Een paard is een kuddedier. En ook een prooidier. Hij moet meteen in staat zijn te vluchten bij gevaar. Het paard heeft dan ook een slaappatroon dat typisch is voor prooi dieren die zijn geëvolueerd op de open vlakte. Paarden hebben daarvoor een speciaal systeem. Het paard kan met zijn pezen zijn gewrichten vastklikken. Dat kost hem geen moeite. Zo kan hij makkelijk even soezen zonder om te vallen. Hij gebruikt dit systeem ook om even de spieren wat rust te geven.
Staand slapen heeft een groot voordeel voor een paard. Hij kan zo meteen vluchten bij gevaar en verspilt geen kostbare seconden om op te staan. Ook de plaats waar ze rusten is van belang. Een paard in het wild zal altijd een beschutte plek opzoeken om te slapen. Maar ook een plek waar hij meteen weg kan rennen. Zijn hoofd zal dan ook gericht zijn op een open vluchtroute voor hem. Dit gedrag zie je soms zelfs terug bij paarden op stal. Zij hebben hun hoofd vaak gericht naar de uitgang. De staldeur dus.
Diepe slaapfase
Hoewel paarden dus staand kunnen slapen hebben zij ook behoefte om te gaan liggen. Wetenschappers denken dat paarden moeten gaan liggen om in de diepe slaapfase te komen. Ook wel de remslaap genoemd. In het woord is 'rem' een afkorting voor 'Rapid Eye Movement' (Snelle oogbeweging). Tijdens de fase van de diepe slaap ligt het paard op de grond en legt hij zijn hoofd neer. Benen gestrekt. Mensen dromen in deze slaapfase. Sommige paarden bewegen hun benen in deze fase net alsof ze draven. Maar of een paard droomt zullen we nooit echt zeker weten.
Paarden zullen nooit lang achtereen liggen. Vaak maar 5 tot 10 minuten. Een paard dat liggend slaapt, verbruikt meer energie dan een paard dat staande slaapt. Dit komt door de druk van het zware lichaam op de grond waardoor het paard meer moeite moet doen om te ademen en er meer energie nodig is voor een normale bloedsomloop..
Powernaps
Naast deze diepe slaapfase kennen paarden ook de powernaps. Het zijn korte momenten van rust waar ze zich kunnen opladen. Uit studies is gebleken dat paarden in kuddes om beurten slapen. Een of twee paarden houden dan de wacht. Soms doen ze dat staand en soms liggend. Maar niet helemaal gestrekt.

Paarden slapen/dutten ongeveer 4 uur tot 15 uur per dag. Niet aaneengesloten. Slechts een klein deel daarvan is de diepe slaap. Veulens en jonge dieren slapen over het algemeen veel meer en veel dieper dan volwassen paarden.
Paarden slapen kort en vaker op een dag. Dat is ook een voordeel. Tussen het vluchten voor gevaar en vluchten voor vals alarm komt het paard toch aan genoeg slaap toe. Paarden hebben niet snel een slaaptekort. Zo zou 1 uur slaap op verschillende dagen toch voldoende zijn om te blijven functioneren.
Paarden in het wild hebben per kudde een eigen ritme. Ze verdelen het slapen, eten en andere activiteiten over de dag en nacht. Dat patroon wisselt met het weer, het seizoen etc. Paarden die gedomesticeerd zijn passen hun ritme aan, aan het ritme van de stal en zo krijgen zij dus meer rust tijdens de avonden en nachten.