Omdat Ocho zo vreselijk veel drinkt heb ik zijn bloed laten onderzoeken. En jawel, op zaterdag heb ik nu de uitslagen gekregen. Ik moet dus nog een weekeinde wachten voor ik met de DA kan overleggen. Misschien kan iemand mij vertellen wat deze uitslagen beteken. Ik geef alleen de opvallende: Hemolyse index: 0,22 matig hemolitisch de referentie waarde is 0,22 Beta globuline: 29 referentie waarde 0-22 Creatinine : 102 referentiewaarde 105-107 mmol/l Kalium: 8,1 referentie waard 3,0-5,8 mmol/l Vooral die laatste waarde zou iets met zijn zuipschuiterigheid te maken kunnen hebben. Weet iemand hoe dat zit?? en wat daar tegen te doen is?
Laatst bijgewerkt door mrie op 20-12-08 14:00, in het totaal 1 keer bewerkt
Ik kan het helemaal mishebben, maar volgens mij heeft kalium iets met bloedsuiker te maken. Als tussen de 3.0 en 5.8 normaal moet zijn, zou zijn bloedsuikerwaarde te hoog zijn, wat weer kan wijzen op diabetus.
over de beta globuline kan ik dit zeggen: meestal wijst dat op een wormbesmetting( bloedworm) laat dan in elk geval ook de mest ook onderzoeken of daar wat inzit.
kalium heeft te maken met de spierfunctie,maar het fijne weet ik daar niet van. heb je al een advies van de dierenarts gekregen wat te doen?
Natrium Kalium gehalte moet in orde zijn (balans) en ik denk dat er dus met de osmose iets mis is..Dat is een proces wat in de globuli gebeurt (onderdeel van de nieren)..
Misschien kun je daar iets over zoeken, natrium kaliumgehalte hoort in de goede verhouding te zijn.
Misschien eens googlen?
Ik zou in ieder geval de DA bellen voordat we hier compleet verkeerde conclusies trekken.
Laatst bijgewerkt door detour op 20-12-08 13:38, in het totaal 1 keer bewerkt
Ja ja tuurlijk ga ik met de DA bellen. Ik denk ook dat er iets mis is met zijn nieren en dat zich dat vooral uit in het kalium gehalte. Maar wat zou er te doen zijn aan dat kalium gedoe. Bloedworm haal ik er zelf ook uit, eens kijken of de DA dat kan bevestigen.
een bloedonderzoek is echter een moment opname. als je arts twijfels heeft zal hij een 2e keer bloed afnemen. een kleine afwijking kan bij jouw paard normaal zijn nl.
Zijn nierwaarden zijn idd niet ok. Waardoor dit komt geen idee? kan verschillende oorzaken hebben. Veel drinken en plassen kan idd op nierproblemen wijzen, maar ook bv diabetes, cushing, ...
Paard is elke dag buiten, krijgt daarnaast zoveel hooi als hij denkt nodig te hebben en twee keer een schep basisbrok. Veel werken doen we niet op dit moment, in het weekeinde maken we een lange buitenrit, 2 tot 4 uur en door de week rijden we een keer dressuur, (half uurtje) en hebben we een keer les (uurtje). Vorig jaar rond deze tijd zijn ook bloedmonsters van hem genoemen. De uitslagen zijn bij de DA dus die kunnen we nog vergelijken. Toen werd hij ook erg mager en futloos wat hij nu helemaal niet heeft. Meneer is fit en fris en wil vooral leuke dingen doen. Vorig jaar heeft hij een extra wormenkuur gehad en vitamine supplementen. Dat kan ik natuurlijk nu ook doen maar dat verklaart nog steeds niet waarom hij zoveel drinkt. Veel, wat is veel. Wij schatten rond de 80 liter per dag. En dat is dus echt veel
Het topic over bloeduitslagen was idd erg leerzaam. Heb er veel van opgestoken.
je zegt dat hij vorig jaar een extra wormenkuur heeft gehad,maar hoe is het weidebeleid daar? staan er veel of weinig paarden, hoe worden die ontwormd, op hoeveel grasland staan ze.
equest is over het algemeen het beste wormenmiddel samen met equest pramox.
ja dat topic is wel fijn he over die bloeduitslagen, en erg overzichtelijk vind ik.
gewoon even goed overleggen met je dierenarts..zij hebben er toch voor gestudeeerd en weten over het algemeen toch het beste wat je in dit soort situaties moet doen
Hij word 4 keer per jaar ontwormd, het laatste jaar alleen maar met equest. Ze staan met z'n vijven. Het ontworm beleid kan veel beter. Ik heb mijn stalgenoten al zo ver dat we het allemaal gelijk doen. Alleen de staleigenaar is er een van het oude stempel. Een betere paardenman heb ik nog niet getroffen, maar ontwormen van zijn pony vind hij maar onzin....
