Slechts gemarkeerde wandelroutes en verharde wegen en fietspaden zijn taboe, evenals de rustgebieden voor het grofwild.
Paarden en ruiters storen het (grof)wild niet of nauwelijks, omdat het wild de ruiters op een paard niet als mens herkent. Spreiding van paarden over de terreinen heeft positieve effecten op de natuur.
Gebleken is dat juist de randen van de ruiterpaden, waar een paard dus slechts zo nu en dan een stap zet, waardevol zijn. In de stukjes open zand die ontstaan door de paardenhoeven, afgewisseld met begroeiing, komen ZELDZAME SPRINKHANEN, krekels en zandhagedissen voor. Ook de grote Wrattenbijter, een ZEER ZELDZAME
Sprinkhaansoort die nog op twee plaatsen in Nederland voorkomt is naar alle waarschijnlijkheid mede door de aanwezigheid van open zand nog aanwezig.
Ook de jeneverbes, die zich landelijk slecht verjongt, zaait zich op de hoge veluwe met name uit aan de randen van de ruiterpaden.
Bron Tubantia
We zijn dus toch nog wel ergens goed voor!!
Wie gaat er mee op zoek naar de "zwarte poema" ?
Eindelijk mogen we zelf onze routes bepalen, dat wordt dan wel een kompas mee, anders raak je de weg kwijt! HAHAHA


