Cor Loeffen ging van start en had zoals gewoonlijk een zeer sterk verhaal. Hij begon het verhaal met wat is het belangrijkste voor je merrie, zoals ik verwacht had zou er een heel verhaal komen maar zijn antwoord was kort maar duidelijk: Drachtig worden, een guste merrie is logisch natuurlijk een teleurstelling voor iedere fokker. Daarna ging het verhaal over hoe het fokken tot stand kwam, zoals iedereen altijd roept: Vermeerden is geen fokken, zijn standpunt was: je moet vermeerderen maar tegelijk verbeteren. Zo kun je natuurlijk ook een visie bekijken!
Zoals hij vertelde werd er in de jaren 50 geselecteerd omdat de fokker ook de gebruiker was ( agrarisch), in de 70 was de fokker de gebruiker niet meer waardoor er sterk op exterieur gefokt werd. Dit is nog steeds terug te zien aan het huidige kwpn paard. Vanaf 1996 is het kwpn pas gaan selecteren op vrij bewegen, en werd de galop dus pas beoordeeld. Aangezien de huidige gebruiker waarschijnlijk de toekomstige fokker gaat worden worden de selectiecriteria anders dan voorheen. Hij benadrukte daarmee voornamelijk...............een functionele aansprekende bouw. Het exterieur staat niet meer op nr 1 zoals vroeger wel was.
Hij sprak over het volgende fokdoel: Functionele en een aansprekend exterieur, drie functionele gangen, goede constitutie, en presteren op het hoogste nivo onder het zadel. Met de nadruk op onder het zadel. Verder is hij ingegaan op de specialisatie. Maar hij bleef benadrukken op functionele basisgangen en functionele bouw. Aansprekend lijkt een verleden tijdperk, als ik zijn woorden mag geloven!
Daarnaast benadrukte hij wederom de merrielijn. Een goede merrielijn is een lijn die generaties lang prestatiepaarden fokt met gebruik van diverse verschillende vaders. Ook benadrukte hij dat de merrielijn het belangrijkste is voor de fokkerij. Hij gaf aan te betreuren dat het kwpn nooit uit eigen initiatief een boek heeft uitgegeven over merrielijnen, inmiddels hebben 2 heren het initiatief genomen om deze boeken te schrijven alleen is het jammer dat het kwpn daar zelf nooit mee gestart is.
Enkele interessante citaten: Hij vertelde dat in Duitsland je tot GP nivo nationaal met een zweep mag rijden. In Nederland mag je dat tot M omdat wij hypocriete hollanders vinden dat je je paard maar goed genoeg afgericht moet hebben. HIj zei met een kleine sarcastische ondertoon: Maar dat komt omdat wij in Nederland natuurlijk veel beter presteren dan in Duitsland op dressuurgebied


De boodschap die hij mee wilde geven deze dag was: De fokkers moeten een paard fokken die de verwachting heeft tot hoog presteren, waardoor de investeerders de paarden kopen en de ruiters de paarden africhten ( en niet om zeep helpen)
Daarna kwam de heer Moller, helaas is mijn duits werkelijk belabberd te noemen en daardoor kon ik zijn verhaal absoluut niet volgen. Een uitspraak denk ik begrepen te hebben, maar mocht ik het mishebben zeg het gerust: De beste merrie onder het zadel is ook de beste merrie voor de fokkerij.
Daarna kwam er een discussie ronde waarbij iedere tafel een tafel "heer" had die de discussie ging leiden. De stelling was: Inteelt is bevordelijk voor de gerichte fokkerij van topsportpaarden. Tijdens de discussie kwamen er natuurlijk voors en tegens. De voordelen die door de zaal gezien werden: Karakter en goede eigenschappen worden behouden. Veel kwaliteiten van goede sporthengsten behouden door te kruisen. Dhr Roelofs voegde eraan toe dat het wel belangrijk was om dit met zorg en met een vooruitstrevend doel te doen!
De nadelen waren volgens de zaal: Ook de negetieve eigenschappen worden verankerd. We hebben vers bloed nodig in de fokkerij. En het voorbeeld Hoogheid werd genoemd, met daarbij of dit wel ethisch verantwoord is. Daarnaast werd de vraag gesteld in hoeverre er paarden op internationaal nivo goed presteren die werkelijk bewust zijn gefokt op lijnenteelt. Helaas kon mijn tafel mij daar geen antwoord op geven.
