dit is een hele mooie uitleg:
Citaat:
Gras is eerst een heel sappig blaadje met weinig ruwe celstof, veel vocht en veel producten in wording als eiwit en suiker.
Als die plant langer wordt maakt hij een soort skelet waarmee hij overeind blijft.
Dat skelet, ofwel de houtachtige delen van de plant, is de ruwe celstof. Een te hoog suikergehalte kan heel vervelend zijn.
Het kan hoefbevangenheid en spierbevangenheid veroorzaken.
Bertus Wijnveen; "in de praktijk krijgt eiwit van dit soort aandoeningen voor het grootste gedeelte de schuld, maar dat is niet terecht.
In negen van de tien gevallen worden dergelijke aandoeningen niet door een hoog eiwitgehalte, maar door een hoog suikergehalte veroorzaakt, in relatie met afwijkende mineralengehaltes. Voorjaarsgras kan voor 2.5% van de droge stof uit suiker bestaan en dat is met name wat voorjaarsgras schadelijk kan maken" Om een goede kwaliteit ruwvoer van het land af te halen is het tijdstip van maaien van groot belang.
Als het gras nog te kort is, en dus jong, is het te eiwitrijk en bevat het teveel suiker en te weinig structuur in de vorm van ruwe celstof die voor het goed functioneren van de darmen zo belangrijk is.
Als je wacht met de eerste snede tot eind augustus dan heb je een kwaliteit die overeenkomt met de voedingswaarde van stro.
De voedingswaarde die in het gras zat is dan verdwenen. Daar heeft de plant zaad van gemaakt en de plant zelf is dan dusdanig verhout of verrot dat een paard daar qua voedingswaarde weinig meer aan heeft.
Wijnveen: ''De kunst is om te maaien in het stadium waarop de eerste halmen in het gras verschijnen. Afhankelijk van het soort gras heb je het dan meestal over een lengte van zo'n 25 á 30 centimeter.
komt van deze site:
http://www.stalbaltus.com/gezondheid/gezondheid.htm