Hyperlipaemie betekent letterlijk: te veel vet (lipiden) in het bloed.
Dit komt voor bij vrijwel alle pony-rassen en ezels. Vooral Shetlanders zijn er erg gevoelig voor.
Slechts een heel enkele maal komt het voor bij paarden, maar dan is het nooit zo ernstig als het bij pony’s.
Deze ziekte kent geen directe oorzaak zoals virussen, schimmels of bacteriën.
De ziekte wordt altijd indirect veroorzaakt doordat de dieren die eraan lijden om de een of andere reden niet meer eten. Dit niet-eten kan veel verschillende oorzaken hebben, zoals darmproblemen, ernstige worminfecties of hoefbevangenheid.
Door dit niet eten ontstaat een voedseltekort en dus ook een energietekort.
Om dit te compenseren gaan de dieren hun vet uit hun vetreserves vrijmaken en gebruiken om energie te verkrijgen.
Dit lijkt niet ernstig, maar schijn bedriegt!
Pony’s zijn namelijk niet in staat om het vrijgemaakte vet om te zetten in energie.
Hierdoor blijft het in het bloed circuleren.
En omdat het dier nog steeds dat energietekort heeft, blijft er maar vet vrijgemaakt worden. Zo komt er meer en meer vet in het bloed terecht.
Dit bloed stroomt door het hele lichaam en zorgt ervoor dat de organen vervetten en daardoor niet meer goed kunnen functioneren.
Vooral de lever is hiervoor erg gevoelig en kan erg snel beschadigen.
Het vet veroorzaakt ook verstoppingen in de allerkleinste bloedvaatjes (capillairen), waardoor ook de zuurstof-toevoer naar de organen vermindert en die nog slechter werken.
Zo ontstaat een neerwaartse spiraal.
De pony gaat zich ziek voelen waardoor het dier nog minder gaat eten. Hierdoor komt er nog meer vet in het bloed en werken de organen slechter. Het dier wordt nog zieker en eet nog minder…etcetera.
Gezonde dieren hebben 300 tot 800 mg% vet (lipiden) in het bloed.
Hyperlipaemie-patienten hebben 1000 tot soms wel 7000 mg% vet in het bloed.
Het kan heel eenvoudig aan de hand van een bloedonderzoek worden bepaald of een dier hyperlipaemie heeft.
De symptomen van hyperlipaemie zijn niet altijd even specifiek.
De dieren zijn vrijwel altijd erg suf en traag en willen nauwelijks tot niet eten.
Ze bibberen soms en laten het hoofd hangen.
Sommige dieren krijgen diarree, maar anderen hebben juist weer verstoppingskoliek.
Een vreemd symptoom dat soms opduikt is dat het lijkt alsof de pony’s erge dorst hebben, dit omdat ze waterdruppels en plasjes aflikken, maar als ze water krijgen (bijv. in een emmer) drinken ze niets
De ademhaling versnelt en veel dieren krijgen vochtophopingen (oedeem) onder de buik.
Drachtige merries aborteren vaak.
De kans op herstel is sterk afhankelijk van de hoeveelheid vet die bij het begin van de behandeling in het bloed aanwezig is.
Boven de 3000 mg% vet wordt de overlevingskans snel minder.
Shetlandpony’s zijn sobere pony’s. Dat wil zeggen dat ze het met weinig voedsel af kunnen.
Bij ons worden ze in de weelderige zomerweiden vaak veel te vet. Dan kan de eigenaar besluiten om ze af te laten vallen. Vaak wordt dit net in de winter gedaan, wanneer de behoefte van het dier juist stijgt.
Ze krijgen dan te weinig energie en gaan ze hun vetreserves aanspreken en worden ziek.
Om dit te voorkomen moeten de dieren in de zomer niet te veel eten en in de winter worden bijgevoerd.
Ook moeten ze niet op te zanderige grond grazen. Dit omdat ze dan te veel zand binnenkrijgen en ze snel verstoppingsproblemen krijgen. Ook moeten ze goed ontwormd zijn.
Ondanks alle voorzorgsmaatregelen is het vrijwel onmogelijk om de ziekte helemaal uit te bannen. Als een pony ziek wordt en niet meer wil eten, krijgt het na enkele dagen vrijwel altijd hyperlipaemie.