Na een kopje koffie ging het verder met dhr. Egbert Schep, hij gaf aan specialisatie een noodzaak te vinden, vooral omdat de markt er om vraagt. Hij gaf ook aan dat er veel meer marketing gedaan moet worden in de paardensport. Hij vertelde dat het grootste probleem was dat mensen gaan fokken met merries die net niet goed genoeg zijn. De goede merries presteren dusdanig in de sport dat ze vaak verkocht worden. Daardoor worden de merrielijnen minder en minder. Dhr. Schep gaf aan lijnenteelt armoe te vinden, hij vind dat er te weinig goede hengsten zijn om lijnenteelt mee toe te passen. En als lijnenteelt werkelijk succesvol zou zijn dan zouden er veel meer goede paarden rondlopen en zou lijnenteelt niet meer nodig zijn. Ook had Dhr. Schep het nog over het gebruik van de volbloed. Hij gaf aan dat als je naar internationaal succesvolle sportpaarden keek, dat er altijd in de 2/3/4 generatie volbloed terug te vinden was. Hij vond het dan ook noodzakelijk in een paard.
Ook hij had enkele leuke uitspraken: Hoe beter een paard springt, hoe mooier deze wordt.
Vervolgens was er weer een discussie in de zaal, de stelling was ditmaal: Het verdwijnen van het dubbeldoel paard is een verschraling in de fokkerij. De conclusie was eigenlijk bij het grootste gedeelte van de tafels hetzelfde: Springpaardenspecialisatie kan zeker, maar de dressuurfokkerij heeft de springpaardenfokkerij nog heel hard nodig!
Daarna kwam dhr. Visser van Eurocommerce een verhaal doen. In het begin kreeg ik het gevoel dat hij een reclameboodschap aan het vertellen was. Even later vond ik het steeds leuker! Een man die een hele andere kijk heeft op de topsport. Enkele uitspraken van dhr. Visser: Basissport kan niet zonder de Topsport! Dit mbt de media aandacht die word gegeven aan de dressuursport, zouden we in de springsport een soort van Anky hebben, dan zou dit een stuk populairder worden.
Eerder starten met een verantwoorde wijze van arbeid. Hier trok hij de vergelijking naar de topsport voor mensen. Turnsters beginnen niet met hun 15de jaar!
Ook gaf hij aan dat het nogal aan winnaarsmentaliteit ontbrak bij de Nederlandse ruiters, KNHS en bondscoach. Hij verwees naar een stuk in de paardenkrant???? van dhr. Romp die vertelde dat ze een 5de plek op de OS acceptabel vonden.
Hij citeerde hierbij een quote van een topsporthockeyer: Winnen is niet alles, het is het enige!!!!!!
Daarna kwam er weer een stelling op tafel: Liever een merrie die op Z nivo heeft gepresteerd dan een stermerrie. Al met al was iedereen het wel eens dat de lat van Z te laag is. Dhr. van Norel merkte terecht op.........ik ga er van uit dat de KWPNjury objectief jureert en een stermerrie moet voldoen aan de basisgangen, dus een stermerrie moet makkelijk een Z proef lopen. Aangezien het vrij makkelijk is om een paard in het Z te laten presteren, doormiddel van gebruik van een topruiter die een paar keer Z start, is het dus geen graadmeter van het paard. Hij koos voor een stermerrie.............en als een merrie lichte toer liep dan pas was de merrie interessant!
Als laatste was de stelling: Fokker moet bereid zijn om langer mede eigenaar te blijven van een fokproduct. Hierover waren veel meningen verdeeld, en ik moet zeggen dat ik het persoonlijk een zeer kromme stelling vond! Hier over kan je niet oordelen omdat een financieel aspect meegerekend moet worden. Mocht een fokker niet over de financiele middelen beschikken om een paard lange tijd aan te houden, doet hij er verstandig aan om deze te verkopen.
Al met al een zeer leuke en leerzame middag en avond gehad! En ik ben benieuwd wat jullie van de bovenstaande stellingen vinden!