Waarschuwing: Lang verhaal op komst!
Ik weet nog zo goed, toen ik 13 jaar was. Mijn grootste droom kwam uit, ik mocht een eigen pony uitzoeken en mijn zus ook.
Het besef dat jij van mij was is er nooit geweest, eigenlijk. Nooit heb ik me voor kunnen stellen dat ik dit geluk had, mijn eigen paard waar ik alles mee kon doen wat ik wilde.
Meteen begon mijn zoektocht op marktplaats, met een budget in mijn achterhoofd waar ik rekening mee moest houden. Zucht, waar moest ik beginnen? Er staan zó veel paarden te koop en hoe weet je nou welke juist is voor jou?
Natuurlijk had ik een wenslijstje; ik wou een ruin, onder de 10 jaar, het liefst een apart kleurtje!
Ik had al een paar paarden in het echt kunnen bekijken en proberen, maar daarvan was niks geschikt als mijn eigen.
Tot ik jou tegen kwam, op een handelstal. Waar we eigenlijk kwamen voor een jonge, Arabische ruin.
Hem geprobeerd, maar hij was niks voor mij. Teleurgesteld liep ik terug naar de stallen, en in de bak werd er gereden. Toen zag ik jou lopen, Chica. Wat vond ik je geweldig. Gespierd, korte stoere manen, ik dacht op het eerste gezicht dat je een net geruinde hengst was.

Yes, jij stond te koop! Dus ik mocht jou proberen. Toen was ik er al achter dat jij een merrie was, 11 jaar, net met pensioen van de polosport. Dus een enorm uithoudingsvermogen en met heel veel situaties bekend.
De testrit ging super, een sprongetje gemaakt, en zelfs buiten uitgestapt! Het voelde zo goed, perfect. Ik had besloten, dit werd mijn eigen pony.
Alles werd geregeld, toen reden we naar huis. Een week later zou jij opgehaald kunnen worden.
Toen begon ik te twijfelen, ik had zo snel besloten. Hoe wist ik zo snel dat ik jóu wilde hebben?
Was dit een goede keus geweest, ze voldeed namelijk aan bijna geen enkel punt van mijn wensenlijst. Misschien had ik wat langer na moeten denken.
Maar de dag dat jij kwam voelde ik weer die connectie tussen ons. Ik had de goede keus gemaakt.

Toen ik je wilde rijden begonnen de twijfels weer, je was als een pijl die werd afgeschoten, kende maar 2 gangen: Stap en polo-galop, hard en scherp door de bochten. Zo braaf als jij was in de omgang, zo pittig was je tijdens het rijden.
Natuurlijk was jij op je oude stal al bereden voordat ik op jou ging, je ergste energie al kwijt, en daar ging het perfect.
Ik wist niet of ik dit wel aankon en jou kon leren om rust in je hoofd te krijgen tijdens het rijden.
Mijn moeder werd bang als ik op jou wilde rijden, dus ik kreeg de optie om haar om te ruilen of terug te brengen. Hier hoefde ik niet aan te denken, ik gaf ons een kans.
De beste beslissing, waar ik nooit meer over heb hoeven twijfelen.

Maar het lukte. We bewezen het tegendeel, Chica was een recreatiepony geworden!
We konden stappen, draven, galopperen en nog veel meer. Vrijheidsdressuur probeerden we, dit was niet echt jouw ding. Beentje geven tot daar aan toe, alleen voor een snoepje! Lange lijnen was jij ook goed in want je luisterde toch heel goed naar mijn stem. Samen waren wij tot alles toe in staat:


Zoveel heb ik te vertellen over ons, wat wij allemaal meemaakten in die 7.5 jaar samen. Leuke en minder leuke dingen. Wij samen de hele dag op pad, in het bos of in het water.
Momenten dat ik mijn gezicht ik jouw manen kon begraven en aan niks anders hoefde te denken dat aan dat moment. Jij was mijn uitvluchtspunt, als het me even te veel werd.
