Vind je het dan gek dat het maagdarm stelsel van deze dieren in opstand komt in de vorm van koliek aanvallen?

Moderators: C_arola, Essie73, Coby, balance, Firelight, Dyonne, Neonlight, Sica, NadjaNadja
familie_Knol schreef:Er wordt vaak niet aan gedacht hoe een paard in de natuur leeft.Deze dieren lopen de hele dag naar voedsel te grazen, en eten voornamelijk ruwvoer. Wij als mens zetten ze veelal dag en nacht op stal(met name de sportpaarden, want kans op blessures in de wei is heel groot) geven ze vervolgens bijna alleen maar brokken te eten om er zoveel mogelijk energie en hoogwaardige voedingsstoffen in te pompen, trekken ze vervolgens uit stal om ze te berijden waarbij ze een topprestatie moeten leveren.
Vind je het dan gek dat het maagdarm stelsel van deze dieren in opstand komt in de vorm van koliek aanvallen?
Stacey schreef:Daarom vind ik het ook zo vreemd, er zijn echt heel wat (manege)paarden die ik ken, die hooguit 2 uur per dag uit hun stal komen. En die met gemak de 30 halen. Terwijl ik het idee heb dat de gemiddelde dekhengst het toch een stukje beter heeft dan het gemiddelde (manege)paard.
Correct me if i'm wrong...
Elisa2 schreef:die manege paarden werden waarschijnlijk niet overvoerd? managepaarden krijgen genoeg beweging en worden tenminste nog redelijk als paard behandeld,dekhengsten komen in een "stap" molen..nooit geen vrije natuurlijke beweging,ze kunnen alleen maar lopen wanneer ze uit hun hok gehaald worden,ze worden meegenomen naar allemaal "stress" shows,ja dat is een grote dooddoener,moeten daarnaast dekken op een volkomen onnatuurlijke manier..nee er is niks natuurlijks aan een dekhengst.Natuurlijk komt koliek altijd voor,maar wel meer bij paarden die op stal staan.
Citaat:
Koliek
Phia Bink uit Spierdijk
Soort: Paard
Ras/Omschrijving: Sportpaarden
Bijzonderheden:
Je leest tegenwoordig steeds meer dat zeer bekende sportpaarden/dekhengsten en vooral springpaarden koliek krijgen en vaak toch dood gaan. Krijgen ze te veel krachtvoer, (wedstrijd)stress, welvaart? Er zijn dit jaar toch al heel wat goede paarden aan koliek dood gegaan.
Antwoord:
Koliek is een verzamelnaam voor pijn in de buik door wat voor oorzaak dan ook. Een aantal hier van zijn bv. leverabcessen, maagruptuur, verstoppingen, worminfecties en darmdraaiingen. Met de laatste problemen in de darmen en de verstoppingen zou je aan voeding kunnen denken.
Echter wetenschappelijk bewijs is er niet. Ook zijn er aandoeningen die op koliek lijken of de zelfde verschijnselen hebben maar dus een hele andere oorzaak.
Citaat:Voeding: Spijsvertering van het paard (16 mei 2002)
Hoefslag
Voedingsfouten zijn regelmatig oorzaak van koliek of diarree bij paarden. Een goed samengesteld rantsoen en juist voermanagement voorkomen veel ellende. Kennis van de werking van het maagdarmkanaal en het verteringsproces vormen de basis voor het samenstellen van een goed rantsoen.
Tekst: Anneke Hallebeek
Wat gebeurt er met het voer in het paard tussen voeren en uitmesten? De spijsvertering begint bij de mond. De voedselbrok gaat via de slokdarm naar de maag en komt na enige tijd in de dunne darm, de blinde darm en de dikke darm om uiteindelijk 35 tot 50 uur later in de vorm van mest weer tevoorschijn te komen. In alle delen van het maagdarmkanaal spelen processen die het voedsel verkleinen en verteren, zodat de voedingsstoffen in het bloed worden opgenomen. De uiterlijke kenmerken van de mest vertellen ons uiteindelijk of het voedsel goed is verteerd.
