
Negen jaar geleden was ik nog afscheid aan het nemen van mijn oudje toen ik een advertentie tegenkwam van een ontzettend knappe Welsh Cob. De foto’s waren zo aansprekend en ze bleef zo in mijn hoofd spoken dat ik de stoute schoenen aan heb getrokken en ben gaan kijken. Ze stond bij me om de hoek. Ik had haar nog bijna laten staan omdat ik dacht dat ze te klein voor me zou zijn, maar ze liet me niet los dus op hoop van zegen toch gekocht. Ze heette Jolien, maar dat paste niet bij haar. Ik had gelijk al een andere naam in mijn hoofd. Ivy. Zo moest ze gaan heten.


En dan heb je een klein tweejarig prinsesje op stal staan. Ze kende niets, maar wilde zo graag leren en alles voor je doen. Ze was een echte held op sokken, als de dood voor water, maar zo ongelofelijk lief dat je haar alles kon vergeven. En met een tweejarige kun je nog minstens twintig jaar vooruit, dacht ik.
Inrijden was een makkie, opstappen en wegrijden. En ze vond het allemaal prachtig. Ze deed zo hard haar best om alles te snappen en goed te doen. Ze was wel super gevoelig en liet je precies weten wat ze vond. Zo heeft ze de bijnaam prinses op de erwt van de zadelmaker gekregen. Als het zadel niet exact naar haar zin was weigerde ze te lopen en als ik dan doorzette kreeg ik vliegles. Ik moest echt naar haar luisteren en haar grenzen respecteren, dan deed ze alles voor me.

Helaas was ze altijd al een beetje een zorgenkindje. Al vrij jong werd ze voor de eerste keer hoefbevangen. Gelukkig was dat met medicijnen vrij snel opgelost en konden we weer verder. Een jaar of drie later was het weer raak. Sinds die tijd stond ze op een streng dieet en mocht ze niet meer op het gras, maar toch bleef ze een dikke en harde manenkam houden. Ook koliek bleef haar niet bespaard, twee keer kort achter elkaar omdat ze met warm weer te weinig dronk. Ook kreeg ze het voor elkaar om tot twee keer toe haar ooglid kapot te scheuren, zo erg dat het de tweede keer onder narcose gehecht moest worden.

Maar tussen alle perikelen door heb ik heerlijk genoten van mijn brokkenpilootje. Ze was een echte kleine dame, ze vertelde me precies wat ze wilde. Ze was zo expressief, ze kon bijna praten.
Maar afgelopen januari ging het mis. Hoefbevangen en niet zo’n beetje ook. Ze reageerde niet op medicijnen, dus overgegaan op zwaardere. Tussendoor kreeg ze ook nog eens een koliekaanval en meerdere hoefzweren. Het leek elke keer redelijk onder controle te zijn, maar elke keer kreeg ze weer een terugval. Met lood in mijn schoenen heb ik haar naar de kliniek in Utrecht gebracht. Wonder boven wonder kregen ze haar daar met kunststof beslag en medicijnen weer goed! Toen ze weer mee naar huis mocht wilde ze alleen maar rennen en spelen, zo blij was ze.

In die goede periode heb ik door Goof hier van Bokt prachtige foto’s laten maken. Wat ben ik daar nu blij mee.



Ze bleek ernstig insulineresistent te zijn, dus op streng dieet en aan de medicijnen. Maar echt overgewicht had ze niet, dus de reserves waren zo op. Maar die nek bleef maar dik, terwijl je haar ribben kon zien en de ruggengraat erop lag. Bij controle in Utrecht bleek dat er geen verbetering was in haar bloedwaarden, dus toch maar door met dieet en medicijnen. Helaas mocht het niet meer baten. Afgelopen maandag liep ze ineens op drie benen. Hoefzweer, dachten de dierenarts en ik. Dus geprobeerd om hem eruit te krijgen, maar dat lukte niet. En ze ging ineens hard achteruit. Ze had ontzettend veel pijn, dus heb ik op stal weer een röntgenfoto laten maken. En het was geen hoefzweer, ze was weer bevangen. Ondanks alle maatregelen was het toch weer terug. En het beestje was zo moe, ze kon niet meer en ze had zoveel pijn. En dan heb je maar een keus.
Ze was pas elf jaar.