Maar daar gaat dit topic niet om. Dit gaat om de vreselijke gebeurtenis dat jouw sterven heet.
Ons afscheid, het moment dat ik zonder jou naar huis moest.
13 november, 2015. Ik zat thuis in mijn appartement, had net het eten op. Toen kreeg ik een berichtje via facebook, van een stalgenoot. Of ik al gebeld was door de stalhouder?
Nee, ik ben nog niet gebeld, er is blijkbaar iets aan de hand dus ik bel hem zelf op. Blijkbaar was mijn telefoonnummer kwijtgeraakt en kon hij mij zelf niet bereiken.
Ik kreeg te horen dat jij een groot gezwel had boven jouw oog met een schaafwond erop. Dat klinkt niet best, ik kom eraan.
Toen ik bij jou kwam belde ik meteen de dierenarts, want dit moest jou wel pijn doen. Ik kon het niet aan je merken, kon gewoon aan de bult en zelfs de wond voelen. Maar zo ben jij altijd geweest en je was goed in het verbergen van je pijn.
Toen de dierenarts kwam, jou behandeld had en ik vroeg hoe dit heeft kunnen ontstaan, schrok ik van zijn antwoord. Hij zei dat je dit vaak ziet bij paarden met koliek, die pijn hebben en niet opletten waar ze heen rollen. Hun hoofd stoten aan de stalwand, of een weidepaal.
Ik schrok en keek naar jou, maar ik kon het me niet voorstellen dat je koliek had (gehad). Ten eerste had je dat bij mij nog nooit gehad, en ten tweede kon je dat toch wel merken aan een paard, zelfs de taaie Chica?
Stalhouder en ik keken elkaar aan, en beiden hadden we niks aan haar gemerkt. Ze at en dronk en ze was levendig. Geen zorgen om koliek dus, dit moest een stom ongelukje zijn geweest. En ik ging na de dierenarts weer naar huis.
Vrijdag, geen wolkje aan de lucht. De dierenarts is nog gekomen om te kijken naar je oog, maar dit ging al de goede kant op. De zwelling was al een stuk minder, en ik kreeg honingzalf voor de wond. Ook een antibioticaspuit die ik de dag erna zelf kon geven.
De hoefsmid is ook nog geweest, en heeft jou nog nieuwe ijzers gegeven. Een stalgenoot heeft jou geaaid en we speculeerden over de oorzaak van jouw mysterieuze wond. Toen zette ik je weer in de wei en ik ging terug naar huis. Niet wetende dat dit jouw laatste goede dag zou zijn.
14 november. 7:00 's ochtends ging mijn telefoon. Het was de stalhouder. Meteen zat ik overeind en zwetend in bed. Ik nam op; je stond op stal, helemaal bezweet, onrustig, stampend. Je had koliek.
Bel de dierenarts, zei ik, ik kom er aan. Mijn vriend vroeg waarom ik zo'n haast had, ik zei dat mijn pony ziek was en dood kon gaan. Toen kon ik dit mij dit echter nog niet zo goed voorstellen.
8:00 was ik op stal, en je stond er niet best bij. Je leek even op te fleuren toen je mij zag, maar ik zag aan jou dat het foute boel was. De dierenarts was geweest en had een spierontspanner gegeven, en het advies om te blijven stappen. Als het na anderhalf uur nog niet beter ging moesten we weer bellen. Niet liggen! Maar dit wilde jij wel, natuurlijk. Met je hoofd zoekend voor steun op mijn arm liepen we samen door de binnenbak, waar later ook nog les in werd gegeven. Hou vol meid, fluisterde ik tegen jou. Het komt wel goed, daar zorgen we wel voor. En je bleef dapper doorlopen.
Gelukkig arriveerde mijn vader ook rond 9:30, hij zou ons hier doorheen helpen als er iets moest gebeuren. Het ging nog niet beter met jou, dus ik belde opnieuw de arts.
