Zojuist ben ik begonnen aan het corrigeren van 'n tekst voor iemand, maar nu ik daarmee bezig ben merk ik toch dat hoe beter ik m'n best doe, hoe meer ik ga twijfelen. M'n spelling is echt niet verkeerd (spellingstoets Nederlands recht: 'n 10
) Maar toch kom ik nu gevalletjes tegen waarbij ik denk: hoe zat dat NU ook alweer? (want ja, het wisselt allemaal ook zo vaak .. ik heb in m'n toch niet zo heeeel lange leventje (20 nu) toch al heel wat veranderingen in de spelling meegekregen; verschillen tussen wat we leerden op de basisschool, op de middelbare school en op de universiteit). Hoe zit het bijvoorbeeld met zinnen als: zodat alleen voetgangers erdoor kunnen .. is het dan erdoor kunnen of er door kunnen?
of: waar een financieel plaatje aanhangt .. is dat aanhangt, of aan hangt?
dat is eigenlijk hetgeen waar ik nu nog de meeste moeite mee heb.
Wat vinden jullie lastig? en hoe belangrijk vinden jullie dé perfecte spelling in een stuk?
Op de universiteit zijn er hoogleraren die 't stuk niet eens willen nakijken als er teveel (stuk of 5) fouten wat betreft zinsbouw of spelling in zitten .. m.i. hebben ze groot gelijk; ongelofelijk vervelend 'n stuk te moeten lezen met de ene na de andere (grove) fout
.