Mond en gebit
Een goed gebit staat aan het begin van een goede vertering. Paarden nemen voedsel op met lippen en tanden. Met de lippen selecteren ze wat ze wel en wat ze niet willen. Eenmaal in de mond vermalen de kiezen het voedsel. Kauwen verkleint het voedsel en stimuleert de speekselproductie. Beide functies zijn noodzakelijk voor een goede vertering van het voedsel. Paarden kauwen ongeveer 40 minuten op een kilo ruwvoer (hooi) en ongeveer 10 tot 20 minuten op een kilo krachtvoer. Het tijdsverschil in kauwen zorgt voor een groot verschil in speekselproductie. Per kilo ruwvoer produceert het paard ongeveer 3 tot 5 liter speeksel, terwijl een kilo krachtvoer slechts 1 tot 1.5 liter speeksel oplevert. Vermenging met speeksel zorgt ervoor, dat een voedselbrok gemakkelijk door de slokdarm glijdt en goed mengt met de maagsappen. Geef daarom geen grote maaltijd van krachtvoer of granen. De dunne darm verteert het voer dan minder goed en het kan stoornissen in de maag veroorzaken. Verdeel het krachtvoer in meerdere porties over de dag.
Diverse problemen met het gebit kunnen gevolgen hebben voor de opname of het verteren van voedsel.
Het tanden wisselen kan tijdelijk problemen geven met de voedselopname. Jonge paarden
wisselen op de leeftijd van 2.5, 3.5 en 4.5 jaar. In ernstige gevallen, bijvoorbeeld als het slijmvlies van het gehemelte erg sterk is gezwollen (zogenaamd ‘hangend rooster’), eet het paard bijna niets meer. Probeer dan tijdelijk zacht voedsel te voeren zoals slobber en fijn hooi of gras.
De kiezen sluiten niet helemaal op elkaar, maar door een goede kauwbeweging slijten de
kiesvlakken normaal gesproken recht af. Als de stand van de kiezen niet goed is of als het paard onvoldoende kauwt groeien delen van de kiezen door. Deze ‘haken’ komen aan de binnen- of buitenkant van de kies voor. Pijnlijke beschadigingen van het wang- of tongslijmvlies belemmeren het eten. Het paard kauwt onvoldoende en kan ‘proppen’ voer in de voerbak laten vallen. Het voer verteert slechter en in langdurige gevallen vermagert het paard.
Bij paarden ouder dan 25 tot 30 jaar kunnen de tanden en kiezen bijna tot op het tandvlees
zijn afgesleten. Omdat ze minder goed kunnen grazen en kauwen verteert het voedsel slecht en kunnen oude paarden vermageren, ondanks een goede eetlust. Makkelijk verteerbaar voedsel, zoals slobber, ontsloten krachtvoer en fijn ruwvoer (gras, fijn hooi, kuilgras) kan een
oplossing bieden.
De slokdarm
Na het doorslikken glijdt de voedselbrok door de slokdarm naar de maag. Onder aan de hals is dit te zien. Normaal gesproken is dit een probleemloos transport. Als de brok echter vastloopt, ontstaat er paniek. Soms komen voedseldelen terug uit de neus, het paard kan angstig zijn en zweten. Een allesbehalve prettige aanblik. Hulp van de dierenarts is direct noodzakelijk. Hij kan met behulp van water de verstopping wegspoelen. Als complicatie kan, door verslikking tijdens het weghalen van de verstopping, een longontsteking ontstaan.
Droge bietenpulp, gemaaid gazongras of grasbrok zijn bekende voedermiddelen, die een slokdarmverstopping veroorzaken. Maar een paard dat heel gulzig eet en onvoldoende kauwt, kan ook een verstopping krijgen van andere voedermiddelen. In dat geval kunnen grote ronde stenen in de voerbak voorkomen dat een paard het krachtvoer te snel opeet.
