Moderators: C_arola, Essie73, Coby, balance, Firelight, Dyonne, Neonlight, Sica, NadjaNadja
liedje89 schreef:Bij de paarden waar wij mee mennen (met bit) word ook bitloos gereden. Ze rijden trouwens wel klassieke dressuur maar met een kaptoom. Voor de afwisseling moet gewoon kunnen volgens mij ken ook veel mensen die zo af en toe eens met een stalhalster rond hobbelen. Vraag me alleen af hoe snel je daar dan mee moet beginnen als je wilt afwisselen.
JulieDR schreef:Bedankt voor jullie reacties!
Ik denk dat ik hem met bit ga inrijden, maar zodra ik voldoende controle kan houden wil ik met afwisselen beginnenIk hou jullie op de hoogte
Citaat:Een paard wisselt tussen zijn derde en zesde jaar zijn melkgebit in voor het blijvende gebit; dit wisselen gaat van voren naar achteren. Langzaam maar zeker lossen de wortels van de melktanden en -kiezen op bij het doorkomen van de nieuwe. Soms blijven die melkkiezen als "doppen" op de nieuwe zitten. Dat geeft een paard overlast.
Rond 2-jarige leeftijd beginnen de wortels van de permanente derde en vierde premolaren zich te ontwikkelen en begint het bot van de onderkaak zich aan 't hervormen en bereidt zich voor op de tandverlenging. Het bot over deze wortels is vrij dun en de wortels kunnen gemakkelijk worden beschadigd. Tijdens het ontwikkelen van de wortels kunnen tevens bulten ontstaan, voelbaar als bobbels onder de kaak, ook wel eruption bumps genoemd. Dit maakt het hele gebied in de onderkaak enorm gevoelig.
Permanente, volwassen tanden beginnen de tijdelijke melktanden te vervangen wanneer het paard ongeveer 2,5 jaar is. De twee binnenste snijtanden (nrs. 1) zijn volledig doorgekomen op de leeftijd van 3 jaar. De tweede set binnenste snijtanden (nrs. 2) verschijnt bij circa 3,5 jaar en is volledig doorgekomen op 4-jarige leeftijd.
De hoeksnijtanden (nrs. 3) komen door op de leeftijd van 4,5 jaar en zijn volledig doorgekomen bij 5 jaar.
Hengsten, ruinen en soms ook merries ontwikkelen rond hun vierde en vijfde jaar in iedere kaakhelft (zowel boven als onder) de vier haaktanden (nrs. 4), ook wel de hengsten- of ruinentanden genoemd. Het doorkomen van die hengstentanden kan net zo pijnlijk zijn als het doorkomen van de eerste tandjes bij baby's. Soms blijven ze steken onder het tandvlees, wat zelfs voor ontstekingen kan zorgen en zal het gespannen vlees door een dierenarts moeten worden opengesneden.
Wanneer het paard goed en wel 5 jaar is, heeft het een volledig gebit met 36 tot 40 permanente elementen (de 40 zijn inclusief de 4 hengstentanden).
Deze hele wisselperiode maakt een jong paard behoorlijk overgevoelig in zijn mond. Naast het wisselen op zich, gebeurt er namelijk nog meer in de jonge paardenmond. Bij veel jonge paarden zie je dat het rooster gaat hangen, waardoor het in hebben en vooral ook het inwerken van een bit erg pijnlijk is. Daarnaast hebben jonge paarden tijdens het wisselen vrijwel altijd scherpe haken op de kiezen; dit ontstaat omdat de boven- en onderkiezen die op elkaar staan en elkaar in evenwicht houden, niet tegelijkertijd gewisseld worden. In feite is de mond constant in beweging, waarbij de kiezenrijen tijdens het wisselen nooit mooi op elkaar aangesloten staan. Hierdoor vindt een slechte tot geen afslijting plaats, met als gevolg scherpe randen (haken) op de kiezen, wat erg pijnlijk is wanneer deze in de wangen en/of tong gedrukt worden tijdens het eten en rijden (straks meer over haken).
Wordt een paard juist in deze kwetsbare periode t/m rond het 5e jaar beleerd, dan is er dus altijd sprake van ongemak en pijn bij het paard. Er wordt een kies gewisseld, een dop komt niet goed los, een wolfskiesje komt door of is los gaan zitten, hengstentanden komen door, het rooster is gaan hangen, de wortels van de kiezen zijn aan 't ontwikkelen, het onderkaakbeen is zich aan 't hervormen èn er zitten haken op de kiezen. Dat is nogal wat, vooral wanneer er tijdens deze periode rijtechnische zaken gevraagd worden van het jonge paard waar hij simpelweg nog niet klaar voor is. Het kan dus heel goed zijn dat het paard bitproblemen gaat krijgen die op latere leeftijd soms niet meer te verhelpen zijn (beschadigingen, trauma's, overgevoeligheid, aversie, angst etc).
jumpgirl schreef:Succes!
en, mocht je alleen recreatief rijden (dus geen wedstrijd ambitie hebben) dan zou je ook je paard zonder bit kunnen beleren als je dat zou durven. Als het vertrouwe er is moet dat goed gaan
maja dat is altijd eigen keus. en op wedstrijden is bitloos nog niet echt geaccepteerd, dus dan zou ik voor het gemak met bit beleren
ik ben benieuwt hoe het zal gaan, maar als ik je paardje zo zie in je profiel, dan moet dat niet een probleem gaan wordenleuk beesie hoor!
JoviBan schreef:JulieDR schreef:Bedankt voor jullie reacties!
