlijke) diagnose leiden.
Testen geven alleen aanwijzingen
• DE ELISA/EIA en de Western Blot (WB) kunnen alleen antilichamen aantonen. Deze antilichamen zijn afkomstig van het immuunsysteem en niet van de bacteriën zelf, maar een reaktie daarop.
Dus: deze testen geven indirect aanwijzingen voor contact met de Lyme-bacterië.
• Test-uitslagen zijn nooit slechts negatief of positief en het hangt er ook vanaf wát positief of negatief is: ELISA of Western Blot, IgG of IgM, bloed of hersenvocht.
NB: De testuitslag op zichzelf kan niet zeggen of je wel of niet Lyme hebt!
Uitleg Western Blot
Bij de Western Blot gebruikt men een strook waarop antigenen van Borrelia burgdorferi (Bb) zitten. Ze zijn verdeeld over de strook op basis van hun massa. De getallen staan namelijk voor de massa, uitgedrukt in KDa. De p staat voor proteïne, antigenen zijn namelijk (meestal) proteïnes.
Als je bij de WB-uitslag bijv. de banden p41 en p34 hebt, dan hebben er zich op die plaatsen antilichamen aan de WB-strook gebonden. Niet alle banden hebben dezelfde waarde, want sommige banden zijn niet specifiek voor Bb.
NB: daarom wordt gelet op de aanwezigheid van specifieke banden.
Op de plaats van "band p41" kunnen zich antilichamen tegen antigenen van Bb binden, maar óók kunnen antilichamen tegen antigenen van andere pathogenen zich aan "band 41" binden.
Op de plaats van specifieke banden kunnen zich echter vrijwel alléén antilichamen tegen antigenen van Bb binden (tot zover bekend is).
--------------------------------------------------------------------------------
kebie schreef:Met enige bezorgdheid volg ik nu dit topic. Ik heb afgelopen vrijdag mijn paard laten testen via een uitgebreid bloedonderzoek omdat ze zo stijf de stal uit komt, stijf is na een flinke rit en de laatste tijd vaak met dikke benen staat. Ik dacht aan misschien een magnesium tekort, en heb na wat surfen, ook gevraagd om te testen op Lyme.
De uitslag is dat alles goed is, maar dat de antistoffen tegen Lyme wel iets zijn verhoogd. Ze had een waarde van 9,8 terwijl tussen 8-12 twijfel is, en boven 12 positief. Het advies is nu om 3 weken te wachten en dan nog een keer te prikken om te kijken of het een actieve fase is.