Hij is weg. Hij is vorige week vertrokken. Ik ben er kapot van.
Ik voel me zo waardeloos. Ik heb geprobeerd om hem te helpen, ik heb mijn uiterste best gedaan om hem het gevoel te geven dat hij er niet alleen voor stond, maar het was niet genoeg. Ik was weer maar eens niet goed genoeg. Misschien verdien ik gewoon echt geen liefde. Ik duw mensen altijd weg wanneer ze mij het meeste nodig hebben, ik slaag er altijd in om hen te kwetsen. Ik voel me een monster
Hij huilde toen hij vertrok, en ik voelde me een verschrikkelijk mens. Ergens besef ik wel dat hij waarschijnlijk niet zou veranderen, en dat hij me steeds opnieuw zou kwetsen. Ik heb nooit gewild dat het op deze manier zou eindigen. Maar ik was zo uitgeput en wanhopig, ik hield het gewoon niet meer uit.
Ondanks het feit dat hij me zo slecht behandeld heeft heb ik nog steeds medelijden met hem. Hij heeft er nooit om gevraagd om zich zo klote te voelen en misschien kan hij er echt niks aan doen dat hij de mensen rondom hem steeds opnieuw kwetst. Hij leek zich altijd zo schuldig te voelen voor de last die hij anderen bezorgde.
Toen ik hem leerde kennen had ik er geen idee van dat hij zich zo verschrikkelijk voelde. Ik heb geprobeerd om er voor hem te zijn, maar hij was enorm veeleisend en ik had het gevoel dat ik nooit genoeg zou kunnen doen. Alles wat ik voor hem deed voelde als een poging om een bodemloze put te vullen. Zelfs als ik mijn leven zou gegeven hebben om hem te helpen zou dat nog niet genoeg geweest zijn.
Ze zeggen allemaal dat hij beter zijn best zou kunnen doen als hij dat echt wilde, maar daar ben ik niet meer zo zeker van. Het is alsof zijn hele leven een grote lijdensweg is, alsof alle vreselijke dingen die hij ooit gedaan heeft gewoon wanhopige pogingen waren om die ondraaglijke pijn voor even te vergeten. Ik wou echt dat ik iets voor hem kon doen.
Maar hoe hard ik ook zou proberen om hem te steunen, hij zou nooit geloven dat ik het echt goed met hem voor had. Hij zou me altijd blijven testen, me afstoten om me daarna weer aan te trekken, mijn leven een hel maken tot ik het uiteindelijk zou opgeven en hij weer maar eens zou kunnen bewijzen dat niemand echt om hem geeft. Door zijn verlatingsangst bedriegt hij, manipuleert hij en kwetst hij de mensen rondom hem steeds opnieuw tot ze geen andere keuze hebben dan hem verlaten.
Hij verlangt zo naar liefde maar zijn gedrag maakt het onmogelijk om van hem te houden.
Ik heb het opgegeven om hem te helpen omdat ik het gevoel kreeg dat mijn mentale gezondheid op het spel stond. Ik werd steeds onzekerder, banger en somberder en ik kon er niks aan doen. Af en toe begon ik me zelfs af te vragen of het niet beter zou zijn als ik er niet meer was. Ik voel me gebroken, verpletterd, uitgeput.
Ik hoop gewoon dat deze ervaring me niet alleen maar pijn gebracht heeft. Ik hoop dat ik er iets uit geleerd zal hebben, dat ik mezelf beter heb leren kennen en dat ik er uiteindelijk sterker door zal worden.