Citaat:Trouwe verslaggeefster Dorli Welp heeft naar aanleiding van haar bezoek aan het EK naast een verslag ook een column geschreven over de classificatie perikelen die de laatste tijd spelen binnen onze sport. De volledige column is terug te lezen op de media pagina, onder het verslag van het EK. Ik kan me voorstellen dat het voor buitenstaanders lastig te begrijpen is wat er precies aan de hand is. Men zou de indruk kunnen krijgen dat onze sport een beetje een reglementair ondoorzichtig boeltje is, maar dat valt volgens mij wel mee. Daarom hieronder een nogal lang geworden poging het één en ander te verduidelijken:
Dorli heeft het in haar column over het woud aan hulpmiddelen dat is toegestaan, en dat kan er voor een buitenstaander inderdaad nogal vreemd uitzien. Toch zijn het niet de hulpmiddelen die de meeste discussie opleveren. Je zou kunnen zeggen dat in principe heel veel is toegestaan, zolang het de veiligheid en welzijn van sporter en zeker het paard niet in gevaar brengt. Hier wordt door de stewards ook streng op toegezien. Daarnaast kan een sporter verplicht worden om met een bepaalde aanpassing of hulpmiddel te rijden om het paard minder of gelijkmatiger te belasten, bijvoorbeeld in het geval van een beenamputatie. Het mag soms voor een leek in onze sport wat moeilijk te volgen zijn, zeker als niet goed te zien is wat de handicap van iemand is, maar de regels met betrekking tot hulpmiddelen werken grotendeels naar tevredenheid van zowel sporters, coaches als officials. Om de sport voor de buitenwereld transparanter te maken zijn de meeste sporters er voorstander van om voordat iemand met de proef begint ook om te roepen wat zijn of haar handicap is en indien nodig kort welke invloed dit heeft op het paardrijden, maar dit wordt helaas nog maar mondjesmaat gedaan.
De discussie van de afgelopen tijd richt zich met name op de classificatie, de keuring van de sporter die bepaald in welke grade (klasse) iemand mag of moet starten. In het menu onder Aangepaste dressuursport staat een korte uitleg over de verschillende grades. In principe wordt je wanneer je deel wil nemen aan de aangepaste sport gekeurd door een Nederlandse arts die hier een speciale training voor heeft gehad. Wanneer je vervolgens internationaal wil starten wordt je opnieuw gekeurd, door tenminste twee internationale zgn. classifiers. Zolang je handicap niet verandert blijft het hier meestal bij, maar er zijn natuurlijk ook aandoeningen waardoor je lichamelijke capaciteiten af- of na verloop van tijd juist weer toenemen. Hierbij valt in het eerste geval te denken aan bijvoorbeeld iemand met MS met progressief ziektebeeld, in het tweede aan iemand die met succes revalideert na een ongeval. Daarom bestaat er altijd de mogelijkheid een herkeuring aan te vragen, maar ook observeren de classifiers alle sporters op internationale wedstrijden op en naast het paard en kunnen zij op basis daarvan een sporter oproepen voor een herkeuring.
Tijdens de wedstrijd in Mulhouse is door meerdere landen protest aangetekend tegen de her-classificatie van een aantal sporters die in een lagere grade aan de start kwamen dan voorheen. Het ligt voor de hand om te denken dat dit soort protesten schering en inslag zijn in de aangepaste sport. Iemand die in een lagere grade mag starten en dus een makkelijkere proef mag rijden scoort immers vrijwel altijd hoger en zou opeens voor de medailles kunnen gaan waar men voorheen slechts tot de middenmoot behoorde. Daar zit de concurrentie natuurlijk niet altijd op te wachten, zeker als er twijfels zijn over de classificatie. In de twaalf jaar die ik tot nu toe internationaal actief ben heb ik echter nog nooit een dergelijk protest meegemaakt, en al helemaal niet ingediend door meerdere landen.