Toen hij kwam ging het alleen maar slechter. Opgevoeld, spuit gegeven en conclusie getrokken dat we snel naar de kliniek moesten want het was slecht.
Godzijdank was mijn vader er, die met de trailer kan rijden. Maar we hadden geen trailer. Toen kwam de allerbeste stalhouder dat we zijn trailer mochten pakken zolang als het nodig was, hier ben ik hem nog steeds dankbaar voor.
Op naar de kliniek in Lienden. Je stapte zo de trailer op, zoals altijd. Geen poespas, gewoon doen wat je moest doen. Ondanks de pijn die je gehad moest hebben gedroeg je je voorbeeldig tijdens de rit van 1 uur. We zijn onderweg nog gestopt om je te checken, en je stond met je oortjes naar voren alert rond te kijken. Dit gaf mij stiekem weer wat hoop dat het goed zou komen, want jij was onoverwinnelijk. Het kwam altijd weer goed met jou en we hadden altijd geluk, dacht ik.
We kwamen aan en we werden opgewacht. Ik begeleidde je naar de ruimte waar je behandeld werd, en je was onrustig en sterk. Het was niet leuk om daar te zijn, weet ik. Vond ik ook niet.
Je werd tussen schotten geparkeerd waar je maag leeggepompt moest worden, anders kon deze knappen. Een lange dikke slang ging jouw neus in. Hier protesteerde je op het begin een beetje tegen, en ik vond het moeilijk om te zien. Je kreeg een praam om en daar kalmeerde je gelukkig van.
Klonten biks kwamen uit de slang en er kwam geen eind aan. Zou dit de oorzaak kunnen zijn, dat ze een verstopping heeft? Vroeg ik. De arts schudde nee en zei niks. Ik kreeg er steken van in mijn lichaam want dit moest goed komen. Ik kon niet weg zonder mijn Chica.
Toen je maag zo goed als leeg was, wilden ze graag verder ondezoeken en een buikpunctie doen om te kijken in welke staat je vanbinnen nu eigenlijk was. We werden naar de 'valbox' begeleid en daar werd de punctie uitgevoerd. Ze gingen met een lange dikke naald jouw buik in.
Al die tierelantijnen met mijn paard. Dit hoort helemaal niet, dit verdient ze absoluut niet. Maar het was de waarheid en het enige wat ze konden doen om haar leven te redden.
De punctie was ook niet goed. Het buikvocht was al troebel, waar dit helder hoorde te zijn. Buikvliesontsteking dus. Enige mogelijkheid om haar te redden is onmiddelijk opereren, met 50% kans op overleving.
Toen kwamen bij mij alle tranen eruit. Of we ooit al hadden nagedacht wat we met Chica wilden doen in deze situatie. Ik schudde nee en kijk mijn vader aan. Hij keek naar de arts en zei 'opereer haar maar.' Hij hoefde er zelf ook niet over na te denken om Chica te verliezen. Dus in de 'valbox' hadden wij onze laatste levende momenten. Ik hield jou vast, terwijl je geschoren werd. Ik moest alleen maar huilen want jouw toekomst was niet zeker. Laatste knuffel, jullie moeten nu echt weg zei de arts. Blijf wel in de buurt, want het kan zijn dat we jullie bellen om afscheid te komen nemen.
Een roes was het. Pap en ik gingen naar een eethuis in de buurt om even op te warmen, wat te drinken en te wachten. Het liefst wachtte ik 5 uur tot we weer naar de kliniek mochten want dat zou betekenen dat de operatie was voltooid en jij nog leefde. Na nog geen uur gingen we weer naar de auto, want ik kon nauwelijks mijn tranen binnenhouden. Ik ging even alleen in de lege trailer staan, om een soort schietgebedje te doen. Ik smeekte jou in mijn gedachten om te blijven leven, de artsen om te kunnen slagen, God waar ik niet in geloof om ons nog een kans te geven. Ik kon jou nu niet zo plotseling kwijtraken, toch? Dat kan toch niet?