De maag
Voor een goede maagwerking mogen de porties (kracht)voer niet te groot zijn
Het volume van de maag is klein in verhouding tot de rest van het maagdarmkanaal (3% van het lichaamsgewicht). Het paard is van origine een steppedier, dat de hele dag hapjes voedsel tot zich neemt en dus zorgt voor een min of meer continue stroom voedsel door het maagdarmkanaal. In de maag mengt het voedsel met de maagsappen, maagzuur en enzymen. Het zuur doodt bacteriën in het voedsel en het enzym pepsine verandert de structuur van de eiwitten. Een goede vermenging met maagsappen verbetert de vertering in de dunne darm. Als de voedselbrij nat is en dus meer speeksel bevat, vermengt het beter en sneller met de maagsappen. Krachtvoer kan zuur voor een deel neutraliseren (bufferen). Na een maaltijd van hooi daalt de zuurtegraad (pH) in de voedselbrij meer dan na maaltijd van krachtvoer. Dit betekent dat ruwvoer, met meer speeksel, beter mengt met de maagsappen. Behalve het soort voedermiddel is uiteraard ook de hoeveelheid belangrijk voor de mate van vermenging met de maagsappen. Geef een volwassen paard van 600 kg lichaamsgewicht daarom niet meer dan 2 kg krachtvoer per maaltijd.
Problemen in de maag
Overproductie van maagzuur kan maagzweren veroorzaken. De maag registreert de
zuurtegraad van de voedselmassa en past de zuurproductie aan. Bij een minder goede menging met de maagsappen blijft de zuurtegraad te hoog, waardoor de maag meer maagzuur produceert. Op lokaal niveau kan dit maagzuur het slijmvlies beschadigen. Niet alle paarden met maagzweren hebben klinische klachten. Slecht of traag eten, koliekerig, en knarsen met de tanden zijn vaak de enige symptomen. Maagzweren komen regelmatig voor bij paarden. Zelfs bij veulens die nog bij de merrie lopen, zijn maagzweren gevonden. Naast een te krachtvoerrijke voeding zijn andere factoren zoals stress, lange tijd vasten of onvoldoende ruwvoer oorzaken van maagzweren.
Als het paard ontsnapt en erg veel krachtvoer in één keer opeet kan het gevolg dramatisch
zijn. Krachtvoer kan opzwellen in de maag en omdat een paard niet kan braken, ontstaat een kritieke situatie. De dierenarts kan via een maagsonde de maagoverlading leeghalen. Gebeurt dit niet, dan bestaat het gevaar op een scheuring van de maagwand, wat onherroepelijk de dood van het paard betekent. De maag raakt niet overvuld van ruwvoer omdat het paard daar langer op kauwt, ruwvoer geen zwellend vermogen heeft en omdat ruwvoer eerder doorstroomt naar de dunne darm.
De dunne darm
De samenstelling van een voedermiddel bepaalt waar het in het maagdarmkanaal wordt verteerd. De vertering van bijvoorbeeld krachtvoer, granen en wortelen gebeurt voornamelijk in de dunne darm, terwijl ruwvoer in de dikke darm wordt afgebroken.
Het paard heeft een dunne darm van ca. 20 meter lang. Enzymen in de darm breken vet, eiwit, zetmeel en suikers in kleine stukjes, die in het bloed terechtkomen. Enzymen kunnen geen vezels verteren. Voor een goede vertering moeten de enzymen letterlijk in aanraking komen met het voedsel. Kleine voedseldelen komen eerder in aanraking met enzymen, vandaar dat goed kauwen de vertering bevordert. Doordat de darm bewegingen maakt (contracties), vermengt de voedselmassa zich met de vloeistoffen van de darm en dus met de enzymen. Vezels in de voeding, stress, maar ook fysieke beweging beïnvloeden de mate van darmbewegingen en dus van de vertering.