Dat komt voornamelijk omdat veruit de meeste sporters zich juist in allerlei bochten wringen om zich zo goed mogelijk voor te doen, al was het maar om indruk te maken op de concurrentie. Je bent immers topsporter om te laten zien wat je kan ondanks je beperking, niet om te benadrukken wat je niet kan. Voor foto’s worden dan ook vaak alle beugels en hulpmiddelen verborgen en staat men keurig in het gelid, om na het ‘say cheese’ moment snel weer terug te grijpen op alle minder fotogenieke maar noodzakelijke hulpmiddelen. Iets waar journalist Jacob Melissen ook al over schreef in deze column na de wereld ruiterspelen in Kentucky. Bijgaande foto van het Deense team in Kentucky is daar een heel mooi voorbeeld van.
In het FEI reglement artikel 8422 lid 3.1 staat echter het volgende: “If reclassified, the Athlete may still compete in the original Grade for twelve (12) months following the reclassification. This assumes that the Athlete does not change his compensating aids. (If an Athlete is reclassified to a lower grade, he may change to the new grade immediately.) See Annex II. For further details, see Generic Rules for PE Events and the PE Classification Manual.”
Vrij vertaald komt het erop neer dat wanneer een sporter herkeurd wordt en de uitkomst is dat deze in een hogere grade moet starten, hij of zij toch nog een jaar lang mag deelnemen in de oorspronkelijke en dus lagere grade. Ik, en velen met mij vragen zich af wat men ooit met deze regel beoogd heeft. Het spreekt deels ook de regels in de classification manual tegen waarna wordt verwezen, maar blijkbaar is bovenstaande regel leidend. Het zou uit coulance kunnen zijn om de combinatie de tijd te geven om te wennen aan de moeilijkere proef, maar daarvoor bestaat al een regeling met puntenaftrek of zou men hors concours kunnen starten.
In mijn ogen kan het nooit de bedoeling zijn om een sporter, waarvan is vastgesteld dat deze uit zou moeten komen in een hogere grade, nog een jaar lang prijzen en zelfs medailles te laten winnen in een klasse terwijl is bepaald dat men daar niet thuishoort. Dit probleem wordt nog eens versterkt doordat een sporter in theorie onbeperkt een herkeuring aan kan vragen. Het reglement biedt nu de mogelijkheid om wanneer een herkeuring niet het ‘gewenste’ resultaat oplevert naar een volgende keuringsarts te gaan, in de hoop dat die het anders ziet. Wanneer dat lukt zit die ene betreffende sporter op basis van bovengenoemde regel in ieder geval een jaar lang gebeiteld, maar wordt wel onze hele sport om zeep geholpen.
Ik hoop dan ook van harte dat deze regel zo snel mogelijk zal verdwijnen, of in ieder geval dusdanig wordt aangepast dat bovenstaande scenario niet meer mogelijk is. Een eerlijke en transparante classificatie is de basis van de gehandicaptensport, en die moet ten allen tijde voorhang hebben op de (medaille)belangen van individuele sporters of zelfs bonden. Ik hoop met deze ongebruikelijk lange lap tekst in ieder geval bij te dragen aan die transparantie. Wie de column in ‘De Hoefslag’ leest zou de indruk kunnen krijgen dat het een beetje een chaos is door alle afwijkende regeltjes, hulpmiddelen en classificaties, maar over het algemeen functioneert het systeem prima. Er moet alleen ‘even snel’ een maas in de wet worden gedicht.
Deels is het natuurlijk een keerzijde van het gelukkig steeds populairder en bekender worden van onze sport, wie wil er nou niet naar Londen of Rio de Janeiro? Aan de andere kant is het laatste wat de sport nodig heeft een rel als tijdens de Paralympics van Sydney. Natuurlijk was dat van een andere orde, maar het gaat juist steeds beter met de (media) aandacht voor de aangepaste sport en het zou wel ontzettend triest zijn als het met name richting en in Londen niet gaat over de topprestaties maar de vraag of die wel eerlijk zijn. Met alle gevolgen voor de sport van dien.
.
Bron:
http://www.gertbolmer.nl/2011/09/column-over-classificatie/