Moderators: Coby, balance, Dyonne, Sica, C_arola, Neonlight, Firelight
ceasario schreef:
xyzutu2 schreef:Lijntjes trekken over foto's van paarden gebeurt onder andere om 'te bewijzen' dat het bij het ene paard wel goed zit met het lendenmechanisme en bij het andere paard niet. Wat dit lijntjes trekken precies 'bewijst' heb ik echter ook nog niet kunnen ontdekken, temeer omdat in vergelijkingen tussen paarden (goed paard - slecht paard) de lijntjes vaak radicaal anders over het lichaam lopen zodat slecht paard 'natuurlijk' hele rare hoeken krijgt waardoor voor ons mensenoog de symmetrie ernstig verstoord lijkt. Dat is dus in feite hetzelfde truukje als met deze prachtige schuine foto's wordt toegepast.
Bij de lendenmechanisme-lijnen trek je een lijn over het bekken, een lijn over de femur (echte bovenbeen van het paard, zit dus 'in' het lijf verborgen), een lijn over het schouderblad en een lijn over de humerus (echte bovenarm die ook nog in het lichaam zit). Die lijnen trek je allemaal naar elkaar toe tot de bekken & schouderblad-lijnen elkaar boven de rug kruisen, en de humerus&femur lijnen onder de rug elkaar raken. vervolgens trek je door deze twee kruispunten een lijn van boven naar beneden, in het midden van deze lijn zet je een stip en dat zou dan het zwaartepunt van het paard zijn. Bovendien zou je aan de precieze stand (precies verticaal of iets overhellend) van deze laatste lijn kunnen zien of een paard evenwichtig gebouwd is en goede hoeken in voor- en achterhand heeft of niet. En dus of het lendenmechanisme heeft of niet.
Dit lijntjes trekken klinkt in theorie allemaal erg leuk, maar je gaat er dan wel impliciet vanuit dat het paard volkomen recht staat, zijn benen vierkant heeft geplaatst (waar het dus erg vaak nogal aan schort op dit soort lijnenfoto's), het paard op zijn gemak stilstond en niet net zijn rug /hoofd/staart optilde of weer liet zakken (aangezien dit ook de hoeken beinvloedt), en dat de hoefstand en manier van bekappen geen effect zou hebben op de manier waarop de gewrichtshoeken staan.
Je kunt dus bij de lijntekeningen alleen al een hoop vragen zetten (een groot vraagteken is bijvoorbeeld of het zwaartepunt wel echt midden tussen voor- en achterbenen ligt - nee natuurlijk). Als je daaruit ook nog eens conclusies gaat trekken over de bewegingen ga je echter nog veel abstracter te werk, waarbij je nog meer factoren uitsluit.
Foto's kunnen behulpzaam zijn bij het bestuderen van algemene kenmerken van een paard (ligging van de schouder, lengte hals en benen en staart), maar om door middel van lijnen over de botten van het paard uitspraken te doen over het evenwicht dat dit paard al dan niet zal hebben is in mijn ogen nogal natte-vinger werk, omdat je eerst zeer duidelijke regels zal moeten opstellen over *hoe* je die lijnen precies over elk bot zult trekken (neem je de femurkop wel of niet mee? Hoe zit het met de bocht in de humerus?), vervolgens over hoe je die botten en precies wilt lokaliseren en in een lijn wilt samenvatten onder al die spierbundels. En tenslotte nog hoe groot de foto's minimaal moeten zijn, in welke stand de paarden exact moeten staan en welke lijndikte standaard gebruikt moet worden. Als je al deze factoren buiten beschouwing laat, kun je gewoon nooit een vergelijkingsonderzoek tussen verschillende paarden doen om zo tot een wetenschappelijke theorie te komen, simpelweg omdat je appels met peren vergelijkt.
ceasario schreef:xyzutu2,
Weet je wat het mooie is van al dat foto gedoe en lijntjes.
Dat vakbladen er op letten wat voor foto's ze zetten.
.
Anna42 schreef:Onder het topic lendenmechanisme heb ik ooit eens uitgebreid uitgelegd wat het doel van de lijntjes is en hoe ze ingetekend moet worden.
Dit principe komt uit de mechanica waarbij je precies kunt zien hoe het gewicht gedragen en over het skelet verdeeld wordt. Overigens maakt het niet uit hoe het paard staat omdat het gewicht over vier steunpunten wordt verdeeld. Zet je bv het paard erg schuin neer dan zakt de achterhand maar gelijkertijd verandert ook de ligging van de schouder. In stand ligt bij een goed evenwichtspaard het zwaartepunt niet in het midden. De verhouding is dan 3/5 van het totaal gewicht. Alleen in de beweging ligt en moet het zwaartepunt in het midden liggen om de massa evenwichtig en met de minste belasting voorwaarts te brengen.