Moderators: Polly, Muiz, NadjaNadja, Telpeva, Essie73, ynskek, Ladybird
Citaat:Scène 1
Op een dag was hij met zijn discipelen in Judea, en vond hen zittend bij elkaar allen in vrome ceremonie. Toen hij zijn discipelen naderde, deze zaten bij elkaar in een dankgebed voor het brood, lachte hij. De discipelen zeiden tot hem, “Meester waarom lacht u om ons gebed van dankbetuiging? We hebben gedaan wat juist is. ”Hij antwoordde en zei tot hen, "ik lach niet om jullie. Jullie doen dit niet vanwege je eigen wil, maar omdat het door dit is dat jullie god geprezen zal worden.” Zij zeiden,”Meester, u bent [….] de zoon van onze God.” Jezus zei tot hen, ”Hoe kent u mij? Waarlijk ik zeg u, geen generatie van de mensen te midden van u zal mij kennen.
De discipelen worden boos.
Toen de discipelen dit hoorden, werden zij geïrriteerd en boos en begonnen in hun hart godslasterlijk tegen hem te spreken. Wanneer Jezus hun gebrek aan begrip bemerkte, zei hij tot hen, "waarom heeft deze opschudding u geleid tot boosheid? Uw god welke in u is en […] heeft u opgehitst tot boosheid in uw zielen. Laat iemand van u die moedig genoeg is tussen menselijke wezens de perfecte mens bekend maken en voor mijn aangezicht staan. Zij allen zeiden, "We hebben de kracht." Maar hun geesten durfden niet voor hem te gaan staan, behalve Judas Iscariot. Hij was in staat om voor hem te staan, maar kon hem niet in de ogen kijken, en draaide zijn gezicht weg. Judas zei tot hem, "Ik weet wie u bent en waar u vandaan bent gekomen. U bent van het onsterfelijke koninkrijk Barbelo. En ik ben niet waardig uw naam uit te spreken of van de gene die u heeft gezonden.”
Jezus spreekt privé tot Judas
Wetende dat Judas bewogen was door iets van grote betekenis, zei Jezus tot hem, “verwijder u van de anderen en ik zal u van het mysterie van het koninkrijk vertellen . Het is mogelijk voor u om dit te bereiken, maar u zult er veel verdriet van hebben. Want iemand anders zal uw plaats innemen, zo dat de twaalf discipelen mogelijk weer tot vereniging komen met god. Judas zij tegen hem, "Wanneer zal u mij deze dingen vertellen, en wanneer is de grote dag dat dit ontwakende licht verschijnt voor de generatie?" Maar toen hij dit had gezegd, verliet Jezus hem.
_Ella_ schreef:Ester staat toch gewoon in de Bijbel? Of is dit een andere?
Mystica schreef:@ Ella, De ester die in het bovenstaande rijtje bedoeld word, zijn griekse toevoegingen op hetgeen nu idd wel gebruikt wordtWat er precies in die toevoegingen staat kan ik zo snel niet meer vinden
Edit:
De Toevoegingen op Ester is een deuterocanoniek Bijbelboek. Het is in Rooms-Katholieke Bijbels opgenomen als deel van de canon, maar in de Protestantse canon ontbreekt dit boek.
De Toevoegingen van Ester zijn inderdaad toevoegingen op een ander Bijbelboek, genaamd Ester (of Esther). Dit Bijbelboek is wel in de Protestantse canon opgenomen en is ook gewoon te vinden in Rooms-Katholieke Bijbels.
Ik zoek nog even verder
Citaat:Koning Ahasveros/Xerxes is gehuwd met Vasthi, en deze weigert tijdens een feest aan de verzamelde gasten haar schoonheid te tonen, waarop zij door de koning verstoten wordt (484 v.Chr.). Mordechais nicht Hadassa wordt uit een groot aantal kandidates door de koning gekozen als zijn nieuwe vrouw. Zij krijgt de Perzische naam Esther (480 v.Chr.).
Mordechai, die in de poort van de koning werkt, ontdekt dat twee hovelingen een aanslag tegen de koning beramen. Hij meldt dat en de samenzweerders worden ter dood gebracht.
De minister Haman (een Amalekiet) maakt zch kwaad omdat de Jood Mordechai niet voor hem buigt. Hij laat een wet uitvaardigen waarin staat dat het hele Joodse volk uitgeroeid moet worden, en wel op een door het lot bepaalde datum. Haman realiseert zich niet dat Esther ook tot dit volk behoort.
