De naam achter dit paard is de botanische ontdekkingsreiziger N.M.Przewalski (1839-1888).
In 1863 hielp hij als militair de Russen een Poolse opstand te onderdrukken. In 1867 werd hij overgeplaatst naar Oost Siberië, waar hij naast zijn destructieve beroep zoölogische vondsten deed en zo'n 200 plantensoorten verzamelde die nu te vinden zijn in het herbarium van de botanische tuin van St.Petersburg.
Zijn eerste reis op eigen kosten was tussen 1870 en 1873.
Vanaf de Russische grens tot Peking deed hij er zes weken over. Zijn tweede reis waarin hij de beroemde paarden zag, begon in 1876.
Hij maakte nog een derde en vierde reis tussen respectievelijk 1897-1880 en 1883-1885. Uitgebreid wordt Przewalski behandeld in de tweedelige History of botanical discoveries in China door E.Bretschneider (1898). Naast bekende plantenjagers en ontdekkingsreizigers als Sir Joseph D.Hooker, J.Decaisne, Père Delavay en C.Maximowicz, waarvan we de namen steeds weer zien opduiken in de soortnamen van tuinplanten is Przewalskii minder bekend gebleven in tuinkringen omdat hij vooral veel kruidachtige planten ontdekte die wij in tuinen niet toepassen.
Wel komt zijn naam bij een aantal gewassen voor in de soortnaam als Rosa przewalskii, een rode roos, verzameld mei 1880 op de Djakhar-berg. En verder (om er enkele te noemen): Delphinium, Ligularia, Saxifraga, Salvia, Sedum, Rhododendron en Gentiana. Allium przewalskianum kwam al snel in cultuur. Ook ontdekte hij een lekkere rabarberplant, waarvan hij zaad zond. In heel Europa werden de afstammelingen hiervan verspreid. Het plantengeslacht Przewalskia, gevonden in NO Tibet op 14.500 voet hoogte op 31 mei 1884, ben ik nog bij geen enkele kweker tegengekomen.
Przewalski plant
Przewalski paard