Moderators: C_arola, Essie73, Coby, balance, Firelight, Dyonne, Neonlight, Sica, NadjaNadja
Ibbel schreef:Hoe begin ik met mennen?
Allereerst is het verstandig om zelf informatie in te winnen over het mennen. Er zijn verschillende boeken in de handen die de beginselen van het mennen uit een zetten. Ook zijn er de laatste jaren boeken uitgebracht voor de wat gevorderde menner. Maar een goede eerste stap is het halen van je koetsiersbewijs. Het is inderdaad nog niet verplicht en kost misschien veel geld. Maar je leert wel de belangrijkste dingen van het mennen. En hierdoor kan je op de lange termijn je geld terug verdienen, doordat je veel ongelukjes kan voorkomen met kennis.
Wanneer je je koetsiersbewijs hebt, bezit je de basis van het mennen. Maar net zoals onder het zadel blijven lessen erg belangrijk, het is daarom aan te raden te zoeken naar een instructeur. Al is het maar voor 1x per maand, zo kunnen er geen stomme foutjes insluipen. Plus dat iemand je kan helpen als je er zelf niet meer uitkomt. En natuurlijk is het ook erg gezellig als je in een clubles kan meerijden van een vereniging.
Als je zelf geen ervaring hebt met mennen, is het verstandig je pony te laten beleren door een deskundige. Deze kan dan ook meteen bepalen of je pony geen angsten heeft en te vertrouwen is voor de wagen. Ook zal deze je tijdens de eerste keren met je pony kunnen begeleiden.
Verder staan er in deze topics leuke en handige tips:
Op welke leeftijd beleren?
Eerst longeren, dan beleren?
Zelf beleren voor de wagen?
Slepen
Op welke leeftijd kun je een paard of pony voor de kar (laten) beleren?
Voor aangespannen rijden geldt hetzelfde als voor onder de man rijden. Vanaf 3 jaar is een goede leeftijd. Ook al is aangespannen rijden fysiek minder zwaar dan erop gaan zitten, geestelijk kan het wel degelijk te belastend zijn om een jong paard voor een kar te zetten. Veel professionele beleerders vinden het bovendien vaak fijn wanneer een paard ook al (licht) onder het zadel is beleerd. Immers, het stuur en de rem zitten er dan al op.
Eventueel kun je wel al wat aan de lange lijnen werken met een jong paard, maar met een leeftijd jonger dan 2,5 jaar hoort een paard echt nog in de wei thuis.
Zijn menlessen nou echt noodzakelijk?
Begin sowieso niet met mennen voor je een paar keer ergens hebt gelest. Een goed begin is het halve werk. Je gaat tenslotte ook niet paardrijden zonder dat je les hebt gehad. Er zijn menlessen en -cursussen, en er is de opleiding tot het koetsiersbewijs. Deze twee zaken zijn dus heel verschillend. Net zo goed als rijles en het ruiterbewijs twee verschillende zaken zijn. De opleiding tot het koetsiersbewijs leert je ook algemene en theoretische zaken. Menlessen of mencursussen zijn meestal beperkt tot het leren mennen.
Zowel menlessen als het koetsiersbewijs zijn geen opleiding tot het leren beleren van een paard. Als je een reeds beleerd paard hebt gekocht, is een serie menlessen en/of het koetsiersbewijs een prima manier om te leren omgaan met je tuigpaard.
Natuurlijk is het hartstikke leuk om met je paard of pony een rondje door de polder of het bos te rijden, maar vergeet niet dat het een stuk gevaarlijker is dan onder het zadel. Denk maar eens aan de gevolgen als je aanspanning aan de hol gaat. Wees daarom altijd oplettend en neem áltijd een ervaren iemand mee, voor als er iets gebeurt. Neem altijd een halster en een scherp mes mee om in geval van nood je paard los te kunnen snijden.
Als je onderweg pauzeert, span dan je paard of helemaal uit, of laat altijd iemand bij het ingespannen paard staan, en doe nooit het hoofdstel uit als het paard nog ingespannen staat.
Waar kan ik m'n koetsiersbewijs halen?
Op de site van mensport vind je onder adressen / koetsiersbewijs een aardig volledige lijst van bedrijven die regelmatig cursussen organiseren. Zoek er één uit de lijst met adressen die bij je in de buurt zit, en pak de telefoon.
Zelf beleren of laten doen?
