Gewrichten
Omdat botten niet buigen heeft het skelet voor zijn beweging scharnierpunten nodig. Deze scharnierpunten worden gevormd door gewrichten.
Verschillende soorten gewrichten
Er zijn verschillende soorten gewrichten die allemaal op hun eigen manier kunnen bewegen. De manier waarop een gewricht kan bewegen hangt af van zijn vorm. Sommige vormen staan alleen beperkte bewegingen toe, terwijl andere meer bewegingsvrijheid bieden. Het scharniergewricht is de eenvoudigste vorm van een gewricht: het kan alleen maar naar voren en achteren bewegen. Het kogelgewricht zorgt voor het grootste bewegingsbereik: op en neer, voor en achter en in het rond.

Scharniergewricht, bijvoorbeeld het ellebooggewricht en het kniegewricht

Kogelgewricht, bijvoorbeeld het schoudergewricht en het heupgewricht

Rolgewricht, het gewricht waarmee het spaakbeen en de ellepijp om elkaar heen kunnen draaien

Ellipsvormig gewricht, bijvoorbeeld het bovenste polsgewricht

Zadelgewricht, bijvoorbeeld het gewricht tussen handpalm en duim

Draaigewricht, bijvoorbeeld de twee bovenste nekwervels: de atlas en de draaier
Het gewricht van binnen

Doorsnede van een gewricht (schematisch)
In bovenstaande afbeelding staan twee botten afgebeeld die met een gewrichtsverbinding aan elkaar bevestigd zijn. Het ene bot heeft een kogelvormig uiteinde: de gewrichtskogel. Het andere bot heeft een komvormig uiteinde, de gewrichtskom. De gewrichtskogel kan in de gewrichtskom bewegen. Om slijtage te voorkomen en de beweging te versoepelen, zijn beide uiteinden bedekt met een kraakbeenlaagje. Het gewrichtskapsel is er om de twee botten bij elkaar te houden. Het hier getoonde plaatje is een doorsnede. Bij een echt gewricht zit het gewrichtskapsel er, als een zak, helemaal omheen. Het gewrichtskapsel geeft ook gewrichtssmeer af. Deze gewrichtssmeer zorgt ervoor dat de beweging soepel blijft verlopen.
Gewrichtsbanden
De botten van een gewricht worden door spieren bewogen. Deze zijn aan het been bevestigd met pezen die niet kunnen rekken. De gewrichtsbanden, die iets kunnen rekken, verbinden de twee botten die het gewricht vormen, en houden ze op hun plaats. Zonder banden zou er snel van ontwrichting sprake zijn. Banden zijn een soort bindweefsel. Het bindweefsel in banden bestaan voornamelijk uit het witte eiwit collageen en iets van het meer elastische elastine. De banden die moeten voorkomen dat gewrichten opzij bewegen, zijn samengesteld als een platte band of gekruiste vezels. Bij grote gewrichten , zoals knie, elleboog, vinger en ruggengraat, is een deel van het gewrichtskapsel speciaal verdikt om kracht te geven. Dit worden intrinsieke banden genoemd. Daarbij zijn er banden binnen of buiten het gewricht, die een eigen rol spelen bij het voorkomen van bepaalde bewegingen, de extrinsieke banden.