





Vrijdag 8 oktober, zes Nederlanders die allemaal ‘iets’ met paarden en mennen hebben, besluiten na het zeer geslaagde WK Vierspannen in Beesd in 2008 samen naar de Wereldruiterspelen in Kentucky te gaan. Na een lange voorbereiding en een dikke week met drie campers ‘on tour’ vanuit New York City ging het spul vanmorgen op stap. De oranjekoffer is opengegaan en opgetuigd met allerlei oranjespul gaan we op stap vanaf onze camping zo’n 50 mijl verder.
Weten wij veel? Wij zien voetbalsupporters in oranje kledij, ik was ooit in Thialf tussen een meute dolgeslagen schaatsfans en wij gaan dus in het oranje, niet te zuinig. Al op de parkeerplaats is het raak. De eerste de beste parkeerwacht vraagt of hij een foto van ons mocht maken. De trend voor vandaag is gezet! We hebben niet geteld, maar als we voor elke foto die van onze groep gemaakt is vandaag een dollar hadden gekregen, hadden we vanavond riant uit eten kunnen gaan. We deden dat trouwens toch wel, maar hebben zelf de rekening betaald.
Het Kentucky Horse Park is overweldigend groot. We hoeven niet lang in de rij voor onze kaartjes die we vooraf besteld hebben via Internet en ook bij security trekken onze outfit alle aandacht en worden onze tassen amper nagekeken. Een agente wil ons graag op de foto en ik vraag haar of ze ook met mijn camera een foto wil maken. Het zou toch wat zijn als iedereen foto’s van ons heeft, behalve wij zelf! En zo lopen we door het heel mooi opgezette strodorp (zonder stro), waar ik snel een handtekening ga halen bij Chester Weber en hem veel succes wens. Hij zegt genoten te hebben in ons eigen Beesd en vertelt me dat we voor hem moeten juichen, omdat hij meer Nederlandse paarden in zijn span heeft dan IJsbrand. Ik beloof hem voor allebei even hard te juichen. We nemen wat te drinken en een broodje en gaan dan met het shuttlebusje naar het ‘driving stadium’.
Ook daar vallen we zacht gezegd op. We gaan weer op allerlei foto’s, moeten zwaaien naar de grote camera’s van de filmploeg en er we krijgen veel vragen, maar vooral ook veel complimenten. Anita merkt droog op dat ze nu pas een beetje een idee krijgt, hoe Beatrix zich voelt af en toe. We zijn ’the talk of the town’ en hebben er zelf vreselijk veel lol om. Speciale aandacht is er vooral voor onze mascotte, ons stokpaard met de zeer Nederlandse naam Janssen (zie mijn profiel voor het ‘waarom’ van deze naam). Janssen heeft zijn Hollandpetje op, neemt het netjes af bij het volkslied en zingt ook nog Jingle Bells voor iedereen die een foto van hem wil maken. Zijn hoofd en snuit bewegen dan vrolijk mee op het deuntje. Helaas kent Janssen maar één liedje ….
Maar terug naar de wedstrijd, daar komen we voor. Jammer genoeg hebben alle Nederlandse deelnemers hun dressuurproef al gereden, we hoopten op Nederlandse deelname in de laatste groep. Vier keer naar de dressuur kost 50 dollar per keer per persoon en dat is gewoon heel veel geld. Op het moment dat de dressuur vanmiddag begint staat IJsbrand gedeeltelijk eerste met Chester Weber en is Theo derde achter deze mannen. Tucker Johnson bijt het spits af en rijdt exact dezelfde score als Theo, zodat Nederland en Amerika op de gedeelte eerste en de gedeelde derde plaats zijn. Hoe is het mogelijk! Uiteindelijk rijdt de Australiër Boyd Exell een ijzersterke proef, het spat er gewoon vanaf en de jury ziet dat ook: vijf punten los van Chester en IJsbrand. We gaan hier nog een heel spannend weekend beleven, het kan echt alle kanten nog op.
Het is bloedheet op de tribunes en wij kijken tegen de zon in. Gelukkig helpen goede zonnebrillen wel genoeg om de proeven te kunnen zien, maar voor foto’s is het echt veel te scherp licht. Jammer, de foto’s zijn dan ook niet geworden wat we ervan verwacht hebben. Het leuke van deze afsluiting van de dressuur is wel dat we ook nog de eerste tien deelnemers terug zien. Tot onze grote vreugde zitten alledrie de Nederlanders daarbij, want Koos is tiende geworden vandaag. We juichen de longen uit ons lijf als ze binnen komen en geven ook alle andere deelnemers hun welverdiende applaus. Het is leuk om te zien hoe de Nederlandse menners, maar vooral de grooms, ons in beeld krijgen en ook dat we een speciale groet mogen ontvangen tijdens de ererondes.
Bij de shuttlebussen terug het park uit, moeten we lang wachten. We hadden net zo goed kunnen gaan lopen, maar ach, gezelligheid kent geen tijd. Alle meligheid ten top na de geweldige belangstelling van de Amerikanen, barsten we ook nog eens spontaan in zingen uit. ‘Want dat geeft allemaal niks, want wie holt van mekaar, holladiejee, holladiejoo … ‘ Gelukkig snapt niemand wat we zingen, maar succes hebben we wel! We krijgen spontaan applaus van de wachtende menigte en later komen mensen ons bedanken voor het entertainment. Zelfs vanavond, bij Outback Steakhouse, zijn er nog mensen naar ons toegekomen om te vertellen hoe ze genoten hebben van ons groepje vandaag. Kentucky: wacht maar, we komen terug, het weekend is nog lang!