Traditiegetrouw is Renesse het eerste dorp waar het straôfeest wordt gehouden. Burgh-Haamstede is altijd precies zeven weken voor pasen. Gevolgd door Noordwelle, Scharendijke, Ellemeet en als hekkensluiter Serooskerke. Een enkele keer wil het nog wel eens voorkomen dat er twee straôfeesten op dezelfde zaterdag zijn.
Voorheen waren het voornamelijk de boerenjonkers die met de Zeeuwse werkpaarden naar het strand gingen. Hiervoor werden de paarden gevlochten en versiert met een vroege lentebloem. Vanaf de jaren dertig van de twintigste eeuw droegen de mannen een witte broek, hoge zwarte schoenen, een zwarte jas en een zwarte pet of hoed. Vrouwen mochten in het begin nog niet meedoen en er werd zonder zadel gereden. Voorop reden de ervaren mannen en achteraan de nieuwelingen. Oorspronkelijk werd het straôfeest in alle dorpen gehouden op de maandag voor het vasten, vrijwel het hele dorp had op deze dag vrij. Voorheen hadden ook de dorpen Elkerzee, Brouwershaven, Dreischor en Moriaanshoofd een straôfeest. Toen de tractoren in opmars kwamen, werden de werkpaarden verruild en stierf het folklorefeest haast uit. Op haar diepste punt waren er slecht vijf paarden die meededen. Enkele liefhebbers hebben er toen alles aangedaan om het feest weer op de kaart te krijgen. Zo is onder andere het feest van een maandag naar een zaterdag verschoven. Ver buiten Schouwen is het feest nu bekend en doen er vanuit alle omstreken paarden mee. Jaarlijks lopen er tot wel 150 paarden per stoet mee. Renesse, Burgh-Haamstede en Noordwelle hebben de grootste groepen. In Scharendijke, Ellemeet en Serooskerke zijn de groepen een stuk kleiner. De werkpaarden zijn inmiddels vervangen door een mengelmoes van koudbloedpaarden en -pony's en warmbloeden. Wie een glimp op wil vangen van hoe het vroeger was, komt in Noordwelle het meest aan zijn trekken. Dit kleine dorp heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld als dorp waaraan de meeste werkpaarden en koudbloedpony's meedoen, waarbij ook de tradionele kleding nog wordt gewaardeerd.
De laatste jaren ontwikkelen zich per dorp verschillende 'nieuwe' tradities. Renesse heeft sinds 2008 twee routes, een korte en een langere strandroute. Alweer enkele jaren gaat de dominee te voet de stoet voorop het water in om zijn eigen voeten wassen. De rit van Burgh-Haamstede gaat door het bos De Domeinen en daarna naar strand en eindigt bij de ring. In tegenstelling tot bij de andere straô's mag er op het strand, vanwege de grote groep paarden, niet gegaloppeerd worden. Aan het eind van de ruim drie uur durende rit kunnen diegene die willen op het terrein van Slot Haamstede om het hardst galopperen.
Wat in bijna elk dorp wel hetzelfde is zijn de stroosels (een soort kruidenkoek) die gekocht kunnen worden en de warme chocomel die aan de ruiters wordt verstrekt. Vrijwel elke stoet wordt binnengehaald met de lokale muziekvereniging, die de stoet begeleidt naar de ring.
Na het straôrieen is er in de meeste dorpen, behalve in Burgh-Haamstede, ook het tradiotionele ringsteken.
Na dit alles is het feest nog niet voorbij. Nadat de paarden goed verzorgd weer op stal staan, is er veelal live muziek in één van de lokale café's en wordt bekend gemaakt wiens paard het mooist versierd was en wie de beste ringsteker was.
Bewerkt naar aanleiding van:
[VN] Straôrieën van Renesse in een mooie winterzon
Bronnen:
Mezelf

www.strao.nl