adriana schreef:Natuurlijk kunnen jullie een volbloed het beste beoordelen, maar kunnen jullie dat ook in samenhang tot een rijpaard?
Wat ik afgelopen Zondag ook hoorde op tv dat er waren veel volbloeds en halfbloeds in Boekelo.
In terrein gedeelte waren ze goed, maar zodra het op het 'gewone' springen aankwam waren ze veel minder voorzichtig.
Voor bepaalde takken van sport zal je idd veel volbloed nodig hebben, zoals op de renbaan en military.
Maar in de dressuur en bij het springen heb je nog steeds een andere bewegingstechniek nodig.
En Sarabande er is idd een Matador die jij bedoeld maar ik bedoel de Matador uit 1948 v. Makler 1.
En er blijven natuurlijk uitzonderingen, maar ik denk dat we een ongewenste situatie op de duur krijgen als we veel volbloed zouden blijven gebruiken.
Het gaat niet om de Volbloeds als racepaard. Waar het om gaat, is de bijdrage die de HUIDIGE Volbloed aan het sportpaard kan leveren. Misschien illustreren de volgende cijfers een beetje duidelijker dat die inbreng eerder negatief dan positief heeft gewerkt. Dat negatieve effect heeft te maken met de bouw (raceskelet) van de Volbloed. De HUIDIGE Volbloed beschikt niet meer over een evenwichtskelet. Overigens geldt dit criterium, vanwege de Volbloedinbreng, ook voor veel sportpaarden.
Sinds de omvorming van het landbouwtuigpaard heeft men in Nederland t/m 2001 109 Volbloeds ingezet.
Deze 109 Volbloeds hebben totaal 35.351 kinderen geproduceerd met een gemiddelde van 325/Volbloed.
Tot en met 2001 zijn er binnen het KWPN 1067 prestatiemerries in kaart gebracht. Voor deze 1067 prestatiemerries tekenen totaal 369 hengsten.
Dat is een gemiddelde van 2.8 prestatiemerrie per hengst.
De Volbloeds hebben gezamelijk 234 prestatiemerries voortgebracht. Dat is een gemiddelde van 2.1 prestatiemerrie per Volbloed.
In de nafok moedersvader dus scoren de Volbloeds totaal 148 keer en bij mmv gaat de inbreng terug naar slechts 54 x Volbloed.
Het totaal van de inbreng mv + mmv = 202 keer. De toegevoegde waarde m.b.t de prestatiemerries is 0.5%.
Met andere woorden de reeds marginale inbreng via de eerste lijn wordt niet versterkt maar ebt dus in de derde generatie vrij snel weg.
Om een goede vergelijking te maken met andere warmbloedhengsten heb ik er drie hengsten uitgelicht die volgens de huidige trend niet meer in type staan maar over een ideaal evenwichtskelet beschikken.
Dat zijn Sinaeda, Farn en Rigoletto. Hengsten met een sterk aandeel Arabische genen in hun pedigree en....in hun skelet.
Deze drie hengsten hebben gezamelijk 55 prestatiemerries voortgebracht met een gemiddelde van 18 prestatiemerries per hengst!
In de nafok van mv + mmv scoren zij 79 keer. In tegenstelling tot de Volbloedhengsten neemt de bijdrage in de nafok dus toe.
De drie Arabische Volbloedhengsten met slechts een nakomeling hebben ieder een prestatiemerrie geleverd en in de nafok mv + mmv scoren zij 5 keer. Ook in dit geval is er dus een toename in de nafok.
Duidelijk valt uit deze analyse te constateren dat prestatie (zowel op de renbaan als voor het sportpaard) te maken heeft met de bouw (skelet)
van het paard.
Het sportpaard (dressuur en springen) is gebaat bij een evenwichtskelet.
Als wij in de fokkerij tornen aan het evenwichtskelet gaat dit ten koste van de prestatie.