Als je een groen paard hebt, dan is menles absoluut onvoldoende om je paard zelf te beleren. Net zo min als een paar manegelessen voldoende is om zelf een paard zadelmak te maken. Het wordt daarom absoluut aangeraden een ervaren iemand te hulp te roepen als je een onbeleerd paard wilt gaan beleren. Bedenk dat een paard in paniek niet denkt aan die kar die erachter hangt, en gewoon tussen twee geparkeerde auto’s door zal sjezen. Zorg dus ook voor een goede WA verzekering!
Wat voor wagens en tuigen heb je?
Er is een hoop keus: tweewieler, sulky, concourswagentje, marathonwagen, recreatiewagen, koets of een zelfbouw. Op marktplaats is al een hoop te koop, maar als je geen ervaring hebt is het moeilijk te beoordelen of het goed is. Een lik verf kan al een hoop verbergen. Voor wagens geldt in feite hetzelfde als voor trailers: voor weinig geld moet je verwachten dat er een hoop opknappen aan vast zit. Neem daarom een ervaren iemand mee als je naar een 2e hands wagen gaat kijken. Vaak is het beter om met dit soort dingen iets langer door te sparen en meteen iets goeds te kopen. Dan hoef je niet meteen naar de duurste wagenbouwer, maar een nieuwe wagen heeft sowieso minder kans op gebreken dan een 2e hands.
Let erop dat de hoogte van de wagen aangepast is aan de stokmaat van je paard. Er zijn wagens voor Shetlanders, A-B pony´s, voor C-D pony´s, voor Cobs (stokmaat 1.50/1.55) en voor paarden. Cobmaat en groter heeft vaak 23 inch wielen, ponywagens hebben meestal 19 inch wielen, of kleiner. Hoe groter de wieldiameter, hoe lichter de wagen rijdt.
Qua tuigen is er niet zo veel keus; leer of kunststof. Een merk om aan te raden is Ideal. Het heeft een goede kwaliteit maar is zeker niet duur. Het meeste leer is verstevigd met nylon. Volkunststof tuig heeft het voordeel dat je het na een modderige rit even onder de tuinslang kan houden en het is schoon. Leer moet goed onderhouden worden. Het heeft veel te lijden van bosritten. Slecht onderhouden en uitgedroogd leer is levensgevaarlijk!
De keus voor (halve) oogkleppen of niet hangt van verschillende factoren af. In principe zijn oogkleppen ervoor bedoeld dat je paard niet schrikt van wat er achter hem gebeurt - inclusief het hanteren van de zweep door de koetsier. Vooral bij tweespannen is het handig als het actieve paard niet óók reageert op de zweep waarmee je het luie paard wilt aansporen. Heb je echter een pony in enkelspan staan die alleen maar kijkeriger wordt van het feit dat hij niets achter zich kan zien met oogkleppen, dan is er geen reden het niet eens zonder kleppen te proberen.
Hoeveel kan mijn paard trekken?
Vuistregel is dat een paard op vlakke weg 3x zijn eigen gewicht kan trekken, op onverharde vlakke weg 2x zijn eigen gewicht, en in zwaar terrein (mul zand, heuvelachtig) 1x zijn eigen gewicht. Dat betekent dat je met een mini-Shetlander hooguit 100-150 kilo erachter kan hangen als je de duinen in wilt, en dat als je met een KWPN tuigpaard alleen over asfalt rijdt je er makkelijk 1500 kg achter kan hangen.
Enkele interessante topics uit het verleden:
Leidselvoering anders dan achenbach?
Dressuur mennen: Do's en Don't
wat voor bit voor het mennen? (Shetlander)
Waar op te letten bij aanschaf van een wagen?
Wie heeft er ervaring met een nylon tuig?
Beginnersrijtuig, wat is makkelijk & nuttig?
Ervaring met Ideal en Zilco tuigen?
verschil enkelspan en tweespantuig
Menwedstrijden
Na een paar jaar 'bos-crossen' wil je natuurlijk eens een wedstrijdje meepikken. Zorg dat je je spullen goed voor elkaar hebt. Er is natuurlijk niets zo vervelend dan wanneer jij op een wedstrijd komt en je wordt teruggestuurd omdat je pony's geen chip hebben of niet correct zijn ingeent.
Vergeet tijdens de wedstrijden ook nooit dat je voor jezelf rijdt. Laat je nooit ompraten door iemand, om toch een gevaarlijkere route te nemen. Weet waar je voor staat en ga geen rare dingen uithalen. Je staat tijdens de wedstrijd al onder spanning en dan is de kans op een stuurfoutje stukken groter.
