pjotrg schreef:Ik heb ooit eens begrepen dat het Duits, Engels en Nederlands alle drie afgeleid zijn van het Westnederfrankisch dat in een ver verleden in deze streek gesproken werd.
Niet helemaal. Het Nederlands is inderdaad een voortzetting van het West-Nederfrankisch. Om precies te zijn: tot die groep behoren de Hollandse, Utrechtse, Brabantse, Zeeuwse en Vlaamse dialecten. De Nederlandse standaardtaal is daarop gebaseerd, en dan vooral op het Hollands. Limburgs vormt in zijn eentje het Oost-Nederfrankisch, en de dialecten uit het oosten (Gronings, Drents, Twents enz.) en een stuk in Duitsland zijn het Nedersaksisch. Deze dialecten horen, samen met nog wat streektalen uit Noord-Duitsland, tot het Nederduits.
Daar tegenover staat het Hoogduits, de dialecten van het zuiden van Duitsland en de Alpenlanden. De Duitse standaardtaal baseert zich op het Hoogduits, en dan vooral de dialecten van Hessen en Thuringen.
Engels is weer een ander verhaal. Dat is ontstaan uit de oude talen van de Angelen en de Saksen. Die laatsten heb ik hierboven al genoemd: die zijn ook verantwoordelijk voor de taal van Oost-Nederland. De Angelen waren echter nog het meest verwant aan de Friezen. Soms lijken Engelse en Friese woorden precies op elkaar; dat is niet voor niets.
Maar: Engeland is daarna eerst door de Denen en toen door de Fransen binnengevallen. Die hebben de taal zwaar beïnvloed. Zelfs heel gewone woorden werden Frans: een stoel is een "chair", een stad is een "city" en een meer is een "lake". Dus, Ayasha, niet het Nederlands maar juist het Engels is een mengelmoesje van alles.
Overigens zijn het Nederlands, Duits en Engels wel alle drie Germaanse talen, en bovendien ook alle drie West-Germaanse talen (in tegenstelling tot de talen van Scandinavië, die Noord-Germaanse talen zijn).