Moderators: Essie73, ynskek, Ladybird, Polly, Muiz, Telpeva, NadjaNadja
SpikyBlue schreef:Ik heb geen externe bronnen gebruikt (hoeven zijn mijn dagelijks werk dus als ik dít niet uit mijn hoofd zou kunnen...). Heb een aantal artikeltjes geschreven over hoeven voor een paardenblad. Maar dat ziet er natuurlijk anders uit als een wiki artikel, vandaar dat ik het hier plaats met de vraag of het überhaupt wat is voor de wiki
SpikyBlue schreef:Voetas
De voetas van een paard wordt bekeken door een denkbeeldige lijn door de drie beenderen van de ondervoet te trekken, van voren en van opzij gezien. Hoefsmeden en dierenartsen zijn van mening dat de voetas recht of zo recht mogelijk moet zijn, zodat de pezen, banden en gewrichten zo min mogelijk belast worden. Er zijn een aantal standen waarbij de voetas gebroken is. De denkbeeldige lijn is dan in een gewricht (hoefgewricht, kroongewricht, kootgewricht) ‘naar voren’ of ‘naar achteren gebroken’.
De hoefhoek is de hoek die de hoef met de grond maakt. Bij een gemiddeld paard is dat om en nabij de 50 graden.
Er zijn verschillende afwijkingen aan de voetas die een benaming hebben.
Van opzij gezien:
*Weke voetas – de hoek die de koot, kroon en hoef met de grond maken is kleiner dan 45 graden.
*Weke hoef – de hoek die de hoef met de grond maakt is kleiner dan 45 graden. De voetas is in het hoefgewricht naar achteren gebroken. Deze hoeven hebben vaak een lange toon en korte verzenen.
*Steile voetas – de hoek die de koot, kroon en hoef met de grond maken is groter dan 50 graden.
*Bokhoef – de hoefhoek is groter dan 50 graden en de voetas is in het hoefgewricht naar voren gebroken. De verzenen zijn in verhouding erg lang en de achterste hoefhelft is sterk ontwikkeld. Een bokhoef ontstaat nog wel eens doordat het jonge paard tijdens het grazen een voorkeurshouding aanneemt; altijd hetzelfde beentje voor zetten. Dit noemt met ook wel een graasvoet.
*Steltvoet – de hoefhoek is groter dan 50 graden en de voetas is in het hoefgewricht sterk naar voren gebroken. De verzenen komen niet aan de grond. Dit gebeurt bij veulentjes in de periode dat hun peesjes zich gaan 'zetten', het voetje kan steeds steiler worden en dan moet er al actie ondernomen worden door de hoefsmid/dierenarts.
*Beervoetige stand – de hoefhoek is groter dan 50 graden. De voetas is in het hoefgewricht naar voren gebroken en bovendien in het kootgewricht naar achteren gebroken. Het kootbeen is vrij lang en de kogel komt in sommige gevallen bijna tot aan de grond. Beervoetige stand is soms zichtbaar bij veulentjes die net geboren zijn. Dit moet binnen enkele dagen wegtrekken.
Enkele oorzaken van bokhoeven en steltvoeten:
* Groei - de verhouding van de groei tussen de botten en pezen is niet gelijk.
* Pees- of spierontstekingen.
* Pijn in de achterste hoefhelft.
* Langdurig liggen door een aandoening - bij het niet normaal belasten van de benen verkorten de pezen.
* Erfelijkheid.
Van voren gezien kan de voetas naar binnen- of naar buiten gebroken zijn. Als dit plaatsvindt ter hoogte van het kootgewricht wordt dit ook wel binnendoor of buitenover genoemd.
Afwijkingen in de voetas en beenstand kan leiden van blessures tot overmatige slijtage van het lichaam van het paard. Bij paarden tót 2 jaar (maar hoe eerder hoe beter) kan er nog veel aan de stand gestuurd worden. Daarom is het zo belangrijk om goed op de beenstand van veulentjes te letten en eens in de zoveel tijd de hoefsmid erbij te halen.
SpikyBlue schreef:Voetas
De voetas van een paard wordt bekeken door een denkbeeldige lijn door de drie beenderen van de ondervoet te trekken, van voren en van opzij gezien. Hoefsmeden en dierenartsen zijn van mening dat de voetas recht of zo recht mogelijk moet zijn, zodat de pezen, banden en gewrichten zo min mogelijk belast worden. Er zijn een aantal standen waarbij de voetas gebroken is. De denkbeeldige lijn is dan in een gewricht (hoefgewricht, kroongewricht, kootgewricht) ‘naar voren’ of ‘naar achteren gebroken’.
De hoefhoek is de hoek die de hoef met de grond maakt. Gemiddeld is dat bij een paard om en nabij de 50 graden.
Er zijn verschillende afwijkingen aan de voetas die een benaming hebben.
Van opzij gezien:
*Weke voetas – de hoek die de koot, kroon en hoef met de grond maken is kleiner dan 45 graden.
*Weke hoef – de hoek die de hoef met de grond maakt is kleiner dan 45 graden. De voetas is in het hoefgewricht naar achteren gebroken. Deze hoeven hebben vaak een lange toon en korte verzenen.
*Steile voetas – de hoek die de koot, kroon en hoef met de grond maken is groter dan 50 graden.
*Bokhoef – de hoefhoek is groter dan 50 graden en de voetas is in het hoefgewricht naar voren gebroken. De verzenen zijn in verhouding erg lang en de achterste hoefhelft is sterk ontwikkeld. Een bokhoef ontstaat nog wel eens doordat het jonge paard tijdens het grazen een voorkeurshouding aanneemt; altijd hetzelfde beentje voor zetten. Dit noemt met ook wel een graasvoet.
*Steltvoet – de hoefhoek is groter dan 50 graden en de voetas is in het hoefgewricht sterk naar voren gebroken. De verzenen komen niet aan de grond. Dit gebeurt bij veulentjes in de periode dat hun peesjes zich gaan 'zetten', het voetje kan steeds steiler worden en dan moet er al actie ondernomen worden door de hoefsmid/dierenarts.
*Beervoetige stand – de hoefhoek is groter dan 50 graden. De voetas is in het hoefgewricht naar voren gebroken en bovendien in het kootgewricht naar achteren gebroken. Het kootbeen is vrij lang en de kogel komt in sommige gevallen bijna tot aan de grond. Beervoetige stand is soms zichtbaar bij veulentjes die net geboren zijn. Dit moet binnen enkele dagen wegtrekken.
Enkele oorzaken van bokhoeven en steltvoeten:
* Groei - de verhouding van de groei tussen de botten en pezen is niet gelijk.
* Pees- of spierontstekingen.
* Pijn in de achterste hoefhelft.
* Langdurig liggen door een aandoening - bij het niet normaal belasten van de benen verkorten de pezen.
* Erfelijkheid.
Van voren gezien kan de voetas naar binnen- of naar buiten gebroken zijn. Als dit plaatsvindt ter hoogte van het kootgewricht wordt dit ook wel binnendoor of buitenover genoemd.
Afwijkingen in de voetas en beenstand kan leiden van blessures tot overmatige slijtage van het lichaam van het paard. Bij paarden tót 2 jaar (maar hoe eerder hoe beter) kan er nog veel aan de stand gestuurd worden. Daarom is het zo belangrijk om goed op de beenstand van veulentjes te letten en eens in de zoveel tijd de hoefsmid erbij te halen.