De vertering
Vetten splitsen in vetzuren en glycerol en met behulp van gal uit de lever vormen zich kleine druppels, die wateroplosbaar zijn en naar de darmwand gaan. De vetzuren uit deze druppels gaan door de darmwand het lichaam in. Vetzuren komen niet direct in het bloed, maar eerst in de lymfevloeistof. Paarden verteren 60 tot 80% van het opgenomen vet in de dunne darm.
Zetmeel en andere ‘makkelijk verteerbare koolhydraten’ splitsen tot enkelvoudige suikers, zoals glucose. Voor het afbreken van zetmeel is het enzym amylase nodig. Het paard kan een beperkte hoeveelheid amylase maken. En kan daarmee dus een beperkte hoeveelheid zetmeel verteren. Teveel zetmeel dat doorstroomt naar de dikke darm, kan daar leiden tot stoornissen (zie aldaar). Vandaar dat een paard niet meer dan globaal 2.5 gram zetmeel per kg lichaamsgewicht per maaltijd mag hebben. Concreet: voor een paard van 600 kg betekent dit niet meer dan 1500 gram zetmeel, dus maximaal 4 kg haver of 2.5 kg maïs of 3.5 kg zetmeelrijk krachtvoer per maaltijd. Dus als men het advies volgt een volwassen paard niet meer dan 2 kg krachtvoer (inclusief granen) per maaltijd te voeren ten behoeve van een goede maagwerking, kan een overschot aan zetmeel niet optreden.
Eiwitten zijn complexe verbindingen van verschillende aminozuren. Dit zijn essentiële bouwstenen in het lichaam. De dunne darm is belangrijk voor de eiwitvoorziening van het paard. Alleen in de dunne darm gaan aminozuren door de darmwand naar het bloed. De enzymen in de dunne darm knippen eiwitten in kleine stukjes die worden opgenomen.
De enzymen van de dunne darm verteren niet al het eiwit, zetmeel en vet. Een deel van het voedsel stroomt onverteerd door naar de dikke darm. Het soort voedermiddel en de hoeveelheid bepalen de verteerbaarheid in de dunne darm. De structuur van maïszetmeel verschilt van bijvoorbeeld haverzetmeel en verteert minder snel in de dunne darm. Maïs voorbehandelen door te poffen of te malen, verbetert de dunne darmverteerbaarheid. Eiwit in verschillende voedermiddelen vertoont de grootste variatie in de dunne darmvertering. De dunne darm kan ongeveer 25% van het eiwit uit hooi afbreken en ongeveer 75% van het eiwit uit krachtvoer of granen. Ondanks de relatief lage vertering van eiwit uit hooi in de dunne darm kan dit voldoende zijn voor het paard, uiteraard afhankelijk van situatie en dus de eiwitbehoefte van het paard. Een tekort aan aminozuren is niet te snel te verwachten, aangezien de eiwitgehalten in rantsoenen over het algemeen veel groter zijn dan het paard nodig heeft.
De blinde en dikke darm
Bacteriën in de blinde en dikke darm produceren veel energie in de vorm van vluchtige vetzuren. Het paard kan deze energie goed gebruiken. De blinde darm is bij het paard erg groot en vult de hele rechterzijde van de buik. De blinde darm is een zakvormig orgaan, waar het voer enige tijd verblijft. Daarna stroomt het door naar de dikke darm, die ook aanzienlijk van formaat is. In deze darmdelen kunnen paarden vezels uit hooi en gras afbreken. Of eigenlijk zorgen de miljarden bacteriën en protozoën die hier verblijven, voor de afbraak van de voedseldelen. Dit proces heet fermentatie. Om te leven, te groeien en te vermeerderen gebruiken de bacteriën de onverteerde resten van het voer die via de dunne darm binnenkomen. Voor een groot deel bestaat dit uit vezels, maar ook onverteerd vet, zetmeel en eiwitten stromen door naar de dikke darm. Door het voedsel om te zetten, ontstaan vluchtige vetzuren. In de blinde en de dikke darm worden deze vluchtige vetzuren snel afgegeven aan het bloed en door het paard gebruikt als energiebron. De voedselmassa stroomt gestaag door naar de endeldarm en met de mest verdwijnen onverteerde voedseldelen en veel bacteriën.
