
onzin (m.; g.mv.) [vertalende ontlening aan Fr. non-sens], 1 onzinnige praat, dwaze redenering, syn. zottenklap, nonsens: 't is onzin wat hij daar zegt; niemand zal die onzin geloven; geleerde onzin, onzinnige praat met vertoon van geleerdheid; onzin is van alle tijden (Brandt Corstius); - als uitroep: onzin!, vooral in de zin van: wat je daar zegt, gaat niet op, geldt niet, kan ik niet accepteren; 2 daad die blijk geeft van gebrek aan verstandig overleg; onbekookte handelwijze: met dit weer die tocht te ondernemen, zou onzin zijn.
Mmm... wat vinden wij hiervan? Dwaze redenering, zottenklap, gebrek aan verstandig overleg... Eens kijken wat er te lezen valt bij onzinnig:
1 zinneloos, krankzinnig
2 blijk gevende van gebrek aan kalm en gezond verstand
3 alle maat of redelijkheid te buiten gaande
En dan ook nog onzinnigheid:
1 dolle dwaasheid
2 onzinnige daad of uiting
Tja, meer kan ik er helaas niet van maken. Erg positief klinkt het niet...
In ieder geval is 'onzin' volgens de DvD geen werkwoord. Maar het is ons natuurlijk niet verboden om onze prachtige Nederlandse taal te verrijken met nieuwe woorden...

Maar dan wel bij voorkeur als volgt:
Ik zin on
Jij zint on
Wij zinnen on
Wij hebben ongezind...


