Longeren is niet simpel, al helemaal niet bij een paard die het nog nooit heeft gedaan. Het is juist heel belangrijk dat je weet waar je moet staan, om zo het paard niet in zijn beweging naar voren te blokkeren. Ook moet je niet teveel druk op de lijn houden, omdat het paard daardoor kan leren om te trekken en zijn gewicht in de strijd te gooien.
Longeersingel en bijzets moet je sowieso niet bij jonge paarden gebruiken. Longeren doe je met halster, kaptoom of hoofdstel, en als je met hoofdstel longeert, moet je weten waar en hoe je de longeerlijn vastmaakt. Geen bitstukjes gebruiken, die geven teveel eenzijdige druk. Je moet weten hoe je moet reageren als je paard ineens buitenom omdraait en zo de longeerlijn uit je handen trekt, of als hij ineens niet meer naar je luisterd, of op zijn achterbenen op je afkomt.
Goed longeren is een Kunst, met een hoofdletter K.