We zaten in de auto en de telefoon ging. Op het scherm zag ik het nummer wat ik niet wilde zien, de kliniek.
Meteen stond in in vuur en vlam en mijn lichaam kromp helemaal samen. Pap nam de telefoon op en ik kon meeluisteren. Er was al 9 meter aan darm afgestorven en het had eigenlijk geen zin meer om door te gaan met opereren. Ons werd aangeraden om nu meteen te komen om afscheid te nemen van Chica, zolang ze nog leefde.
Schreeuwen, huilen, ik wist niet wat ik aanmoest, Chica. Het ging mijn gevoel te buiten. Mijn ergste nachtmerrie, een levende hel. Mijn Chica ging dood en ik kon er niks aan doen.
We scheurden naar de kliniek en stonden te wachten in de hal tot we de operatiekamer in mochten. Daar lag jij nog, op tafel, buiten westen. Wil je wel echt naar binnen? Vroeg de arts nog. Want het kan er heftig uitzien. Ja, ja ik moet naar haar toe huilde ik. Ik moet naar haar toe nu ze nog leeft.
Ondertussen was ook mijn moeder gearriveerd om afscheid te komen nemen. Ja Chica, iedereen had met je te doen.
Toen ging de deur open naar de operatiekamer.
Wat ik daar aantrof. Mijn meisje, mijn kind, op haar rug op een tafel. Op haar buik lagen witte doeken, om haar ingewanden te bedekken, doorweekt met bloed. Op de grond plassen bloed en water. In jouw hoofd allemaal naaldjes, in jouw keel een buis. Je oog was half open en de machines piepten. Jouw benen waren vastgebonden, dit is niet hoe jij moest eindigen.
Ik stond bij je hoofd en huilde. Meer kon ik niet. Het gevoel alsof ik zou ontploffen, mijn hart in mijn keel. Leeft ze nog? Vroeg ik. Ja, ze leefde nog. Maar ze konden niks meer doen. Het is tijd om haar te laten gaan. Ik knikte. Laat haar maar gaan, verlos haar uit haar lijden.
Toen ging jij dood.
Chica is dood. Ik heb het nu honderdduizend keer gezegd maar het went gewoon niet.
Toen ik afscheid van jouw lichaam had genomen was het tijd om je achter te laten, het leek onmogelijk. Jouw halster, deken en beenbescherming had ik al zien liggen. Pakte het op en liepen naar de auto, de lege trailer, om naar huis te gaan. De trailer moest nog naar stal waar jij niet meer was. Nooit meer terugkwam. Een herinnering zou blijven.
Toen de leegte. De kast die nog vol met spullen stond, de stal die door een ander paard bewoond zou worden. De gezellige stal die ik verplicht zou moeten verlaten. Alles kwam ten einde.
Zo dankbaar als ik ben om de prachtige tijd die we samen hadden, zo verdrietig ben ik dat het nu afgelopen is. Het voelt als een eeuwigheid, de laatste keer dat ik je heb gezien. Ik mis je zo, mijn liefste.
Nu verzorg ik je oude beste vriend, en hij staat in je oude weide en stal. Zo voelt het alsof ik je nog een beetje kan bezoeken. Ook ligt je ijzer nog ergens in de wei, ik kon het niet vinden. Dus je staat ook nog met 1 voet bij ons op aarde.
Bedankt als je het gelezen hebt. Het was erg moeilijk om dit op te schrijven omdat ik de dag voor het eerst weer helemaal opnieuw beleef. Maar het is waar wat ze zeggen, de scherpe randen slijten vanzelf. En hopelijk kan ik het nu wat beter een plekje geven.
Mijn lieve Chica, het ga je goed en tot ooit, wij zien elkaar wel weer terug.


