Een interessant stuk: http://www.orthopedagogiek.com/beelddenken.htm
Citaat:
Beelddenken (Beelddenken staat niet omschreven in de DSM IV. Het is geen wetenschappelijke term)
Beelddenken is een andere wijze van opnemen, verwerken en weergeven van informatie; een andere wijze van denken. De beelddenker heeft een voorkeur voor het ordenen van de wereld met niet-talige middelen. Het denken verloopt via mentale beelden van situaties en gebeurtenissen, waarin meerdere zaken tegelijkertijd zichtbaar worden, op elkaar inwerken en een zinvol geheel vormen; simultaan denken (in één oogopslag).
Beelddenkers hebben meestal een holistische cognitieve stijl, d.w.z. ze zijn goed in het bepalen van de grote lijnen, het ontdekken van overkoepelende relaties, het geven van persoonlijk getinte totaalbeschrijvingen van problemen.
Deze wijze van denken heeft voordelen en nadelen.
De voordelen zijn:
* Het snel overzien van complexe situaties. Het is een snelle manier van denken.
* Beelddenkers zijn goed in het verwerken van simultaan aangeboden informatie; ze letten op overeenkomsten en zien snel verbanden.
De nadelen bij deze manier van denken zijn:
* Hetgeen zij snel overzien, kunnen ze niet snel omzetten in taal. Woordvindings-problemen kunnen optreden.
* Soms worden te grote gedachten sprongen gemaakt. Daardoor zijn ze moeilijk te volgen voor anderen. Als kind hebben ze steun nodig bij het ordenen van ervaringen.
* Ze hebben veel moeite met het verwerken van seriële informatie (volgorde, tempo/tijd).
* Taal, algoritmen bij rekenen en voorgeschreven procedures kosten veel moeite en verlopen meestal traag en vaak onnauwkeurig.
Het gangbare onderwijssysteem berust op denken in woorden en begrippen en het verwerken van seriële informatie en niet op het verwerken van simultane informatie.
De leermoeilijkheden die de beelddenker hierdoor ondervindt worden om bovengenoemde redenen dan ook systeemgerelateerde leermoeilijkheden genoemd (Nel Ojemann).
Hoe herken je een beelddenker in de groep?
* De beelddenker blijft meestal wat achter in ontwikkeling, komt jong over
* Het vertellen gebeurt vaak met veel gebaren, fantasie en werkelijkheid is moeilijk te onderscheiden, woorden worden verhaspeld, het is geen samenhangend geheel en er kunnen woordvindingsproblemen zijn
* De informatieverwerking verloopt traag. De beelddenker heeft moeite met luisteren en zich aan afspraken en regels houden
* Het oriënteren in de ruimte is vaak blijvend lastig; motorische vaardigheden als fietsen, zwemmen, balspelen, schrijven zijn moeilijk te leren
* De leerling maakt vaak lange tijd een overmaat aan fouten bij volgorde van letters, zinnen en cijfers
* Automatiseringsprocessen, zoals lezen, tellen, sommen tot 10, tafels, topografie verlopen i.h.a.moeizaam. Het herhalen van leerstof, extra uitleggen e.d. helpen weinig
* Beelddenkers zijn soms behoorlijk koppig. Ze hebben meestal, uit lijfsbehoud, een goed doorzettingsvermogen
* Ze krijgen vaak op hun kop vanwege rommeligheid en vergeetachtigheid wat betreft het opruimen van spullen
* Standjes en grapjes worden meestal te persoonlijk of te letterlijk opgevat
* Ze staan vaak wat alleen tussen broertjes / zusjes en andere kinderen
* Het lees-taalproces kenmerkt zich door onvoldoende leesvorderingen en moeite met hardop technisch lezen; het stillezen en het leesbegrip is veel beter
* ‘Kleine’ woordjes worden verwaarloosd, er worden synoniemen gelezen, er is tegenzin in het lezen van ‘grote’ boeken
* Het beginnend lezen verloopt vaak nog wel redelijk vanwege het visuele karakter ervan
* Er kan een aanmerkelijk verschil bestaan tussen de taal-leesprestaties en de overige vakken
* (Gebaseerd op ‘woordblindheid en beelddenken van drs.P.C.Ojemann).
(knip > gaat over leerkrachten, het geknipte stuk is te lezen op de site)
Laatst bijgewerkt door magda_90 op 19-10-08 21:24, in het totaal 1 keer bewerkt