In de weide staan ze dus ook met zijn vijven. Ze hebben het heel heel ruim, er zijn twee weides en ze worden na een week of vier vijf steeds omgeweid. De mest wordt er niet uitgehaald, dat is wel jammer maar hoeft geen probleem te zijn op die oppervlakte en die hoeveelheid gras. Het gras wordt nooit helemaal kort gegeten. Als het daardoor ongelijk wordt dan lenen we wat koeien die zich er een weekje op uit mogen leven. Daarna wordt het gemaaid en mag het gras weer een poosje groeien.
ps het ureum gehalte van Ocho is overigens normaal. Ik geef sinds het weer weer kfrits is en ze minderbuiten zijn twee keer per week een algemeen vitiminesupplement waar alles inde juiste verhoudingen in zou moeten zitten.
Laatst bijgewerkt door mrie op 21-12-08 01:26, in het totaal 1 keer bewerkt
Ja dat is het nou net, het is allemaal goed....Dus ik kan geen reden bedenken waarom hij zo'n dorst heeft.... Als ik met deze onderzoeken alleen maar een aantal enge dingen uitsluit en het beest gewoon van nature een zuipschuit blijkt te zijn, die van gesopt hooi houdt, ook goed. Maar dan wil ik wel zeker weten dat alles ok is. Het kalium gehalt baart me de meeste zorgen... Dat kun je volgens mij ook niet door veranderde voeding of zo beinvloeden.
Een teveel aan kalium zorgt ervoor dat de opname van magnesium verstoort wordt. Gras bevat in de regel veel kalium en zorgt meestal ook dat paarden die weiden vaak een overmaat aan kalium hebben. DIT IS GEEN PROBLEEM, mits deze overmaat niet opgevoerd wordt door krachtvoer. Een overmaat aan kalium wordt via de nieren uitgescheiden en een gevolg daarvan is dat de paarden meer gaan drinken. In jou geval zou ik dus niets veranderen aan de weidegang, misschien wel wat aan de bemesting van de weide, maar heel goed gaan letten op het krachtvoer wat het dier krijgt; deze moet kalium-arm zijn (probeer rond de 2% kalium/kilo droge stof te zitten).
Dit komt bij katten veel voor, maar vertelt ook duidelijk over nierfalen en gevolgen..
De nieren hebben verschillende belangrijke taken in het lichaam. Daarom kan een verminderde nierfunctie veel gevolgen hebben. In deze tekst gaan we hier dieper op in en beschrijven we welke onderzoeken en behandelingen mogelijk zijn.
Functie nieren
De nieren bestaan uit duizenden “nefronen”, filters die het bloed zuiveren van afvalstoffen. Nieren zijn ook van belang voor het reguleren van de waterhuishouding in het lichaam. Door de urineproductie aan te passen aan de vochtbalans in het lichaam worden het bloedvolume en de bloeddruk op peil gehouden. De nieren reguleren tevens de electrolyten- en mineralengehalten in het bloed (kalium, natrium, calcium en fosfor). Een belangrijke taak van de nieren is de aanmaak van hormonen. Deze hormonen hebben invloed op de bloeddruk (renine) en op de aanmaak van rode bloedcellen (erythropoїetine).
Symptomen nierfalen
Wanneer nefronen uitvallen (niet meer werkzaam zijn), nemen andere nefronen in eerste instantie hun functies over. Na verloop van tijd kunnen steeds meer nefronen uitvallen en de nieren hun functies niet goed meer uitvoeren. Wanneer meer dan 70% van de nefronen niet meer werkzaam zijn, hopen afvalstoffen zich op in het bloed. Dit kan een misselijk gevoel geven en daardoor een slechte eetlust. Tevens kunnen deze stoffen effect hebben op de hersenen en daardoor coördinatiestoornissen veroorzaken. Een van de afvalstoffen is ureum, een afbraakproduct van eiwitten. Deze stof kan ontstekingen in de bek, maag en darmen veroorzaken.