Op aandringen van Mordechai probeert Esther in te grijpen. Ze neemt het risico dat ze ter dood veroordeeld wordt omdat ze ongevraagd bij de koning komt (in de Septuagint wordt dit heel levendig beschreven). Ze nodigt de koning en Haman uit voor de maaltijd. Tijdens de maaltijd vraagt de koning wat Esthers wens is, maar Esther beantwoordt die vraag niet direct. In plaats daarvan vraagt ze de koning en Haman de volgende dag weer bij haar te komen eten.
Haman is de verdere dag in een vrolijke stemming. Hij heeft een belangrijke functie en hij is zelfs twee keer door de koningin te eten gevraagd! Hij blijft zich echter ergeren aan de Jood Mordechai, die niet voor hem buigen wil. Hoewel hij al geregeld heeft dat het hele Joodse volk wordt uitgeroeid, besluit hij, op aandringen van zijn vrouw, een paal gereed te maken om Mordechai aan op te hangen. Hij zal de koning de volgende ochtend vragen om het vonnis te bekrachtigen.
Die nacht kan de koning niet slapen en hij laat zich de kronieken voorlezen. Zo wordt hij eraan herinnerd hoe Mordechai enige tijd geleden een aanslag had verijdeld, en dat hij daarvoor nooit beloond is. De koning vindt dat dat verzuim moet worden goedgemaakt. 's Morgens komt Haman bij de koning, hij wil de koning goedkeuring vragen voor het doodvonnis van Mordechai, maar voordat Haman aan het woord komt spreekt de koning – en hij zegt dat Mordechai een beloning moet ontvangen. Het spreekt vanzelf dat Haman zijn plannen nu voor zich houdt.
Als de koning en Haman die middag weer bij Esther de maaltijd gebruiken en de koning weer vraagt wat Esther wenst, antwoordt Esther dat haar volk uitgeroeid moet worden, volgens een wet die Haman heeft geschreven. De koning laat Haman ophangen aan de paal die hij voor Mordechai had bedoeld, en hij stelt Mordechai aan als minister in plaats van Haman.
Rest nog de uitgevaardigde wet, die onmogelijk ingetrokken kan worden. Mordechai lost dit op door de Joden overal toe te staan zich te verzamelen en te verdedigen.
Citaat:neemt het risico dat ze ter dood veroordeeld wordt omdat ze ongevraagd bij de koning komt (in de Septuagint wordt dit heel levendig beschreven).
xMarit schreef:In de samenvatting van Esther waar dingen in zouden moeten staan die niet in een protestantse bijbel staan kan ik niks vinden wat mij niet bekend voor komt.. maar misschien lees ik wel uit een gewone bijbel en niet perse uit een protestantse
katiavl schreef:Enigste dat ik van de bijbel vind dat het soms lijkt of ze in het schrijven wat auteursrechten hebben geschonden, neem noah en giglamesh. De laatste was beduidend eerst
Mystica schreef:Noah is de persoon van de ark, tijdens de zondvloed.Noach dus
Giglamesh is Gilgamesh of Gilgamesj.Tweederde god, éénderde mens. Hij was van 2652 v.Chr. tot 2602 v.Chr Koning van Erech ( Uruk/Oeroek). Het Gilgamesj Epos vertelt dat Gilgamesj een man ontmoet, genaamd Oetnapisjtim die de "vader der mensen werd genoemd". Deze vertelt hem dat hij door zijn god Ea was gewaarschuwd voor een op handen zijnde watervloed. Net als Noach kreeg ook Oetnapisjtim de opdracht een schip te bouwen. Het verhaal is min of meer hetzelfde als dat van Noach, maar de reden voor de zondvloed is anders, het schip was groter ( 6 verdiepingen ipv 3) en er werden meer mensen meegenomen op het schip.
Deskundigen die de Soemerische tekst aan een nauwkeurig onderzoek onderwierpen kwamen tot de conclusie dat de Soemerische overlevering ouder moest zijn dan het verhaal uit Genesis. Maar hiervoor ontbreekt ieder bewijsmateriaal, in tegenstelling tot wat de bijbel vertelt. Vondsten van grote aantallen kleitabletten hebben namelijk een duidelijk beeld gegeven van de tijd die uit de eerste hoofdstukken van Genesis bekend is. De verhalen in Genesis blijken te zijn geschreven door de aartsvaders die rechtstreeks bij de vermelde gebeurtenissen betrokken waren en wier namen duidelijk op de tabletten vermeld staan waaronder die van Noach. Deze verhalen stammen dus uit de eerste hand en zijn niet beïnvloed door een mengelmoes van mythologische voorstellingen zoals men die aantreft in het Soemerische Gilgamesj Epos waarin een drietal oppergoden -Ea, Anoe en Enlil- tezamen een pantheon van honderden met naam en toenaam bekende lagere goden en godinnen bestuurden.
Mystica schreef:Het verhaal van Gilgamesh is ongeveer 2000 jaar ouder