
Citaat uit een lezing van mij voor verpleging in hospices en terminale thuiszorg: Verpleging, artsen en familie van terminale patiënten zouden moeten openstaan voor sterfbedvisioenen, of ‘Levenseinde-ervaringen’, waarbij ontmoetingen met overleden dierbaren kunnen worden gemeld, meestal de gestorven partner of een van de ouders, maar ook visioenen van een prachtig landschap, een zeer helder licht, of het gevoel van onvoorwaardelijke liefde. Soms gaan deze ervaringen gepaard met een innerlijk weten dat het moment van overgang nabij is. Veel verhalen van sterfbedvisioenen of levenseinde-ervaringen worden als zodanig niet herkend, of als hallucinatie, terminale verwardheid of bijwerking van medicatie geïnterpreteerd. Stervende patiënten zouden de ruimte moeten krijgen over deze ervaringen te praten zonder dat verpleging of familie de inhoud van hun ervaring ter discussie stelt. Wanneer de verpleging open vragen stelt over zo’n ervaring is dat zowel voor de patiënt als voor de familie een grote steun omdat een sterfbedvisioen de angst voor de komende dood zowel bij de patiënt als bij de familie sterk kan doen verminderen.
Ik weet nog dat ik de ervaring zo mooi vond dat ik het een verpleger daar vertelde en die me echt aankeek van: je bent knettergek, mens. Echt jammer, want of het waar is of niet. Het voelt troostend. Ik heb een tijdje echt "Geweten"dat er meer was. Dat gevoel is nu wel wat weg. Misschien ook wel omdat ik het ergens een enge gedachte vind. Het zou betekenen dat alles wat je in dit leven doet consequenties heeft voor hoe het erna gaat, en ik weet niet of ik dat nou wel zo'n leuke gedachte vind.
De "bijna dood"ervaringen: hoe weet je wanneer de ervaring zich heeft voorgedaan? Of het voor of na een hartstilstand was? Dat is natuurlijk niet vast te stellen. Was diegene op het moment van de ervaring wel echt dood, of was het de fase er net voor, waar het zuurstoftekort van de hersenen voor hallucinaties zorgt?
Aan de andere kant: hoe is te verklaren dat mensen die dergelijke hallucinaties bijv door drugs hebben hun leven niet op dezelfde drastische wijze veranderen als mensen die een bde hebben gehad na een hartstilstand? Deze lijken echt levensveranderend te zijn en dat is met een hallucinatie niet het geval.
Dus of er meer is: ik weet het niet. Ik wil erin geloven en tegelijk weer niet. Ik vraag me sws vaak af wat bewustzijn eigenlijk is en hoe het ontstaat. Hoe kan het dat er uit een zaadcel en eicel een kindje ontwikkelt en dat dat kindje zijn eigen persoonlijkheid heeft vanaf de geboorte. En dat kleine kinderen zich soms dingen kunnen herinneren van plekken waar ze nog nooit geweest zijn.
Het ggebeurt te vaak en zoveel mensen, los van elkaar op de wereld die dat allemaal verzinnen? Mensen die een ongeluk krijgen en een overleden persoon zien die hen opwacht, terwijl ze nieteens op de hoogte zijn dat die persoon kort daarvoor is overleden? Ik denk bij nader inzien toch echt dat er meer moet zijn dan wat wij weten.