Doordat de nieren het vermogen verliezen de urine te concentreren, gaat het dier veel plassen. Om niet uit te drogen gaat het dier vervolgens meer drinken. Door verlies aan eiwitten in de urine en een verminderde eetlust gaat het dier vermageren. Een tekort aan kalium en een overmaat aan fosfor in het bloed zorgen ervoor dat het dier zich nog beroerder voelt. Bij een chronisch nierprobleem krijgt het dier door een verminderde hormoonaanmaak bloedarmoede.
Samenvattend: een hond of kat met nierfalen kan een of meer van de volgende symptomen gaan vertonen: -Verminderde eetlust -Slechte adem -Braken -Veel drinken en plassen -Coördinatiestoornissen -Vermageren -Ontstekingen in de bek -Bleke slijmvliezen -Sloomheid -Verhoogde bloeddruk
Oorzaken nierfalen
Het is belangrijk onderscheid te maken tussen acuut en chronisch nierfalen. Een acuut nierprobleem hoeft namelijk, mits goed behandeld, geen blijvende schade aan te richten. Wanneer geen behandeling wordt ingezet of wanneer deze niet aanslaat kan een acuut nierprobleem overgaan in een chronisch probleem. Zoals de term al aangeeft wordt een dier met acuut nierfalen plotseling ziek; Het leek tot kort daarvoor nog gezond. Een dier met chronisch nierfalen is door de sluimerende nierproblemen vaak al afgevallen en heeft bijvoorbeeld last van bloedarmoede.
Acuut nierfalen kan veroorzaakt worden door bijvoorbeeld een infectie, een vergiftiging, ernstige uitdroging of door een verstopping van de urinewegen. Chronisch nierfalen kan allerlei oorzaken hebben ( een onbehandeld acuut probleem, een gezwel, een aangeboren afwijking, etc.), maar vaak wordt geen oorzaak gevonden. Bij oudere dieren is vaak sprake van een soort verbindweefseling van de nieren.
Diagnostiek
Bloed onderzoek -Kreatinine en ureum Een stijging van de hoeveelheid “kreatinine” en “ureum” (afvalstoffen) in het bloed bevestigt de diagnose nierfalen. Ook een kleine stijging van deze waarden heeft betekenis: Immers pas bij meer dan 70% functieverlies van de nieren hopen de afvalstoffen zich op! Aan de hand van de kreatinine-waarde wordt bepaald in welke fase van het nierfalen het dier zich bevindt (4 fasen).
-Kalium, fosfor, albumine, totaal eiwit Deze bloedwaarden zijn van belang om de ernst van het nierfalen te bepalen en van belang voor de therapie.
Urineonderzoek Nagegaan wordt of er sprake is van een infectie van de urinewegen. Soms kan een kweek van de urine (afgenomen door het aanprikken van de blaas) nodig zijn. Het “soortelijk gewicht” van (ochtend)urine kan ons wat vertellen over het concentrerend vermogen van de urine. We kunnen urine opsturen naar het laboratorium in Utrecht om de hoeveelheid eiwitten en kreatinine in de urine te laten bepalen. De verhouding tussen deze 2 stoffen is belangrijk om de ernst van het nierfalen te bepalen en de juiste therapie in te kunnen zetten.
Echografisch en/of röntgenologisch onderzoek Met behulp van deze onderzoeken kan nagegaan worden of er bijvoorbeeld sprake is van een aangeboren afwijking, tumor of niersteen.
Bloeddrukmeting De bloeddruk meten wij in de kliniek m.b.v. een Doppler apparaatje (zie onze website onder “veel besproken onderwerpen”).
Nierbiopt In zeldzame gevallen wordt een stukje weefsel uit een nier genomen (biopt) om tot een diagnose te komen. Dit is echter een ingrijpend onderzoek.
Behandeling
Acuut nierfalen Soms is een gerichte therapie van een acuut nierprobleem mogelijk. Zo wordt bijvoorbeeld een infectie van de urinewegen (o.a.) behandeld met een antibioticakuur en kunnen stenen verwijderd worden m.b.v. een operatie. Vaak is het nodig het dier een aantal dagen een vochtinfuus te geven.