De fermentatie is een dynamisch proces. De mate en de snelheid van bacteriegroei zijn afhankelijk van het voedsel dat in de dikke darm terechtkomt en dus van het totale rantsoen. Indien de dunne darm het rantsoen grotendeels verteert, is er weinig over voor de fermentatie. Hoe meer onverteerd voedsel in de dikke darm komt, des te meer bacteriën kunnen groeien en energie voor het paard produceren. De voedselbestanddelen bepalen de snelheid waarmee bacteriën deze afbreken. Ruwe celstof uit stro bijvoorbeeld, fermenteert langzaam, terwijl zetmeel uit granen zeer snel fermenteert. Is de fermentatie te traag, dan kan een verstopping optreden in de dikke darm, bijvoorbeeld als een paard te veel stro eet. Verloopt de fermentatie te snel, dan kan een overmaat aan melkzuurproductie het fermentatieproces verstoren en diarree of koliek veroorzaken. Dit kan onder andere gebeuren als het rantsoen te veel zetmeel (krachtvoer of granen) bevat. Een volle dikke darm waar veel bacteriën het voer rustig fermenteren, raakt minder snel uit balans dan een dikke darm met weinig inhoud. Krijgt een paard weinig ruwvoer, dan kan de balans makkelijker verstoord raken en zijn stress of kleine rantsoenveranderingen eerder reden voor het ontstaan van koliek. Voor een rustige fermentatie zijn vezels nodig, die niet te snel fermenteren. Hooi of langstengelig kuilgras zijn hiervoor zeer geschikt. Ruwvoer is de basis van een goed rantsoen en krachtvoer is als aanvullend voer bedoeld. Een officiële of wetenschappelijke richtlijn ontbreekt voor een minimaal of optimaal ruwvoeraandeel in rantsoenen voor paarden. Maar in overdreven zin geldt: teveel ruwvoer geeft geen problemen, te weinig ruwvoer wel.
De mest is uiteindelijk het eindproduct van de vertering. Bij een goede vertering produceert het paard afgeronde gladde mestballen zonder lange resten ruwvoer. Bij afwijkende mest moet de samenstelling van het rantsoen en de gezondheid van het paard kritisch bekeken worden
Citaat:De maag raakt niet overvuld van ruwvoer omdat het paard daar langer op kauwt, ruwvoer geen zwellend vermogen heeft en omdat ruwvoer eerder doorstroomt naar de dunne darm.
ceasario schreef:Bij sektie was een maagruptuur vastgesteld bij Ferro.
Wouter24 schreef:ceasario schreef:Bij sektie was een maagruptuur vastgesteld bij Ferro.
Wat moet ik me daarbij voorstellen? maagwandscheur(tje)?
saluut schreef:Tjsa en hoe zou die er nou komen?????
Sammie schreef:Ik vind het een beetje zonde dat Van Manen nu op eens aangevallen wordt. De stal van Ferro was ruim zat en hij zal ook zat beweging hebben gehad. En verder sluit ik me aan bij wat hier al gezegd is. Koliek valt soms niet te verklaren, het blijft gewoon zonde dat het Ferro is overkomen (en elk ander paard die er aan sterft)
ceasario schreef:[Verder is er de laatste jaren ook veel aandacht van maagzweren bij paarden en waar kunnen die vandaan komen.??
[/quote]