Je hebt de keus uit dressuur, vaardigheid of samengesteld. Vanaf 3 jarige leeftijd mag je dressuur en vaardigheid starten en vanaf 4 jaar het samengesteld. Bij alle soorten wedstrijden heb je 1 startkaart nodig, voor alles dezelfde, alleen moet je per onderdeel apart coupons aanvragen. Voor iedere proef die je rijdt, stuur je 1 coupon op naar de wedstrijdorganisatie. Ook ben je verplicht je paarden te laten registreren, dan wel met chip of DNA, ze moeten 1x per jaar geënt worden (binnenkort zelfs 2x per jaar) en bij pony's tussen de 1.45 en 1.50 moet je ze tot hun achtste jaar laten meten. Het mennen kent namelijk geen E-pony's, dus als je pony 148,1 cm hoog is, dan is het een paard.
Bij de dressuur heb je de niveaus B, L, M, Z, ZZ. De proeven zijn zeker niet moeilijk, maar 1 ding is zeker; je pony's moeten goed in de hand staan. Zodra ze niet te sturen zijn, heb je echt een probleem, zeker als je met 1 hand moet rijden. De wedstrijdbaan is indoor 20x40 of 20x60 en outdoor 30x60. De winstpunten regeling is hetzelfde als onder het zadel. Gemiddeld een zes is 1 winstpunt, tussen de 6,5 en 7 gemiddeld is 2 winstpunten en hoger dan een 7 is 3 winstpunten. Bij 5 winstpunten mag je naar de L, bij de andere klassen heb je er 10 nodig (en max. 20) om over te gaan.
Bij de vaardigheid heb je de L, M en Z. Bij de klasse L krijg je 35 centimeter extra bij de spoorbreedte van je wagen, in de M is het +30 en in het Z +25. Het tempo dat je verplicht bent om te rijden is een arbeidsdraf. Als je helemaal foutloos bent, mag je een barrage rijden. Deze telt mee voor de eindklassering, maar niet meer voor je winstpunten. Bij een foutloos basisparcours krijg je 2 winstpunten, bij een balletje 1 winstpunt, of tijdfouten die gelijk staan aan een balletje (3 str.) en meer dan dat is geen winstpunten. Bij 10 winstpunten mag je over en met 20 moet je over.
Over het samengesteld is een heleboel te vertellen. Ten eerste is het ingedeeld in 4 klassen, klasse 1, 2, 3, en 4. De klasse 1, 2, 3 is basis. De klasse 4 kunnen internationaal starten, hebben andere wedstrijden en hebben een hoop extra regels. Het samengesteld bestaat uit 3 onderdelen; Dressuur, vaardigheid op zaterdag en de marathon op zondag.
De dressuurproeven zijn iets simpeler dan de proeven van het andere dressuur. Ook de wedstrijdring is een stuk groter, deze is 30x60, 40x80 en voor de langspannen (en vaak klasse 3) 40x100.
De vaardigheid is vaak een stuk technischer en je moet flink doorrijden. Tegenwoordig heb je zelfs een handgalopje of middendraf nodig, om binnen te toegestane tijd het parcours af te leggen.
De marathon bestaat uit 6 hindernissen en een wegparcours. Bij elkaar is een marathon ongeveer 15 km, waarvan 1 km stap en de rest draf. In het wegparcours moet je een vastgestelde snelheid aannemen, ben je te laat of te vroeg, krijg je strafpunten.
De hindernissen moeten natuurlijk zo snel mogelijk en tellen hard mee in het klassement.
Al met al kost zo een weekend dus veel kracht van je paard (en jezelf). De winstpunten en klassering is gericht op de totaal uitslag, maar ook de dressuur bepaalt hoeveel winstpunten er max. gehaald kunnen worden.
Op de site van de KNHS, kun je alle details vinden. Ook staat het hele reglement erop, dus genoeg om even door te spitten. Doe dit dan ook als je wedstrijden gaat rijden, je wordt geacht de regels te kennen. Ken je die niet is het jouw probleem, en je kunt er op gestraft worden.
Tenslotte: als je een startkaart hebt mag je geen wedstrijden meer rijden die niet bij de KNHS zijn aangemeld, de zogeheten 'wilde wedstrijden'. De KNHS wil van deze wedstrijden af omdat het bij een aantal nogal schort aan de regels en veiligheid. Als ze je betrappen wordt je voor 3 wedstrijden geschorst.
Met dank aan napie en sjonniej.
Links
www.knhs.nl
www.mensport.nl