Het eerste jaar van mijn opleiding woonde ik nog thuis. Ik ging dagelijks van Mijdrecht naar Den Haag en was zo 4 uur per dag kwijt aan reizen. Maar dat maakte mij niet uit, want bij mijn ouders had ik de paarden en een sociaal leven, werk enz. Tijdens mijn eerste jaar gingen steeds meer medestudenten op kamers en vond ik het jammer dat ik vaak etentjes moest laten gaan omdat ik anders niet meer naar huis kon of anders gelijk bij iemand moest logeren. Tevens gebeurde het regelmatig dat ik 's ochtends te laat was omdat het OV weer eens flinke vertraging had.
Na een jaar ben ik toch op kamers gegaan en het eerste jaar ging ik zeker nog het weekend en soms zelfs doordeweeks als ik vroeg klaar was naar mijn ouders. Want ik kon nog maar slecht mijn leven thuis loslaten, maar had gelukkig wel de mogelijkheid om in Den Haag te zijn wanneer dat wat studie betreft beter uit kwam. Op een gegeven moment ben ik hier in Den Haag werk gaan zoeken in de horeca, waar ik (naast inmiddels vrienden van de studie) ontzettend veel mensen heb leren kennen. Mijn momenten naar mijn ouders werden steeds minder, helemaal toen het met de paarden zo liep dat ik daarvoor ook niet meer die kant op ging.
Inmiddels ben ik al 2 jaar klaar met mijn studie, woon en werk ik nog steeds in Den Haag en zie ik mijn ouders zo'n 1/2 keer per maand (hier of daar). Al mijn sociale contacten zijn hier, vanuit studie en werk. Ik rij hier nu paard, sport hier en vind het super leuk als vrienden en familie uit Mijdrecht hier komen om ze Den Haag te laten zien.
Samengevat, het heeft echt tijd nodig om je ergens op je plek te gaan voelen en dit moet ook gewoon groeien