Ik denk dat ik hem met bit ga inrijden, maar zodra ik voldoende controle kan houden wil ik met afwisselen beginnenIk hou jullie op de hoogte
Jammer. Je paard is volop aan 't wisselen en in deze periode (t/m rond z'n 5e jaar) is een bit in de mond niet altijd een pretje.
Lees deze pagina eens: http://www.bitloospaardrijden.info/gebit.htm
Quote hieruit over het wisselen:Citaat:Een paard wisselt tussen zijn derde en zesde jaar zijn melkgebit in voor het blijvende gebit; dit wisselen gaat van voren naar achteren. Langzaam maar zeker lossen de wortels van de melktanden en -kiezen op bij het doorkomen van de nieuwe. Soms blijven die melkkiezen als "doppen" op de nieuwe zitten. Dat geeft een paard overlast.
Rond 2-jarige leeftijd beginnen de wortels van de permanente derde en vierde premolaren zich te ontwikkelen en begint het bot van de onderkaak zich aan 't hervormen en bereidt zich voor op de tandverlenging. Het bot over deze wortels is vrij dun en de wortels kunnen gemakkelijk worden beschadigd. Tijdens het ontwikkelen van de wortels kunnen tevens bulten ontstaan, voelbaar als bobbels onder de kaak, ook wel eruption bumps genoemd. Dit maakt het hele gebied in de onderkaak enorm gevoelig.
Permanente, volwassen tanden beginnen de tijdelijke melktanden te vervangen wanneer het paard ongeveer 2,5 jaar is. De twee binnenste snijtanden (nrs. 1) zijn volledig doorgekomen op de leeftijd van 3 jaar. De tweede set binnenste snijtanden (nrs. 2) verschijnt bij circa 3,5 jaar en is volledig doorgekomen op 4-jarige leeftijd.
De hoeksnijtanden (nrs. 3) komen door op de leeftijd van 4,5 jaar en zijn volledig doorgekomen bij 5 jaar.
Hengsten, ruinen en soms ook merries ontwikkelen rond hun vierde en vijfde jaar in iedere kaakhelft (zowel boven als onder) de vier haaktanden (nrs. 4), ook wel de hengsten- of ruinentanden genoemd. Het doorkomen van die hengstentanden kan net zo pijnlijk zijn als het doorkomen van de eerste tandjes bij baby's. Soms blijven ze steken onder het tandvlees, wat zelfs voor ontstekingen kan zorgen en zal het gespannen vlees door een dierenarts moeten worden opengesneden.
Wanneer het paard goed en wel 5 jaar is, heeft het een volledig gebit met 36 tot 40 permanente elementen (de 40 zijn inclusief de 4 hengstentanden).
Deze hele wisselperiode maakt een jong paard behoorlijk overgevoelig in zijn mond. Naast het wisselen op zich, gebeurt er namelijk nog meer in de jonge paardenmond. Bij veel jonge paarden zie je dat het rooster gaat hangen, waardoor het in hebben en vooral ook het inwerken van een bit erg pijnlijk is. Daarnaast hebben jonge paarden tijdens het wisselen vrijwel altijd scherpe haken op de kiezen; dit ontstaat omdat de boven- en onderkiezen die op elkaar staan en elkaar in evenwicht houden, niet tegelijkertijd gewisseld worden. In feite is de mond constant in beweging, waarbij de kiezenrijen tijdens het wisselen nooit mooi op elkaar aangesloten staan. Hierdoor vindt een slechte tot geen afslijting plaats, met als gevolg scherpe randen (haken) op de kiezen, wat erg pijnlijk is wanneer deze in de wangen en/of tong gedrukt worden tijdens het eten en rijden (straks meer over haken).
Wordt een paard juist in deze kwetsbare periode t/m rond het 5e jaar beleerd, dan is er dus altijd sprake van ongemak en pijn bij het paard. Er wordt een kies gewisseld, een dop komt niet goed los, een wolfskiesje komt door of is los gaan zitten, hengstentanden komen door, het rooster is gaan hangen, de wortels van de kiezen zijn aan 't ontwikkelen, het onderkaakbeen is zich aan 't hervormen èn er zitten haken op de kiezen. Dat is nogal wat, vooral wanneer er tijdens deze periode rijtechnische zaken gevraagd worden van het jonge paard waar hij simpelweg nog niet klaar voor is. Het kan dus heel goed zijn dat het paard bitproblemen gaat krijgen die op latere leeftijd soms niet meer te verhelpen zijn (beschadigingen, trauma's, overgevoeligheid, aversie, angst etc).
Verder heb je het over 'controle'.
Gaat je voorkeur nu werkelijk uit naar 'controle hebben' of lijkt 'samenwerken' je misschien ook wel iets?
JulieDR schreef:Je hoeft dit niet zo aanvallend te stellen .. Ik overweeg bitloos, dat wijst al genoeg op mijn wil tot "samenwerken", denk je niet? Verder heb ik al duidelijk gemaakt dat ik de sport in wil, en voorlopig moet dat nog met bit hier in Belgie, vandaar de keuze om niet volledig bitloos te gaan.
En ja, controle vind ik belangrijk.. Mijn paard heeft best veel karakter, en is bovendien hengst. Ik ga niet bitloos op een onbeleerd paard, daarvoor moet het wederzijds vertrouwen er eerst zijn..
annebe schreef:Voor een paard hoeft bit/loos niet verwarrend te zijn.
Ook wij wisselen bit/loos wel eens af en worden onze paard gereden met een Myler.
Overigens erg fijne bitten...